| Naam |
Andries Schepper |
| Doop (CHR) |
30 dec 1618 |
Delft  [1] |
| Geslacht |
Mannelijk |
| Beroep |
van 20 mei 1648 [2] |
| Zilversmid |
- Andries Scheppers, silversmith, verklaart schuldig te zijn aan Pieter Uyttenbrouck, silversmith, de somma van 1000 gulden t.z.v. geldlening.
|
| vermelding |
van 29 sep 1650 [2] |
| Testament |
- Andries Schepper, silversmit, en zijn vrouw Wietjen Hendricxdr van Deuren benoemen elkaar tot erfgenaam.
|
| vermelding |
van 16 mei 1652 [2] |
| Attestatie |
- Abraham Verschuer en Andries Schepper, beiden hoofden van het goud- en zilversmedengilde alhier en tevens Daniel de Coninck als zevenman van hetzelfde gilde verklaren dat zij van de hoofden van het gilde van goud- en zilversmeden van Gouda een roosring met een claeuring ter bezichtiging hadden gekregen die door een goudsmid in Gouda was gemaakt.
Zij hebben geconstateerd dat er lood gebruikt is onder de stenen en dat is tegen de regels van het gilde en tegen het plakkaet van Keyser Carell en van de Staten van Hollant. De gildebroeder die zoiets heeft gemaakt is een dief en een oplichter.
|
| vermelding |
van 9 sep 1652 [2] |
| Attestatie |
- Abraham Verschuyr en Andries Schepper, hooftluyden van het goudt- en silversmitsgilde, verklaren op verzoek van de hoofdlieden van het goud- en zilversmidsgilde te 's Gravenhage dat het gebruikelijk is en ook in de ordonnantien is opgenomen, dat boscolen (houtskool) dat hier wordt aangevoerd, aan het bestuur van het gilde ter verkoop moet worden aangeboden. Indien er meer is dan de gildebroeders afnemen, dan zal dat aan andere beroepsgroepen worden verkocht.
|
| vermelding |
van 14 okt 1652 [2] |
| Attestatie |
- Andries Schepper, keurmeester, Pieter Uijttenbrouck, Jan Jacobs, ketelaer, Augustijn van den Heuvel, overmannen of Sevenmannen van het Gout en siversmithsgilde, leggen een verklaring af op verzoek van Abraham Verschuijren, oud-deecken en overman van het voorn. gilde. Het betreft de kwestie tussen Macchelijn Mackelijns, goutsmith, en Jan Dircx Ravesteijn, over het leren van het vak door de zoon van Ravesteijn bij Mackelijn. Voor de vreedemakers werd Mackelijn geassisteerd door Cornelis Slaets en Lucas Stelder (of Stender) en Ravesteijn door Daniel Waesbergen en Hendrick Ravesteijn, alle vier gildebroeders.
|
| Beroep |
van 1 sep 1653 [3] |
| Keurmeester |
| vermelding |
van 8 nov 1657 [2] |
| Machtiging |
- Andries Ketelaer en Andries Scheppers, beiden voogd over de kinderen van Vincent Uyttermeer, apotheker, machtigt Poieter Jacobus van Brackel, om de schilden te vorderen die nog open staan volgens de boekhouding van Uyttermeer en om de boeken ter hand te stellen aan de Vredemakers.
|
| Begraven |
17 jun 1668 |
Rotterdam |
|
| vermelding |
van 14 mrt 1669 [2] |
| Schuldbekentenis |
- Cornelis Wijckmans, schilder, bekent een schuld van 191 gulden te hebben aan de erfgenamen van Tanneke Jans van Riel, weduwe van Jan Claes Bellemans, ter zake van huishuur en kostgeld.
De schuld is voldaan op 11-06-1671 aan Jan de Vries, man van Maria van Driel, Cornelis van Riel, voogd over de kinderen van Metge van Riel, en Willem Beije, voogd over de nagelaten kinderen van Andries Schepper, allen erfgenamen van Tanneken Jans van Riel
|
| Persoon-ID |
I19041 |
Hennies genealogie | Laduk |
| Laatst gewijzigd op |
18 jun 2016 |
1618 - 1668 (~ 49 jaar)
: Adres
: Locatie
: Dorp/stad
: Gemeente/Graafschap
: Staat/Provincie
: Land
: Nog niet ingesteld
