Naam |
Andries Jansz Ketelaer |
Geboorte |
Rotterdam [1] |
Geslacht |
Mannelijk |
Feit |
van 17 sep 1635 tot 12 jan 1652 [2] |
Testament Notaris Willem Jacobsz |
- Andries Jansz, goutsmit, en zijn vrouw Ida van Dijck, benoemen elkaar over en weer tot universeel erfgenaam, met een legaat van 400 gulden aan haar broer Pieter van Dijck, en eveneens 400 gulden aan haar zuster Maria van Dijck,
en nog een legaat van 800 gulden aan zijn ouders, resp. aan zijn broers en zussen indien zijn ouders eerder overleden zijn.
Comparant tekent als Andries Jansz Ketelaer.
28-1-1638: Andries Jansz Ketelaer, voormalig smit, en Ida van Dijck, zijn vrouw, herroepen hun huwelijkse voorwaarden en hun op 17-09-1635 voor Willem Jacobsz, notaris, gepasseerde testament. Zij maken een nieuw testament op van eerststervende aan langstlevende.
14-3-1640: Andries Jans Ketelaer, goutsmit, en zijn vrouw, Ida van Dijck, benoemen elkaar tot erfgenaam. Hij benoemt tot toeziend voogden zijn vader, Jan Jacobs, en Hendrick Verdonck en zij benoemt voorn. Verdonck en Jan Brant. Indien zij zonder kinderen overlijden, legateert hij aan zijn ouders 600 gulden, en bij hun vooroverlijden aan zijn zusters ieder 100 gulden en aan zijn broer A.. Jans 200 gulden. Zij legateert dan de 600 gulden aan haar broer Pieter van Dijck en haar zuster Maria van Dijck.
10-06-1650 bij notaris Arent van der Graeff:
Andries Jansz Ketelaer en zijn vrouw Ida van Dyck benoemen elkaar tot erfgenaam en tot voogd over de kinderen. Als toeziende voogden wijst testateur zijn vader Jan Jacobsz Ketelaer en zijn zwager Jan van Beveren de Jonge aan, en testatrice Hendrick Verdonck en Jop Huybrechtsz Meelman.
In de marge: op 12-01-1652 herroepen echtelieden dit testament. Zij willen dat hun goederen "ab intestato" zullen gaan, dus volgens het algemeen geldend recht.
|
Beroep |
van 17 sep 1635 [3] |
Goudsmid |
Beroep |
van 1642 [3] |
Koopman |
- Was op 24-6-1652 reder van het schip "de Crabbe"
Was op 11-6-1660 met zijn vader Jan Jacobsz en anderen reders van het verongelukte schip De Vergulde Engel
|
Feit |
van 21 jul 1642 [4] |
Overeenkomst bij notaris Balthasar Bazius |
- Hendrick Verdonck en Jan Jacobs Ketelaer, cooplieden, ter ene zijde, en Thomas Waerdenier, jonggesel, te Dordrecht, geassisteerd door Tijs Tijssen, schoenmaker, zijn couzijn, ter andere zijde, sluiten een overeenkomst. Waerdenier zal van Texel varen naar Brasilien of Parnambuco en daar in dienst treden bij Andries Ketelaer en David Verdonck, zoons van de comparanten, voor de tijd van 2 jaar en voor 100 gulden per jaar. Hij zal dienst doen als silversmid.
|
Feit |
van 15 okt 1649 [5] |
Attestatie bij notaris Adriaan Kieboom |
- Allert Adriaens van de Wiel, schipper op het schip 'den Engel', en Andries Ketelaer, coopman op hetzelfde schip, verklaren op verzoek van Jacob Symons van Venroy c.s. dat zij in de haven van Reciff bij Fernabucque van Adriaen van Duynen 6 kisten suiker hebben ingenomen, die zij gelost hebben in 't Westindische huys van de Westindische Compagnie.
Zij hebben gezien dat de naam van genoemde Van Duynen in de lijst van suyckeren en andere koopmanschappen, gescheept in genoemd schip, voor kwam.
|
Feit |
van 19 jun 1651 [6] |
Borgstelling Notaris Balthasar Bazius |
- Cornelis Coningh, raidt en vroetschap en president-schepen, en Jan Jacobsz Ketelaer stellen zich borg Allert van der Wiel en Andries Ketelaer voor wat de afhandeling van de bevrachtingsovereenkomst tussen hen en Dirck Cornelisz Gorter betreft, die in Parnambuco in Westindien gemaakt is.
|
Feit |
van 3 jul 1653 [7] |
Attestatie bij notaris Balthasar de Gruyter |
- Verklaring van Andries Ketelaer, koopman, voor Daniel Bos, nu wonend te Brussel.
Onderwerp is het overlijden van Bos' zwager Emanuel Kemp in Brazilie.
Aangehaald wordt een brief van Willem Pietersz Smith in Fort Margrieta te Paryba, aan Bos die naast zakelijke informatie over de prijs van kisten suiker en vermelding van zijn goede gezondheid, ook dit overlijden vermeldt.
Kemp sterft in 1647 te Recife; is begraven door Ketelaer, die met Paulus van Campen als curator de afsluitende financien afgewikkeld heeft.
Er is sprake dat een copie daarvan en testament met het schip Huis te Merwe zijn meegezonden; de nagelaten goederen met het schip Goude Leeuw.
|
Feit |
van 16 aug 1658 [8] |
Attestatie bij notaris Gerrit van der Hout |
- Andries Ketelaer, Augustijn van den Heuvel en Abraham Verschuyr, hooftluyden van 't Silversmitsgilde alhier, verklaren op verzoek van de hooftluyden van 't Silversmitsgilde te Gouda dat zij gedurende vele jaren de visite (inspectie) op 't gout en silver over de steden Schiedam en Vlaerdingen hebben gehad en dat deze visite op de Kermissen, Jaarmarkten 3 tot 5 of meermaal in het jaar plaatshad, zonder enige tegenwerking van de Magistraten.
Alleen in de jaren 1650 of 1651 hebben de hooftluyden van het Silversmitsgilde te Delft te Vlaerdingen getracht het werk van de hooftluyden van deze stad te beletten.
De hooftluyden van Delft zijn echter zonder enige resultaat vertrokken.
|
Overlijden |
Ja, datum echter onbekend |
Begraven |
25 apr 1666 |
Rotterdam [1] |
Persoon-ID |
I19028 |
Hennies genealogie | Laduk |
Laatst gewijzigd op |
12 jun 2016 |