Naam |
Jan Jacobs Ketelaer |
Geslacht |
Mannelijk |
Feit |
van 21 jul 1642 [1] |
Overeenkomst bij notaris Balthasar Bazius |
- Hendrick Verdonck en Jan Jacobs Ketelaer, cooplieden, ter ene zijde, en Thomas Waerdenier, jonggesel, te Dordrecht, geassisteerd door Tijs Tijssen, schoenmaker, zijn couzijn, ter andere zijde, sluiten een overeenkomst. Waerdenier zal van Texel varen naar Brasilien of Parnambuco en daar in dienst treden bij Andries Ketelaer en David Verdonck, zoons van de comparanten, voor de tijd van 2 jaar en voor 100 gulden per jaar. Hij zal dienst doen als silversmid.
|
Feit |
van 28 sep 1646 [2] |
Testament Notaris Jacob Duyfhuysen jr |
- Jan Dircx van Ravesteyn, kousseverwer, en zijn vrouw Emmerensken Jans maken hun testament.
Zij legateren aan zijn voorkinderen 5000 gld.
Hij benoemt tot zijn erfgenamen zijn vrouw, zijn voor- en nakinderen.
Zij benoemt haar man tot haar erfgenaam.
Zij legateert aan haar ouders, Jan Jacobs Ketelaer en Marijken Andriesdr, 2500 gld.
|
Feit |
van 18 jun 1650 [3] |
Testament bij Notaris Arent van der Graeff |
- Jan Jacobsz Ketelaer en zijn vrouw Mayken Andriesdr benoemen elkaar tot erfgenaam. Al hun kinderen zijn het huis al uit, behalve hun zoon Abraham Ketelaer; elk ontving of ontvangt daarbij 3000 gulden. De langstlevende schenkt aan elk 200 gulden voor een rouwkleed. Hertrouwt de langstlevende dan krijgt elk nog 600 gulden. Na overlijden van de langstlevende erven de kinderen, en die moeten aan elk kleinkind 5000 gulden uitkeren. De kinderen van wijlen hun dochter Annetje Jans en van hun zoon Andries Ketelaer mogen er pas na hun mondigheid over beschikken. Als Andries, die vaak langdurig op reis is, afwezig is als de langstlevende sterft krijgt zijn vrouw Ida van Dyck in mindering van zijn erfdeel desgewenst 1000 gulden om een winkeltje te beginnen. Hun zoon Abraham Ketelaer moet in mindering van zijn erfdeel 3000 gulden brengen, de hypotheek op het huis de Verkeerde Werelt op de Hooghstraet. Als voogden over de minderjarige erfgenamen benoemen zij hun zoon Andries Ketelaer, en hun zwagers Jan Dircxsz Ravesteyn en Jan van Beveren.
1-3-1652:
Jan Jacobsz Ketelaer en zijn vrouw Mayken Andriesdr houden het testament d.d. 8-6-1650 bij deze notaris gemaakt in stand.
Zij veranderen de uitkering van de langstlevende aan de kleinkinderen.
8-7-1655 bij notaris Jacobus Delphius:
Jan Jacobsz Ketelaer en zijn vrouw Maijcken Andries overhandigen aan deze notaris een gesloten papier waarin hun testament staat beschreven.
24-02-1660 bij notaris Jacobus Delphius:
Jan Jacobsz Ketelaer en zijn vrouw Maycken Andriesdr benoemen elkaar tot erfgenaam.
Hun kinderen ontvangen elk 3000 gulden. Hun zoon Abraham, die blind is, mag zijn leven lang het vruchtgebruik genieten van de 3000 gulden die op het huis De Verkeerde Werelt, staande aan de Hoochstraet bij de Goote maerckt, is verzekerd.
Het huis behoorde toe aan Gerrit Jansz Verschuer, die gehuwd was met hun dochter Anna Ketelaer. Zijn broer Johannes Verschuer was betrokken bij de verkoop van het huis aan Jan Jacobsz Ketelaer.
Tot voogd over de kinderen van Anna is naast hun grootvader Jan Jacobsz Ketelaer door de Weesmeesters benoemd, Jan van Beveren de Jonge.
Het huis De Verkeerde Werelt grenst aan Maria Stock, weduwe van Anthony Stock en aan Hendrick van Ravesteyn.
13-7-1668 bij Notaris Philips Basteels:
Jan Jacobsen Ketelaer wijzigt het testament dat hij met wijlen zijn vrouw Maeijken Andries op 24-02-1660 heeft laten passeren voor notaris Jacob Delphius. De executeurs van zijn testament zullen voor zijn zoon Abraham Ketelaer, die blind is, de kost moeten kopen in een of ander Godshuis. Dit moet worden betaald uit een bedrag van 3000 gulden, waarvan hij zijn zoon in het genoemde testament het vruchtgebruik had vermaakt. Het huis genaamd De Verkeerde Wereldt, staande aan de zuidzijde van de Hoochstraet, is daartoe verbonden als onderpand.
Daarnaast maakt hij nog enige andere bepalingen, onder andere dat hij begraven wil worden in de Princekerk. Verder en vermaakt hij geld en/of goederen aan:
- zijn dochter Appolonia Ketelaer, gehuwd met Jan van Beveren de jonge, wonende aan de westzijde van de Nieupoort.
- zijn kleindochter Machteltje Waerts, kind van zijn dochter Dina Ketelaer
- Appolonia Ketelaer en Catarina Ketelaer, de jongste kinderen van zijn overleden zoon Andries Ketelaer.
In de plaats van Jan Dircksz Ravesteijn, en naast zijn schoonzoon Jan van Beveren de jonge, stelt hij zijn neef Huijbrecht Uijt ten Broeck aan tot executeur van zijn testament.
|
Feit |
van 19 aug 1655 [4] |
Vermeld als gemachtigde |
- Catelijntge Francken, weduwe van Maerten Cabau, wonende in de Swanensteech, machtigt Jan Jacobsz Ketelaer, Abraham Verschuyre, Pieter Waerdeniers, en Gerard Muysers, om voor haar het huis en aflaat, staande in de Swanensteech, te verkopen onder voorwaarde dat zij haar levenlang erin mag blijven wonen, alsmede het koopbedrag en schuldbrief (als deze gemaakt mocht worden) te ontvangen. Daarnaast machtigt zij hen de schuldbrief en haar schuldbrief van 300 gulden ten laste van Jacob Bouwens, huystimmerman, waarvoor diens huis op de oosthoek van de Swaenensteech en de Kipstraet als onderpand dient, voor haar te verkopen, of de jaarlijkse rente ontvangen.
|
Beroep |
Koopman [5] |
Overlijden |
Ja, datum echter onbekend |
Begraven |
15 jul 1668 |
Rotterdam, Prinsenkerk [4] |
- Woonde in De Blauwe Haan.
Grafschrift (Noorderpand/Middelpand): Hier leggen begraven J.J. en M.A.
Wapens: Rechts: een ketel tusschen de letters J.J.; Links: een burg tusschen de letters M.A.
|
Getuige bij |
Margrieta de Schepper (Verwantschap: doopgetuige) |
Getuige bij |
Maeijken Ketelaer (Verwantschap: doopgetuige) |
Getuige bij |
Jacobus van Beveren (Verwantschap: doopgetuige) |
Persoon-ID |
I19026 |
Hennies genealogie | Laduk |
Laatst gewijzigd op |
23 apr 2019 |