Naam |
Gerrit Jansz Muijsert |
Geboorte |
Rotterdam [1] |
Geslacht |
Mannelijk |
Feit |
van 20 okt 1646 [2] |
Overeenkomst bij notaris Jacobus Delphius |
- Samuel van der Laenen, Hendrick Panser en Gerrit Muijser, deelgenoten in een potterie en teerderie, gekocht van Willem Dircx Nobel, sluiten een compagnieschap.
|
Beroep |
van 3 jun 1647 [2] |
Koopman / pottenbakker |
- Vermeld in overeenkomst bij notaris Johan van Weel de Oude:
Gerrard Musert/Gerrit Muijsert, koopman, neemt Schalck Fransz Palmboom, jongman, aan voor 2 jaar als draeijer in zijn potterie.
Het voorloon bedraagt het eerste jaar 135 gulden, met 25 gulden handgeld en elke werkdag 1 gulden, het tweede jaar bedraagt het voorloon 150 gulden, het handgeld 30 gulden en nog 1 gulden per werkdag.
28-10-1655 bij notaris Arnout Wagensvelt:
Gerard Muijser pottebacker gaat akkoord met dat gene wat Joannes van Weel notaris en procureur tot nu toe voor hun heeft gedaan in zijn zaak tegen Cornelis Joppen Caen pottedraijer en hij machtigt hem zijn zaken verder te behartigen.
2-8-1664 bij notaris Jacobus Delphius:
Koopman Gerard Muijser machtigt Francois Verjuis, koopman te Hamburg, om bij koopman Jan Willemsz aldaar geld te innen over verkochte koopwaar en het onverkochte deel over te nemen.
|
Feit |
van 3 okt 1648 [2] |
Schuldbekentens bij notaris Johan van Weel de Oude in Rotterdam |
- Aelbregt Cocx, koopman, heeft 11-05-1648 voor nots. schuldbekentis gedaan t.b.v. Gerrard Musert ad 600 gulden.(zie acte 65); dit met een borg van Jan Jacobsz Verhoeven. In de betaling is nu een fase van namptisement gekomen. Aelbregt verzoekt nu Musert hiervan af te zien en de betalingsregeling verder te accepteren. Voor meerdere zekerheid stelt zich nu ook Cornelis Mattheusen, viskoopman, borg. Deze gaat accoord.
Musert tekent als Gerrit Muysert.
|
Feit |
van 4 okt 1651 [2] |
Huwelijkse voorwaarden |
- Gerrard Musert (tekent met Gerrit Muijsser) minderjarige jongman, coopman en toekomende bruidegom en Maertje Pieters Snel, weduwe van Schalk Fransz Palmboom, toekomende bruid, sluiten huwelijksvoorwaarden.
Maertje Pieters Snel is voogd over Neeltje Schalkers, haar voordochter.
|
Feit |
van 18 mei 1652 [2] |
Schuldbekentenissen bij notaris Johan van Weel de Oude |
- bij notaris Johan van Weel de Oude:
Gerrit Muser (tekent als Muijser) verklaart naast een eerdere obligatie, verleden op 02-12-1651, nog eens 4000 gulden schuldig te zijn aan koopman Samuel van der Lanen.
5-8-1653:
Henrik Janssen Boelman, wantslager, verklaart 2000 gulden schuldig te zijn aan Gerrard Musert (tekent als Muijser), koopman.
9-7-1653:
Henrik Jansse Boelman, wantslager, verklaart dat hij boven de door hem op 23-05-1653 verleden obligatie, waar Gerard Muijser, koopman, borg voor stond, nog een bedrag van 1000 gulden schuldig is aan Samuel van der Lanen, koopman. Gerard Muijser stelt zich borg.
26-6-1663 bij notaris Jacobus Delphius:
Abraham Cornelisz Dorstman, cuijper, bekent een schuld van 400 gulden te hebben aan Gerrad Muijser, ter zake van een lening.
2-6-1667 bij notaris Christiaan van Vliet:
Pieter Willenhal, coopman, wonend te Rotterdam, bekent 1000 gulden schuldig te zijn aan Gerrit Muijser, coopman te Rotterdam.
|
Feit |
van 29 jul 1652 [2] |
Testament |
- Gerard Musert, coopman te Rotterdam benoemt zijn vrouw, Maertje Pietersdr Snel, tot erfgenaam en voogd.
In het geval er geen kinderen uit het huwelijk zullen voortkomen, benoemt testateur Sara Anthonis, zijn moeder en bij haar vooroverlijden zijn broers en zuster
|
Feit |
van 14 jan 1653 [2] |
Wisselprotest |
- De notaris (Johan van Weel de oude te Rotterdam) gaat op verzoek van Gerard Muser of Muyser, koopman, naar Pieter Hugtenbroek, wijnkoper, met een wisselbrief i.v.m. de vervaldag.
De brief is 10 januari 1653 in Keulen geschreven met het verzoek van Pieter Hoekens 300 rijksdaalders te betalen aan Paul de Hooghe voor rekening van Baltser Finger. De brief is getekend door Thomas van Mastricht en gericht aan Pieter Hugtenbruck, koopman. Er wordt aan de zijkant vermeld dit bedrag aan Gerard Muyser te betalen, getekend door De Hooghe.
Pieter Hugtenbroek antwoordt de notaris dat hij niet zal betalen. Hij heeft de vorige dag geld aan Jacob Schiffer, kannekoper in Keulen, gezonden om Baltser Finger te betalen.
|
Feit |
van 9 jan 1654 [2] |
Overeenkomsten met werknemers |
- 9-1-1654: Cornelis Joppen Caen, pottendraaier, wonende te Utrecht en Gerrit Muyser wonende alhier, sluiten een overeenkomst dat Caen gedurende 6 jaar indienst komt van Muyser om potten te draaien en met name suikerpotten. Naast het draaien en vormen zal hij net als de andere knechten het vloerwerk moeten doen, zoals aardetreden, de oven stoken, snijden en afbakken, en de knechten leren draaien. De werkdag is 12 uren waarvoor de eerste 2 jaar op de 18e dag en de andere 4 jaar op de 20e dag wordt betaald. Als loon ontvangt hij 80 gulden per jaar, plus 20 gulden voor het vormen en gieten van de aarde( de zgn. gootpenning.
Caen mag niet naar een andere werkgever gaan mits hij een jaar tevoren dit aandient. Bij overlijden van Muyser zullen zijn nakomelingen zijn dienst mogen opzeggen.
31-01-1656: Jan Roos, pottendraaier,verbindt zich opnieuw voor 6 jaar om bij Gerrard Muysert, of Musert, pottenbakker en wantstover, als pottendraaier te werken. Hij zal alle nodige opgedragen werkzaamheden in de potterij, wantstoverij en teerderij, met de andere knechten uitvoeren. Tevens zal hij een Engelse jongen, Jan Matthiasse, in het vak opleiden. Hij verdient voor zijn werk 1 gulden per (12-urige) werkdag; Muysert zal hem per jaar in totaal 175 gulden "voorloon" geven en 25 gulden handgeld. Bij gebleken vakkundigheid van leerjongen Mathiasse krijgen ze samen 25 gulden. Jan mag geen werk voor anderen doen.
Gerrard tekent als Gerrit Muyser.
|
Feit |
van 19 aug 1655 [2] |
Vermeld als gemachtigde te Rottterdam |
- Catelijntge Francken, weduwe van Maerten Cabau, wonende in de Swanensteech, machtigt Jan Jacobsz Ketelaer, Abraham Verschuyre, Pieter Waerdeniers, en Gerard Muysers, om voor haar het huis en aflaat, staande in de Swanensteech, te verkopen onder voorwaarde dat zij haar levenlang erin mag blijven wonen, alsmede het koopbedrag en schuldbrief (als deze gemaakt mocht worden) te ontvangen. Daarnaast machtigt zij hen de schuldbrief en haar schuldbrief van 300 gulden ten laste van Jacob Bouwens, huystimmerman, waarvoor diens huis op de oosthoek van de Swaenensteech en de Kipstraet als onderpand dient, voor haar te verkopen, of de jaarlijkse rente ontvangen.
|
Feit |
van 12 nov 1655 [2] |
Eigenaar van huis en erd aan de oostzijde van de Jan Jorissensteeg te Rotterdam |
- Gerrit Muyser koopt van Pieter Jansz Cuyper een huis en erf aan de oostzijde van de Jan Jorissensteeg. De verkoper is door de diaconie van de Remonstrantse Gemeente schadeloos gesteld. De kooppenningen zijn op 26-08-1667 door de koper aan de diaconie terugbetaald.
|
Feit |
van 16 aug 1657 [2] |
Verklaring bij Notaris Johan van Weel de Oude |
- Willem Hendriksen Drooghart, schipper, 50 jaar, Hendrik Willemssen Drooghart, 18 jaar, verklaren op verzoek van Gerrard Muijsert, koopman, getuige te zijn geweest dat hij, attestant Willem Hendrikssen, op
15-08-1656 een lading suikerpotten en vormen van voornoemde Muijsert, in zijn damloper schuit vervoerd heeft naar Amsterdam en een partij vormen en potten met de voornoemde Hendrik Willemssen op verzoek van Muijsert van Jacob Pieterssen Bonsaert, pottenbakker in zijn damloper schuit vervoerd naar Amsterdam en de lading met vrachtbrief geleverd aan Abraham en Isaack Periro aldaar
|
Feit |
van 24 aug 1657 [2] |
Vermeld in akte bij notaris Johan van Weel de Oude |
- Gerrard Muijsert, koopman, machtigt in zijn plaats Jan Muijsert, koopman te Amsterdam, zijn broer, om uit zijn comparantes naam van Abraham en Isaacq Periro, kooplieden te Amsterdam, 140 en 20 gulden te innen en tevens van andere personen in Amsterdam die hem nog geld verschuldigd zijn.
|
Feit |
van 6 jul 1662 [2] |
Machtiging bij notaris Adriaan Kieboom |
- Gerardt Muijser, coopman, machtigt Ary Claesz van Vosse, te Leijden, om in zijn naam van Herrij Beijssoort, pijpenmaecker, 42 gulden te ontvangen, en van Baerthout Jans Veris 15 gulden voor geleverde aarde helmen.
|
Feit |
van 19 feb 1663 [2] |
Akte van verhuur bij Notaris Adriaan Kieboom |
- Gerard Muijser verhuurt aan Jacob Willems Laer, glasemaecker, een huis en erf, gelegen aan het oosteinde van de Hoochstraet, met uitzondering van de kelder, voor 120 gulden per jaar, ingaande 01-05-1663 tot 30-04-1664.
|
Overlijden |
J [3] |
|
Begraven |
28 jan 1683 |
Rotterdam, Prinsenkerk |
Getuige bij |
Johannes Pietersz Muijser (Verwantschap: doopgetuige) |
Getuige bij |
Sara Muijser (Verwantschap: doopgetuige) |
Persoon-ID |
I17673 |
Hennies genealogie | Laduk |
Laatst gewijzigd op |
23 apr 2019 |