Naam |
Jan Jansz van Groesbeeck |
Geboorte |
1598 |
Amsterdam [1] |
Geslacht |
Mannelijk |
Feit |
van 1625 [2] |
Opdrachtgever voor de bouw van het huis Keizersgracht 161 |
- Waarschijnlijk is het gebouw in 1733 gerenoveerd (zowel 1625 als 1733 staan als bouwjaren bij dit pand vermeld).
|
Beroep |
van 1625 [1] |
Boekbinder |
- In een akte van 22-9-1627 vermeld als boekverkoper
|
Feit |
van 3 jan 1628 [3] |
Gemachtigde in kwestie bij de weeskamer te Amsterdam |
- ONA Amsterdam 3-1-1628: Sijmen Gijsbertsz, soldaat onder kapitein Rengers in het garnizoen te Oosterhout machtigd Jan Jansz Groesbeeck, boekverkoper te Amsterdam om uit zijn naam bij de weeskamer te Amsterdam een kwestie af te handelen. Het betreft een derde deel van een schuld van 133 gld. en 10 stuivers, die Pieter Jansz, zuivelverkoper in zijn leven heeft voorgeschoten voor zijn zuster Weijntien Gijsbertsz.
|
Feit |
van 17 mei 1629 [4] |
Vermeld als getuige in notariële akte te Amsterdam |
Feit |
van 11 dec 1629 [4] |
Afhandeling nalatenschap Pieter Jansz |
- Pieter Fransz en Jan Jansz Groesbeecq zijn te samen erfgenamen van Pieter Jansz in zijn leven suijvelcoper
Pieter Fransz is eigenaar voor 2/5 deel en Jan Jansz is eigenaar voor 1/5 deel van huis en erf 'Het vliegende paart' gelegen in de Kalverstraat (bij de Regulierstoren) belast met 972 gld. Jan Jansz is ten dele gevallen een huis en erf gelegen op de Nieuwezijds Voorburgwal (genaamd de Modderschuijt) belast met de som van 2.916 gld.
Zij verdelen de erfenis.
|
Feit |
van 11 dec 1629 tot 15 mei 1646 [5] |
Eigenaar huis Nieuwezijds Voorburgwal te Amsterdam |
- Jan van Groesbeeck verkoopt aan Daniel Mits zijn huis en erf eertijds genaamd 'De Modderschuit' (en geërfd van Pieter Jans, zuivelkoper), gelegen aan de Nieuwezijds Voorburgwal. Belend: Ameldock Leeuw aan de noordzijde en Gerrit Rijcken Swart aan de zuidzijde. Tot achter het huis van Jacob de Bruijn, met een vrije uitgang in de stilsteeg tussen de huizen van de voorschr. Zwart en De Bruijn.
|
Feit |
van 7 dec 1633 [3] |
Gemachtigde bij afhandeling nalatenschap |
- ONA Amsterdam 7-12-1633: Neeltgen Harmens, weduwe van Lenert van Orleijens wil haar testament van 18-10-1630 behouden, behalve dat zij nu Jan Jansz Groesbeeck een som van 100 gld. wil legateren. Er wordt ook genoemd een jaarlijkse rente sinds 1631 op een som van 300 gld. van Abraham Harmensz haar broer, die Jan Jansz Groesbeeck niet kon bekomen. De rente zal op het erfdeel van de kinderen van Abraham Harmensz worden gekort. Jan Jansz Groesbeeck krijgt de macht om na haar overlijden, een staat en inventaris te maken van al haar nagelaten goederen.
Op 30-9-1636 stelt Jan Jansz Groesbeeck als testamenteur en excecuteur de boedel en de goederen van de overleden Neeltgen Harmens in handen van Saertien Harmens, weduwe van Andries Hendrixs van Harlingen. Ook wordt aan de andere erfgenamen uitgekeerd.
|
Feit |
van 20 nov 1652 [4] |
Vermeld in testament |
- ONA Amsterdam 21-11-1652: Annetje Alberts weduwe van Cornelis Hemmers, huistimmerman, in zijn leven wonend in de Goudsbloemstraat te Amsterdam maakt haar testament. Zij ligt ziek te bed en is hardhorend. Zij legateert aan de gereformeerde nederduijtsche gemeente; aan Maria Dormeling?, wonend op haar achterkamer; aan Dirck Pietersz Wittepars, eertijds boekverkoper, zoon van haar zus; aan Pieter en Jacob de Bruijn; aan Jan Kloppenburgh; aan Annetje Willems Stam, kinderen van haar zus (susterlingen); aan Floortje Kloppenburgh, dochter van Bartje Jans; aan de nagelaten kinderen van wijlen Geertje Jans, geprocreert bij Jan Jansz Groesbeecq de som van 20 car. gld.; aan Jan Tjercksz, kleermaker, met zijn huisvrouw Geertje Barentsen en zijn kinderen.
Erfgenamen zijn: voor de ene helft Jannetje Willems Stam, huisvrouw van Jelmer Hendricxs zilversmid, kleindochter zus; voor de andere helft Jacob Cornelisz en Hendrik Cornelisz, de zonen van haar overleden man.
|
Feit |
van 2 aug 1654 [3] |
Messentrekkerij in de keuken van Jan van Groesbeeck |
- ONA Amsterdam 1-7-1654 (sic! klopt niet met dag incident): Verklaring afgelegd door Hilletje Westerloo, 30 jaar, dienstmaegt van den eersamen Jan van Groesbeeck, den ouden, koopman, wonend te Amsterdam en door Anneken Cornelis, huisvrouw van Cornelis Gerritsz, pachter mede wonend te Amsterdam. Hilletje was zondag 2-8-1654 om half vijf 's-morgens uit huis gegaan om naar Naerden te gaan. Zij was ongeveer een uur daarna in huis gekomen. De voordeur was open. Een vrouwspersoon, Deliana Gruters, zat in de kelderkeuken, waar de zoon Jan van Groesbeeck de jonge ook was. Hilletje vroeg Deliana waarom zij daar was en vroeg haar te vertrekken. Deliana wilde dat niet, werd boos, trok een mes in de keuken en beledigde Hilletje. Jan van Groesbeeck de jonge wist het mes uit haar hand te laten vallen. Deliana pakte een ander mes dat op tafel lag. Uit angst om gestoken of beschadigd te worden liep Hilletje naar de tuin, de deur van de kelderkeuken achter haar, die Deliana niet kon openen. Deliana stak daarna met het mes door de glazen heen (dicht bij de deur), waardoor 2 ruiten met lood aan stukken sprongen. De naaste buren hoorden het gerucht en geweld en haar geroep om hulp. Met hulp van Anneken Cornelis kwam zij over de schutting haar 2 muilen achterlatend. Deliana is de deur op de straat uitgegaan...
|
Overlijden |
na 2 aug 1654 [6] |
Persoon-ID |
I14341 |
Hennies genealogie | Laduk |
Laatst gewijzigd op |
3 mrt 2021 |
Gezin |
Giertjen Jans, ged. 20 mei 1607, Amsterdam, Oude kerk ovl. vóór 20 nov 1652 (Leeftijd ~ 45 jaar) |
Huwelijkstoestemming |
1 aug 1625 |
Amsterdam [3] |
- BG geen ouders hebbend, geass. met Pieter Jansz Snijder zijn outoom.....; BD woont op de Damsluis
|
Kinderen |
|
Gezins-ID |
F1376746875 |
Gezinsblad | Familiekaart |