Aantekeningen: Genealogie familie Alsemgeest

Aantekeningen

Treffers 42,601 t/m 42,650 van 48,679

#	Aantekeningen	Verbonden met
42601	Vestbrief Princenhage 19-9-1502: Robbrecht Michiel Robbens heeft roge erfpacht verkocht aan Lijsbetten, weduwe van Jan Buycx. Het is gelegen op een buynder .. land gelegen in de Hinsacker. Om dit te verzekeren heeft de vader Michiel Robbensz als onderpand gezet 2 stukken land gelegen in de Hinsacker.	Robs, Robbrecht Michiel (I26567)
42602	Vestbrief Princenhage 21-3-1520: Godert Michiel Robsz heeft de erfchijns vercoft aen Michiel Jan Aertszone tot behoef van diens huysfrou Lijsbeth Henric Claeus Kocxdr wijlen Henric Claeus Kocx dochter. En Michiel Jan Aertszone consenteerde dat de erfchijns sal succederen als de oude vaderlicke en moederlicke goeden van Lijsbeth Henric Claeus.	Robs, Godert Michiel (I26540)
42603	Vestbrief Princenhage 22-1-1510: Ghijsbrecht Michiel Robs sone heeft de erfchijns verkocht op een vertelsaet land met schuren gelegen op ten Emeren. Belendinge Michiel Robs erve. Koper is Marie, de natuurlijke dochter van wijlen Gilis Berthels. En Alijt Michiel Robsdr met haar man Jacop Domaes Cornelis Maesz voor hunzelf en Robbrecht Michiel Robs namens zijn broer en zusters, bekent Ghijsbrecht tegen hen 'opte een vertelsaet lants gedeelt is'.	Robs, Godert Michiel (I26540)
42604	Vestbrief Princenhage 22-1-1510: Ghijsbrecht Michiel Robs sone heeft de erfchijns verkocht op een vertelsaet land met schuren gelegen op ten Emeren. Belendinge Michiel Robs erve. Koper is Marie, de natuurlijke dochter van wijlen Gilis Berthels. En Alijt Michiel Robsdr met haar man Jacop Domaes Cornelis Maesz voor hunzelf en Robbrecht Michiel Robs namens zijn broer en zusters, bekent Ghijsbrecht tegen hen 'opte een vertelsaet lants gedeelt is'.	Robs, Michiel (I26541)
42605	Vestbrief Princenhage 22-1-1510: Ghijsbrecht Michiel Robs sone heeft de erfchijns verkocht op een vertelsaet land met schuren gelegen op ten Emeren. Belendinge Michiel Robs erve. Koper is Marie, de natuurlijke dochter van wijlen Gilis Berthels. En Alijt Michiel Robsdr met haar man Jacop Domaes Cornelis Maesz voor hunzelf en Robbrecht Michiel Robs namens zijn broer en zusters, bekent Ghijsbrecht tegen hen 'opte een vertelsaet lants gedeelt is'.	Robs, Gijsbrecht Michiel (I26552)
42606	Vestbrief Princenhage 22-1-1510: Ghijsbrecht Michiel Robs sone heeft de erfchijns verkocht op een vertelsaet land met schuren gelegen op ten Emeren. Belendinge Michiel Robs erve. Koper is Marie, de natuurlijke dochter van wijlen Gilis Berthels. En Alijt Michiel Robsdr met haar man Jacop Domaes Cornelis Maesz voor hunzelf en Robbrecht Michiel Robs namens zijn broer en zusters, bekent Ghijsbrecht tegen hen 'opte een vertelsaet lants gedeelt is'.	Robs, Engele Michiel (I26560)
42607	Vestbrief Princenhage 22-1-1510: Ghijsbrecht Michiel Robs sone heeft de erfchijns verkocht op een vertelsaet land met schuren gelegen op ten Emeren. Belendinge Michiel Robs erve. Koper is Marie, de natuurlijke dochter van wijlen Gilis Berthels. En Alijt Michiel Robsdr met haar man Jacop Domaes Cornelis Maesz voor hunzelf en Robbrecht Michiel Robs namens zijn broer en zusters, bekent Ghijsbrecht tegen hen 'opte een vertelsaet lants gedeelt is'.	Robs, Maria Michiel (I26562)
42608	Vestbrief Princenhage 22-1-1510: Ghijsbrecht Michiel Robs sone heeft de erfchijns verkocht op een vertelsaet land met schuren gelegen op ten Emeren. Belendinge Michiel Robs erve. Koper is Marie, de natuurlijke dochter van wijlen Gilis Berthels. En Alijt Michiel Robsdr met haar man Jacop Domaes Cornelis Maesz voor hunzelf en Robbrecht Michiel Robs namens zijn broer en zusters, bekent Ghijsbrecht tegen hen 'opte een vertelsaet lants gedeelt is'.	Robs, Robbrecht Michiel (I26567)
42609	Vestbrief Princenhage 22-1-1510: Ghijsbrecht Michiel Robs sone heeft de erfchijns verkocht op een vertelsaet land met schuren gelegen op ten Emeren. Belendinge Michiel Robs erve. Koper is Marie, de natuurlijke dochter van wijlen Gilis Berthels. En Alijt Michiel Robsdr met haar man Jacop Domaes Cornelis Maesz voor hunzelf en Robbrecht Michiel Robs namens zijn broer en zusters, bekent Ghijsbrecht tegen hen 'opte een vertelsaet lants gedeelt is'.	Robs, Adriana Michiels (I26568)
42610	Vestbrief Princenhage 22-1-1510: Ghijsbrecht Michiel Robs sone heeft de erfchijns verkocht op een vertelsaet land met schuren gelegen op ten Emeren. Belendinge Michiel Robs erve. Koper is Marie, de natuurlijke dochter van wijlen Gilis Berthels. En Alijt Michiel Robsdr met haar man Jacop Domaes Cornelis Maesz voor hunzelf en Robbrecht Michiel Robs namens zijn broer en zusters, bekent Ghijsbrecht tegen hen 'opte een vertelsaet lants gedeelt is'.	Robs, Alijt Michiel (I26571)
42611	Vestbrief Princenhage 22-1-1510: Ghijsbrecht Michiel Robs sone heeft de erfchijns verkocht op een vertelsaet land met schuren gelegen op ten Emeren. Belendinge Michiel Robs erve. Koper is Marie, de natuurlijke dochter van wijlen Gilis Berthels. En Alijt Michiel Robsdr met haar man Jacop Domaes Cornelis Maesz voor hunzelf en Robbrecht Michiel Robs namens zijn broer en zusters, bekent Ghijsbrecht tegen hen 'opte een vertelsaet lants gedeelt is'.	Maes, Jacop Domaes Cornelis (I26572)
42612	Vestbrief Princenhage 22-1-1511: Michiel Robs heeft verkocht aan Anssem Anthonis Conincxz een rogs erfpacht, heeft te bijpande geset sijn goet. In de Marge (>1541) Erfpacht is begrepen in 2 sester rogs erfpacht die Cornelis Godert Michiel Robs vercoft heeft aen Adriaen Peter Jacobssone, die de dat gecoft had met brief d.d. 28-6-1541	Robs, Michiel (I26541)
42613	Vestbrief Princenhage 27-2-1509: Michiel Robs heeft de erfpacht vercoft aen Claeus Schut, schoutet in de Haghe (Princenhage). En is vorwairt dat Michiel de erfpacht altijt lossen sal moghen met 76 gulden	Robs, Michiel (I26541)
42614	Vestbrief Princenhage 29-2-1520: Kathelijn Adriaen Celendr, weduwe van Ghijsbrecht Michiel Robsz, en nu getrouwd met Jan Janssone van Loon doet een verkoop met de kinderen Adriaen, Robbrechtken en Michielken. Oom en voogd is Robbrecht Michiel Robszone en toeziender voor de kinderen is Mercelis Adriaen Merceliszone. Godert Michiel Robszone is de koper van goederen in de vierschaar vander Haghe (Princenhage), te weten het huis, schure, koeien, percelen, 2 hoepen saet weijen e.a.	Robs, Godert Michiel (I26540)
42615	Vestbrief Princenhage 29-2-1520: Kathelijn Adriaen Celendr, weduwe van Ghijsbrecht Michiel Robsz, en nu getrouwd met Jan Janssone van Loon doet een verkoop met de kinderen Adriaen, Robbrechtken en Michielken. Oom en voogd is Robbrecht Michiel Robszone en toeziender voor de kinderen is Mercelis Adriaen Merceliszone. Godert Michiel Robszone is de koper van goederen in de vierschaar vander Haghe (Princenhage), te weten het huis, schure, koeien, percelen, 2 hoepen saet weijen e.a.	Robs, Gijsbrecht Michiel (I26552)
42616	Vestbrief Princenhage 29-2-1520: Kathelijn Adriaen Celendr, weduwe van Ghijsbrecht Michiel Robsz, en nu getrouwd met Jan Janssone van Loon doet een verkoop met de kinderen Adriaen, Robbrechtken en Michielken. Oom en voogd is Robbrecht Michiel Robszone en toeziender voor de kinderen is Mercelis Adriaen Merceliszone. Godert Michiel Robszone is de koper van goederen in de vierschaar vander Haghe (Princenhage), te weten het huis, schure, koeien, percelen, 2 hoepen saet weijen e.a.	Robs, Robbrecht Michiel (I26567)
42617	Vestbrief Princenhage 29-2-1520: Kathelijn Adriaen Celendr, weduwe van Ghijsbrecht Michiel Robsz, en nu getrouwd met Jan Janssone van Loon doet een verkoop met de kinderen Adriaen, Robbrechtken en Michielken. Oom en voogd is Robbrecht Michiel Robszone en toeziender voor de kinderen is Mercelis Adriaen Merceliszone. Godert Michiel Robszone is de koper van goederen in de vierschaar vander Haghe (Princenhage), te weten het huis, schure, koeien, percelen, 2 hoepen saet weijen e.a.	Celendr, Kathelijn Adriaen (I26573)
42618	Vestbrief Princenhage 29-4-1516: De kinderen van wijlen Michiel Robs - Godert Michiel Robssone, Engele Michiel Robsdr getrouwd met Jan Domaes Cornelis Maessen, dragen over uit de ouderlijke erfenis hun deel van een huis, schuur, koeien etc. gelegen op ten Geniken? van wijlen Michiel Robs, In de moeilijk leesbare akte worden ook genoemd: Marie Michiel Robs en Ghijsbr. Michiel Robsz. In 1658 is een aantekening in de marge gemaakt over een afgeloste jaarrente. Ook in de marge nog een aantekening uit 1687	Robs, Godert Michiel (I26540)
42619	Vestbrief Princenhage 29-4-1516: De kinderen van wijlen Michiel Robs - Godert Michiel Robssone, Engele Michiel Robsdr getrouwd met Jan Domaes Cornelis Maessen, dragen over uit de ouderlijke erfenis hun deel van een huis, schuur, koeien etc. gelegen op ten Geniken? van wijlen Michiel Robs, In de moeilijk leesbare akte worden ook genoemd: Marie Michiel Robs en Ghijsbr. Michiel Robsz. In 1658 is een aantekening in de marge gemaakt over een afgeloste jaarrente. Ook in de marge nog een aantekening uit 1687	Robs, Michiel (I26541)
42620	Vestbrief Princenhage 29-4-1516: De kinderen van wijlen Michiel Robs - Godert Michiel Robssone, Engele Michiel Robsdr getrouwd met Jan Domaes Cornelis Maessen, dragen over uit de ouderlijke erfenis hun deel van een huis, schuur, koeien etc. gelegen op ten Geniken? van wijlen Michiel Robs, In de moeilijk leesbare akte worden ook genoemd: Marie Michiel Robs en Ghijsbr. Michiel Robsz. In 1658 is een aantekening in de marge gemaakt over een afgeloste jaarrente. Ook in de marge nog een aantekening uit 1687	Robs, Gijsbrecht Michiel (I26552)
42621	Vestbrief Princenhage 29-4-1516: De kinderen van wijlen Michiel Robs - Godert Michiel Robssone, Engele Michiel Robsdr getrouwd met Jan Domaes Cornelis Maessen, dragen over uit de ouderlijke erfenis hun deel van een huis, schuur, koeien etc. gelegen op ten Geniken? van wijlen Michiel Robs, In de moeilijk leesbare akte worden ook genoemd: Marie Michiel Robs en Ghijsbr. Michiel Robsz. In 1658 is een aantekening in de marge gemaakt over een afgeloste jaarrente. Ook in de marge nog een aantekening uit 1687	Robs, Engele Michiel (I26560)
42622	Vestbrief Princenhage 29-4-1516: De kinderen van wijlen Michiel Robs - Godert Michiel Robssone, Engele Michiel Robsdr getrouwd met Jan Domaes Cornelis Maessen, dragen over uit de ouderlijke erfenis hun deel van een huis, schuur, koeien etc. gelegen op ten Geniken? van wijlen Michiel Robs, In de moeilijk leesbare akte worden ook genoemd: Marie Michiel Robs en Ghijsbr. Michiel Robsz. In 1658 is een aantekening in de marge gemaakt over een afgeloste jaarrente. Ook in de marge nog een aantekening uit 1687	Maessen, Jan Domaes Cornelis (I26561)
42623	Vestbrief Princenhage 29-4-1516: De kinderen van wijlen Michiel Robs - Godert Michiel Robssone, Engele Michiel Robsdr getrouwd met Jan Domaes Cornelis Maessen, dragen over uit de ouderlijke erfenis hun deel van een huis, schuur, koeien etc. gelegen op ten Geniken? van wijlen Michiel Robs, In de moeilijk leesbare akte worden ook genoemd: Marie Michiel Robs en Ghijsbr. Michiel Robsz. In 1658 is een aantekening in de marge gemaakt over een afgeloste jaarrente. Ook in de marge nog een aantekening uit 1687	Robs, Maria Michiel (I26562)
42624	Vestbrief Princenhage 30-1-1512: Cornelis Wouter Emondtssone van Chaem heeft vercoft aen Claeus Cornelis Jacop Graeuwenzsone. En Ghijsbrecht Michiel Robsz bekende dat verkoper mette 9 bunder erfs een erfgebruyck heeft en behoudt over een stuck erfs dat Ghijsbrecht omtrent de 9 bunder liggende heeft.	Robs, Gijsbrecht Michiel (I26552)
42625	Via de afstamming van haar moeder kreeg Christina Frederica een legaat van het Clara van Sparwoudefonds (boek A Legaat Adriaan Hendriks van Tetterode)	de Bock, Christina Frederica (I18230)
42626	Via de afstamming van haar moeder kreeg Elizabeth een legaat van het Clara van Sparwoudefonds (boek A Legaat Adriaan Hendriks van Tetterode)	de Bock, Elizabeth Johanna Clara (I2339)
42627	Via de afstamming van haar moeder kreeg Hendrik Frederik een legaat van het Clara van Sparwoudefonds (boek A Legaat Adriaan Hendriks van Tetterode)	de Bock, Hendrik Frederik (I18377)
42628	Via de afstamming van haar moeder kreeg Jan een legaat van het Clara van Sparwoudefonds (boek A Legaat Adriaan Hendriks van Tetterode)	de Bock, Jan Jacobus Arnoldus (I18236)
42629	Via deze Jacobus Holling is er volgens de uitzending van Verborgen Verleden verwantschap met Victor Mids	Holling, Jacobus (I23038)
42630	Via notaris Hendrik Jan Weve, worden twee villa's en erven geveild, gelegen te Den Haag, sectie J, nummers 1081 en 1082 behorende tot Johannes Rudolph de Bock	de Bock, Johannes Rudolph (I2360)
42631	Vicarieën archief Staten van Holland 84. 18-7-1628 De Ridderschap etc doen te weten, dat wij ontfangen hebben de supplicatie van Sijmon Henricxsz van Catshuijsen als vader en voocht van sijnen minderjarigen soon Henrick Sijmonsz van Catshuijsen, daer bij hij ons te kennen gaf, dat sijn suppliants moeder Maritgen Sijmons dochter van Bijmont, patronesse van een vicarie gefundeert eertijts op St Catharinen aultaer in St Pancras kercke tot Leijden, jegewoordich vacerende by overlyden van Willem Gerritsz van Bijmont de vicarie op sijnen voorschreven soon hadde geconfereert, als bleeck bij de acte Notariael. Suppliant verzoekt confirmatie en approbatie. 159. 1-4-1658 De Staten etc doen te weten dat ons verthoont is by Josua de Putter woonende in s Gravenhage eenichste soon van Pieter de Putter Mr Schilder hoe dat zyn suppliants vader door overlyden van Pieter Symons van Biemont zyn grootvader zaliger was geworden patroon van sekere vicarye gefondeert op St Pancraes tot Leyden appenderende aen de parochie kerck tot Leyderdorp conformite van de fundatiebrief in date den 27sten April 1363, de welcke meldende was dat de vicarye en de vruchten van dien souden succederen op de outste en naeste man van des fundateurs vader en sinoders syde Linie desendendi successivelycken gesproten, soo hadde Pieter de Putter by acte van Collatie de vicarye geconfereert op hem suppliant als synen eenigen soon. ONA Delft, 14-6-1668: Arij Leenders van der Winden, oud ca. 80 jaar, wonend buiten de stad op de Kitswoning verklaart op verzoek van Cornelis Willems van Biemont. Hij kende Willem Gerritsz van Biemont en zijn huisvrouw Maertien Corn. van der Burgh, de ouders van Cornelis Willems. Zij woonden op de Noorthooren buiten Delft en kregen vier kinderen: Cornelis, Pieter, Gerrit en Annitge van Biemont. Zij hadden een vicarie op het altaar in de St. Pancraskerk te Leiden. 82. Confirmatie voor Philips Cornelisz van Biemont den 5den December 1668. De Staten etc doen te weten, Alsoo Ons verthoont is bij Cornelis Willemsz van Biemont, indubitate patroon van seeckere vicarije gefondeert op St Catharinen altaer in St Pancras kercke tot Leijden, hoe dat de vicarie was komen te vaceren, vermits het overlijden van Pieter Joosten de Putter, op dewelcke de voorsegde vicarie door Pieter Simonsz van Biemont sijn overleden Grootvader Maternel geconfereert was, Soo hadde hij suppliant de vicarie geconfereert op Philips Cornelisz van Biemont sijn suppliants soon. 154. Confirmatie voor Philips Cornelisz Bijmont, den 5den Julij 1677. De Staten etc Alzoo ons vertoond is bij Cornelis Willemsen Bijemont, wonende in de Lier als patroon van zekere vicarie bij wijlen Willem Nanne in zijn leven priester Cureit binnen der Stad Dordrecht gefundeerdt den 27sten April 1363 op St Catrijnen altaer in de Hooghlantsche ofte St Pancras tot Leiden, dat de Vicarije nu wederom was komen te vaceren bij doode en overlijden van Josua de Putter laetsten possesseur van de vicarije, Dat den suppliant op den 13den April deses Jaers 1677 voor den Notaris Johan Scherping en getuigen in den Hage hadt gerenoveerdt de Collatie bij hem bevorens op den 20sten September 1668 van de vicarije op zijnen soon Philips Cornelissen Bijemont gedaen, om bij zijn zoon genoten te worden de inkomsten t zedert doode van Pieter Joostensen de Putter, immers en ten minsten zedert het overlijden van Josua de Putter laetsten possesseur, blijckende alles bij de Notariale acte daer van zijnde ons geexhibeert.	van der Burgh, Marijtgen Cornelisdr (I30557)
42632	Vicarieën archief Staten van Holland 84. 18-7-1628 De Ridderschap etc doen te weten, dat wij ontfangen hebben de supplicatie van Sijmon Henricxsz van Catshuijsen als vader en voocht van sijnen minderjarigen soon Henrick Sijmonsz van Catshuijsen, daer bij hij ons te kennen gaf, dat sijn suppliants moeder Maritgen Sijmons dochter van Bijmont, patronesse van een vicarie gefundeert eertijts op St Catharinen aultaer in St Pancras kercke tot Leijden, jegewoordich vacerende by overlyden van Willem Gerritsz van Bijmont de vicarie op sijnen voorschreven soon hadde geconfereert, als bleeck bij de acte Notariael. Suppliant verzoekt confirmatie en approbatie. 159. 1-4-1658 De Staten etc doen te weten dat ons verthoont is by Josua de Putter woonende in s Gravenhage eenichste soon van Pieter de Putter Mr Schilder hoe dat zyn suppliants vader door overlyden van Pieter Symons van Biemont zyn grootvader zaliger was geworden patroon van sekere vicarye gefondeert op St Pancraes tot Leyden appenderende aen de parochie kerck tot Leyderdorp conformite van de fundatiebrief in date den 27sten April 1363, de welcke meldende was dat de vicarye en de vruchten van dien souden succederen op de outste en naeste man van des fundateurs vader en sinoders syde Linie desendendi successivelycken gesproten, soo hadde Pieter de Putter by acte van Collatie de vicarye geconfereert op hem suppliant als synen eenigen soon. ONA Delft, 14-6-1668: Arij Leenders van der Winden, oud ca. 80 jaar, wonend buiten de stad op de Kitswoning verklaart op verzoek van Cornelis Willems van Biemont. Hij kende Willem Gerritsz van Biemont en zijn huisvrouw Maertien Corn. van der Burgh, de ouders van Cornelis Willems. Zij woonden op de Noorthooren buiten Delft en kregen vier kinderen: Cornelis, Pieter, Gerrit en Annitge van Biemont. Zij hadden een vicarie op het altaar in de St. Pancraskerk te Leiden. 82. Confirmatie voor Philips Cornelisz van Biemont den 5den December 1668. De Staten etc doen te weten, Alsoo Ons verthoont is bij Cornelis Willemsz van Biemont, indubitate patroon van seeckere vicarije gefondeert op St Catharinen altaer in St Pancras kercke tot Leijden, hoe dat de vicarie was komen te vaceren, vermits het overlijden van Pieter Joosten de Putter, op dewelcke de voorsegde vicarie door Pieter Simonsz van Biemont sijn overleden Grootvader Maternel geconfereert was, Soo hadde hij suppliant de vicarie geconfereert op Philips Cornelisz van Biemont sijn suppliants soon. 154. Confirmatie voor Philips Cornelisz Bijmont, den 5den Julij 1677. De Staten etc Alzoo ons vertoond is bij Cornelis Willemsen Bijemont, wonende in de Lier als patroon van zekere vicarie bij wijlen Willem Nanne in zijn leven priester Cureit binnen der Stad Dordrecht gefundeerdt den 27sten April 1363 op St Catrijnen altaer in de Hooghlantsche ofte St Pancras tot Leiden, dat de Vicarije nu wederom was komen te vaceren bij doode en overlijden van Josua de Putter laetsten possesseur van de vicarije, Dat den suppliant op den 13den April deses Jaers 1677 voor den Notaris Johan Scherping en getuigen in den Hage hadt gerenoveerdt de Collatie bij hem bevorens op den 20sten September 1668 van de vicarije op zijnen soon Philips Cornelissen Bijemont gedaen, om bij zijn zoon genoten te worden de inkomsten t zedert doode van Pieter Joostensen de Putter, immers en ten minsten zedert het overlijden van Josua de Putter laetsten possesseur, blijckende alles bij de Notariale acte daer van zijnde ons geexhibeert.	van Biemont, Willem Gerritsz (I30558)
42633	Vicarieën van Holland 6. 14-10-1688 Donatie. De Staten etc doen te weten: Dat wij ontfangen hebben van Maria Michiels de Bruijn, wonende tot Haarlem, huysvrouw van Daniel Venbergen, naargelatene doghter van Michiel Gerritsz de Bruijn die een sone was van Gerrit de Bruijn die een broeder was van Angenieta de Bruijn alle zaliger gedachtenis, hoe dat sij suppliante door het overlijden van Angenieta de Bruijn, haar oude mooije van 's vaders zijde was geworden patronesse van seeckere vicarije gefondeert bij Arent Block Willemsz in de lieve Vrouwe parochie of Collegiale Kercke tot Dordreght op seeckere aultair aldaer, voor dese geconfereert geweest op Gerrit Adriaensz van Aller, in desselfs leve possesseur van de vicarije, die nu onlangx deser wereld was komen te overlijden; uijtwijsende de copie authentijcq van de confirmatie bij ons op den 18en Meij 1657, ons geëxhibeert, En alsoo sij suppliante uijt kraghte van haar patronaatschap de voorschrevene vicarije bij forme van donatie inter vivos hadde geschoncken aan Thomas van Aller soone van Florents Thomas van Aller, zoon van Florents van Aller, die een zoon is van Adriaan van Aller, notaris te Rotterdam, gehuwd met Alida Gerrits Loffrijs.	van Aller, Gerrit Adriaensz (I30187)
42634	Vicarieën van Holland 6. 14-10-1688 Donatie. De Staten etc doen te weten: Dat wij ontfangen hebben van Maria Michiels de Bruijn, wonende tot Haarlem, huysvrouw van Daniel Venbergen, naargelatene doghter van Michiel Gerritsz de Bruijn die een sone was van Gerrit de Bruijn die een broeder was van Angenieta de Bruijn alle zaliger gedachtenis, hoe dat sij suppliante door het overlijden van Angenieta de Bruijn, haar oude mooije van 's vaders zijde was geworden patronesse van seeckere vicarije gefondeert bij Arent Block Willemsz in de lieve Vrouwe parochie of Collegiale Kercke tot Dordreght op seeckere aultair aldaer, voor dese geconfereert geweest op Gerrit Adriaensz van Aller, in desselfs leve possesseur van de vicarije, die nu onlangx deser wereld was komen te overlijden; uijtwijsende de copie authentijcq van de confirmatie bij ons op den 18en Meij 1657, ons geëxhibeert, En alsoo sij suppliante uijt kraghte van haar patronaatschap de voorschrevene vicarije bij forme van donatie inter vivos hadde geschoncken aan Thomas van Aller soone van Florents Thomas van Aller, zoon van Florents van Aller, die een zoon is van Adriaan van Aller, notaris te Rotterdam, gehuwd met Alida Gerrits Loffrijs.	van Aller, Florens (I30188)
42635	Vice Cureit van de Hypolituskerk	van der Burch, Dirck Aemsx (I3319)
42636	vidua	Gezin: Frans Willemsz de Brabander / Maria Jans van Noppen (F1327937292)
42637	Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven.	Levend (I17461)
42638	Vierde zoon uit het huwelijk tussen Pierre de Moucheron en Isabeau de Gerbier. Tijdens het beleg van Antwerpen in 1585 was Balthasar de Moucheron een trouw aanhanger van de verdediger van de stad, Marnix van St. Aldegonde. Hij behoorde op 17. Aug. van dat jaar tot de onderhandelaars in het spaanse kamp. Na de capitulatie vestigden de Moucherons zich te Middelburg, waar hun vader eens als koopman begonnen was en spoedig behoorde ook hier hun handelshuis tot de allervoornaamste. Balthasar had al jong een sterke belanstelling voor de zeevaart. Hij werd als hoofd van de familie erkend en was leider van vooraanstaande Middelburgse kooplieden, wegens zijn grote bekwaamheden, zijn scherpe, vooruitziende blik, zijn energie en doortastendheid. Op zijn initiatief werd het ‘Consulaat of college der consuls’ opgericht, bestaande uit 24 kooplieden. Een college ter bescherming van de belangen van de koopvaardij. De Hollandse en de Zeeuwse scheepvaart werd toen bedreigd door verscherpte verbodsbepalingen van de Spanjaarden en ook de Engelsen veroorzaakten problemen voor de Hollandse scheepvaarders. De Konvooien, door de Staten van Zeeland uitgezonden, bleken bij de steeds aangroeiende drukke scheepvaart niet voldoende. Het was Balthasar de Moucheron die er op aandrong, dat de kooplieden zichzelf zouden helpen. Aanvankelijk strekte de vaart op het westen en het zuiden zich niet verder uit dan de Canarische en de Kaap-Verdische Eilanden. Nu werden ook tochten naar de Westkust van Afrika en naar Amerika ondernomen. De Moucherons behoorden tot degenen, die het groote belang van de tochten om de Noord, speciaal de verkenning van de Tartaarsche Zee, inzagen (zie bij Melchior de Moucheron). Balthasar was de hoofdaanlegger van deze tochten. Steeds drong hij aan op een onderzoek naar de bevaarbaarheid van de Noordsche Zee, wat ook heeft geleid tot de beroemde expeditie van Willem Barentsz in 1596 die op Nova Zembla strandde. Met grote ijver werkte hij mee aan de organisatie van een expeditie in de zomervan 1594 (landtong Moucheronshoek). In 1597 was het Cornelis de Houtman in de zogenaamde Eerste Schipvaart gelukt om via Kaap de Goede Hoop naar Indië te zeilen, en De Moucheron richtte zich vanaf dat moment op die route. De Moucheron werd vennoot in de door hem opgerichte Veerse Compagnie. De Veerse Compagnie zond in 1598 twee schepen, De Leeuw en de Leeuwin, onder leiding van de broers Cornelis en Frederik de Houtman naar Oost-Indië. De vloot zou in 1600 zonder de gebroeders de Houtman terugkeren. Cornelis was gedood en Frederik was op Atjeh gevangengenomen. De reis was financieel geen succes. In 1598 zond De Moucheron nog vijf schepen, bemand met 100 matrozen en 150 soldaten, uit om het eiland Principe voor de West-Afrikaanse kust te veroveren, met de bedoeling een verversingsplaats voor zijn vloot in te richten.[3] Door list en geweld slaagden ze er in om het eiland op de Portugezen te veroveren, maar voordat versterking op kwam dagen werd het eiland weer terugveroverd. Joris van Spilbergen voer in mei 1600 in opdracht van De Moucheron met een viertal schepen uit maar hij keerde, zonder Indië te hebben bereikt, in hetzelfde jaar terug na een Spaans schip te hebben veroverd. Uit de Veerse compagnie en de Middelburgse Compagnie (Compagnie van Ten Haeff) is in november 1600 de Verenigde Zeeuwse Compagnie ontstaan, maar De Moucheron was daarvan geen vennoot meer, mogelijkerwijze omdat er onenigheid ontstond over de grootte van de inlegsom en het bewindvoerderschap. De Moucheron wilde wel meewerken aan de oprichting van de VOC, maar eiste vrije vaart op de oostkust van Afrika en uitstel van betaling. In 1601 zond hij Joris van Spilbergen met drie schepen opnieuw uit, die vervolgens een succesvolle reis uitvoerde en betrekkingen met de koning van Kandy aanknoopte, en vervolgens Atjeh bereikte. Toen echter Van Spilbergen in 1604 in Zeeland terugkeerde, waren de afzonderlijke compagnieën in Holland en Zeeland in de nieuw opgerichte Vereenigde Oostindische Compagnie opgegaan. Balthazar de Moucheron was het jaar daarvoor voor zijn schuldeisers naar Frankrijk gevlucht. Enkele jaren later heeft Balthazar de Moucheron kortstondig hand-en-spandiensten verleend aan koning Hendrik IV van Frankrijk, die een Franse Oostindische Compagnie wilde oprichten. Van zijn latere leven is weinig of niets bekend. Hij overleed waarschijnlijk in armoede.	de Moucheron, Balthasar (I15497)
42639	Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven.	Gezin: Levend / Levend (F1325866343)
42640	Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven.	Gezin: Levend / Levend (F1292279108)
42641	Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven.	Gezin: Wilhelmus Nicolaas Alsemgeest / Levend (F1292279091)
42642	vijffmael beluijt, in de kerck begravenin een nieuwt graff, viii L	van Velden, Cornelis Jacobsz (I10296)
42643	Vijtsserdick in de gange van Duijffendick over Verlee	van der Heij, Maria Huberts (I30771)
42644	Vincent Thierens en Geertruij de Haan maken op 12-11-1730 een langstlevende testament. Hiervan wordt op 14-11-1741 na het overlijden van Vincent een extract gemaakt door de weeskamer te Dordrecht	Thierens, Vincent (I22427)
42645	Vincent Thierens en Geertruij de Haan maken op 12-11-1730 een langstlevende testament. Hiervan wordt op 14-11-1741 na het overlijden van Vincent een extract gemaakt door de weeskamer te Dordrecht. Een extract is ook terug te vinden na 18-12-1730, waarschijnlijk nadat Geertruij is overleden	de Haan, Geertruij (I22428)
42646	Vincent was ongehuwd	Roland, Vincent (I8875)
42647	Vissersdijk	van Kamerik, Cornelis (I30155)
42648	Vissersdijk bij Remonstrante kerk ten huyse van Johannes van Brakel	Brakel, Clasina (I30670)
42649	VLAARDINGEN leen 68 . 5 morgen land in Janscomp (1535: in de woning en bruikwaar van Clays Heyn), strekkende tot de weg met de erbij behorende dijk (1346: en met twee hofsteden: te Clattenborch op de westzijde, belend ten westen: de proost van Conincvelt, ten oosten: de weg die door de schepenen wordt geschouwd, 1535: de Hogerhucxseweg, 1578: de Baetweyde, ten zuiden: Han Evegheer, 1418: Dirc van der Hoirn, 1535: Pieter Simonsz., 1578: de Biescamp, ten noorden: Arnd Sisere, 1418: Screvel Vranckenz., 1535: Jacob Gerritsz. stierman, 1578: de Holysche weg), pachter: (1593: Adriaen Lenertsz., 1626: Claes Bastiaensz., 1628: Jan Klinckenberg). 15-12-1535: Meester Jacob Engebrechtsz. van Eyndegheest bij dode van zijn vader Engebrecht Jacobsz. (L.H. 125, cap. N.H., fol. 95v). 24-7-1578: Geertruy van Endegeest Engebrechtsdochter, weduwe van Willem van der Laen, hulde door Jan van Leuwen Huygensz. volgens procuratie d.d. 10-7-1578 voor notaris IJsbrant Jacobsz. van Bouchorst, bij dode van haar broer meester Jacob Engebrechtsz. van Endegeest (L.H. 134, fol. 123v). 22-3-1580: Willem van Craeken van der Laen, onmondig, hulde door IJsbrant Jacobsz. van Bouckhorst, bij dode van Geertruyt van Endegeest Engelbrechtsdochter (L.H. 135, fol. 63) leen 305A. De helft van het leen, (1390: zijnde een koren- en smaltiende; 1520: in de Lage Waard in Koudekerk; 1533: gelegen buiten Leiden in de Gnepwijk). 18-4-1502: Filips van der Laan bij overdracht door Arnout Jansz., deurwaarder, voor Gillis van Valkestein, LRK 122 c. Nd.-Holland fol. 37. 20-11-1520: Willem van der Laan bij dode van Filips, zijn vader, LRK 124 c. Nd.-Holland fol. 25v-26. 3-3-1533: Adriaan van Zonneveld voor Joost, zijn zoon, bij koop na de dood van Willem van der Laan, diens oom, voor 22 pond groten Vlaams aan Heineman van de Ketel, ontvanger van de épargne, LRK 125 c. Nd.-Holland fol. 55-56.	van der Laen, Willem Philipsz (I30234)
42650	VLAARDINGEN leen 68 68. 5 morgen land in Janscomp (1535: in de woning en bruikwaar van Clays Heyn), strekkende tot de weg met de erbij behorende dijk (1346: en met twee hofsteden: te Clattenborch op de westzijde, belend ten westen: de proost van Conincvelt, ten oosten: de weg die door de schepenen wordt geschouwd, 1535: de Hogerhucxseweg, 1578: de Baetweyde, ten zuiden: Han Evegheer, 1418: Dirc van der Hoirn, 1535: Pieter Simonsz., 1578: de Biescamp, ten noorden: Arnd Sisere, 1418: Screvel Vranckenz., 1535: Jacob Gerritsz. stierman, 1578: de Holysche weg), pachter: (1593: Adriaen Lenertsz., 1626: Claes Bastiaensz., 1628: Jan Klinckenberg). 15-12-1535: Meester Jacob Engebrechtsz. van Eyndegheest bij dode van zijn vader Engebrecht Jacobsz. (L.H. 125, cap. N.H., fol. 95v). 24-7-1578: Geertruy van Endegeest Engebrechtsdochter, weduwe van Willem van der Laen, hulde door Jan van Leuwen Huygensz. volgens procuratie d.d. 10-7-1578 voor notaris IJsbrant Jacobsz. van Bouchorst, bij dode van haar broer meester Jacob Engebrechtsz. van Endegeest (L.H. 134, fol. 123v). 22-3-1580: Willem van Craeken van der Laen, onmondig, hulde door IJsbrant Jacobsz. van Bouckhorst, bij dode van Geertruyt van Endegeest Engelbrechtsdochter (L.H. 135, fol. 63)	van Endegeest, Geertruijt Engebrechtsdr (I30235)

Aantekeningen

Verbonden met

42601

Vestbrief Princenhage 19-9-1502: Robbrecht Michiel Robbens heeft roge erfpacht verkocht aan Lijsbetten, weduwe van Jan Buycx. Het is gelegen op een buynder .. land gelegen in de Hinsacker. Om dit te verzekeren heeft de vader Michiel Robbensz als onderpand gezet 2 stukken land gelegen in de Hinsacker.

Robs, Robbrecht Michiel (I26567)

42602

Vestbrief Princenhage 21-3-1520: Godert Michiel Robsz heeft de erfchijns vercoft aen Michiel Jan Aertszone tot behoef van diens huysfrou Lijsbeth Henric Claeus Kocxdr wijlen Henric Claeus Kocx dochter. En Michiel Jan Aertszone consenteerde dat de erfchijns sal succederen als de oude vaderlicke en moederlicke goeden van Lijsbeth Henric Claeus.

Robs, Godert Michiel (I26540)

42603

Vestbrief Princenhage 22-1-1510: Ghijsbrecht Michiel Robs sone heeft de erfchijns verkocht op een vertelsaet land met schuren gelegen op ten Emeren. Belendinge Michiel Robs erve. Koper is Marie, de natuurlijke dochter van wijlen Gilis Berthels. En Alijt Michiel Robsdr met haar man Jacop Domaes Cornelis Maesz voor hunzelf en Robbrecht Michiel Robs namens zijn broer en zusters, bekent Ghijsbrecht tegen hen 'opte een vertelsaet lants gedeelt is'.

Robs, Godert Michiel (I26540)

42604

Robs, Michiel (I26541)

42605

Robs, Gijsbrecht Michiel (I26552)

42606

Robs, Engele Michiel (I26560)

42607

Robs, Maria Michiel (I26562)

42608

Robs, Robbrecht Michiel (I26567)

42609

Robs, Adriana Michiels (I26568)

42610

Robs, Alijt Michiel (I26571)

42611

Maes, Jacop Domaes Cornelis (I26572)

42612

Vestbrief Princenhage 22-1-1511: Michiel Robs heeft verkocht aan Anssem Anthonis Conincxz een rogs erfpacht, heeft te bijpande geset sijn goet.
In de Marge (>1541) Erfpacht is begrepen in 2 sester rogs erfpacht die Cornelis Godert Michiel Robs vercoft heeft aen Adriaen Peter Jacobssone, die de dat gecoft had met brief d.d. 28-6-1541

Robs, Michiel (I26541)

42613

Vestbrief Princenhage 27-2-1509: Michiel Robs heeft de erfpacht vercoft aen Claeus Schut, schoutet in de Haghe (Princenhage). En is vorwairt dat Michiel de erfpacht altijt lossen sal moghen met 76 gulden

Robs, Michiel (I26541)

42614

Vestbrief Princenhage 29-2-1520: Kathelijn Adriaen Celendr, weduwe van Ghijsbrecht Michiel Robsz, en nu getrouwd met Jan Janssone van Loon doet een verkoop met de kinderen Adriaen, Robbrechtken en Michielken. Oom en voogd is Robbrecht Michiel Robszone en toeziender voor de kinderen is Mercelis Adriaen Merceliszone. Godert Michiel Robszone is de koper van goederen in de vierschaar vander Haghe (Princenhage), te weten het huis, schure, koeien, percelen, 2 hoepen saet weijen e.a.

Robs, Godert Michiel (I26540)

42615

Robs, Gijsbrecht Michiel (I26552)

42616

Robs, Robbrecht Michiel (I26567)

42617

Celendr, Kathelijn Adriaen (I26573)

42618

Vestbrief Princenhage 29-4-1516: De kinderen van wijlen Michiel Robs - Godert Michiel Robssone, Engele Michiel Robsdr getrouwd met Jan Domaes Cornelis Maessen, dragen over uit de ouderlijke erfenis hun deel van een huis, schuur, koeien etc. gelegen op ten Geniken? van wijlen Michiel Robs, In de moeilijk leesbare akte worden ook genoemd: Marie Michiel Robs en Ghijsbr. Michiel Robsz.
In 1658 is een aantekening in de marge gemaakt over een afgeloste jaarrente. Ook in de marge nog een aantekening uit 1687

Robs, Godert Michiel (I26540)

42619

Robs, Michiel (I26541)

42620

Robs, Gijsbrecht Michiel (I26552)

42621

Robs, Engele Michiel (I26560)

42622

Maessen, Jan Domaes Cornelis (I26561)

42623

Robs, Maria Michiel (I26562)

42624

Vestbrief Princenhage 30-1-1512: Cornelis Wouter Emondtssone van Chaem heeft vercoft aen Claeus Cornelis Jacop Graeuwenzsone. En Ghijsbrecht Michiel Robsz bekende dat verkoper mette 9 bunder erfs een erfgebruyck heeft en behoudt over een stuck erfs dat Ghijsbrecht omtrent de 9 bunder liggende heeft.

Robs, Gijsbrecht Michiel (I26552)

42625

Via de afstamming van haar moeder kreeg Christina Frederica een legaat van het Clara van Sparwoudefonds (boek A Legaat Adriaan Hendriks van Tetterode)

de Bock, Christina Frederica (I18230)

42626

Via de afstamming van haar moeder kreeg Elizabeth een legaat van het Clara van Sparwoudefonds (boek A Legaat Adriaan Hendriks van Tetterode)

de Bock, Elizabeth Johanna Clara (I2339)

42627

Via de afstamming van haar moeder kreeg Hendrik Frederik een legaat van het Clara van Sparwoudefonds (boek A Legaat Adriaan Hendriks van Tetterode)

de Bock, Hendrik Frederik (I18377)

42628

Via de afstamming van haar moeder kreeg Jan een legaat van het Clara van Sparwoudefonds (boek A Legaat Adriaan Hendriks van Tetterode)

de Bock, Jan Jacobus Arnoldus (I18236)

42629

Via deze Jacobus Holling is er volgens de uitzending van Verborgen Verleden verwantschap met Victor Mids

Holling, Jacobus (I23038)

42630

Via notaris Hendrik Jan Weve, worden twee villa's en erven geveild, gelegen te Den Haag, sectie J, nummers 1081 en 1082 behorende tot Johannes Rudolph de Bock

de Bock, Johannes Rudolph (I2360)

42631

Vicarieën archief Staten van Holland
84. 18-7-1628 De Ridderschap etc doen te weten, dat wij ontfangen hebben de supplicatie van Sijmon Henricxsz van Catshuijsen als vader en voocht van sijnen minderjarigen soon Henrick Sijmonsz van Catshuijsen, daer bij hij ons te kennen gaf, dat sijn suppliants moeder Maritgen Sijmons dochter van Bijmont, patronesse van een vicarie gefundeert eertijts op St Catharinen aultaer in St Pancras kercke tot Leijden, jegewoordich vacerende by overlyden van Willem Gerritsz van Bijmont de vicarie op sijnen voorschreven soon hadde geconfereert, als bleeck bij de acte Notariael. Suppliant verzoekt confirmatie en approbatie.

159. 1-4-1658 De Staten etc doen te weten dat ons verthoont is by Josua de Putter woonende in s Gravenhage eenichste soon van Pieter de Putter Mr Schilder hoe dat zyn suppliants vader door overlyden van Pieter Symons van Biemont zyn grootvader zaliger was geworden patroon van sekere vicarye gefondeert op St Pancraes tot Leyden appenderende aen de parochie kerck tot Leyderdorp conformite van de fundatiebrief in date den 27sten April 1363, de welcke meldende was dat de vicarye en de vruchten van dien souden succederen op de outste en naeste man van des fundateurs vader en sinoders syde Linie desendendi successivelycken gesproten, soo hadde Pieter de Putter by acte van Collatie de vicarye geconfereert op hem suppliant als synen eenigen soon.

ONA Delft, 14-6-1668: Arij Leenders van der Winden, oud ca. 80 jaar, wonend buiten de stad op de Kitswoning verklaart op verzoek van Cornelis Willems van Biemont. Hij kende Willem Gerritsz van Biemont en zijn huisvrouw Maertien Corn. van der Burgh, de ouders van Cornelis Willems. Zij woonden op de Noorthooren buiten Delft en kregen vier kinderen: Cornelis, Pieter, Gerrit en Annitge van Biemont. Zij hadden een vicarie op het altaar in de St. Pancraskerk te Leiden.

82. Confirmatie voor Philips Cornelisz van Biemont den 5den December 1668. De Staten etc doen te weten, Alsoo Ons verthoont is bij Cornelis Willemsz van Biemont, indubitate patroon van seeckere vicarije gefondeert op St Catharinen altaer in St Pancras kercke tot Leijden, hoe dat de vicarie was komen te vaceren, vermits het overlijden van Pieter Joosten de Putter, op dewelcke de voorsegde vicarie door Pieter Simonsz van Biemont sijn overleden Grootvader Maternel geconfereert was, Soo hadde hij suppliant de vicarie geconfereert op Philips Cornelisz van Biemont sijn suppliants soon.

154. Confirmatie voor Philips Cornelisz Bijmont, den 5den Julij 1677. De Staten etc Alzoo ons vertoond is bij Cornelis Willemsen Bijemont, wonende in de Lier als patroon van zekere vicarie bij wijlen Willem Nanne in zijn leven priester Cureit binnen der Stad Dordrecht gefundeerdt den 27sten April 1363 op St Catrijnen altaer in de Hooghlantsche ofte St Pancras tot Leiden, dat de Vicarije nu wederom was komen te vaceren bij doode en overlijden van Josua de Putter laetsten possesseur van de vicarije, Dat den suppliant op den 13den April deses Jaers 1677 voor den Notaris Johan Scherping en getuigen in den Hage hadt gerenoveerdt de Collatie bij hem bevorens op den 20sten September 1668 van de vicarije op zijnen soon Philips Cornelissen Bijemont gedaen, om bij zijn zoon genoten te worden de inkomsten t zedert doode van Pieter Joostensen de Putter, immers en ten minsten zedert het overlijden van Josua de Putter laetsten possesseur, blijckende alles bij de Notariale acte daer van zijnde ons geexhibeert.

van der Burgh, Marijtgen Cornelisdr (I30557)

42632

van Biemont, Willem Gerritsz (I30558)

42633

Vicarieën van Holland 6. 14-10-1688 Donatie.
De Staten etc doen te weten: Dat wij ontfangen hebben van Maria Michiels de Bruijn, wonende tot Haarlem, huysvrouw van Daniel Venbergen, naargelatene doghter van Michiel Gerritsz de Bruijn die een sone was van Gerrit de Bruijn die een broeder was van Angenieta de Bruijn alle zaliger gedachtenis, hoe dat sij suppliante door het overlijden van Angenieta de Bruijn, haar oude mooije van 's vaders zijde was geworden patronesse van seeckere vicarije gefondeert bij Arent Block Willemsz in de lieve Vrouwe parochie of Collegiale Kercke tot Dordreght op seeckere aultair aldaer, voor dese geconfereert geweest op Gerrit Adriaensz van Aller, in desselfs leve possesseur van de vicarije, die nu onlangx deser wereld was komen te overlijden; uijtwijsende de copie authentijcq van de confirmatie bij ons op den 18en Meij 1657, ons geëxhibeert, En alsoo sij suppliante uijt kraghte van haar patronaatschap de voorschrevene vicarije bij forme van donatie inter vivos hadde geschoncken aan Thomas van Aller soone van Florents
Thomas van Aller, zoon van Florents van Aller, die een zoon is van Adriaan van Aller, notaris te Rotterdam, gehuwd met Alida Gerrits Loffrijs.

van Aller, Gerrit Adriaensz (I30187)

42634

van Aller, Florens (I30188)

42635

Vice Cureit van de Hypolituskerk

van der Burch, Dirck Aemsx (I3319)

42636

vidua

Gezin: Frans Willemsz de Brabander / Maria Jans van Noppen (F1327937292)

42637

Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven.

Levend (I17461)

42638

Vierde zoon uit het huwelijk tussen Pierre de Moucheron en Isabeau de Gerbier.
Tijdens het beleg van Antwerpen in 1585 was Balthasar de Moucheron een trouw aanhanger van de verdediger van de stad, Marnix van St. Aldegonde. Hij behoorde op 17. Aug. van dat jaar tot de onderhandelaars in het spaanse kamp. Na de capitulatie vestigden de Moucherons zich te Middelburg, waar hun vader eens als koopman begonnen was en spoedig behoorde ook hier hun handelshuis tot de allervoornaamste. Balthasar had al jong een sterke belanstelling voor de zeevaart. Hij werd als hoofd van de familie erkend en was leider van vooraanstaande Middelburgse kooplieden, wegens zijn grote bekwaamheden, zijn scherpe, vooruitziende blik, zijn energie en doortastendheid.
Op zijn initiatief werd het ‘Consulaat of college der consuls’ opgericht, bestaande uit 24 kooplieden. Een college ter bescherming van de belangen van de koopvaardij. De Hollandse en de Zeeuwse scheepvaart werd toen bedreigd door verscherpte verbodsbepalingen van de Spanjaarden en ook de Engelsen veroorzaakten problemen voor de Hollandse scheepvaarders. De Konvooien, door de Staten van Zeeland uitgezonden, bleken bij de steeds aangroeiende drukke scheepvaart niet voldoende. Het was Balthasar de Moucheron die er op aandrong, dat de kooplieden zichzelf zouden helpen.
Aanvankelijk strekte de vaart op het westen en het zuiden zich niet verder uit dan de Canarische en de Kaap-Verdische Eilanden. Nu werden ook tochten naar de Westkust van Afrika en naar Amerika ondernomen. De Moucherons behoorden tot degenen, die het groote belang van de tochten om de Noord, speciaal de verkenning van de Tartaarsche Zee, inzagen (zie bij Melchior de Moucheron). Balthasar was de hoofdaanlegger van deze tochten. Steeds drong hij aan op een onderzoek naar de bevaarbaarheid van de Noordsche Zee, wat ook heeft geleid tot de beroemde expeditie van Willem Barentsz in 1596 die op Nova Zembla strandde. Met grote ijver werkte hij mee aan de organisatie van een expeditie in de zomervan 1594 (landtong Moucheronshoek).
In 1597 was het Cornelis de Houtman in de zogenaamde Eerste Schipvaart gelukt om via Kaap de Goede Hoop naar Indië te zeilen, en De Moucheron richtte zich vanaf dat moment op die route. De Moucheron werd vennoot in de door hem opgerichte Veerse Compagnie. De Veerse Compagnie zond in 1598 twee schepen, De Leeuw en de Leeuwin, onder leiding van de broers Cornelis en Frederik de Houtman naar Oost-Indië. De vloot zou in 1600 zonder de gebroeders de Houtman terugkeren. Cornelis was gedood en Frederik was op Atjeh gevangengenomen. De reis was financieel geen succes.
In 1598 zond De Moucheron nog vijf schepen, bemand met 100 matrozen en 150 soldaten, uit om het eiland Principe voor de West-Afrikaanse kust te veroveren, met de bedoeling een verversingsplaats voor zijn vloot in te richten.[3] Door list en geweld slaagden ze er in om het eiland op de Portugezen te veroveren, maar voordat versterking op kwam dagen werd het eiland weer terugveroverd.
Joris van Spilbergen voer in mei 1600 in opdracht van De Moucheron met een viertal schepen uit maar hij keerde, zonder Indië te hebben bereikt, in hetzelfde jaar terug na een Spaans schip te hebben veroverd.
Uit de Veerse compagnie en de Middelburgse Compagnie (Compagnie van Ten Haeff) is in november 1600 de Verenigde Zeeuwse Compagnie ontstaan, maar De Moucheron was daarvan geen vennoot meer, mogelijkerwijze omdat er onenigheid ontstond over de grootte van de inlegsom en het bewindvoerderschap. De Moucheron wilde wel meewerken aan de oprichting van de VOC, maar eiste vrije vaart op de oostkust van Afrika en uitstel van betaling.
In 1601 zond hij Joris van Spilbergen met drie schepen opnieuw uit, die vervolgens een succesvolle reis uitvoerde en betrekkingen met de koning van Kandy aanknoopte, en vervolgens Atjeh bereikte. Toen echter Van Spilbergen in 1604 in Zeeland terugkeerde, waren de afzonderlijke compagnieën in Holland en Zeeland in de nieuw opgerichte Vereenigde Oostindische Compagnie opgegaan. Balthazar de Moucheron was het jaar daarvoor voor zijn schuldeisers naar Frankrijk gevlucht.
Enkele jaren later heeft Balthazar de Moucheron kortstondig hand-en-spandiensten verleend aan koning Hendrik IV van Frankrijk, die een Franse Oostindische Compagnie wilde oprichten.
Van zijn latere leven is weinig of niets bekend. Hij overleed waarschijnlijk in armoede.

de Moucheron, Balthasar (I15497)

42639

Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven.

Gezin: Levend / Levend (F1325866343)

42640

Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven.

Gezin: Levend / Levend (F1292279108)

42641

Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven.

Gezin: Wilhelmus Nicolaas Alsemgeest / Levend (F1292279091)

42642

vijffmael beluijt, in de kerck begravenin een nieuwt graff, viii L

van Velden, Cornelis Jacobsz (I10296)

42643

Vijtsserdick in de gange van Duijffendick over Verlee

van der Heij, Maria Huberts (I30771)

42644

Vincent Thierens en Geertruij de Haan maken op 12-11-1730 een langstlevende testament. Hiervan wordt op 14-11-1741 na het overlijden van Vincent een extract gemaakt door de weeskamer te Dordrecht

Thierens, Vincent (I22427)

42645

Vincent Thierens en Geertruij de Haan maken op 12-11-1730 een langstlevende testament. Hiervan wordt op 14-11-1741 na het overlijden van Vincent een extract gemaakt door de weeskamer te Dordrecht. Een extract is ook terug te vinden na 18-12-1730, waarschijnlijk nadat Geertruij is overleden

de Haan, Geertruij (I22428)

42646

Vincent was ongehuwd

Roland, Vincent (I8875)

42647

Vissersdijk

van Kamerik, Cornelis (I30155)

42648

Vissersdijk bij Remonstrante kerk ten huyse van Johannes van Brakel

Brakel, Clasina (I30670)

42649

VLAARDINGEN
leen 68 . 5 morgen land in Janscomp (1535: in de woning en bruikwaar van Clays Heyn), strekkende tot de weg met de erbij behorende dijk (1346: en met twee hofsteden: te Clattenborch op de westzijde, belend ten westen: de proost van Conincvelt, ten oosten: de weg die door de schepenen wordt geschouwd, 1535: de Hogerhucxseweg, 1578: de Baetweyde, ten zuiden: Han Evegheer, 1418: Dirc van der Hoirn, 1535: Pieter Simonsz., 1578: de Biescamp, ten noorden: Arnd Sisere, 1418: Screvel Vranckenz., 1535: Jacob Gerritsz. stierman, 1578: de Holysche weg), pachter: (1593: Adriaen Lenertsz., 1626: Claes Bastiaensz., 1628: Jan Klinckenberg).
15-12-1535: Meester Jacob Engebrechtsz. van Eyndegheest bij dode van zijn vader Engebrecht Jacobsz. (L.H. 125, cap. N.H., fol. 95v).
24-7-1578: Geertruy van Endegeest Engebrechtsdochter, weduwe van Willem van der Laen, hulde door Jan van Leuwen Huygensz. volgens procuratie d.d. 10-7-1578 voor notaris IJsbrant Jacobsz. van Bouchorst, bij dode van haar broer meester Jacob Engebrechtsz. van Endegeest (L.H. 134, fol. 123v).
22-3-1580: Willem van Craeken van der Laen, onmondig, hulde door IJsbrant Jacobsz. van Bouckhorst, bij dode van Geertruyt van Endegeest Engelbrechtsdochter (L.H. 135, fol. 63)

leen 305A. De helft van het leen, (1390: zijnde een koren- en smaltiende; 1520: in de Lage Waard in Koudekerk; 1533: gelegen buiten Leiden in de Gnepwijk).
18-4-1502: Filips van der Laan bij overdracht door Arnout Jansz., deurwaarder, voor Gillis van Valkestein, LRK 122 c. Nd.-Holland fol. 37.
20-11-1520: Willem van der Laan bij dode van Filips, zijn vader, LRK 124 c. Nd.-Holland fol. 25v-26.
3-3-1533: Adriaan van Zonneveld voor Joost, zijn zoon, bij koop na de dood van Willem van der Laan, diens oom, voor 22 pond groten Vlaams aan Heineman van de Ketel, ontvanger van de épargne, LRK 125 c. Nd.-Holland fol. 55-56.

van der Laen, Willem Philipsz (I30234)

42650

VLAARDINGEN
leen 68 68. 5 morgen land in Janscomp (1535: in de woning en bruikwaar van Clays Heyn), strekkende tot de weg met de erbij behorende dijk (1346: en met twee hofsteden: te Clattenborch op de westzijde, belend ten westen: de proost van Conincvelt, ten oosten: de weg die door de schepenen wordt geschouwd, 1535: de Hogerhucxseweg, 1578: de Baetweyde, ten zuiden: Han Evegheer, 1418: Dirc van der Hoirn, 1535: Pieter Simonsz., 1578: de Biescamp, ten noorden: Arnd Sisere, 1418: Screvel Vranckenz., 1535: Jacob Gerritsz. stierman, 1578: de Holysche weg), pachter: (1593: Adriaen Lenertsz., 1626: Claes Bastiaensz., 1628: Jan Klinckenberg).
15-12-1535: Meester Jacob Engebrechtsz. van Eyndegheest bij dode van zijn vader Engebrecht Jacobsz. (L.H. 125, cap. N.H., fol. 95v).
24-7-1578: Geertruy van Endegeest Engebrechtsdochter, weduwe van Willem van der Laen, hulde door Jan van Leuwen Huygensz. volgens procuratie d.d. 10-7-1578 voor notaris IJsbrant Jacobsz. van Bouchorst, bij dode van haar broer meester Jacob Engebrechtsz. van Endegeest (L.H. 134, fol. 123v).
22-3-1580: Willem van Craeken van der Laen, onmondig, hulde door IJsbrant Jacobsz. van Bouckhorst, bij dode van Geertruyt van Endegeest Engelbrechtsdochter (L.H. 135, fol. 63)

van Endegeest, Geertruijt Engebrechtsdr (I30235)

Gebruik van onze gegevens

Gegevens mogen worden overgenomen met bronvermelding. Wegens auteursrecht kunnen afbeeldingen niet worden gekopieerd.

Aantekeningen

Direct naar

Contact

Gebruik van onze gegevens