Een reis in het verleden met verrassende vergezichten
Treffers 39,101 t/m 39,150 van 48,679
# | Aantekeningen | Verbonden met |
---|---|---|
39101 | Renten aen de Maesse en de Westgaech: Ontvangen van Gerrit Jansz. ‘t Hoen over een jaer rente van ‘t Capitael van Duysent guldens, verschenen den 1 mei 1663 ter somma van 50 lb. | Thoen, Gerrit Jansz (I24005)
|
39102 | Renten aen de Oostgaech Ontvangen van Pieter Willems ‘t Hoen een jaer rente van ‘t capitaal van seven hondert guldens, verschenen den 1 mei 1663, de somma van 26 lb. 5 st. Ontvangen van Willem ‘t Hoen over een jaer rente van ‘t capitael van vijff hondert gulden Interest drie guldens 15 st. van ‘t hondert verschenen den eersten mei 1663, de somma van 23 lb. 15 st. | Thoen, Pieter Willemsz (I24054)
|
39103 | Renten h op 25 morgen lants gelegen in Ommeren toebehorende de kinderen van Cornelis Reijnbrantsz. ende Feijs Claesz. genaemt Michiel Feijsz. ende Cornelis Corsz. verschijnende alsboven 1 nobel; £ 2- 10-00. | Cotebij, Michiel Feijsz (I25540)
|
39104 | Renten h op 25 morgen lants gelegen in Ommeren toebehorende de kinderen van Cornelis Reijnbrantsz. ende Feijs Claesz. genaemt Michiel Feijsz. ende Cornelis Corsz. verschijnende alsboven 1 nobel; £ 2- 10-00. | Claesz, Feijs (I25568)
|
39105 | rentmeester (van de memorie- en kosterijgoederen in Rijnland, Delfland en Schieland) van de abdij van Egmond 1494-1506 (1519); rentmeester van de Heer van Naaldwijk (1496) | Henricksz, Bartholomeus (I31446)
|
39106 | Repertorium op de Cuykse lenen in Holland, het Sticht en Gelre: Albert van Cuyk verkocht in 1220 het graafschap van Utrecht aan de bisschop van Utrecht. Waarschijnlijk ontbrak het geld voor de koop want Albert behield de leenmannen. | van Kuijk, Albert (I6542)
|
39107 | Repertorium op de Cuykse lenen in Holland, het Sticht en Gelre: BEESD Herigers waard, thans genaamd Marienweerd, en een derde van de tiende daarvan. ..-.-1129: Helye van Enspijk, die de helft van de waard en een derde van de tiende hield, en Hisbold van Beesd, die de helft van de waard hield, doen afstand aan Alveradis, van wie zij hielden, bevestigd door Godfried en Herman, haar zoons, Rudolf van Spijk, die een derde van de tiende hield van Luthard, proost van St. Marie, en Herman Calf en Hisbold van Beesd, die tesamen een derde van die tiende hielden van Heilwig, waarna overdracht voor de stichting van Marienweerd, S. Muller Fz. en A.C. Bouman, OSU., I, nr. 327. | van Hochstaden, Alveradis (I5333)
|
39108 | Repertorium op de Cuykse lenen in Holland, het Sticht en Gelre: BEESD Herigers waard, thans genaamd Marienweerd, en een derde van de tiende daarvan. ..-.-1129: Helye van Enspijk, die de helft van de waard en een derde van de tiende hield, en Hisbold van Beesd, die de helft van de waard hield, doen afstand aan Alveradis, van wie zij hielden, bevestigd door Godfried en Herman, haar zoons, Rudolf van Spijk, die een derde van de tiende hield van Luthard, proost van St. Marie, en Herman Calf en Hisbold van Beesd, die tesamen een derde van die tiende hielden van Heilwig, waarna overdracht voor de stichting van Marienweerd, S. Muller Fz. en A.C. Bouman, OSU., I, nr. 327. | van Kuijc, Herman (I6540)
|
39109 | Repertorium op de Cuykse lenen in Holland, het Sticht en Gelre: BEESD Herigers waard, thans genaamd Marienweerd, en een derde van de tiende daarvan. ..-.-1129: Helye van Enspijk, die de helft van de waard en een derde van de tiende hield, en Hisbold van Beesd, die de helft van de waard hield, doen afstand aan Alveradis, van wie zij hielden, bevestigd door Godfried en Herman, haar zoons, Rudolf van Spijk, die een derde van de tiende hield van Luthard, proost van St. Marie, en Herman Calf en Hisbold van Beesd, die tesamen een derde van die tiende hielden van Heilwig, waarna overdracht voor de stichting van Marienweerd, S. Muller Fz. en A.C. Bouman, OSU., I, nr. 327. | van Kuijc, Godfried (I27045)
|
39110 | Repertorium op de grafelijke lenen in Maasland 6 morgen land tussen de Schije en de Polrevaart. 12 morgen land in Schijepolder, genaamd de Gemeene Camp, waarvan de helft aan de abdis van Reynsburch toebehoort. .-.-.: Heer Dirc van Hodenpijl (vermeld 14-11-1402, Wassenaar, register B, f 22). .-.-.: Heer Jan van Hodenpijl 0.h. 281, f 309). 31-12-1420: Heer Jan van Hodenpijl (1.h. 62, f 18). 29-3-1430: Dirc van Hodenpijl, bij dode van zijn vader heer Jan van Hodenpijl 0.h. 62, f 76 vl. 12-8-1435: Jan van Hoedenpijl na overdracht door zijn broer Dirck van Hoedenpijl 1l.h. 114, f 33 v). | van Hodenpijl, Dirk Jansz (I5343)
|
39111 | Repertorium op de grafelijke lenen in Maasland 6 morgen land tussen de Schije en de Polrevaart. 12 morgen land in Schijepolder, genaamd de Gemeene Camp, waarvan de helft aan de abdis van Reynsburch toebehoort. .-.-.: Heer Dirc van Hodenpijl (vermeld 14-11-1402, Wassenaar, register B, f 22). .-.-.: Heer Jan van Hodenpijl 0.h. 281, f 309). 31-12-1420: Heer Jan van Hodenpijl (1.h. 62, f 18). 29-3-1430: Dirc van Hodenpijl, bij dode van zijn vader heer Jan van Hodenpijl 0.h. 62, f 76 vl. 12-8-1435: Jan van Hoedenpijl na overdracht door zijn broer Dirck van Hoedenpijl 1l.h. 114, f 33 v). | van Hodenpijl, Jan (I5346)
|
39112 | Repertorium op de grafelijke lenen in Maasland Een: koren- en smaltiende binnendijks, genaamd heer Daneelstiende, strekkende van de kerk tot aan de Maesdijk. 14-9-1409: Heer Jan van Hodenpijl, ridder, na overdracht door jonkvrouwe Margriet van der Steyne en van der Merwede, gehuwd met Willem van Brederode (1.h. 54, f 57 vl. 2-8-1414: Jan van Hoempijl tocht zijn vrouw Liisbeth van Haemstede (1.h. 54, f 119 vl. 31-12-1420: Heer Jan van Hodenpijl (1.h. 62, f 2). 29-3-1430: Dirc van Hodenpijl, bij dode van zijn ‘vader heer Jan van Hodenpijl (1.h. 62, f 76 vl. 12-8-1433: Jan van Hoedenpijl na overdracht door zijn broer Dyrck van Hoedenpiil (1.h. 114, f 33 vl. 15-7-1469: Jan van Hoedenpijl, heer van Haemstede, machtigt Jan van Zwieten, schout van Leyden, het leen te belasten met 316 rijns gulden van 40 groten Vlaams, wegens de schuld, die hij aan hem heeft (1.h. 118, cap. N.H., f 101. .-.-.: Jonkvrouwe Otte van Egmond, gehuwd met Adriaen van Swieten, na verkoop bii executie van de leengoederen van Jan van Hodenpijl (circa 1470, thans verdwenen blad in 1.h. 118, cap. N.H., bii f 23). | van Hodenpijl, Jan (I5346)
|
39113 | Repertorium op de grafelijke lenen in Maasland Een: koren- en smaltiende binnendijks, genaamd heer Daneelstiende, strekkende van de kerk tot aan de Maesdijk. 14-9-1409: Heer Jan van Hodenpijl, ridder, na overdracht door jonkvrouwe Margriet van der Steyne en van der Merwede, gehuwd met Willem van Brederode (1.h. 54, f 57 vl. 2-8-1414: Jan van Hoempijl tocht zijn vrouw Liisbeth van Haemstede (1.h. 54, f 119 vl. 31-12-1420: Heer Jan van Hodenpijl (1.h. 62, f 2). 29-3-1430: Dirc van Hodenpijl, bij dode van zijn ‘vader heer Jan van Hodenpijl (1.h. 62, f 76 vl. 12-8-1433: Jan van Hoedenpijl na overdracht door zijn broer Dyrck van Hoedenpiil (1.h. 114, f 33 vl. 15-7-1469: Jan van Hoedenpijl, heer van Haemstede, machtigt Jan van Zwieten, schout van Leyden, het leen te belasten met 316 rijns gulden van 40 groten Vlaams, wegens de schuld, die hij aan hem heeft (1.h. 118, cap. N.H., f 101. .-.-.: Jonkvrouwe Otte van Egmond, gehuwd met Adriaen van Swieten, na verkoop bii executie van de leengoederen van Jan van Hodenpijl (circa 1470, thans verdwenen blad in 1.h. 118, cap. N.H., bii f 23). | van Haemstede, Elisabeth (I22593)
|
39114 | Repertorium op de grafelijke lenen in Maasland leen 29. 10 morgen land in de woning van Mourijn in Burgherdijc, belend ten westen: (1346: de woning van ver Rissent Heynen, 1479: Walraven van Hodenpijl, 1521: Aernt Pietersz.), ten oosten: (1346: Willem van den Hofidke, 1479: de heilige geest van Delft, 1521: de karthuizers van Delft). 1-10-1372: Lisebet, gehuwd met Enghelbrecht van Cranenburch, bij dode van haar vader Jan Mourijsz. (L.H. 50, fol. 135). ..-.-1390: Lijsbet, gehuwd met Egbrecht van Cranenburg, met ledige hand (L.H. 422, fol. 16v). 12-6-1405: Jonkvrouwe Lijsbeth Jan Mouwerijnsdochter heeft bij de inbraak van de Riederwaert haar handvest (overeenkomst) verloren en tocht (vruchtgebruik geven) haar man Engebrecht van Cranenburch (L.H. 54, fol. 10). 5-2-1421: Jan Cranenburch, zoon van jonkvrouwe Lijsbeth (L.H. 62, fol. 22 en L.H. 281, fol. 12v). leen 36. 14 morgen (1346: 16 morgen) land met de woning erop ten zuiden van de weg in Boergerdijc (1352: tussen de weg van Burgherdijc en de Schede), belend ten oosten: (1346: de woning van Jan van den Hofdike), ten westen: de woning van Gerijt Hannen. 1-10-1373: Lisebet, gehuwd met Enghebrecht van Cranenburch, bij dode van haar vader Jan Mourijnsz. (L.H. 50, fol. 135). ..-.-1390: Lijsbet, gehuwd met Egbrecht van Cranenburch, met ledige hand (L.H. 422, fol. 6v). 5-2-1421: Jan van Cranenburch, zoon van jonkvrouwe Lijsbeth (L.H. 62, fol. 22 en L.H. 281, fol. 12v). leen 72. Een smaltiende, ten zuiden van de kerk, belend ten zuiden: het huis van Wigger Jansz. (1552: Frans Adriaensz., 1635: Adriaen Fransz.), ten noorden: de woning van Claes Liedewienz. (1405: Claes Ludicsz., 1552: Barbara Davidts weduwe, 1635: Ploen Adriaensz.) (1636: genaamd het Wouwen- of Teerblok). 1-10-1373: Lisebet, gehuwd met Engebrecht van Cranenburch, bij dode van haar vader Jan Mourijsz. (L.H. 50, fol. 135). ..-.-1390: Lijsbet, gehuwd met Egbrecht van Cranenburch, met ledige hand (L.H. 422, fol. 6v). 5-2-1421: Jan van Cranenburch, zoon van jonkvrouwe Lijsbeth (L.H. 62, fol. 22 en L.H. 281, fol. 12v). | van Cranenburch, Egbrecht (I29358)
|
39115 | Repertorium op de grafelijke lenen in Maasland leen 29. 10 morgen land in de woning van Mourijn in Burgherdijc, belend ten westen: (1346: de woning van ver Rissent Heynen, 1479: Walraven van Hodenpijl, 1521: Aernt Pietersz.), ten oosten: (1346: Willem van den Hofidke, 1479: de heilige geest van Delft, 1521: de karthuizers van Delft). 1-10-1372: Lisebet, gehuwd met Enghelbrecht van Cranenburch, bij dode van haar vader Jan Mourijsz. (L.H. 50, fol. 135). ..-.-1390: Lijsbet, gehuwd met Egbrecht van Cranenburg, met ledige hand (L.H. 422, fol. 16v). 12-6-1405: Jonkvrouwe Lijsbeth Jan Mouwerijnsdochter heeft bij de inbraak van de Riederwaert haar handvest (overeenkomst) verloren en tocht (vruchtgebruik geven) haar man Engebrecht van Cranenburch (L.H. 54, fol. 10). 5-2-1421: Jan Cranenburch, zoon van jonkvrouwe Lijsbeth (L.H. 62, fol. 22 en L.H. 281, fol. 12v). leen 36. 14 morgen (1346: 16 morgen) land met de woning erop ten zuiden van de weg in Boergerdijc (1352: tussen de weg van Burgherdijc en de Schede), belend ten oosten: (1346: de woning van Jan van den Hofdike), ten westen: de woning van Gerijt Hannen. 1-10-1373: Lisebet, gehuwd met Enghebrecht van Cranenburch, bij dode van haar vader Jan Mourijnsz. (L.H. 50, fol. 135). ..-.-1390: Lijsbet, gehuwd met Egbrecht van Cranenburch, met ledige hand (L.H. 422, fol. 6v). 5-2-1421: Jan van Cranenburch, zoon van jonkvrouwe Lijsbeth (L.H. 62, fol. 22 en L.H. 281, fol. 12v). leen 72. Een smaltiende, ten zuiden van de kerk, belend ten zuiden: het huis van Wigger Jansz. (1552: Frans Adriaensz., 1635: Adriaen Fransz.), ten noorden: de woning van Claes Liedewienz. (1405: Claes Ludicsz., 1552: Barbara Davidts weduwe, 1635: Ploen Adriaensz.) (1636: genaamd het Wouwen- of Teerblok). 1-10-1373: Lisebet, gehuwd met Engebrecht van Cranenburch, bij dode van haar vader Jan Mourijsz. (L.H. 50, fol. 135). ..-.-1390: Lijsbet, gehuwd met Egbrecht van Cranenburch, met ledige hand (L.H. 422, fol. 6v). 5-2-1421: Jan van Cranenburch, zoon van jonkvrouwe Lijsbeth (L.H. 62, fol. 22 en L.H. 281, fol. 12v). | Mouwerijnsdr, Jonkvrouwe Lijsbet Jans (I29359)
|
39116 | Repertorium op de grafelijke lenen in Maasland leen 29. 10 morgen land in de woning van Mourijn in Burgherdijc, belend ten westen: (1346: de woning van ver Rissent Heynen, 1479: Walraven van Hodenpijl, 1521: Aernt Pietersz.), ten oosten: (1346: Willem van den Hofidke, 1479: de heilige geest van Delft, 1521: de karthuizers van Delft). 29-3-1484: Gerijt van Cranenburch bij dode van zijn vader Engbrecht van Cranenburch (L.H. 120, cap. N.H., fol. 6v). 18-4-1485: Elizabeth van Cranenburch, gehuwd met Adriaen Gerijtsz., bij dode van haar broer Gerit van Cranenburch (L.H. 120, cap. N.H., fol. 21). 1-6-1498: Wouter Jansz. na overdracht door Lijsbeth van Cranenburch met haar zoon Ridder Adriaensz. (L.H. 122, cap. N.H., fol. 6). leen 36. 14 morgen (1346: 16 morgen) land met de woning erop ten zuiden van de weg in Boergerdijc (1352: tussen de weg van Burgherdijc en de Schede), belend ten oosten: (1346: de woning van Jan van den Hofdike), ten westen: de woning van Gerijt Hannen. 29-3-1484: Gerijt van Cranenburch bij dode van zijn vader Engbrecht van Cranenburch (L.H. 120, cap. N.H., fol. 6v). 18-4-1485: Elizabeth van Cranenburch, gehuwd met Adriaen Gerijtsz., bij dode van haar broer Gerit van Cranenburch (L.H. 120, cap. N.H., fol. 21). 23-2-1498: Wouter Jansz. na overdracht door Lijsbeth van Cranenburch met haar voogd Jan Claesz. (L.H. 122, cap. N.H., fol. 4). leen 72. Een smaltiende, ten zuiden van de kerk, belend ten zuiden: het huis van Wigger Jansz. (1552: Frans Adriaensz., 1635: Adriaen Fransz.), ten noorden: de woning van Claes Liedewienz. (1405: Claes Ludicsz., 1552: Barbara Davidts weduwe, 1635: Ploen Adriaensz.) (1636: genaamd het Wouwen- of Teerblok). 29-3-1484: Gerijt van Cranenburch bij dode van zijn vader Engbrecht van Cranenburch (L.H. 120, cap. N.H., fol. 6v). 18-4-1485: Elizabeth van Cranenburch, gehuwd met Adriaen Gerijtsz., bij dode van haar broer Gerit van Cranenburch (L.H. 120, cap. N.H., fol. 21). 11-4-1491: Henrick Jacobsz. na overdracht door Lijsbeth Engbrechtsdochter van Cranenburch, gehuwd met Ghijsbrecht Willemsz. (L.H.120, cap. N.H., fol. 59v). | van der Houve, Adriaan Gerritsz (I29352)
|
39117 | Repertorium op de grafelijke lenen in Maasland leen 29. 10 morgen land in de woning van Mourijn in Burgherdijc, belend ten westen: (1346: de woning van ver Rissent Heynen, 1479: Walraven van Hodenpijl, 1521: Aernt Pietersz.), ten oosten: (1346: Willem van den Hofidke, 1479: de heilige geest van Delft, 1521: de karthuizers van Delft). 29-3-1484: Gerijt van Cranenburch bij dode van zijn vader Engbrecht van Cranenburch (L.H. 120, cap. N.H., fol. 6v). 18-4-1485: Elizabeth van Cranenburch, gehuwd met Adriaen Gerijtsz., bij dode van haar broer Gerit van Cranenburch (L.H. 120, cap. N.H., fol. 21). 1-6-1498: Wouter Jansz. na overdracht door Lijsbeth van Cranenburch met haar zoon Ridder Adriaensz. (L.H. 122, cap. N.H., fol. 6). leen 36. 14 morgen (1346: 16 morgen) land met de woning erop ten zuiden van de weg in Boergerdijc (1352: tussen de weg van Burgherdijc en de Schede), belend ten oosten: (1346: de woning van Jan van den Hofdike), ten westen: de woning van Gerijt Hannen. 29-3-1484: Gerijt van Cranenburch bij dode van zijn vader Engbrecht van Cranenburch (L.H. 120, cap. N.H., fol. 6v). 18-4-1485: Elizabeth van Cranenburch, gehuwd met Adriaen Gerijtsz., bij dode van haar broer Gerit van Cranenburch (L.H. 120, cap. N.H., fol. 21). 23-2-1498: Wouter Jansz. na overdracht door Lijsbeth van Cranenburch met haar voogd Jan Claesz. (L.H. 122, cap. N.H., fol. 4). leen 72. Een smaltiende, ten zuiden van de kerk, belend ten zuiden: het huis van Wigger Jansz. (1552: Frans Adriaensz., 1635: Adriaen Fransz.), ten noorden: de woning van Claes Liedewienz. (1405: Claes Ludicsz., 1552: Barbara Davidts weduwe, 1635: Ploen Adriaensz.) (1636: genaamd het Wouwen- of Teerblok). 29-3-1484: Gerijt van Cranenburch bij dode van zijn vader Engbrecht van Cranenburch (L.H. 120, cap. N.H., fol. 6v). 18-4-1485: Elizabeth van Cranenburch, gehuwd met Adriaen Gerijtsz., bij dode van haar broer Gerit van Cranenburch (L.H. 120, cap. N.H., fol. 21). 11-4-1491: Henrick Jacobsz. na overdracht door Lijsbeth Engbrechtsdochter van Cranenburch, gehuwd met Ghijsbrecht Willemsz. (L.H.120, cap. N.H., fol. 59v). | van Cranenburch, Jonkvrouwe Lijsbeth Engelbrechtsdr (I29353)
|
39118 | Repertorium op de grafelijke lenen in Maasland leen 29. 10 morgen land in de woning van Mourijn in Burgherdijc, belend ten westen: (1346: de woning van ver Rissent Heynen, 1479: Walraven van Hodenpijl, 1521: Aernt Pietersz.), ten oosten: (1346: Willem van den Hofidke, 1479: de heilige geest van Delft, 1521: de karthuizers van Delft). 29-3-1484: Gerijt van Cranenburch bij dode van zijn vader Engbrecht van Cranenburch (L.H. 120, cap. N.H., fol. 6v). 18-4-1485: Elizabeth van Cranenburch, gehuwd met Adriaen Gerijtsz., bij dode van haar broer Gerit van Cranenburch (L.H. 120, cap. N.H., fol. 21). 1-6-1498: Wouter Jansz. na overdracht door Lijsbeth van Cranenburch met haar zoon Ridder Adriaensz. (L.H. 122, cap. N.H., fol. 6). leen 36. 14 morgen (1346: 16 morgen) land met de woning erop ten zuiden van de weg in Boergerdijc (1352: tussen de weg van Burgherdijc en de Schede), belend ten oosten: (1346: de woning van Jan van den Hofdike), ten westen: de woning van Gerijt Hannen. 29-3-1484: Gerijt van Cranenburch bij dode van zijn vader Engbrecht van Cranenburch (L.H. 120, cap. N.H., fol. 6v). 18-4-1485: Elizabeth van Cranenburch, gehuwd met Adriaen Gerijtsz., bij dode van haar broer Gerit van Cranenburch (L.H. 120, cap. N.H., fol. 21). 23-2-1498: Wouter Jansz. na overdracht door Lijsbeth van Cranenburch met haar voogd Jan Claesz. (L.H. 122, cap. N.H., fol. 4). leen 72. Een smaltiende, ten zuiden van de kerk, belend ten zuiden: het huis van Wigger Jansz. (1552: Frans Adriaensz., 1635: Adriaen Fransz.), ten noorden: de woning van Claes Liedewienz. (1405: Claes Ludicsz., 1552: Barbara Davidts weduwe, 1635: Ploen Adriaensz.) (1636: genaamd het Wouwen- of Teerblok). 29-3-1484: Gerijt van Cranenburch bij dode van zijn vader Engbrecht van Cranenburch (L.H. 120, cap. N.H., fol. 6v). 18-4-1485: Elizabeth van Cranenburch, gehuwd met Adriaen Gerijtsz., bij dode van haar broer Gerit van Cranenburch (L.H. 120, cap. N.H., fol. 21). 11-4-1491: Henrick Jacobsz. na overdracht door Lijsbeth Engbrechtsdochter van Cranenburch, gehuwd met Ghijsbrecht Willemsz. (L.H.120, cap. N.H., fol. 59v). | van Cranenburch, Ridder Gerrit (I29355)
|
39119 | Repertorium op de grafelijke lenen in Maasland leen 29. 10 morgen land in de woning van Mourijn in Burgherdijc, belend ten westen: (1346: de woning van ver Rissent Heynen, 1479: Walraven van Hodenpijl, 1521: Aernt Pietersz.), ten oosten: (1346: Willem van den Hofidke, 1479: de heilige geest van Delft, 1521: de karthuizers van Delft). 5-2-1421: Jan Cranenburch, zoon van jonkvrouwe Lijsbeth (L.H. 62, fol. 22 en L.H. 281, fol. 12v). 17-3-1429: Jan van Cranenburch tocht zijn vrouw Beatrijs Gherijtsdochter (L.H. 62, fol. 78). 23-5-1447: Egbert van Cranenburch bij dode van zijn vader Jan van Cranenburch (L.H. 115, cap. N.H., fol. 25). 20-2-1479: Engbrecht van Cranenburch doet opnieuw hulde (L.H. 119, cap. N.H., fol. 14). 29-3-1484: Gerijt van Cranenburch bij dode van zijn vader Engbrecht van Cranenburch (L.H. 120, cap. N.H., fol. 6v). leen 36. 14 morgen (1346: 16 morgen) land met de woning erop ten zuiden van de weg in Boergerdijc (1352: tussen de weg van Burgherdijc en de Schede), belend ten oosten: (1346: de woning van Jan van den Hofdike), ten westen: de woning van Gerijt Hannen. 5-2-1421: Jan van Cranenburch, zoon van jonkvrouwe Lijsbeth (L.H. 62, fol. 22 en L.H. 281, fol. 12v). 20-3-1431: Jan van Cranenburch krijgt confirmatie van de door hem d.d. 14-3-1431 gedane belening van zijn broer Egbert van Cranenburch met 2 kampen uit het leen, het eerste langs de Schede, groot 23½ hond 18 gaarden, en het tweede langs de Burghersdijcse weg, groot 23 hond 22 gaarden (L.H. 62, fol. 143v). 23-5-1447: Egbert van Cranenburch bij dode van zijn vader Jan van Cranenburch (L.H. 115, cap. N.H., fol. 25). leen 72. Een smaltiende, ten zuiden van de kerk, belend ten zuiden: het huis van Wigger Jansz. (1552: Frans Adriaensz., 1635: Adriaen Fransz.), ten noorden: de woning van Claes Liedewienz. (1405: Claes Ludicsz., 1552: Barbara Davidts weduwe, 1635: Ploen Adriaensz.) (1636: genaamd het Wouwen- of Teerblok). 5-2-1421: Jan van Cranenburch, zoon van jonkvrouwe Lijsbeth (L.H. 62, fol. 22 en L.H. 281, fol. 12v). 23-5-1447: Egbert van Cranenburch bij dode van zijn vader Jan van Cranenburch (L.H. 115, cap. N.H., fol. 25). 29-3-1484: Gerijt van Cranenburch bij dode van zijn vader Engbrecht van Cranenburch (L.H. 120, cap. N.H., fol. 6v). | van Cranenburch, Engebrecht Jansz (I29354)
|
39120 | Repertorium op de grafelijke lenen in Maasland leen 29. 10 morgen land in de woning van Mourijn in Burgherdijc, belend ten westen: (1346: de woning van ver Rissent Heynen, 1479: Walraven van Hodenpijl, 1521: Aernt Pietersz.), ten oosten: (1346: Willem van den Hofidke, 1479: de heilige geest van Delft, 1521: de karthuizers van Delft). 5-2-1421: Jan Cranenburch, zoon van jonkvrouwe Lijsbeth (L.H. 62, fol. 22 en L.H. 281, fol. 12v). 17-3-1429: Jan van Cranenburch tocht zijn vrouw Beatrijs Gherijtsdochter (L.H. 62, fol. 78). 23-5-1447: Egbert van Cranenburch bij dode van zijn vader Jan van Cranenburch (L.H. 115, cap. N.H., fol. 25). 20-2-1479: Engbrecht van Cranenburch doet opnieuw hulde (L.H. 119, cap. N.H., fol. 14). 29-3-1484: Gerijt van Cranenburch bij dode van zijn vader Engbrecht van Cranenburch (L.H. 120, cap. N.H., fol. 6v). leen 36. 14 morgen (1346: 16 morgen) land met de woning erop ten zuiden van de weg in Boergerdijc (1352: tussen de weg van Burgherdijc en de Schede), belend ten oosten: (1346: de woning van Jan van den Hofdike), ten westen: de woning van Gerijt Hannen. 5-2-1421: Jan van Cranenburch, zoon van jonkvrouwe Lijsbeth (L.H. 62, fol. 22 en L.H. 281, fol. 12v). 20-3-1431: Jan van Cranenburch krijgt confirmatie van de door hem d.d. 14-3-1431 gedane belening van zijn broer Egbert van Cranenburch met 2 kampen uit het leen, het eerste langs de Schede, groot 23½ hond 18 gaarden, en het tweede langs de Burghersdijcse weg, groot 23 hond 22 gaarden (L.H. 62, fol. 143v). 23-5-1447: Egbert van Cranenburch bij dode van zijn vader Jan van Cranenburch (L.H. 115, cap. N.H., fol. 25). leen 72. Een smaltiende, ten zuiden van de kerk, belend ten zuiden: het huis van Wigger Jansz. (1552: Frans Adriaensz., 1635: Adriaen Fransz.), ten noorden: de woning van Claes Liedewienz. (1405: Claes Ludicsz., 1552: Barbara Davidts weduwe, 1635: Ploen Adriaensz.) (1636: genaamd het Wouwen- of Teerblok). 5-2-1421: Jan van Cranenburch, zoon van jonkvrouwe Lijsbeth (L.H. 62, fol. 22 en L.H. 281, fol. 12v). 23-5-1447: Egbert van Cranenburch bij dode van zijn vader Jan van Cranenburch (L.H. 115, cap. N.H., fol. 25). 29-3-1484: Gerijt van Cranenburch bij dode van zijn vader Engbrecht van Cranenburch (L.H. 120, cap. N.H., fol. 6v). | van Cranenburch, Jan (I29357)
|
39121 | Repertorium op de grafelijke lenen in Maasland leen 29. 10 morgen land in de woning van Mourijn in Burgherdijc, belend ten westen: (1346: de woning van ver Rissent Heynen, 1479: Walraven van Hodenpijl, 1521: Aernt Pietersz.), ten oosten: (1346: Willem van den Hofidke, 1479: de heilige geest van Delft, 1521: de karthuizers van Delft). 5-2-1421: Jan Cranenburch, zoon van jonkvrouwe Lijsbeth (L.H. 62, fol. 22 en L.H. 281, fol. 12v). 17-3-1429: Jan van Cranenburch tocht zijn vrouw Beatrijs Gherijtsdochter (L.H. 62, fol. 78). 23-5-1447: Egbert van Cranenburch bij dode van zijn vader Jan van Cranenburch (L.H. 115, cap. N.H., fol. 25). 20-2-1479: Engbrecht van Cranenburch doet opnieuw hulde (L.H. 119, cap. N.H., fol. 14). 29-3-1484: Gerijt van Cranenburch bij dode van zijn vader Engbrecht van Cranenburch (L.H. 120, cap. N.H., fol. 6v). leen 36. 14 morgen (1346: 16 morgen) land met de woning erop ten zuiden van de weg in Boergerdijc (1352: tussen de weg van Burgherdijc en de Schede), belend ten oosten: (1346: de woning van Jan van den Hofdike), ten westen: de woning van Gerijt Hannen. 5-2-1421: Jan van Cranenburch, zoon van jonkvrouwe Lijsbeth (L.H. 62, fol. 22 en L.H. 281, fol. 12v). 20-3-1431: Jan van Cranenburch krijgt confirmatie van de door hem d.d. 14-3-1431 gedane belening van zijn broer Egbert van Cranenburch met 2 kampen uit het leen, het eerste langs de Schede, groot 23½ hond 18 gaarden, en het tweede langs de Burghersdijcse weg, groot 23 hond 22 gaarden (L.H. 62, fol. 143v). 23-5-1447: Egbert van Cranenburch bij dode van zijn vader Jan van Cranenburch (L.H. 115, cap. N.H., fol. 25). leen 72. Een smaltiende, ten zuiden van de kerk, belend ten zuiden: het huis van Wigger Jansz. (1552: Frans Adriaensz., 1635: Adriaen Fransz.), ten noorden: de woning van Claes Liedewienz. (1405: Claes Ludicsz., 1552: Barbara Davidts weduwe, 1635: Ploen Adriaensz.) (1636: genaamd het Wouwen- of Teerblok). 5-2-1421: Jan van Cranenburch, zoon van jonkvrouwe Lijsbeth (L.H. 62, fol. 22 en L.H. 281, fol. 12v). 23-5-1447: Egbert van Cranenburch bij dode van zijn vader Jan van Cranenburch (L.H. 115, cap. N.H., fol. 25). 29-3-1484: Gerijt van Cranenburch bij dode van zijn vader Engbrecht van Cranenburch (L.H. 120, cap. N.H., fol. 6v). | Gherijtsdr, Beatrijs (I29374)
|
39122 | Repertorium op de grafelijke lenen in Rijnland WARMOND leen 402. Het (1443: broek)land in Warmond, waar de leenman op woont, 10 pond waardig, (1377: groot 3½ morgen en 1 ⁄12 van 4 hont, genaamd Bredeveld; 1447: noordoost: Boudijn Vlaming, zuidwest en noordwest: ervan Jan van Rijswijk). ..-.-1281: Jan die Duker vermeld, LRK 5 fol. 55. 24-12-1377: Dirk Vernoedenz. bij koop na de dood van Nikolaas Duker, zijn broer, voor 10 pond aan Dirk Foppenz., rentmeester van Noord-Holland, LRK 52 fol. 1v nr. 5, Graven van Holland, inv. 227 in fine, RR. 221. 25-1-1390: Jan Duker Dirksz. met ledige hand, LRK 52 fol. 1v nr. 7, Graven van Holland, inv. 227 in fine. 10-2-1434: Mr. Pieter Ovelaar, chirurgijn, bij koop na de dood van Jan Duker voor 25 hollandse schilden aan de rentmeester-generaal, LRK 62 fol. 169v, LRK 114 fol. 15v-16, LRK 61 fol. 122 Ook nog een vermelding in het Oude register van Graaf Florens (DBNL) 1282 - ca 1346: Leen 241: Jan de Duker te Waremunde. tlant te Waremunde. daer hi op. woent. van .x. ℔. Dit leen is in 1287 geregistreerd, maar het kan zijn dat het gebaseerd is op oudere gegevens. Vermoedelijk gaat het in bovenstaande lenen om hetzelfde land (in 1287 en in 1377 10 pond waard). Het Bredeveld lag aan de oever van de Zijl, in de Boterhuispolder, niet ver van de huidige boerderij ‘De Nieuwe Boterhuiswoning’ (Zijldijk 7). | Veren Oedensz, Dirck (I31189)
|
39123 | Repertorium op de grafelijke lenen in Rijnland WARMOND leen 402. Het (1443: broek)land in Warmond, waar de leenman op woont, 10 pond waardig, (1377: groot 3½ morgen en 1 ⁄12 van 4 hont, genaamd Bredeveld; 1447: noordoost: Boudijn Vlaming, zuidwest en noordwest: ervan Jan van Rijswijk). ..-.-1281: Jan die Duker vermeld, LRK 5 fol. 55. 24-12-1377: Dirk Vernoedenz. bij koop na de dood van Nikolaas Duker, zijn broer, voor 10 pond aan Dirk Foppenz., rentmeester van Noord-Holland, LRK 52 fol. 1v nr. 5, Graven van Holland, inv. 227 in fine, RR. 221. 25-1-1390: Jan Duker Dirksz. met ledige hand, LRK 52 fol. 1v nr. 7, Graven van Holland, inv. 227 in fine. 10-2-1434: Mr. Pieter Ovelaar, chirurgijn, bij koop na de dood van Jan Duker voor 25 hollandse schilden aan de rentmeester-generaal, LRK 62 fol. 169v, LRK 114 fol. 15v-16, LRK 61 fol. 122 Ook nog een vermelding in het Oude register van Graaf Florens (DBNL) 1282 - ca 1346: Leen 241: Jan de Duker te Waremunde. tlant te Waremunde. daer hi op. woent. van .x. ℔. Dit leen is in 1287 geregistreerd, maar het kan zijn dat het gebaseerd is op oudere gegevens. Vermoedelijk gaat het in bovenstaande lenen om hetzelfde land (in 1287 en in 1377 10 pond waard). Het Bredeveld lag aan de oever van de Zijl, in de Boterhuispolder, niet ver van de huidige boerderij ‘De Nieuwe Boterhuiswoning’ (Zijldijk 7). | Duker, Jan Dirksz (I31193)
|
39124 | Repertorium op de grafelijke lenen in Rijnland WARMOND leen 402. Het (1443: broek)land in Warmond, waar de leenman op woont, 10 pond waardig, (1377: groot 3½ morgen en 1 ⁄12 van 4 hont, genaamd Bredeveld; 1447: noordoost: Boudijn Vlaming, zuidwest en noordwest: ervan Jan van Rijswijk). ..-.-1281: Jan die Duker vermeld, LRK 5 fol. 55. 24-12-1377: Dirk Vernoedenz. bij koop na de dood van Nikolaas Duker, zijn broer, voor 10 pond aan Dirk Foppenz., rentmeester van Noord-Holland, LRK 52 fol. 1v nr. 5, Graven van Holland, inv. 227 in fine, RR. 221. 25-1-1390: Jan Duker Dirksz. met ledige hand, LRK 52 fol. 1v nr. 7, Graven van Holland, inv. 227 in fine. 10-2-1434: Mr. Pieter Ovelaar, chirurgijn, bij koop na de dood van Jan Duker voor 25 hollandse schilden aan de rentmeester-generaal, LRK 62 fol. 169v, LRK 114 fol. 15v-16, LRK 61 fol. 122 Ook nog een vermelding in het Oude register van Graaf Florens (DBNL) 1282 - ca 1346: Leen 241: Jan de Duker te Waremunde. tlant te Waremunde. daer hi op. woent. van .x. ℔. Dit leen is in 1287 geregistreerd, maar het kan zijn dat het gebaseerd is op oudere gegevens. Vermoedelijk gaat het in bovenstaande lenen om hetzelfde land (in 1287 en in 1377 10 pond waard). Het Bredeveld lag aan de oever van de Zijl, in de Boterhuispolder, niet ver van de huidige boerderij ‘De Nieuwe Boterhuiswoning’ (Zijldijk 7). | Duker, Claes (I31197)
|
39125 | Repertorium op de grafelijke lenen in Rijnland WARMOND leen 402. Het (1443: broek)land in Warmond, waar de leenman op woont, 10 pond waardig, (1377: groot 3½ morgen en 1 ⁄12 van 4 hont, genaamd Bredeveld; 1447: noordoost: Boudijn Vlaming, zuidwest en noordwest: ervan Jan van Rijswijk). ..-.-1281: Jan die Duker vermeld, LRK 5 fol. 55. 24-12-1377: Dirk Vernoedenz. bij koop na de dood van Nikolaas Duker, zijn broer, voor 10 pond aan Dirk Foppenz., rentmeester van Noord-Holland, LRK 52 fol. 1v nr. 5, Graven van Holland, inv. 227 in fine, RR. 221. 25-1-1390: Jan Duker Dirksz. met ledige hand, LRK 52 fol. 1v nr. 7, Graven van Holland, inv. 227 in fine. 10-2-1434: Mr. Pieter Ovelaar, chirurgijn, bij koop na de dood van Jan Duker voor 25 hollandse schilden aan de rentmeester-generaal, LRK 62 fol. 169v, LRK 114 fol. 15v-16, LRK 61 fol. 122 Ook nog een vermelding in het Oude register van Graaf Florens (DBNL) 1282 - ca 1346: Leen 241: Jan de Duker te Waremunde. tlant te Waremunde. daer hi op. woent. van .x. ℔. Dit leen is in 1287 geregistreerd, maar het kan zijn dat het gebaseerd is op oudere gegevens. Vermoedelijk gaat het in bovenstaande lenen om hetzelfde land (in 1287 en in 1377 10 pond waard). Het Bredeveld lag aan de oever van de Zijl, in de Boterhuispolder, niet ver van de huidige boerderij ‘De Nieuwe Boterhuiswoning’ (Zijldijk 7). | Duker, Jan (I31202)
|
39126 | Repertorium op de grafelijke lenen in Rijnland ZOETERWOUDE leen 495. 9 à 10 morgen land in Zoeterwoude in Boshuizen (1399: in de woning van Wouter van der Brugge), genaamd Hannekens land. 15-7-1314: Hugo van der Bregge bij overdracht door Floris Foykenz., LRK 49 fol. 9v-10. ... | Foijkens, Floris (I31179)
|
39127 | Repertorium op de grafelijke lenen in Zuid-Holland, Voorne, Putten en ten zuiden van de Grote Waard Leen 1i: Een achtste van Abbenbroek (1526: met hoog, middel- en laag gerecht, jaarschot en gorsetting, jaarlijks 20 pond 9 s. 21 mijt waardig). 1-1-1465: Gerard van Abbenbroek Boudijn Hartsz. bij dode van Katharina, dochter van Gerard van Abbenbroek, zijn moeder, LRK 117 c. Zeeland fol. 16, Rekenkamer, nr. 6 rood fol. 80. ... | van Abbenbroek, Vrouwe Catharina Gerrit Janszn (I24773)
|
39128 | Repertorium op de lenen van de Hofstede Warmond Plaats niet bekend leen 164. 1 morgen land, genaamd Ossegras. 1-11-1390: Jan van den Woude, die zegelt: een gekroonde leeuw, en Gijsbert van Warmond betuigen de verkoop door IJsbrand Willemsz. (zoon van Willem Duker) aan Jan Duker, diens neef, te bevestigen door heer Jacob van den Woude NB het lijkt hier te gaan om land te Warmond dat ook de Ossekamp werd genoemd. | Duker, Jan Dirksz (I31193)
|
39129 | Repertorium op de lenen van de hofstede Warmond WARMOND leen 95. 2½ morgen land in Wedeveld (Bredeveld). 2-11-1328: Gerard Duker, te komen op Jan, zijn zoon, of Nikolaas, zijn zoon, Geertruida, zijn dochter, of Willem en Dirk, zijn zoons, 575. Willem en Dirck worden als keveskinderen (bastaardkinderen) vermeld. | Veren Oedensz, Dirck (I31189)
|
39130 | Repertorium op de lenen van de hofstede Warmond WARMOND leen 95. 2½ morgen land in Wedeveld (Bredeveld). 2-11-1328: Gerard Duker, te komen op Jan, zijn zoon, of Nikolaas, zijn zoon, Geertruida, zijn dochter, of Willem en Dirk, zijn zoons, 575. Willem en Dirck worden als keveskinderen (bastaardkinderen) vermeld. | Duker, Gerard (I31190)
|
39131 | Repertorium op de lenen van de hofstede Warmond WARMOND leen 95. 2½ morgen land in Wedeveld (Bredeveld). 2-11-1328: Gerard Duker, te komen op Jan, zijn zoon, of Nikolaas, zijn zoon, Geertruida, zijn dochter, of Willem en Dirk, zijn zoons, 575. Willem en Dirck worden als keveskinderen (bastaardkinderen) vermeld. | Duker, Willem (I31196)
|
39132 | Repertorium op de lenen van de hofstede Warmond WARMOND leen 95. 2½ morgen land in Wedeveld (Bredeveld). 2-11-1328: Gerard Duker, te komen op Jan, zijn zoon, of Nikolaas, zijn zoon, Geertruida, zijn dochter, of Willem en Dirk, zijn zoons, 575. Willem en Dirck worden als keveskinderen (bastaardkinderen) vermeld. | Duker, Claes (I31197)
|
39133 | Repertorium op de lenen van de hofstede Warmond WARMOND leen 95. 2½ morgen land in Wedeveld (Bredeveld). 2-11-1328: Gerard Duker, te komen op Jan, zijn zoon, of Nikolaas, zijn zoon, Geertruida, zijn dochter, of Willem en Dirk, zijn zoons, 575. Willem en Dirck worden als keveskinderen (bastaardkinderen) vermeld. | Duker, Jan (I31201)
|
39134 | Repertorium op de lenen van de hofstede Warmond WARMOND leen 95. 2½ morgen land in Wedeveld (Bredeveld). 2-11-1328: Gerard Duker, te komen op Jan, zijn zoon, of Nikolaas, zijn zoon, Geertruida, zijn dochter, of Willem en Dirk, zijn zoons, 575. Willem en Dirck worden als keveskinderen (bastaardkinderen) vermeld. | Duker, Geertuida (I31203)
|
39135 | Repertorium op de lenen van Honingen: De helft van 6 morgen min ¼ hond land in Ommerden(1584: belend ten oosten: Neel Cornelisz. Scheer, ten westen: het Gasthuis te Schiedam, ten noorden: Adriaen Lambrechtsz. c.s.). 25-6-1543: Maerten Cornelisz., na overdracht door zijn broer Allert Cornelisz. 16-1-1544: Fevs Claesz., na overdracht door Maerten Cornelisz. 29-4-1579: Michiel Feysz., bij dode van zijn vader Feys Claesz. (28-4-1579: David Ewoutsz., schout-, en Adriaen Jansz. en Claes Willemsz., buren te Hillegersberg en Rotterban, oorkonden dat Michiel Feysz. machtigt Maerten Dircksz. en Adriaen Claesz. het leen te verheffen). 21-4-1584: Pieter Jansz., na overdracht door Michiel Feysz. | Cotebij, Michiel Feijsz (I25540)
|
39136 | Repertorium op de lenen van Honingen: De helft van 6 morgen min ¼ hond land in Ommerden(1584: belend ten oosten: Neel Cornelisz. Scheer, ten westen: het Gasthuis te Schiedam, ten noorden: Adriaen Lambrechtsz. c.s.). 25-6-1543: Maerten Cornelisz., na overdracht door zijn broer Allert Cornelisz. 16-1-1544: Fevs Claesz., na overdracht door Maerten Cornelisz. 29-4-1579: Michiel Feysz., bij dode van zijn vader Feys Claesz. (28-4-1579: David Ewoutsz., schout-, en Adriaen Jansz. en Claes Willemsz., buren te Hillegersberg en Rotterban, oorkonden dat Michiel Feysz. machtigt Maerten Dircksz. en Adriaen Claesz. het leen te verheffen). 21-4-1584: Pieter Jansz., na overdracht door Michiel Feysz. | Claesz, Feijs (I25568)
|
39137 | Repertorium op de lenen van Honingen: De oostelijke helft van het Baersmeer in Ommerden, en 2 morgen land aan de oostzijde van het meer, aan de westkant in een zate van 8 morgen (1592: de helft van 2 morgen land enz.). Belend aan beide zijden Dirck Geerlofsz., ten noorden: kappelrie land van Zevenhuysen, genaamd de Vinckenkamp (1592: ten oosten: Ariaen Maertsz.). 13-11-1519: Jacob Adriaensz., na overdracht door Meyne Claes Gerritszoonsdochter, gehuwd met Jan Dircxz. 1-4-1536: Feys Claesz., zwager van- en na overdracht door Jacob Adriaensz. 28-1-1537: Aernt Claes Hoflandt, onmondig, oom: Gerit Arentsz. Hoflandt, schout te Schiebrouck, bij dode van zijn grootmoeder Clementia Claes Gerijts Smitszoonsdochter en van zijn vader Claes Aertsz. 24-5-1539: Gerijt Aertsz. Hofland, baljuw te Bleyswijck en schout te Schiebrouck, na overdracht door Feys Claesz. 28-8-1539: Jacob Dircxz. te Ommerden, na overdracht door Gerrit Aertsz. Hoflandt, baljuw te Bleyswijck en schout te Schiebrouck. | Claesz, Feijs (I25568)
|
39138 | Repertorium van eigenaars en gebruikers Lekdijk samengesteld door mevr. A.W. den Hartogh-Zijderveld no. 60 - 3½ morgen 1580 D. Jan Bastiaensz. Bloom 4 roe 14 voet, toecomende de helft hemselffs ende d'ander helft die kerck 1593 D. Jan Bastiaensz. Bloom 5 roe, eigenaar voor de helft, ende die kerck tot Jaersvelt voir d'ander helft, van een halve morgen no. 61 - 16 morgen en 1 morgen 1580 Jan Bastiaensz. Bloom als nasaet van Peter van Dam, 22 roe 1593 Jan Bastiaensz. Bloom 5 roe, eigenaar van een half morgen, 23 roe. | Blom, Jan Bastiaensz (I28202)
|
39139 | request: op heijden 25 augustus 1610 Willem Jacobsz Gardijn out omtrent XLIII (43 jaar) | Gordijn, Willem Jacobsz. (I15719)
|
39140 | Reuver-Leeuwen: 13-6-1626: Ten overstaan van Goerdt Quiten, dagelijks richter, Heincken Eingels en Paulus in der Hoven, schepenen te Beesel, draagt Peter, zoon van Thiss Eingels, ongeveer 3 morgen erf met houtgewas in de Wilder Hoeven gelegen voor een bedrag van 300 gulden Roermonds over aan Jan Schlousen en Bartten, echtelieden. 10-1-1627: Ten overstaan van Goerdt Quiten, dagelijks richter, Heinrich Eingels en Paulus in der Hoeven, schepenen, draagt kremer Herman van Biesel met toestemming van zijn vrouw Grietgen 1 morgen land in de Wilder Hoeven gelegen tussen Jan Schloussen en het erf van jonker Dursdal, voor een bedrag van 53 daalder over aan Johan Schloussen en Bartt Quiten, echtelieden. | Sluijsen, Jan (I27117)
|
39141 | Reuver-Leeuwen: 13-6-1626: Ten overstaan van Goerdt Quiten, dagelijks richter, Heincken Eingels en Paulus in der Hoven, schepenen te Beesel, draagt Peter, zoon van Thiss Eingels, ongeveer 3 morgen erf met houtgewas in de Wilder Hoeven gelegen voor een bedrag van 300 gulden Roermonds over aan Jan Schlousen en Bartten, echtelieden. 10-1-1627: Ten overstaan van Goerdt Quiten, dagelijks richter, Heinrich Eingels en Paulus in der Hoeven, schepenen, draagt kremer Herman van Biesel met toestemming van zijn vrouw Grietgen 1 morgen land in de Wilder Hoeven gelegen tussen Jan Schloussen en het erf van jonker Dursdal, voor een bedrag van 53 daalder over aan Johan Schloussen en Bartt Quiten, echtelieden. | Quiten, Bartgen (I27120)
|
39142 | Rheijn Cornelisz van Thijn 0-3-0 (soo voor hem als getrouw hebbende de wed. va(n) Jan Maertsz 0-8-0 | van Rijn, Reijn Corneliszn (I23458)
|
39143 | Rheijn Cornelisz van Thijn 0-3-0 (soo voor hem als getrouw hebbende de wed. va(n) Jan Maertsz 0-8-0 | Halvemaen, Neeltgen Corssendsdr (I23461)
|
39144 | Rheijn Corns. Huijgen van Rhijn getrouwd met Neeltgen Corssensdr, weduwe van Jan Maertens, en Pieter Pietersz Colijn samen met Pieter Corns. Berch voogden van Neeltgen Jansdr, dochter van de Jan Maertens, verkopen aan Arie Jansen van der Laen, een huis, erf, land e.d. in Stompwijk. | van Rijn, Reijn Corneliszn (I23458)
|
39145 | Rheijn Corns. Huijgen van Rhijn getrouwd met Neeltgen Corssensdr, weduwe van Jan Maertens, en Pieter Pietersz Colijn samen met Pieter Corns. Berch voogden van Neeltgen Jansdr, dochter van de Jan Maertens, verkopen aan Arie Jansen van der Laen, een huis, erf, land e.d. in Stompwijk. | Halvemaen, Neeltgen Corssendsdr (I23461)
|
39146 | Rheijn Corns. Huijgen van Rhijn wonend in 't Oosteinde van Stompwijk verkoopt aan zijn zwager Pieter Pietersz Jonge Colijn, ook aldaar wonend, een partij weiland te Stompwijk, in de naam van zijn vrouw, gekomen uit de boedel van zijn schoonmoeder, Lijsbeth Corns.dr | van Rijn, Reijn Corneliszn (I23458)
|
39147 | Riches was een rijke koopman oorspronkelijk uit Amsterdam die zich vestigde in de parochie van St Laurence Pountney in Londen. Hij was lid van de Grocers Company en een Common Councilman van Dowgate (1678-1683, 1689) en een Deputy in 1685. Hij was een Churchwarden van St Laurence Pountney 1680-2. Politiek gezien werd hij beoordeeld als een "goede", d.w.z. betrouwbare, Tory. | Riches, Johannis (I13908)
|
39148 | Ridder | van Asperen en Hagestein, Otto II (I1834)
|
39149 | Ridder (1182), heer van Petegem en Cysoing (1197). Is vermeld 1177-1220. | van Cysoing, Jan II (I3560)
|
39150 | Ridder, heemraad van Delftland, rentmeester van Noord-Holland, vermeld 1360-1406.Hij was gegoed o.a. onder Maasland en te Rodenrijs, waar hij de "woning tot Rodenrise" in leen hield van Brederode. In 1398 moet Dirk van Hodenpijl, ridder, met zijn vijf gewapende mannen graaf Albert te hulp komen tegen de Friezen. Zijn zegel: geschuinbalkt van 6 stukken (1398). | van Hodenpijl, Dirk Jansz (I5343)
|
Gegevens mogen worden overgenomen met bronvermelding. Wegens auteursrecht kunnen afbeeldingen niet worden gekopieerd.