Aantekeningen: Genealogie familie Alsemgeest

Aantekeningen

Treffers 2,851 t/m 2,900 van 48,679

#	Aantekeningen	Verbonden met
2851	9-1-1651: NA Woerden: Jan Joosten Blockhuijs, ook voor Leendert Pietersz Zijp gehuwd met Metgen Joosten Blockhuijs; Gerrebrant Michiels van der Cade, gehuwd met Merrichgen Joosten Blockhuijs; Hendrick Joosten Blockhuijs hebben verkocht aan Jacob Gerritsz Goethart, hun zwager, hun erfdeel van een 'huijsinge ende hove staende ende gelegen onder den poorterije der stede Woerden, genaemt het Blockhuijs' met alle nagelvaste en roerende goederen, zoals een oude kast, kaasplanken, schalen. Naast ten oosten Jacob Melissz, sluijsscheepmr.; ten westen de uitwatering van Mijsijde van Camerick ende van Segvelt, sijnde d'selve uijtwateringe genaemt de Greft.... Het erfdeel komt van het overlijden van de moeder, Neeltgen Cornelis. Een deel heeft de koper verkregen van Pool, Claes en Aertien Joosten Blockhuijs.	Blockhuijs, Hendrick Joosten (I23691)
2852	9-1-1651: NA Woerden: Jan Joosten Blockhuijs, ook voor Leendert Pietersz Zijp gehuwd met Metgen Joosten Blockhuijs; Gerrebrant Michiels van der Cade, gehuwd met Merrichgen Joosten Blockhuijs; Hendrick Joosten Blockhuijs hebben verkocht aan Jacob Gerritsz Goethart, hun zwager, hun erfdeel van een 'huijsinge ende hove staende ende gelegen onder den poorterije der stede Woerden, genaemt het Blockhuijs' met alle nagelvaste en roerende goederen, zoals een oude kast, kaasplanken, schalen. Naast ten oosten Jacob Melissz, sluijsscheepmr.; ten westen de uitwatering van Mijsijde van Camerick ende van Segvelt, sijnde d'selve uijtwateringe genaemt de Greft.... Het erfdeel komt van het overlijden van de moeder, Neeltgen Cornelis. Een deel heeft de koper verkregen van Pool, Claes en Aertien Joosten Blockhuijs.	Blockhuijs, Pool Joosten (I23692)
2853	9-1-1651: NA Woerden: Jan Joosten Blockhuijs, ook voor Leendert Pietersz Zijp gehuwd met Metgen Joosten Blockhuijs; Gerrebrant Michiels van der Cade, gehuwd met Merrichgen Joosten Blockhuijs; Hendrick Joosten Blockhuijs hebben verkocht aan Jacob Gerritsz Goethart, hun zwager, hun erfdeel van een 'huijsinge ende hove staende ende gelegen onder den poorterije der stede Woerden, genaemt het Blockhuijs' met alle nagelvaste en roerende goederen, zoals een oude kast, kaasplanken, schalen. Naast ten oosten Jacob Melissz, sluijsscheepmr.; ten westen de uitwatering van Mijsijde van Camerick ende van Segvelt, sijnde d'selve uijtwateringe genaemt de Greft.... Het erfdeel komt van het overlijden van de moeder, Neeltgen Cornelis. Een deel heeft de koper verkregen van Pool, Claes en Aertien Joosten Blockhuijs.	Blockhuijs, Claes Joosten (I23693)
2854	9-1-1651: NA Woerden: Jan Joosten Blockhuijs, ook voor Leendert Pietersz Zijp gehuwd met Metgen Joosten Blockhuijs; Gerrebrant Michiels van der Cade, gehuwd met Merrichgen Joosten Blockhuijs; Hendrick Joosten Blockhuijs hebben verkocht aan Jacob Gerritsz Goethart, hun zwager, hun erfdeel van een 'huijsinge ende hove staende ende gelegen onder den poorterije der stede Woerden, genaemt het Blockhuijs' met alle nagelvaste en roerende goederen, zoals een oude kast, kaasplanken, schalen. Naast ten oosten Jacob Melissz, sluijsscheepmr.; ten westen de uitwatering van Mijsijde van Camerick ende van Segvelt, sijnde d'selve uijtwateringe genaemt de Greft.... Het erfdeel komt van het overlijden van de moeder, Neeltgen Cornelis. Een deel heeft de koper verkregen van Pool, Claes en Aertien Joosten Blockhuijs.	Blockhuijs, Aertgen Joosten (I23694)
2855	9-1-1651: NA Woerden: Jan Joosten Blockhuijs, ook voor Leendert Pietersz Zijp gehuwd met Metgen Joosten Blockhuijs; Gerrebrant Michiels van der Cade, gehuwd met Merrichgen Joosten Blockhuijs; Hendrick Joosten Blockhuijs hebben verkocht aan Jacob Gerritsz Goethart, hun zwager, hun erfdeel van een 'huijsinge ende hove staende ende gelegen onder den poorterije der stede Woerden, genaemt het Blockhuijs' met alle nagelvaste en roerende goederen, zoals een oude kast, kaasplanken, schalen. Naast ten oosten Jacob Melissz, sluijsscheepmr.; ten westen de uitwatering van Mijsijde van Camerick ende van Segvelt, sijnde d'selve uijtwateringe genaemt de Greft.... Het erfdeel komt van het overlijden van de moeder, Neeltgen Cornelis. Een deel heeft de koper verkregen van Pool, Claes en Aertien Joosten Blockhuijs.	Blockhuijs, Geertgen Joosten (I23695)
2856	9-1-1654: Cornelis Joppen Caen, pottendraaier, wonende te Utrecht en Gerrit Muyser wonende alhier, sluiten een overeenkomst dat Caen gedurende 6 jaar indienst komt van Muyser om potten te draaien en met name suikerpotten. Naast het draaien en vormen zal hij net als de andere knechten het vloerwerk moeten doen, zoals aardetreden, de oven stoken, snijden en afbakken, en de knechten leren draaien. De werkdag is 12 uren waarvoor de eerste 2 jaar op de 18e dag en de andere 4 jaar op de 20e dag wordt betaald. Als loon ontvangt hij 80 gulden per jaar, plus 20 gulden voor het vormen en gieten van de aarde( de zgn. gootpenning. Caen mag niet naar een andere werkgever gaan mits hij een jaar tevoren dit aandient. Bij overlijden van Muyser zullen zijn nakomelingen zijn dienst mogen opzeggen. 31-01-1656: Jan Roos, pottendraaier,verbindt zich opnieuw voor 6 jaar om bij Gerrard Muysert, of Musert, pottenbakker en wantstover, als pottendraaier te werken. Hij zal alle nodige opgedragen werkzaamheden in de potterij, wantstoverij en teerderij, met de andere knechten uitvoeren. Tevens zal hij een Engelse jongen, Jan Matthiasse, in het vak opleiden. Hij verdient voor zijn werk 1 gulden per (12-urige) werkdag; Muysert zal hem per jaar in totaal 175 gulden "voorloon" geven en 25 gulden handgeld. Bij gebleken vakkundigheid van leerjongen Mathiasse krijgen ze samen 25 gulden. Jan mag geen werk voor anderen doen. Gerrard tekent als Gerrit Muyser.	Muijsert, Gerrit Jansz (I17673)
2857	9-1-1715 tot 22-12-1715 Ging als ziekentrooster aan boord van het schip Voorburg en vermaakt zijn gage aan zijn vrouw Cristina van der Wijde.	van der Kade, Gerbrant Michielsz (I23686)
2858	9-12-1619: Jacob Jacobs van Wesel, pontgaerder in Dordrecht en zijn vrouw Jannette Jans, (Pieteren Pauwels de Cocx - haar oude vader) transporteren aan Franchois Adriaenszn, zijdenlakenverkoper te Dordrecht, de jaarlijkse rente van 13 sijns gulden en 4 stuivers, die aan de oude vader van Jannette was toegekomen	van Dorsten, Frans Adriaensen (I21260)
2859	9-12-1619: Jacob Jacobs van Wesel, pontgaerder in Dordrecht en zijn vrouw Jannette Jans, (Pieteren Pauwels de Cocx - haar oude vader) transporteren aan Franchois Adriaenszn, zijdenlakenverkoper te Dordrecht, de jaarlijkse rente van 13 sijns gulden en 4 stuivers, die aan de oude vader van Jannette was toegekomen	van Wesel, Jacob Jacobs (I21397)
2860	9-12-1619: Jacob Jacobs van Wesel, pontgaerder in Dordrecht en zijn vrouw Jannette Jans, (Pieteren Pauwels de Cocx - haar oude vader) transporteren aan Franchois Adriaenszn, zijdenlakenverkoper te Dordrecht, de jaarlijkse rente van 13 sijns gulden en 4 stuivers, die aan de oude vader van Jannette was toegekomen	de Kock, Jannette Jans (I21405)
2861	9-12-1656 RIJKEL ‑ Overdracht akkerland Ten overstaan van Matthijs Enggels en Willem Quijten, schepenen, en Gordt Quijten, bode in plaats van de scholtis, dragen Gerit Hanssen en Lindert van Kessel met toestemming van hun echtgenotes, krachtens volmacht van 9 december 1656 gepasseerd voor schepenen van Maesniel, 3 vierdel plaats akkerland in het Rijckelsche Velt gelegen tussen de erfgenamen van Hendrick Sluijsen en Jelis van Oist, met de korte zijden grenzend aan de maasoever en de openbare Rickelschen weg, belast met jaarlijks 1 3/4 kop rogge, schatting en tiende, voor een bedrag van 140 gulden over aan Dierck Stams en Neesken Quijten, echtelieden. De koopsom is afkomstig van de patrimoniale goederen te Swalmen die door Stams zijn verkocht en moet na zijn overlijden weer terugvallen op zijn erfgenamen. 24-11-1661 RIJKEL ‑ Overdracht hooiland. Ten overstaan van Willem Quijten en Gordt Cruijsbergen, schepenen van Beesel en Belfeld, en Gordt Quijten, bode in plaats van de scholtis, dragen Gerart Hanssen en Lindert van Kessel met toestemming van hun echtgenoten Beertien Sluijsen en Neesken Sluijsen een hooiland in de Rickelsche Benden gelegen tussen de erfgenamen Juth Bosmans en Neesken Quijten, met de korte zijden grenzend aan de Maas en de weg, voor een bedrag van 260 gulden Roermonds en anderhalf malder rogge, drie Carlijen à 5 gulden 5 stuiver en een halve dukaat als vertegenispenning en eenmalig een fles, over aan Jan Cruijsbergen en Anna Buerskens, alles volgens onderhandse akte van 14 november 1661.	Hansen, Gerardus (I27102)
2862	9-12-1656 RIJKEL ‑ Overdracht akkerland Ten overstaan van Matthijs Enggels en Willem Quijten, schepenen, en Gordt Quijten, bode in plaats van de scholtis, dragen Gerit Hanssen en Lindert van Kessel met toestemming van hun echtgenotes, krachtens volmacht van 9 december 1656 gepasseerd voor schepenen van Maesniel, 3 vierdel plaats akkerland in het Rijckelsche Velt gelegen tussen de erfgenamen van Hendrick Sluijsen en Jelis van Oist, met de korte zijden grenzend aan de maasoever en de openbare Rickelschen weg, belast met jaarlijks 1 3/4 kop rogge, schatting en tiende, voor een bedrag van 140 gulden over aan Dierck Stams en Neesken Quijten, echtelieden. De koopsom is afkomstig van de patrimoniale goederen te Swalmen die door Stams zijn verkocht en moet na zijn overlijden weer terugvallen op zijn erfgenamen. 24-11-1661 RIJKEL ‑ Overdracht hooiland. Ten overstaan van Willem Quijten en Gordt Cruijsbergen, schepenen van Beesel en Belfeld, en Gordt Quijten, bode in plaats van de scholtis, dragen Gerart Hanssen en Lindert van Kessel met toestemming van hun echtgenoten Beertien Sluijsen en Neesken Sluijsen een hooiland in de Rickelsche Benden gelegen tussen de erfgenamen Juth Bosmans en Neesken Quijten, met de korte zijden grenzend aan de Maas en de weg, voor een bedrag van 260 gulden Roermonds en anderhalf malder rogge, drie Carlijen à 5 gulden 5 stuiver en een halve dukaat als vertegenispenning en eenmalig een fles, over aan Jan Cruijsbergen en Anna Buerskens, alles volgens onderhandse akte van 14 november 1661.	Sluijsen, Beertien (I27116)
2863	9-12-1656 RIJKEL ‑ Overdracht akkerland Ten overstaan van Matthijs Enggels en Willem Quijten, schepenen, en Gordt Quijten, bode in plaats van de scholtis, dragen Gerit Hanssen en Lindert van Kessel met toestemming van hun echtgenotes, krachtens volmacht van 9 december 1656 gepasseerd voor schepenen van Maesniel, 3 vierdel plaats akkerland in het Rijckelsche Velt gelegen tussen de erfgenamen van Hendrick Sluijsen en Jelis van Oist, met de korte zijden grenzend aan de maasoever en de openbare Rickelschen weg, belast met jaarlijks 1 3/4 kop rogge, schatting en tiende, voor een bedrag van 140 gulden over aan Dierck Stams en Neesken Quijten, echtelieden. De koopsom is afkomstig van de patrimoniale goederen te Swalmen die door Stams zijn verkocht en moet na zijn overlijden weer terugvallen op zijn erfgenamen. 24-11-1661 RIJKEL ‑ Overdracht hooiland. Ten overstaan van Willem Quijten en Gordt Cruijsbergen, schepenen van Beesel en Belfeld, en Gordt Quijten, bode in plaats van de scholtis, dragen Gerart Hanssen en Lindert van Kessel met toestemming van hun echtgenoten Beertien Sluijsen en Neesken Sluijsen een hooiland in de Rickelsche Benden gelegen tussen de erfgenamen Juth Bosmans en Neesken Quijten, met de korte zijden grenzend aan de Maas en de weg, voor een bedrag van 260 gulden Roermonds en anderhalf malder rogge, drie Carlijen à 5 gulden 5 stuiver en een halve dukaat als vertegenispenning en eenmalig een fles, over aan Jan Cruijsbergen en Anna Buerskens, alles volgens onderhandse akte van 14 november 1661.	Sluijsen, Neesken (I27118)
2864	9-1479: Machtelt Gerrit Colynszdr nu Annitgen mr.Vincenten wedue 9 pond 3-1479: Machtelt Gerrit Colynszdr nu Annigen mr.Vincenten wedue 9 pond	Colijn, Machtelt Gerrits (I30617)
2865	9-4-1615: Dingna Dirck Otto van Eeuwijck met Jan Jacops van Wesel, haar man en voogd en Dirck Dirckszn, brouwer in de Moriaen te Breda, de zwager van Jan Jacops van Wesel, samen in de naam van Agata, oud 22 jaar , ook de dochter van Dirck Otto van Eeuwijck, verkopen op advies van Jan en Michiel Jacop Cotermans, de ooms van de Dingna en Agata, het huis, erf en hofje met gebruik en toegang tot een borneput (waterput) te Breda.	van Eeuwijck, Dingna Dirck Otto (I21360)
2866	9-4-1615: Dingna Dirck Otto van Eeuwijck met Jan Jacops van Wesel, haar man en voogd en Dirck Dirckszn, brouwer in de Moriaen te Breda, de zwager van Jan Jacops van Wesel, samen in de naam van Agata, oud 22 jaar , ook de dochter van Dirck Otto van Eeuwijck, verkopen op advies van Jan en Michiel Jacop Cotermans, de ooms van de Dingna en Agata, het huis, erf en hofje met gebruik en toegang tot een borneput (waterput) te Breda.	van Eeuwijck, Agata Dircxdr (I21362)
2867	9-4-1628 Lexmond RA.4 Compareerde Sebastiaen Sijlofsz man en voocht van Lijsken Adriaens ..., schuldig aen Jan Adriaens Pluijm x Maij Peters 11-1-1632 Lexmond RA.5 arrest Compareerde Vincent Aelbertsz gerechtsbode van Lexmond van wegen Bastiaen Sijlofsz gearresteert onder Mercelis Aertsz penn. schuldig aan Mercelis Mercelisz	Borsch, Bastiaen Sijlofsz (I18668)
2868	9-5-1585 huwelijkse voorwaarden bij notaris Ghijsbrecht van Wijck	Gezin: Arent Cornelisz / Annitgen Jansdr (F1674032499)
2869	9-5-1614. Jan Janszn. Clinckan is schuldig Jr Andries van Bronckhorst 30 KG per jr met hypotheek op 3 morgen land belend NO Huybert Jacobszn. erfgenamen, ZO de nieuwe watering, ZW d’Espellaen en NW d’Espel-duinen, 2 morgen houtland, belend NO Crijn Jacobszn., ZO d’Espelduinen, ZW d’Espellaen, NW de oude maenendaegse schoubare watering, nog belast met de custingpenningen welke betaald moeten worden aan Maerten Huybertszn. van Alckemade volgens de brief van 26-9-1613. Ongedateerd en ongetekend met schepenen van Lisse. Jan Janszn. Clinckan als principael en Crijn Jacobszn. duinmeier en Maerten Crijnenzn. zijn schoonvader als borgen. Jan Janszn. is schuldig aan Maerten Huybertszn. van Alckemade schuldig 2800 KG als vermeld in 476 folio 30v	Alckemade, Maerten Huijbertszn (I16794)
2870	9-5-1622: Jan Jacob van Wesel te Dordrecht en voor zijn vrouw Dingne Dirck Otten, heeft verkocht aan Jannen de Raedt de Jonge, zadelmaker, een geheel huis en 2 woningen met plein en pleintje te Breda in de St. Jans Strate, genaamd De Son.	van Eeuwijck, Dingna Dirck Otto (I21360)
2871	9-5-1622: Jan Jacob van Wesel te Dordrecht en voor zijn vrouw Dingne Dirck Otten, heeft verkocht aan Jannen de Raedt de Jonge, zadelmaker, een geheel huis en 2 woningen met plein en pleintje te Breda in de St. Jans Strate, genaamd De Son.	van Wesel, Jan Jacops (I21361)
2872	9-5-1654: Comp. [voor Gerrit van der Wel notaris te Delft] Leendert Quiringsz. van der Burgh bouwman en Neeltge Jansdr. van Ruijven echtelieden wonende in Woudharnas aan de Zwet en stellen de langstlevende van hen beiden tot voogd, en daarbij hij van zijn zijde Cornelis Jorisz. van Vliet zijn schoonbroeder, Leendert Heijmansz. van der Houve zijn neef en Pieter Dircxsz. Coppert zijn goede bekende, en zij van haar zijde Cornelis Arentsz. Hoochwecht haar schoonzoon, Vranck Pietersz. van der Valck haar zwager en Adriaen Dircxsz. Vermeer haar neef. Sluiten de weeskamer uit. 11-5-1654: Uit kracht van de clausule geïnsereerd in het principaal testament van mij Leendert Quiringsz. van der Burgh bij Gerrit van der Well bekrachtigd met een opschrift heb ik gewild dat van mijn zijde naast de genomnineerde voogden mede voogd wezen zal Pieter Philpsz. Heemskerck.	van Ruijven, Neeltgen Jansdr (I24599)
2873	9-5-1654: Comp. [voor Gerrit van der Wel notaris te Delft] Leendert Quiringsz. van der Burgh bouwman en Neeltge Jansdr. van Ruijven echtelieden wonende in Woudharnas aan de Zwet en stellen de langstlevende van hen beiden tot voogd, en daarbij hij van zijn zijde Cornelis Jorisz. van Vliet zijn schoonbroeder, Leendert Heijmansz. van der Houve zijn neef en Pieter Dircxsz. Coppert zijn goede bekende, en zij van haar zijde Cornelis Arentsz. Hoochwecht haar schoonzoon, Vranck Pietersz. van der Valck haar zwager en Adriaen Dircxsz. Vermeer haar neef. Sluiten de weeskamer uit. 11-5-1654: Uit kracht van de clausule geïnsereerd in het principaal testament van mij Leendert Quiringsz. van der Burgh bij Gerrit van der Well bekrachtigd met een opschrift heb ik gewild dat van mijn zijde naast de genomnineerde voogden mede voogd wezen zal Pieter Philpsz. Heemskerck.	van der Burch, Leendert Quirijnsz (I24600)
2874	9-5-1668: Adriaen Vrancken van den Bergh in Hodenpijl als getrouwd hebbende Maritgen Dircx, dochter van Jopje Joppen, voor een derde part, Leendert Leendertsz. van Bentwegh, Crijn Pietersz. Post man en voogd van Jonge Maertgen Leenderts, Claes Cornelisz. Perveen als getrouwd hebbende Oude Maertge Leenderts, te samen mede voor de resterende twee derde parten, kinderen en erfgenamen van Leendert Joppen die een broeder was van Eeuwout Joppen, geven in die kwaliteit gift aan Claes Cornelisz. van der Houff op Ackersdijck van 3 morgen 4 hond 22 roeden weiland zijnde geestelijk daarvan de ene helft is vrij en de andere helft onvrij hofland in het Zuideinde van Delfgauw in de hoefslag van de Oude Laen, staande de morgen op 6 ponden schots.	Bentwegh, Marijtgen Leendertsdr (de oude) (I24834)
2875	9-5-1668: Adriaen Vrancken van den Bergh in Hodenpijl als getrouwd hebbende Maritgen Dircx, dochter van Jopje Joppen, voor een derde part, Leendert Leendertsz. van Bentwegh, Crijn Pietersz. Post man en voogd van Jonge Maertgen Leenderts, Claes Cornelisz. Perveen als getrouwd hebbende Oude Maertge Leenderts, te samen mede voor de resterende twee derde parten, kinderen en erfgenamen van Leendert Joppen die een broeder was van Eeuwout Joppen, geven in die kwaliteit gift aan Claes Cornelisz. van der Houff op Ackersdijck van 3 morgen 4 hond 22 roeden weiland zijnde geestelijk daarvan de ene helft is vrij en de andere helft onvrij hofland in het Zuideinde van Delfgauw in de hoefslag van de Oude Laen, staande de morgen op 6 ponden schots.	Joppen, Leendert (I24841)
2876	9-5-1668: Adriaen Vrancken van den Bergh in Hodenpijl als getrouwd hebbende Maritgen Dircx, dochter van Jopje Joppen, voor een derde part, Leendert Leendertsz. van Bentwegh, Crijn Pietersz. Post man en voogd van Jonge Maertgen Leenderts, Claes Cornelisz. Perveen als getrouwd hebbende Oude Maertge Leenderts, te samen mede voor de resterende twee derde parten, kinderen en erfgenamen van Leendert Joppen die een broeder was van Eeuwout Joppen, geven in die kwaliteit gift aan Claes Cornelisz. van der Houff op Ackersdijck van 3 morgen 4 hond 22 roeden weiland zijnde geestelijk daarvan de ene helft is vrij en de andere helft onvrij hofland in het Zuideinde van Delfgauw in de hoefslag van de Oude Laen, staande de morgen op 6 ponden schots.	Jop (I24842)
2877	9-5-1668: Adriaen Vrancken van den Bergh in Hodenpijl als getrouwd hebbende Maritgen Dircx, dochter van Jopje Joppen, voor een derde part, Leendert Leendertsz. van Bentwegh, Crijn Pietersz. Post man en voogd van Jonge Maertgen Leenderts, Claes Cornelisz. Perveen als getrouwd hebbende Oude Maertge Leenderts, te samen mede voor de resterende twee derde parten, kinderen en erfgenamen van Leendert Joppen die een broeder was van Eeuwout Joppen, geven in die kwaliteit gift aan Claes Cornelisz. van der Houff op Ackersdijck van 3 morgen 4 hond 22 roeden weiland zijnde geestelijk daarvan de ene helft is vrij en de andere helft onvrij hofland in het Zuideinde van Delfgauw in de hoefslag van de Oude Laen, staande de morgen op 6 ponden schots.	Joppen, Eeuwout (I24843)
2878	9-5-1668: Adriaen Vrancken van den Bergh in Hodenpijl als getrouwd hebbende Maritgen Dircx, dochter van Jopje Joppen, voor een derde part, Leendert Leendertsz. van Bentwegh, Crijn Pietersz. Post man en voogd van Jonge Maertgen Leenderts, Claes Cornelisz. Perveen als getrouwd hebbende Oude Maertge Leenderts, te samen mede voor de resterende twee derde parten, kinderen en erfgenamen van Leendert Joppen die een broeder was van Eeuwout Joppen, geven in die kwaliteit gift aan Claes Cornelisz. van der Houff op Ackersdijck van 3 morgen 4 hond 22 roeden weiland zijnde geestelijk daarvan de ene helft is vrij en de andere helft onvrij hofland in het Zuideinde van Delfgauw in de hoefslag van de Oude Laen, staande de morgen op 6 ponden schots.	Joppen, Jopje (I24844)
2879	9-5-1668: Adriaen Vrancken van den Bergh in Hodenpijl als getrouwd hebbende Maritgen Dircx, dochter van Jopje Joppen, voor een derde part, Leendert Leendertsz. van Bentwegh, Crijn Pietersz. Post man en voogd van Jonge Maertgen Leenderts, Claes Cornelisz. Perveen als getrouwd hebbende Oude Maertge Leenderts, te samen mede voor de resterende twee derde parten, kinderen en erfgenamen van Leendert Joppen die een broeder was van Eeuwout Joppen, geven in die kwaliteit gift aan Claes Cornelisz. van der Houff op Ackersdijck van 3 morgen 4 hond 22 roeden weiland zijnde geestelijk daarvan de ene helft is vrij en de andere helft onvrij hofland in het Zuideinde van Delfgauw in de hoefslag van de Oude Laen, staande de morgen op 6 ponden schots.	Dirk (I24845)
2880	9-5-1668: Adriaen Vrancken van den Bergh in Hodenpijl als getrouwd hebbende Maritgen Dircx, dochter van Jopje Joppen, voor een derde part, Leendert Leendertsz. van Bentwegh, Crijn Pietersz. Post man en voogd van Jonge Maertgen Leenderts, Claes Cornelisz. Perveen als getrouwd hebbende Oude Maertge Leenderts, te samen mede voor de resterende twee derde parten, kinderen en erfgenamen van Leendert Joppen die een broeder was van Eeuwout Joppen, geven in die kwaliteit gift aan Claes Cornelisz. van der Houff op Ackersdijck van 3 morgen 4 hond 22 roeden weiland zijnde geestelijk daarvan de ene helft is vrij en de andere helft onvrij hofland in het Zuideinde van Delfgauw in de hoefslag van de Oude Laen, staande de morgen op 6 ponden schots.	Dircx, Maritgen (I24846)
2881	9-5-1668: Adriaen Vrancken van den Bergh in Hodenpijl als getrouwd hebbende Maritgen Dircx, dochter van Jopje Joppen, voor een derde part, Leendert Leendertsz. van Bentwegh, Crijn Pietersz. Post man en voogd van Jonge Maertgen Leenderts, Claes Cornelisz. Perveen als getrouwd hebbende Oude Maertge Leenderts, te samen mede voor de resterende twee derde parten, kinderen en erfgenamen van Leendert Joppen die een broeder was van Eeuwout Joppen, geven in die kwaliteit gift aan Claes Cornelisz. van der Houff op Ackersdijck van 3 morgen 4 hond 22 roeden weiland zijnde geestelijk daarvan de ene helft is vrij en de andere helft onvrij hofland in het Zuideinde van Delfgauw in de hoefslag van de Oude Laen, staande de morgen op 6 ponden schots.	van Bentwegh, Leendert Leendertsz (I24848)
2882	9-5-1668: Adriaen Vrancken van den Bergh in Hodenpijl als getrouwd hebbende Maritgen Dircx, dochter van Jopje Joppen, voor een derde part, Leendert Leendertsz. van Bentwegh, Crijn Pietersz. Post man en voogd van Jonge Maertgen Leenderts, Claes Cornelisz. Perveen als getrouwd hebbende Oude Maertge Leenderts, te samen mede voor de resterende twee derde parten, kinderen en erfgenamen van Leendert Joppen die een broeder was van Eeuwout Joppen, geven in die kwaliteit gift aan Claes Cornelisz. van der Houff op Ackersdijck van 3 morgen 4 hond 22 roeden weiland zijnde geestelijk daarvan de ene helft is vrij en de andere helft onvrij hofland in het Zuideinde van Delfgauw in de hoefslag van de Oude Laen, staande de morgen op 6 ponden schots.	van Bentwegh, Maertgen Leenderts (de jonge) (I24849)
2883	9-5-1710 Hendrick Steckhoven, Cornelis Arentsz Ham en Jan Isbrantsz. Bredervelt zijn voogden van Ariaantie Hendricxsdr Kijper, weduwe van Willem Dircxsz Kluijs bij de verkoop van onroerend goed te Maasland.	van Steckhoven, Hendrick (I9673)
2884	9-6-1609 Mourijn Pietersz van Wouw bij dode van zijn broer Adriaen Pietersz van Wouw	Pietersz, Adriaen (I8445)
2885	9-6-1613: Aeltgen Pieters, wed. wijlen Floris Jansz., met Jan Jacobsz haer gecoren voocht, in desen volgens vertichtinge van 23-1-1613 draagt over aan haar zoon Gerrit Florisz en zijn erven: 6 morgen land 'onbegrepen der mate mat huijs barch schuijr' daar op staande, gelegen op het Hoogeind van Langeweide'. Op diezelfde dag krijgen haar zonen Pieter Floorisz en Evert Floorisz hun vaderlijke erfenis, namelijk respectievelijk 5 en 4 morgen land op het Hoogeind van Langeweide	Jansz, Floris (I22255)
2886	9-6-1613: Aeltgen Pieters, wed. wijlen Floris Jansz., met Jan Jacobsz haer gecoren voocht, in desen volgens vertichtinge van 23-1-1613 draagt over aan haar zoon Gerrit Florisz en zijn erven: 6 morgen land 'onbegrepen der mate mat huijs barch schuijr' daar op staande, gelegen op het Hoogeind van Langeweide'. Op diezelfde dag krijgen haar zonen Pieter Floorisz en Evert Floorisz hun vaderlijke erfenis, namelijk respectievelijk 5 en 4 morgen land op het Hoogeind van Langeweide	Pieters, Aeltgen (I22256)
2887	9-6-1613: Aeltgen Pieters, wed. wijlen Floris Jansz., met Jan Jacobsz haer gecoren voocht, in desen volgens vertichtinge van 23-1-1613 draagt over aan haar zoon Gerrit Florisz en zijn erven: 6 morgen land 'onbegrepen der mate mat huijs barch schuijr' daar op staande, gelegen op het Hoogeind van Langeweide'. Op diezelfde dag krijgen haar zonen Pieter Floorisz en Evert Floorisz hun vaderlijke erfenis, namelijk respectievelijk 5 en 4 morgen land op het Hoogeind van Langeweide	Florisz, Gerrit (I22268)
2888	9-6-1613: Aeltgen Pieters, wed. wijlen Floris Jansz., met Jan Jacobsz haer gecoren voocht, in desen volgens vertichtinge van 23-1-1613 draagt over aan haar zoon Gerrit Florisz en zijn erven: 6 morgen land 'onbegrepen der mate mat huijs barch schuijr' daar op staande, gelegen op het Hoogeind van Langeweide'. Op diezelfde dag krijgen haar zonen Pieter Floorisz en Evert Floorisz hun vaderlijke erfenis, namelijk respectievelijk 5 en 4 morgen land op het Hoogeind van Langeweide	Florisz, Evert (I22269)
2889	9-6-1613: Aeltgen Pieters, wed. wijlen Floris Jansz., met Jan Jacobsz haer gecoren voocht, in desen volgens vertichtinge van 23-1-1613 draagt over aan haar zoon Gerrit Florisz en zijn erven: 6 morgen land 'onbegrepen der mate mat huijs barch schuijr' daar op staande, gelegen op het Hoogeind van Langeweide'. Op diezelfde dag krijgen haar zonen Pieter Floorisz en Evert Floorisz hun vaderlijke erfenis, namelijk respectievelijk 5 en 4 morgen land op het Hoogeind van Langeweide	Florisz, Pieter (I22270)
2890	9-6-1883 - 1-8-1883 Albrecht woonde in de huizing no 69 te Ammerstol en is vertrokken naar Uithoorn. Op dat adres stonden ook weel andere mandenmakers vermeld. 11-11-1887 - 03-02-1888 Albrecht woonde met zijn gezin (vrouw en 2 dochters) korte tijd in Ammerstol. Daarvoor heeft hij in Pernis gewoond en na nog geen 3 maanden verhuisde hij naar Rotterdam.	Alsemgeest, Albrecht (I544)
2891	9-7-1565: Cornelis Franchois van Bodeghem, schout van Woutharnis, Groenevelt en Sint Aechtenrecht, Claes Eelgisz. en Jan Pietersz. Groenevelt, gezworenen aldaar, oorkonden dat Jacob Corstensz., wonende bij de Lierhant, verkoopt aan Govert IJsbrantsz., brouwer te Delft, 11 hond land in Wout Harnas, belend ten oosten: de Groeneveltse watering, ten zuiden: de Lierweg, ten westen en noordsn: de Groeneveltse molensloot, strekkende naar de Groeneveltse molen toe. Het land is belast als de buurlanden; borgen: Cornelis Neel Arisz. en Cornelis Jorisz., beiden wonende op ’t Wout. Met het zegel van de schout: gevierendeelt, 1 en 4: een in 2 rijen geschaakte dwarsbalk, rechtsboven vergezeld van een beladen schildhoek, die aan de balk stoot, in het schildhoofd een barensteel met 3 hangers; 2 en 3: een wijdbeens staande krijgsman.	Corstensz, Jacob (I3532)
2892	9-9-1662 Johannes Bruijnings en Thomas Uetenbogaert wonend in Amsterdam verklaren dat zij op 31-8-1662 getuige waren ten huijse van David Buteler in de Warmoesstraet in 't Wapen van Engelant. Zij hebben daar gehoord en gezien dat Maria van Aspere en haar man (Martagaij Zieren?) gepraat hebben over de opdrachten en 't stellen van waarborgen voor de vrijwaring van t huis.	Butler, David Jansz (I13881)
2893	9. (sic) 29-2-1644. Annetje Pietersdr. wede Willem Jeroenszn. van Steenvoorden met Adriaen Danielszn. van Tetroede haar zwager als haar gekoren voogd voor de helft, Jan Willemszn. van Steenvoorden en Adriaen Willemszn. van Steenvoorden meerderjarig wijders Cornelis Jeroenszn. van Steenvoorden en Willem Jacobszn. Haserswoude omen en voogden over de minderjarige kinderen van Annetje Pietersdr. en Willem Jeroenszn. verkopen Judith Symonsdr. wede Cornelis van Dorp 10 hond wei- of hooiland, belend NO de wede van Pieter Dirckszn. en Cornelis Claeszn., ZO Pieter Symonszn. en Willem Claeszn. van Steenvoorden wede, ZW de verkopers en Willem Jacobszn. Haserswoude en NW de voorsz. wede en erfgenamen. Voldaan met een obligatie van 1930 KG. 9. 25-2-1644. Dezelfde verkopen dezelfde 9 hond wei- of hooiland, belend NO de koopster, ZO de vrouwe van Offhem en ZW en NW de wede en erfgenamen van Willem Jeroenszn. voor 2120 KG gereed geld.	van der Fits, Annetje Pietersdr (I4272)
2894	9. 23-5-1578. Floris Corneliszn. en Cornelis Corneliszn. broers wonende Lisse en Jacob Hugenzn. man en voogd van Machtelt Cornelisdr. wonende Catwijk verkopen Anthonis Vranckenzn. 1 morgen land met huis, belast met 3 gulden 10 st erfpacht alsmede 5 duit per jr tbv de Koninklijke Majesteit	van Wassenaer, Floris Corneliszn (I19508)
2895	9. 23-5-1578. Floris Corneliszn. en Cornelis Corneliszn. broers wonende Lisse en Jacob Hugenzn. man en voogd van Machtelt Cornelisdr. wonende Catwijk verkopen Anthonis Vranckenzn. 1 morgen land met huis, belast met 3 gulden 10 st erfpacht alsmede 5 duit per jr tbv de Koninklijke Majesteit	Corneliszn, Cornelis (I19533)
2896	9. 23-5-1578. Floris Corneliszn. en Cornelis Corneliszn. broers wonende Lisse en Jacob Hugenzn. man en voogd van Machtelt Cornelisdr. wonende Catwijk verkopen Anthonis Vranckenzn. 1 morgen land met huis, belast met 3 gulden 10 st erfpacht alsmede 5 duit per jr tbv de Koninklijke Majesteit	Cornelisdr, Machtelt (I19534)
2897	9. 28-3-1491: Heyll Claes Aelwijnszoonsdochter, gehuwd met Maertijn Dircxz. die Vroechde, verkoopt aan Aper Melisz. een vierde deel van 3½ morgen land tussen de beide dijken ten noorden van Delfshaven, gemeen met Heyn Saelt, gehuwd met Geertruyt, de weduwe van Hugo Claes Aelwijnsz., met de andere helft, waarin Lysbet Aelwijn Claeszoonsdochter, gehuwd met Jan Dammasz. een vierde deel heeft, belend ten westen: Kathrijn, de weduwe van Symon Jan Mathijsz. met haar kinderen. Zij stelt zekerheid op 2 morgen land tussen Ouderschie en Schiedam, gelegen ten zuidoosten van de boomgaard van Symon Jacobsz., belend ten westen: de heilige geest van Sciedam, ten oosten: Willem Woutersz. Bezegeld door Cornelis Jacopsz., schepen van Delft: gedwarsbalkt van 6 stukken, en door Louens Hendricxz.: een gaande vogel op een gezoomd schild. 10. 11-4-1492: Lysbet Aelwijn Claeszoonsdochter, gehuwd met Jan Dammasz. verkoopt aan Aper Melisz. een vierde deel van 3½ morgen land ten noorden van Delfsehaven tussen de beide dijken, belend ten westen: Katrijn, de weduwe van Symon Jan Mathijsz. Dirc Jacopsz., stiefvader van Jan Dammasz. stelt zich borg. Bezegeld door Cornelis Jacopsz., schepen van Delft: gedwarsbalkt van 6 stukken. 6. 20-7-1521: Dirck Heynricxz., meester Cornelis Aerntsz. en Pieter Vranckenz., kerkmeesters van de Nieuwe Kerk te Delft, Joris Pietersz., Aelbrecht Dirxz. en Aper Jacopsz., gasthuismeesters van het Oude Gasthuis aldaar, verkopen aan Erckenraet, de weduwe van Aper Melisz., de helft van 7 hond 87½ gaarde land in Scoenreloe in het nieuwe land tussen de oude- en de nieuwe Maesdijk, gemeen met de koopster. Bezegeld door Aelbrecht Dircxz. 7. 27-7-1521: Meester Jan van der Meer, priester, en Steffenie Dircxdochter, gehuwd met Jacob Jansz. verkopen aan Erckenraet, de weduwe van Aper Melisz., twee delen van de helft van 7 hond 87½ gaarde land te Scoenreloe gemeen met de koopster, zoals vermeld in de er doorgestoken brief. Jacob Jan Bruynsz. stelt zich borg voor Jacob Jansz. en meester Jan Woutersz. cirurgijn voor de andere verkoper. Bezegeld door Claes Dircxsz. en door Jan Jansz.: een klimmende leeuw. 8. 20-8-1521: Dominicus Dircxz. verkoopt aan Erckenraet, de weduwe van Aper Melisz. een derde deel van de helft van 7 hond 78½ gaarde land te Scoenreloe gemeen met de koopster, zoals vermeld in de er doorgestoken brief en stelt als borg Willem Willemsz. Berger, olyslagher. Bezegeld door Claes Dircxz. van Nootdorp: een vogel op een … (heining?) en Jan Jansz. rentmeester: een klimmende leeuw.	van Melisdijck, Aper Melisz (I30592)
2898	9. 28-3-1491: Heyll Claes Aelwijnszoonsdochter, gehuwd met Maertijn Dircxz. die Vroechde, verkoopt aan Aper Melisz. een vierde deel van 3½ morgen land tussen de beide dijken ten noorden van Delfshaven, gemeen met Heyn Saelt, gehuwd met Geertruyt, de weduwe van Hugo Claes Aelwijnsz., met de andere helft, waarin Lysbet Aelwijn Claeszoonsdochter, gehuwd met Jan Dammasz. een vierde deel heeft, belend ten westen: Kathrijn, de weduwe van Symon Jan Mathijsz. met haar kinderen. Zij stelt zekerheid op 2 morgen land tussen Ouderschie en Schiedam, gelegen ten zuidoosten van de boomgaard van Symon Jacobsz., belend ten westen: de heilige geest van Sciedam, ten oosten: Willem Woutersz. Bezegeld door Cornelis Jacopsz., schepen van Delft: gedwarsbalkt van 6 stukken, en door Louens Hendricxz.: een gaande vogel op een gezoomd schild. 10. 11-4-1492: Lysbet Aelwijn Claeszoonsdochter, gehuwd met Jan Dammasz. verkoopt aan Aper Melisz. een vierde deel van 3½ morgen land ten noorden van Delfsehaven tussen de beide dijken, belend ten westen: Katrijn, de weduwe van Symon Jan Mathijsz. Dirc Jacopsz., stiefvader van Jan Dammasz. stelt zich borg. Bezegeld door Cornelis Jacopsz., schepen van Delft: gedwarsbalkt van 6 stukken. 6. 20-7-1521: Dirck Heynricxz., meester Cornelis Aerntsz. en Pieter Vranckenz., kerkmeesters van de Nieuwe Kerk te Delft, Joris Pietersz., Aelbrecht Dirxz. en Aper Jacopsz., gasthuismeesters van het Oude Gasthuis aldaar, verkopen aan Erckenraet, de weduwe van Aper Melisz., de helft van 7 hond 87½ gaarde land in Scoenreloe in het nieuwe land tussen de oude- en de nieuwe Maesdijk, gemeen met de koopster. Bezegeld door Aelbrecht Dircxz. 7. 27-7-1521: Meester Jan van der Meer, priester, en Steffenie Dircxdochter, gehuwd met Jacob Jansz. verkopen aan Erckenraet, de weduwe van Aper Melisz., twee delen van de helft van 7 hond 87½ gaarde land te Scoenreloe gemeen met de koopster, zoals vermeld in de er doorgestoken brief. Jacob Jan Bruynsz. stelt zich borg voor Jacob Jansz. en meester Jan Woutersz. cirurgijn voor de andere verkoper. Bezegeld door Claes Dircxsz. en door Jan Jansz.: een klimmende leeuw. 8. 20-8-1521: Dominicus Dircxz. verkoopt aan Erckenraet, de weduwe van Aper Melisz. een derde deel van de helft van 7 hond 78½ gaarde land te Scoenreloe gemeen met de koopster, zoals vermeld in de er doorgestoken brief en stelt als borg Willem Willemsz. Berger, olyslagher. Bezegeld door Claes Dircxz. van Nootdorp: een vogel op een … (heining?) en Jan Jansz. rentmeester: een klimmende leeuw.	Colijn, Erckenraet Danielsdr (I30596)
2899	9. Rapenburg 87 (en 85) Op 26-5-1579 koopt Sijmon Pouwelsz, boekverkoper van Delft, het huis en erve van Aelwijn Meesz met een huis in de nabijgelegen Kolfmakerssteeg. Bij de volkstelling in september 1581 staan Symon Pouwels, zijn vrouw Adriana Rijkendr en hun kinderen Margriete en Agathe op dit adres vermeld. 8. Hoek Nieuwstraat 4 en Van der Sterrepad 11 (was Burchgracht). Openbare bibliotheek Leiden Vermeld als Burgstreng. Het huidige gebouw dateert uit 1652. Bij de betaling van de tiende penningen in 1558 en 1561 wordt kanunnik Jacob van Endegeest vermeld als eigenaar. In 1578 Lijkt Geertruijt van Endegeest daar te wonen. Zij wordt dan vermeld als buur van een naastgelegen pand. Vanaf 1580 is het pand verhuurd aan Mr. Gerrit Fransz van Hoogstraten. Bij zijn huwelijk in 1585 met Margriete Symonsdr is Willem Hendricksz van der Laen eigenaar van het huis. Het echtpaar gaat daar ook wonen. Het huis wordt in 1585 vermeld als huijs in den houc. In de fraaie afbeelding uit het Grachtenboek van 1588 en de afbeelding uit het stratenboek uit 1591 is de naam van Willem van der Laen vermeld. Het is te zien, dat het een groot pand is, dicht bij de eeuwenoude burcht van Leiden. In 1606 wordt door de erfgenamen van Willem belasting betaald, berekend naar een aantal van vijf schoorstenen. Er werd aangifte gedaan door de (dienst)meid. In 1611 wordt vermeld dat het onroerend goed voorheen door de erfgenamen van Willem is verkocht aan Cornelis Claes Lambertsz van Zwieten (brouwer).	Bijman, Jonkvrouwe Margaretha Sijmon Pouwels (I30265)
2900	9. Rapenburg 87 (en 85) Op 26-5-1579 koopt Sijmon Pouwelsz, boekverkoper van Delft, het huis en erve van Aelwijn Meesz met een huis in de nabijgelegen Kolfmakerssteeg. Bij de volkstelling in september 1581 staan Symon Pouwels, zijn vrouw Adriana Rijkendr en hun kinderen Margriete en Agathe op dit adres vermeld. In 1585 wordt hij als bewoner vermeld maar ook als verhuurder van een nabijgelegen pand. Op 1-2-1586 wordt Adriana Rijckendr daar vermeld als weduwe van Symon Pouwels. De locatie van het huis staat afgebeeld in het grachtenboek 1587 (Simon Pouwelsz erfgenamen) en in het stratenboek van 1593/1597 (Adriana Rijckendr weduwe van Simon Pouwelsz). In 1599 wordt Adriane Rijckendr, weduwe van Sijmon Pouwelsz, dar vermeld in het register van gedwongen leningen. In het belastingboek van 1601 worden de erfgenamen van Ariaentgen Ryckendr vermeld als eigenaar van 2 naastgelegen panden. Zij betalen ook nog schoorsteengeld in 1606. De erfgenamen zijn dan eigenaar van 2 panden: een pand met 4 schoorstenen dat wordt bewoond door Barent Henricx en een pand met 5 schoorstenen, dat wordt bewoond door Roelandt Goublet, wiens huisvrouw aangifte doet van het schoorsteengeld. Volgens het bonboek wordt het pand door de erfgenamen op 20-6-1607 verkocht aan Harmen Burchgraeff. 10a. Kolfmakerssteeg 15 Op 9-5-1579 koopt Symons Pouwels, boekverkoper, van Lijsbeth Claesdr, weduwe van Joris IJemans (scheepmaker) een huisje en erve, gelegen naast een pand dat al eigendom is van Symon Pouwels. Mr Hubrecht Merevin is waarborg voor Symon. Het is niet bekend hoe lang het pand in het bezit was van de familie. 10b. Kolfmakerssteeg 17/19 Dit zijn de panden waarvan Sijmon Pouwels bij de koop van nr 15 al eigenaar was. Hij heeft de panden kennelijk verhuurd volgens de volkstelling in 1581 aan: Maretgen Jacobsdr huysvrou met haar kinderen Josijna en Pietertgen; Maretgen Daendels, Marietgen Joostendr wed v Gherrit Claesz wollewever met haar kinderen Claes en Hillegont. De erfgenamen van Adriaentgen Rijcken verkopen een pand op 11-3-1602 (slecht leesbaar) aan Henric Jansz. Het andere pand wordt op 26-9-1597 namens de erfgenamen van Sijmon Pouls verkocht door Willem van Craecken van der Laen (schoonzoon) getrouwd met Grietgen Sijmonsdr aan Lieven de Heuvel. 10c. Kolfmakersteeg 13 In 1585 wordt Symon Pouwelsz boucvercooper, als eigenaar vermeld van dit pand. 11. Binnenvestgracht 1 In 1585 wordt Simon Pouwels als eigenaar vermeld. Hij gebruikt dit als tuijn samen met het voorhuis. Op 3-7-1587 zijn de erfgenamen van Simon Pouwels eigenaar. Het perceel staat mooi afgebeeld in het Grachtenboek van Leiden. In het belastingboek van 1601 dragen de erfgenamen van Adriana Rijckerts tuin het eigendom van een deel van de tuin over aan Jacob Claesz. In 1606 verkopen IJsbrant Visscher en Pouwels Adriaensz Bijeman namens de erfgenamen een ander deel aan Jan Moens, timmerman. Het lijkt hier dus om een tuin te gaan.	Bijman, Sijmon Pouwels (I30267)

Aantekeningen

Verbonden met

2851

9-1-1651: NA Woerden:
Jan Joosten Blockhuijs, ook voor Leendert Pietersz Zijp gehuwd met Metgen Joosten Blockhuijs; Gerrebrant Michiels van der Cade, gehuwd met Merrichgen Joosten Blockhuijs; Hendrick Joosten Blockhuijs hebben verkocht aan Jacob Gerritsz Goethart, hun zwager, hun erfdeel van een 'huijsinge ende hove staende ende gelegen onder den poorterije der stede Woerden, genaemt het Blockhuijs' met alle nagelvaste en roerende goederen, zoals een oude kast, kaasplanken, schalen. Naast ten oosten Jacob Melissz, sluijsscheepmr.; ten westen de uitwatering van Mijsijde van Camerick ende van Segvelt, sijnde d'selve uijtwateringe genaemt de Greft....
Het erfdeel komt van het overlijden van de moeder, Neeltgen Cornelis. Een deel heeft de koper verkregen van Pool, Claes en Aertien Joosten Blockhuijs.

Blockhuijs, Hendrick Joosten (I23691)

2852

Blockhuijs, Pool Joosten (I23692)

2853

Blockhuijs, Claes Joosten (I23693)

2854

Blockhuijs, Aertgen Joosten (I23694)

2855

Blockhuijs, Geertgen Joosten (I23695)

2856

9-1-1654: Cornelis Joppen Caen, pottendraaier, wonende te Utrecht en Gerrit Muyser wonende alhier, sluiten een overeenkomst dat Caen gedurende 6 jaar indienst komt van Muyser om potten te draaien en met name suikerpotten. Naast het draaien en vormen zal hij net als de andere knechten het vloerwerk moeten doen, zoals aardetreden, de oven stoken, snijden en afbakken, en de knechten leren draaien. De werkdag is 12 uren waarvoor de eerste 2 jaar op de 18e dag en de andere 4 jaar op de 20e dag wordt betaald. Als loon ontvangt hij 80 gulden per jaar, plus 20 gulden voor het vormen en gieten van de aarde( de zgn. gootpenning.
Caen mag niet naar een andere werkgever gaan mits hij een jaar tevoren dit aandient. Bij overlijden van Muyser zullen zijn nakomelingen zijn dienst mogen opzeggen.
31-01-1656: Jan Roos, pottendraaier,verbindt zich opnieuw voor 6 jaar om bij Gerrard Muysert, of Musert, pottenbakker en wantstover, als pottendraaier te werken. Hij zal alle nodige opgedragen werkzaamheden in de potterij, wantstoverij en teerderij, met de andere knechten uitvoeren. Tevens zal hij een Engelse jongen, Jan Matthiasse, in het vak opleiden. Hij verdient voor zijn werk 1 gulden per (12-urige) werkdag; Muysert zal hem per jaar in totaal 175 gulden "voorloon" geven en 25 gulden handgeld. Bij gebleken vakkundigheid van leerjongen Mathiasse krijgen ze samen 25 gulden. Jan mag geen werk voor anderen doen.
Gerrard tekent als Gerrit Muyser.

Muijsert, Gerrit Jansz (I17673)

2857

9-1-1715 tot 22-12-1715 Ging als ziekentrooster aan boord van het schip Voorburg en vermaakt zijn gage aan zijn vrouw Cristina van der Wijde.

van der Kade, Gerbrant Michielsz (I23686)

2858

9-12-1619: Jacob Jacobs van Wesel, pontgaerder in Dordrecht en zijn vrouw Jannette Jans, (Pieteren Pauwels de Cocx - haar oude vader) transporteren aan Franchois Adriaenszn, zijdenlakenverkoper te Dordrecht, de jaarlijkse rente van 13 sijns gulden en 4 stuivers, die aan de oude vader van Jannette was toegekomen

van Dorsten, Frans Adriaensen (I21260)

2859

van Wesel, Jacob Jacobs (I21397)

2860

de Kock, Jannette Jans (I21405)

2861

9-12-1656 RIJKEL ‑ Overdracht akkerland
Ten overstaan van Matthijs Enggels en Willem Quijten, schepenen, en Gordt Quijten, bode in plaats van de scholtis, dragen Gerit Hanssen en Lindert van Kessel met toestemming van hun echtgenotes, krachtens volmacht van 9 december 1656 gepasseerd voor schepenen van Maesniel, 3 vierdel plaats akkerland in het Rijckelsche Velt gelegen tussen de erfgenamen van Hendrick Sluijsen en Jelis van Oist, met de korte zijden grenzend aan de maasoever en de openbare Rickelschen weg, belast met jaarlijks 1 3/4 kop rogge, schatting en tiende, voor een bedrag van 140 gulden over aan Dierck Stams en Neesken Quijten, echtelieden.
De koopsom is afkomstig van de patrimoniale goederen te Swalmen die door Stams zijn verkocht en moet na zijn overlijden weer terugvallen op zijn erfgenamen.

24-11-1661 RIJKEL ‑ Overdracht hooiland.
Ten overstaan van Willem Quijten en Gordt Cruijsbergen, schepenen van Beesel en Belfeld, en Gordt Quijten, bode in plaats van de scholtis, dragen Gerart Hanssen en Lindert van Kessel met toestemming van hun echtgenoten Beertien Sluijsen en Neesken Sluijsen een hooiland in de Rickelsche Benden gelegen tussen de erfgenamen Juth Bosmans en Neesken Quijten, met de korte zijden grenzend aan de Maas en de weg, voor een bedrag van 260 gulden Roermonds en anderhalf malder rogge, drie Carlijen à 5 gulden 5 stuiver en een halve dukaat als vertegenispenning en eenmalig een fles, over aan Jan Cruijsbergen en Anna Buerskens, alles volgens onderhandse akte van 14 november 1661.

Hansen, Gerardus (I27102)

2862

Sluijsen, Beertien (I27116)

2863

Sluijsen, Neesken (I27118)

2864

9-1479: Machtelt Gerrit Colynszdr nu Annitgen mr.Vincenten wedue 9 pond
3-1479: Machtelt Gerrit Colynszdr nu Annigen mr.Vincenten wedue 9 pond

Colijn, Machtelt Gerrits (I30617)

2865

9-4-1615: Dingna Dirck Otto van Eeuwijck met Jan Jacops van Wesel, haar man en voogd en Dirck Dirckszn, brouwer in de Moriaen te Breda, de zwager van Jan Jacops van Wesel, samen in de naam van Agata, oud 22 jaar , ook de dochter van Dirck Otto van Eeuwijck, verkopen op advies van Jan en Michiel Jacop Cotermans, de ooms van de Dingna en Agata, het huis, erf en hofje met gebruik en toegang tot een borneput (waterput) te Breda.

van Eeuwijck, Dingna Dirck Otto (I21360)

2866

van Eeuwijck, Agata Dircxdr (I21362)

2867

9-4-1628 Lexmond RA.4
Compareerde Sebastiaen Sijlofsz man en voocht van Lijsken Adriaens ..., schuldig aen Jan Adriaens Pluijm x Maij Peters

11-1-1632 Lexmond RA.5 arrest
Compareerde Vincent Aelbertsz gerechtsbode van Lexmond van wegen Bastiaen Sijlofsz gearresteert onder Mercelis Aertsz penn. schuldig aan Mercelis Mercelisz

Borsch, Bastiaen Sijlofsz (I18668)

2868

9-5-1585 huwelijkse voorwaarden bij notaris Ghijsbrecht van Wijck

Gezin: Arent Cornelisz / Annitgen Jansdr (F1674032499)

2869

9-5-1614. Jan Janszn. Clinckan is schuldig Jr Andries van Bronckhorst 30 KG per jr met hypotheek op 3 morgen land belend NO Huybert Jacobszn. erfgenamen, ZO de nieuwe watering, ZW d’Espellaen en NW d’Espel-duinen, 2 morgen houtland, belend NO Crijn Jacobszn., ZO d’Espelduinen, ZW d’Espellaen, NW de oude maenendaegse schoubare watering, nog belast met de custingpenningen welke betaald moeten worden aan Maerten Huybertszn. van Alckemade volgens de brief van 26-9-1613.
Ongedateerd en ongetekend met schepenen van Lisse. Jan Janszn. Clinckan als principael en Crijn Jacobszn. duinmeier en Maerten Crijnenzn. zijn schoonvader als borgen. Jan Janszn. is schuldig aan Maerten Huybertszn. van Alckemade schuldig 2800 KG als vermeld in 476 folio 30v

Alckemade, Maerten Huijbertszn (I16794)

2870

9-5-1622: Jan Jacob van Wesel te Dordrecht en voor zijn vrouw Dingne Dirck Otten, heeft verkocht aan Jannen de Raedt de Jonge, zadelmaker, een geheel huis en 2 woningen met plein en pleintje te Breda in de St. Jans Strate, genaamd De Son.

van Eeuwijck, Dingna Dirck Otto (I21360)

2871

van Wesel, Jan Jacops (I21361)

2872

9-5-1654: Comp. [voor Gerrit van der Wel notaris te Delft] Leendert Quiringsz. van der Burgh bouwman en Neeltge Jansdr. van Ruijven echtelieden wonende in Woudharnas aan de Zwet en stellen de langstlevende van hen beiden tot voogd, en daarbij hij van zijn zijde Cornelis Jorisz. van Vliet zijn schoonbroeder, Leendert Heijmansz. van der Houve zijn neef en Pieter Dircxsz. Coppert zijn goede bekende, en zij van haar zijde Cornelis Arentsz. Hoochwecht haar schoonzoon, Vranck Pietersz. van der Valck haar zwager en Adriaen Dircxsz. Vermeer haar neef. Sluiten de weeskamer uit.
11-5-1654: Uit kracht van de clausule geïnsereerd in het principaal testament van mij Leendert Quiringsz. van der Burgh bij Gerrit van der Well bekrachtigd met een opschrift heb ik gewild dat van mijn zijde naast de genomnineerde voogden mede voogd wezen zal Pieter Philpsz. Heemskerck.

van Ruijven, Neeltgen Jansdr (I24599)

2873

van der Burch, Leendert Quirijnsz (I24600)

2874

9-5-1668: Adriaen Vrancken van den Bergh in Hodenpijl als getrouwd hebbende Maritgen Dircx, dochter van Jopje Joppen, voor een derde part, Leendert Leendertsz. van Bentwegh, Crijn Pietersz. Post man en voogd van Jonge Maertgen Leenderts, Claes Cornelisz. Perveen als getrouwd hebbende Oude Maertge Leenderts, te samen mede voor de resterende twee derde parten, kinderen en erfgenamen van Leendert Joppen die een broeder was van Eeuwout Joppen, geven in die kwaliteit gift aan Claes Cornelisz. van der Houff op Ackersdijck van 3 morgen 4 hond 22 roeden weiland zijnde geestelijk daarvan de ene helft is vrij en de andere helft onvrij hofland in het Zuideinde van Delfgauw in de hoefslag van de Oude Laen, staande de morgen op 6 ponden schots.

Bentwegh, Marijtgen Leendertsdr (de oude) (I24834)

2875

Joppen, Leendert (I24841)

2876

Jop (I24842)

2877

Joppen, Eeuwout (I24843)

2878

Joppen, Jopje (I24844)

2879

Dirk (I24845)

2880

Dircx, Maritgen (I24846)

2881

van Bentwegh, Leendert Leendertsz (I24848)

2882

van Bentwegh, Maertgen Leenderts (de jonge) (I24849)

2883

9-5-1710 Hendrick Steckhoven, Cornelis Arentsz Ham en Jan Isbrantsz. Bredervelt zijn voogden van Ariaantie Hendricxsdr Kijper, weduwe van Willem Dircxsz Kluijs bij de verkoop van onroerend goed te Maasland.

van Steckhoven, Hendrick (I9673)

2884

9-6-1609 Mourijn Pietersz van Wouw bij dode van zijn broer Adriaen Pietersz van Wouw

Pietersz, Adriaen (I8445)

2885

9-6-1613: Aeltgen Pieters, wed. wijlen Floris Jansz., met Jan Jacobsz haer gecoren voocht, in desen volgens vertichtinge van 23-1-1613 draagt over aan haar zoon Gerrit Florisz en zijn erven: 6 morgen land 'onbegrepen der mate mat huijs barch schuijr' daar op staande, gelegen op het Hoogeind van Langeweide'. Op diezelfde dag krijgen haar zonen Pieter Floorisz en Evert Floorisz hun vaderlijke erfenis, namelijk respectievelijk 5 en 4 morgen land op het Hoogeind van Langeweide

Jansz, Floris (I22255)

2886

Pieters, Aeltgen (I22256)

2887

Florisz, Gerrit (I22268)

2888

Florisz, Evert (I22269)

2889

Florisz, Pieter (I22270)

2890

9-6-1883 - 1-8-1883
Albrecht woonde in de huizing no 69 te Ammerstol en is vertrokken naar Uithoorn. Op dat adres stonden ook weel andere mandenmakers vermeld.

11-11-1887 - 03-02-1888
Albrecht woonde met zijn gezin (vrouw en 2 dochters) korte tijd in Ammerstol. Daarvoor heeft hij in Pernis gewoond en na nog geen 3 maanden verhuisde hij naar Rotterdam.

Alsemgeest, Albrecht (I544)

2891

9-7-1565: Cornelis Franchois van Bodeghem, schout van Woutharnis, Groenevelt en Sint Aechtenrecht, Claes Eelgisz. en Jan Pietersz. Groenevelt, gezworenen aldaar, oorkonden dat Jacob Corstensz., wonende bij de Lierhant, verkoopt aan Govert IJsbrantsz., brouwer te Delft, 11 hond land in Wout Harnas, belend ten oosten: de Groeneveltse watering, ten zuiden: de Lierweg, ten westen en noordsn: de Groeneveltse molensloot, strekkende naar de Groeneveltse molen toe. Het land is belast als de buurlanden; borgen: Cornelis Neel Arisz. en Cornelis Jorisz., beiden wonende op ’t Wout. Met het zegel van de schout: gevierendeelt, 1 en 4: een in 2 rijen geschaakte dwarsbalk, rechtsboven vergezeld van een beladen schildhoek, die aan de balk stoot, in het schildhoofd een barensteel met 3 hangers; 2 en 3: een wijdbeens staande krijgsman.

Corstensz, Jacob (I3532)

2892

9-9-1662 Johannes Bruijnings en Thomas Uetenbogaert wonend in Amsterdam verklaren dat zij op 31-8-1662 getuige waren ten huijse van David Buteler in de Warmoesstraet in 't Wapen van Engelant. Zij hebben daar gehoord en gezien dat Maria van Aspere en haar man (Martagaij Zieren?) gepraat hebben over de opdrachten en 't stellen van waarborgen voor de vrijwaring van t huis.

Butler, David Jansz (I13881)

2893

9. (sic) 29-2-1644. Annetje Pietersdr. wede Willem Jeroenszn. van Steenvoorden met Adriaen Danielszn. van Tetroede haar zwager als haar gekoren voogd voor de helft, Jan Willemszn. van Steenvoorden en Adriaen Willemszn. van Steenvoorden meerderjarig wijders Cornelis Jeroenszn. van Steenvoorden en Willem Jacobszn. Haserswoude omen en voogden over de minderjarige kinderen van Annetje Pietersdr. en Willem Jeroenszn. verkopen Judith Symonsdr. wede Cornelis van Dorp 10 hond wei- of hooiland, belend NO de wede van Pieter Dirckszn. en Cornelis Claeszn., ZO Pieter Symonszn. en Willem Claeszn. van Steenvoorden wede, ZW de verkopers en Willem Jacobszn. Haserswoude en NW de voorsz. wede en erfgenamen. Voldaan met een obligatie van 1930 KG.
9. 25-2-1644. Dezelfde verkopen dezelfde 9 hond wei- of hooiland, belend NO de koopster, ZO de vrouwe van Offhem en ZW en NW de wede en erfgenamen van Willem Jeroenszn. voor 2120 KG gereed geld.

van der Fits, Annetje Pietersdr (I4272)

2894

9. 23-5-1578. Floris Corneliszn. en Cornelis Corneliszn. broers wonende Lisse en Jacob Hugenzn. man en voogd van Machtelt Cornelisdr. wonende Catwijk verkopen Anthonis Vranckenzn. 1 morgen land met huis, belast met 3 gulden 10 st erfpacht alsmede 5 duit per jr tbv de Koninklijke Majesteit

van Wassenaer, Floris Corneliszn (I19508)

2895

Corneliszn, Cornelis (I19533)

2896

Cornelisdr, Machtelt (I19534)

2897

9. 28-3-1491: Heyll Claes Aelwijnszoonsdochter, gehuwd met Maertijn Dircxz. die Vroechde, verkoopt aan Aper Melisz. een vierde deel van 3½ morgen land tussen de beide dijken ten noorden van Delfshaven, gemeen met Heyn Saelt, gehuwd met Geertruyt, de weduwe van Hugo Claes Aelwijnsz., met de andere helft, waarin Lysbet Aelwijn Claeszoonsdochter, gehuwd met Jan Dammasz. een vierde deel heeft, belend ten westen: Kathrijn, de weduwe van Symon Jan Mathijsz. met haar kinderen. Zij stelt zekerheid op 2 morgen land tussen Ouderschie en Schiedam, gelegen ten zuidoosten van de boomgaard van Symon Jacobsz., belend ten westen: de heilige geest van Sciedam, ten oosten: Willem Woutersz. Bezegeld door Cornelis Jacopsz., schepen van Delft: gedwarsbalkt van 6 stukken, en door Louens Hendricxz.: een gaande vogel op een gezoomd schild.

10. 11-4-1492: Lysbet Aelwijn Claeszoonsdochter, gehuwd met Jan Dammasz. verkoopt aan Aper Melisz. een vierde deel van 3½ morgen land ten noorden van Delfsehaven tussen de beide dijken, belend ten westen: Katrijn, de weduwe van Symon Jan Mathijsz. Dirc Jacopsz., stiefvader van Jan Dammasz. stelt zich borg. Bezegeld door Cornelis Jacopsz., schepen van Delft: gedwarsbalkt van 6 stukken.

6. 20-7-1521: Dirck Heynricxz., meester Cornelis Aerntsz. en Pieter Vranckenz., kerkmeesters van de Nieuwe Kerk te Delft, Joris Pietersz., Aelbrecht Dirxz. en Aper Jacopsz., gasthuismeesters van het Oude Gasthuis aldaar, verkopen aan Erckenraet, de weduwe van Aper Melisz., de helft van 7 hond 87½ gaarde land in Scoenreloe in het nieuwe land tussen de oude- en de nieuwe Maesdijk, gemeen met de koopster. Bezegeld door Aelbrecht Dircxz.

7. 27-7-1521: Meester Jan van der Meer, priester, en Steffenie Dircxdochter, gehuwd met Jacob Jansz. verkopen aan Erckenraet, de weduwe van Aper Melisz., twee delen van de helft van 7 hond 87½ gaarde land te Scoenreloe gemeen met de koopster, zoals vermeld in de er doorgestoken brief. Jacob Jan Bruynsz. stelt zich borg voor Jacob Jansz. en meester Jan Woutersz. cirurgijn voor de andere verkoper. Bezegeld door Claes Dircxsz. en door Jan Jansz.: een klimmende leeuw.

8. 20-8-1521: Dominicus Dircxz. verkoopt aan Erckenraet, de weduwe van Aper Melisz. een derde deel van de helft van 7 hond 78½ gaarde land te Scoenreloe gemeen met de koopster, zoals vermeld in de er doorgestoken brief en stelt als borg Willem Willemsz. Berger, olyslagher. Bezegeld door Claes Dircxz. van Nootdorp: een vogel op een … (heining?) en Jan Jansz. rentmeester: een klimmende leeuw.

van Melisdijck, Aper Melisz (I30592)

2898

Colijn, Erckenraet Danielsdr (I30596)

2899

Bijman, Jonkvrouwe Margaretha Sijmon Pouwels (I30265)

2900

9. Rapenburg 87 (en 85)
Op 26-5-1579 koopt Sijmon Pouwelsz, boekverkoper van Delft, het huis en erve van Aelwijn Meesz met een huis in de nabijgelegen Kolfmakerssteeg.
Bij de volkstelling in september 1581 staan Symon Pouwels, zijn vrouw Adriana Rijkendr en hun kinderen Margriete en Agathe op dit adres vermeld.
In 1585 wordt hij als bewoner vermeld maar ook als verhuurder van een nabijgelegen pand.
Op 1-2-1586 wordt Adriana Rijckendr daar vermeld als weduwe van Symon Pouwels.
De locatie van het huis staat afgebeeld in het grachtenboek 1587 (Simon Pouwelsz erfgenamen) en in het stratenboek van 1593/1597 (Adriana Rijckendr weduwe van Simon Pouwelsz).
In 1599 wordt Adriane Rijckendr, weduwe van Sijmon Pouwelsz, dar vermeld in het register van gedwongen leningen.
In het belastingboek van 1601 worden de erfgenamen van Ariaentgen Ryckendr vermeld als eigenaar van 2 naastgelegen panden.
Zij betalen ook nog schoorsteengeld in 1606. De erfgenamen zijn dan eigenaar van 2 panden: een pand met 4 schoorstenen dat wordt bewoond door Barent Henricx en een pand met 5 schoorstenen, dat wordt bewoond door Roelandt Goublet, wiens huisvrouw aangifte doet van het schoorsteengeld.
Volgens het bonboek wordt het pand door de erfgenamen op 20-6-1607 verkocht aan Harmen Burchgraeff.

10a. Kolfmakerssteeg 15
Op 9-5-1579 koopt Symons Pouwels, boekverkoper, van Lijsbeth Claesdr, weduwe van Joris IJemans (scheepmaker) een huisje en erve, gelegen naast een pand dat al eigendom is van Symon Pouwels. Mr Hubrecht Merevin is waarborg voor Symon.
Het is niet bekend hoe lang het pand in het bezit was van de familie.

10b. Kolfmakerssteeg 17/19
Dit zijn de panden waarvan Sijmon Pouwels bij de koop van nr 15 al eigenaar was.
Hij heeft de panden kennelijk verhuurd volgens de volkstelling in 1581 aan: Maretgen Jacobsdr huysvrou met haar kinderen Josijna en Pietertgen; Maretgen Daendels, Marietgen Joostendr wed v Gherrit Claesz wollewever met haar kinderen Claes en Hillegont.
De erfgenamen van Adriaentgen Rijcken verkopen een pand op 11-3-1602 (slecht leesbaar) aan Henric Jansz.
Het andere pand wordt op 26-9-1597 namens de erfgenamen van Sijmon Pouls verkocht door Willem van Craecken van der Laen (schoonzoon) getrouwd met Grietgen Sijmonsdr aan Lieven de Heuvel.

10c. Kolfmakersteeg 13
In 1585 wordt Symon Pouwelsz boucvercooper, als eigenaar vermeld van dit pand.

11. Binnenvestgracht 1
In 1585 wordt Simon Pouwels als eigenaar vermeld. Hij gebruikt dit als tuijn samen met het voorhuis.
Op 3-7-1587 zijn de erfgenamen van Simon Pouwels eigenaar. Het perceel staat mooi afgebeeld in het Grachtenboek van Leiden.
In het belastingboek van 1601 dragen de erfgenamen van Adriana Rijckerts tuin het eigendom van een deel van de tuin over aan Jacob Claesz. In 1606 verkopen IJsbrant Visscher en Pouwels Adriaensz Bijeman namens de erfgenamen een ander deel aan Jan Moens, timmerman.
Het lijkt hier dus om een tuin te gaan.

Bijman, Sijmon Pouwels (I30267)

Gebruik van onze gegevens

Gegevens mogen worden overgenomen met bronvermelding. Wegens auteursrecht kunnen afbeeldingen niet worden gekopieerd.

Aantekeningen

Direct naar

Contact

Gebruik van onze gegevens