Aantekeningen: Genealogie familie Alsemgeest

Aantekeningen

Treffers 1,401 t/m 1,450 van 48,679

#	Aantekeningen	Verbonden met
1401	1680: Govert Pieters de Bont, bleker en burger van Dordrecht, getrouwd met Berbera Pieters, die daarvoor weduwe was van Arien Hendricxs Weeda geeft te kennen dat Hubertge van Weeda, haar man Wouter van Sil als erfgenaam heeft benoemd, onder de voorwaarde dat aan haar vrienden en erfgenamen samen een som van 600 car. gld wordt uitgereikt, alle klederen, van linnen als wol, juwelen en zilverwerk. De voorkinderen van zijn vrouw zijn voor een vierdepart erfgenamen. Govert treedt op als voogd over de onmondige kinderen.	Weda, Willem (I21881)
1402	1680: Govert Pieters de Bont, bleker en burger van Dordrecht, getrouwd met Berbera Pieters, die daarvoor weduwe was van Arien Hendricxs Weeda geeft te kennen dat Hubertge van Weeda, haar man Wouter van Sil als erfgenaam heeft benoemd, onder de voorwaarde dat aan haar vrienden en erfgenamen samen een som van 600 car. gld wordt uitgereikt, alle klederen, van linnen als wol, juwelen en zilverwerk. De voorkinderen van zijn vrouw zijn voor een vierdepart erfgenamen. Govert treedt op als voogd over de onmondige kinderen.	Maasdam, Barbertje Pieters (I21999)
1403	1680: Govert Pieters de Bont, bleker en burger van Dordrecht, getrouwd met Berbera Pieters, die daarvoor weduwe was van Arien Hendricxs Weeda geeft te kennen dat Hubertge van Weeda, haar man Wouter van Sil als erfgenaam heeft benoemd, onder de voorwaarde dat aan haar vrienden en erfgenamen samen een som van 600 car. gld wordt uitgereikt, alle klederen, van linnen als wol, juwelen en zilverwerk. De voorkinderen van zijn vrouw zijn voor een vierdepart erfgenamen. Govert treedt op als voogd over de onmondige kinderen.	Weda, Hendrick Ariens (I22001)
1404	1680: Govert Pieters de Bont, bleker en burger van Dordrecht, getrouwd met Berbera Pieters, die daarvoor weduwe was van Arien Hendricxs Weeda geeft te kennen dat Hubertge van Weeda, haar man Wouter van Sil als erfgenaam heeft benoemd, onder de voorwaarde dat aan haar vrienden en erfgenamen samen een som van 600 car. gld wordt uitgereikt, alle klederen, van linnen als wol, juwelen en zilverwerk. De voorkinderen van zijn vrouw zijn voor een vierdepart erfgenamen. Govert treedt op als voogd over de onmondige kinderen.	Weeda, Christina (I22013)
1405	1680: Govert Pieters de Bont, bleker en burger van Dordrecht, getrouwd met Berbera Pieters, die daarvoor weduwe was van Arien Hendricxs Weeda geeft te kennen dat Hubertge van Weeda, haar man Wouter van Sil als erfgenaam heeft benoemd, onder de voorwaarde dat aan haar vrienden en erfgenamen samen een som van 600 car. gld wordt uitgereikt, alle klederen, van linnen als wol, juwelen en zilverwerk. De voorkinderen van zijn vrouw zijn voor een vierdepart erfgenamen. Govert treedt op als voogd over de onmondige kinderen.	Weeda, Pieter Ariesen (I22014)
1406	1680: Govert Pieters de Bont, bleker en burger van Dordrecht, getrouwd met Berbera Pieters, die daarvoor weduwe was van Arien Hendricxs Weeda geeft te kennen dat Hubertge van Weeda, haar man Wouter van Sil als erfgenaam heeft benoemd, onder de voorwaarde dat aan haar vrienden en erfgenamen samen een som van 600 car. gld wordt uitgereikt, alle klederen, van linnen als wol, juwelen en zilverwerk. De voorkinderen van zijn vrouw zijn voor een vierdepart erfgenamen. Govert treedt op als voogd over de onmondige kinderen.	Weeda, Jenneke (I22031)
1407	1680: Govert Pieters de Bont, bleker en burger van Dordrecht, getrouwd met Berbera Pieters, die daarvoor weduwe was van Arien Hendricxs Weeda geeft te kennen dat Hubertge van Weeda, haar man Wouter van Sil als erfgenaam heeft benoemd, onder de voorwaarde dat aan haar vrienden en erfgenamen samen een som van 600 car. gld wordt uitgereikt, alle klederen, van linnen als wol, juwelen en zilverwerk. De voorkinderen van zijn vrouw zijn voor een vierdepart erfgenamen. Govert treedt op als voogd over de onmondige kinderen.	de Bont, Govert Pieters (I22034)
1408	1680: Govert Pieters de Bont, bleker en burger van Dordrecht, getrouwd met Berbera Pieters, die daarvoor weduwe was van Arien Hendricxs Weeda geeft te kennen dat Hubertge van Weeda, haar man Wouter van Sil als erfgenaam heeft benoemd, onder de voorwaarde dat aan haar vrienden en erfgenamen samen een som van 600 car. gld wordt uitgereikt, alle klederen, van linnen als wol, juwelen en zilverwerk. De voorkinderen van zijn vrouw zijn voor een vierdepart erfgenamen. Govert treedt op als voogd over de onmondige kinderen.	Bonten, Pieter (I22035)
1409	1681/82; inschrijving van begraven; buiten de pilaren f 4-0-0	Lugtigheid, Meijnsje Gerrits (I7107)
1410	1681: Gerrit Jans was pachter van imposten van het turf en de koeien over Maasland. 1683: Gerrit Jans was pachter van het zout en de koeien over Vlaardingen. 1684: Gerrit Jans was pachter van het gemaal over Maassluis 1698-1700: Gerrit Jans was pachter van de koeien over Delft en Delfland Hij was ook pachter van het fruit voor Schiedam. 14-4-1707/1712: pachter impost turf en kolen te Delft en Delfland 23-6-1710: pachter impost grove waren 22-11-1711: Pachter van impost op het bestiaal (Delft) 27-5-1713/1715: Pachter van impost op turf te Zouteveen 19-9-1713: Pachter van zout en zeep over Maasland en Maassluis 01-03-1714 Delft: Gerrit Jansz Duijvesteijn wonend te Maasland en Sijmon van West, wonend te Delft hebben enige jaren terug met anderen gepacht verscheiden 'van des gemeenlands imposten raakende den gemeenlands Comptoire van den heer Ontfanger Mr. Maarten van Bleijswijck tot Delft'.	Duijvestein, Gerrit Janse (I26401)
1411	1685-1687; 1696-1697; 1699-1700	van Vliet, Cornelis Cornelisz (I10686)
1412	1686, 10 aug, Jacob Ketelaer is heden hier door den Waterdoop ingelyft 6 aug 1687 met attestatie na Amsterdam vertrocken	Ketelaer, Jacobus (I19055)
1413	1686, 6 novemb, Abraham Ketelaer is hier gekomen met attestatie van Dansich in dato den 25 aug 1686, is den 10 novemb de broederen voorgelesen	Ketelaer, Abraham (I19045)
1414	1689 Otto Dircks Verruijt en Teuntje Jans van der Linde	van der Linde, Theuntge Jans (I21731)
1415	1689 Otto Dircks Verruijt en Teuntje Jans van der Linde	Verruijt, Otto Dircksen (I21733)
1416	1693: Vleeshouwerstraat Servaas Gregoor [kaarsenmaker] 0-18	Gregoor, Servaes Gerrits (I21830)
1417	1695-1697	van Leeuwen, Claes Willemsz (I16394)
1418	1696: Den Ambaghte van Schakerloo Leendert Commersse 2 £ 0:4:0	Commers, Leendert Cornelisse (I29545)
1419	169v. 10-6-1700. Hendrick Janszn. Langevelt weduwnaar van Grietje Simonsdr. Zuythoeck, Simon Willemszn. van Schie en Annetje Willemsdr. van Schie beiden kinderen van Maartje Simonsdr. Zuythoeck en tezamen erfgenamen van Tonis Simonszn. Zuythoeck verkopen Cornelis van Langevelt oud geworene alhier een woning als huis, bouw-huis, schuur, barg, erf en werf met een tuintje of boomgaard aan het einde van de Ruygenhoeck	Zuythoeck, Maertje Sijmonsdr (I11428)
1420	169v. 10-6-1700. Hendrick Janszn. Langevelt weduwnaar van Grietje Simonsdr. Zuythoeck, Simon Willemszn. van Schie en Annetje Willemsdr. van Schie beiden kinderen van Maartje Simonsdr. Zuythoeck en tezamen erfgenamen van Tonis Simonszn. Zuythoeck verkopen Cornelis van Langevelt oud geworene alhier een woning als huis, bouw-huis, schuur, barg, erf en werf met een tuintje of boomgaard aan het einde van de Ruygenhoeck	van Schie, Simon Willemszn (I19440)
1421	169v. 10-6-1700. Hendrick Janszn. Langevelt weduwnaar van Grietje Simonsdr. Zuythoeck, Simon Willemszn. van Schie en Annetje Willemsdr. van Schie beiden kinderen van Maartje Simonsdr. Zuythoeck en tezamen erfgenamen van Tonis Simonszn. Zuythoeck verkopen Cornelis van Langevelt oud geworene alhier een woning als huis, bouw-huis, schuur, barg, erf en werf met een tuintje of boomgaard aan het einde van de Ruygenhoeck	van Schie, Annetje Willemsdr. (I19441)
1422	17 aug. 1644: Anna Cotermans, weduwe van Jacob Cotermans, brouwer te Dordrecht, voor zichzelf en als moeder en voogdes van haar kinderen, bij haar verwekt door Jacob Cotermans, verkoopt voor 17.000 gl. aan Sijmon Cornelisz. de Vries, koopman en burger van Dordrecht, een huis met brouwerij, mouterij en rosmolen, genaamd “het Witte Hart” [“het Hert”], staande [aan de Groenmarkt] tegenover de Visbrug tussen het huis van Arijen Jansz. beenhakker en het huis genaamd “den Jesus” [dat eigendom is van de verkoopster], strekkende voor van ’s herenstraat tot achter op de Nieuwe Haven, met de gerechtigheid van doorgang over het erf van de erfgenamen van Willem Theunisz. Verelst . De koper verkoopt de verkoopster een jaarlijkse losrente van 900 gl. In margine: comp. Sijmon Cornelisz. de Vries en toont de originele brief, welke hij verklaart volledig afgelost te hebben, hetgeen mede blijkt uit de kwitantie in dorso, getekend door Wolfgang van Cloben en Jacobus Cotermans. Schuldbrief derhalv	Cotermans, Anneken Jans (I21326)
1423	17 aug. 1644: Anna Cotermans, weduwe van Jacob Cotermans, brouwer te Dordrecht, voor zichzelf en als moeder en voogdes van haar kinderen, bij haar verwekt door Jacob Cotermans, verkoopt voor 17.000 gl. aan Sijmon Cornelisz. de Vries, koopman en burger van Dordrecht, een huis met brouwerij, mouterij en rosmolen, genaamd “het Witte Hart” [“het Hert”], staande [aan de Groenmarkt] tegenover de Visbrug tussen het huis van Arijen Jansz. beenhakker en het huis genaamd “den Jesus” [dat eigendom is van de verkoopster], strekkende voor van ’s herenstraat tot achter op de Nieuwe Haven, met de gerechtigheid van doorgang over het erf van de erfgenamen van Willem Theunisz. Verelst . De koper verkoopt de verkoopster een jaarlijkse losrente van 900 gl. In margine: comp. Sijmon Cornelisz. de Vries en toont de originele brief, welke hij verklaart volledig afgelost te hebben, hetgeen mede blijkt uit de kwitantie in dorso, getekend door Wolfgang van Cloben en Jacobus Cotermans. Schuldbrief derhalv	Cotermans, Jacob Michiels (I21327)
1424	17 juni 1630: compareren voor notaris G. de Jager te Dordrecht Jan Reijnen en Teuntgen Aertsdr., echtelieden wonende op Dubbeldam en verklaren, dat Dirck Foppen en Ariaentgen Lenertsdr., haar moeder en "schoonvader" [ = stiefvader], wonende in Barendrecht, hun, comparanten, boven het vaderlijk goed van Teuntgen nog gegeven hebben, tot onderstand van hun huwelijk, een somma van 300 gl., waarbij comparanten hebben toegestaan, dat, indien Teuntgen Aertsdr. kinderloos komt te overlijden, die 300 gl. wederom zullen toekomen aan de kinderen van haar moeder, zonder dat de kinderen van Aert Cornelisz., door hem verwekt bij Soetgen Jacobsdr., "in de selve drie hondert gls. mede sullen mogen comen erven." Akte ondertekend door Jan Reijnen, Teuntgen Aerts, Dirck Foppes en Aerijaenijen Lenaerts. (ONA Dordrecht inv. 33, f. 147 e.v.)	van der Linde, Jan Reijnen (I21201)
1425	17 juni 1630: compareren voor notaris G. de Jager te Dordrecht Jan Reijnen en Teuntgen Aertsdr., echtelieden wonende op Dubbeldam en verklaren, dat Dirck Foppen en Ariaentgen Lenertsdr., haar moeder en "schoonvader" [ = stiefvader], wonende in Barendrecht, hun, comparanten, boven het vaderlijk goed van Teuntgen nog gegeven hebben, tot onderstand van hun huwelijk, een somma van 300 gl., waarbij comparanten hebben toegestaan, dat, indien Teuntgen Aertsdr. kinderloos komt te overlijden, die 300 gl. wederom zullen toekomen aan de kinderen van haar moeder, zonder dat de kinderen van Aert Cornelisz., door hem verwekt bij Soetgen Jacobsdr., "in de selve drie hondert gls. mede sullen mogen comen erven." Akte ondertekend door Jan Reijnen, Teuntgen Aerts, Dirck Foppes en Aerijaenijen Lenaerts. (ONA Dordrecht inv. 33, f. 147 e.v.)	Aerts, Teuntjen (I21746)
1426	17 juni 1630: compareren voor notaris G. de Jager te Dordrecht Jan Reijnen en Teuntgen Aertsdr., echtelieden wonende op Dubbeldam en verklaren, dat Dirck Foppen en Ariaentgen Lenertsdr., haar moeder en "schoonvader" [ = stiefvader], wonende in Barendrecht, hun, comparanten, boven het vaderlijk goed van Teuntgen nog gegeven hebben, tot onderstand van hun huwelijk, een somma van 300 gl., waarbij comparanten hebben toegestaan, dat, indien Teuntgen Aertsdr. kinderloos komt te overlijden, die 300 gl. wederom zullen toekomen aan de kinderen van haar moeder, zonder dat de kinderen van Aert Cornelisz., door hem verwekt bij Soetgen Jacobsdr., "in de selve drie hondert gls. mede sullen mogen comen erven." Akte ondertekend door Jan Reijnen, Teuntgen Aerts, Dirck Foppes en Aerijaenijen Lenaerts. (ONA Dordrecht inv. 33, f. 147 e.v.)	Lenertsdr, Ariaentgen (I29799)
1427	17 juni 1630: compareren voor notaris G. de Jager te Dordrecht Jan Reijnen en Teuntgen Aertsdr., echtelieden wonende op Dubbeldam en verklaren, dat Dirck Foppen en Ariaentgen Lenertsdr., haar moeder en "schoonvader" [ = stiefvader], wonende in Barendrecht, hun, comparanten, boven het vaderlijk goed van Teuntgen nog gegeven hebben, tot onderstand van hun huwelijk, een somma van 300 gl., waarbij comparanten hebben toegestaan, dat, indien Teuntgen Aertsdr. kinderloos komt te overlijden, die 300 gl. wederom zullen toekomen aan de kinderen van haar moeder, zonder dat de kinderen van Aert Cornelisz., door hem verwekt bij Soetgen Jacobsdr., "in de selve drie hondert gls. mede sullen mogen comen erven." Akte ondertekend door Jan Reijnen, Teuntgen Aerts, Dirck Foppes en Aerijaenijen Lenaerts. (ONA Dordrecht inv. 33, f. 147 e.v.)	Cornelisz, Aert (I29800)
1428	17 juni 1630: compareren voor notaris G. de Jager te Dordrecht Jan Reijnen en Teuntgen Aertsdr., echtelieden wonende op Dubbeldam en verklaren, dat Dirck Foppen en Ariaentgen Lenertsdr., haar moeder en "schoonvader" [ = stiefvader], wonende in Barendrecht, hun, comparanten, boven het vaderlijk goed van Teuntgen nog gegeven hebben, tot onderstand van hun huwelijk, een somma van 300 gl., waarbij comparanten hebben toegestaan, dat, indien Teuntgen Aertsdr. kinderloos komt te overlijden, die 300 gl. wederom zullen toekomen aan de kinderen van haar moeder, zonder dat de kinderen van Aert Cornelisz., door hem verwekt bij Soetgen Jacobsdr., "in de selve drie hondert gls. mede sullen mogen comen erven." Akte ondertekend door Jan Reijnen, Teuntgen Aerts, Dirck Foppes en Aerijaenijen Lenaerts. (ONA Dordrecht inv. 33, f. 147 e.v.)	Jacobsdr, Soetgen (I29802)
1429	17 oktober 1639: Gersham Maningh, edelman te Malsveld in Sussex, en zijn vrouw Helena Geldermalsen verlenen een machtiging tot de verkoop van een deel van een plecht, zijnde Helena’s aandeel in de nalatenschap van haar volle neef Frans Verhaer	van Geldermalsen, Hillegont Joriaens (I25996)
1430	17 september 1656: Samuel van Hoochstraten, schilder,‘van de gemeente afgezonderd, omdat hij hem op verscheijde manieren aengestelt had en eene vrouw getrouwt, die buiten de gemeente is’. 11 januari 1657 Heeft Ds. Buijtendijckius gerapporteert, dat Ds. Jac. Lydius hadde de persoonen van Cornelia en Zara van Balen in de fundamente van de religie sulckx bevonden, dat sijn Edelheid haer bequaem oordeelde om den christelijcken doop te ontfangen, dat oock de persoon van Hoochstraten grondig in de religie was onderwesen, ende bequaem, om te mogen tot een litmaet aengenomen werden. De persoonen voornoemt binnen gestaen sijnde, sijn voorgestelt eenige noodige en gewoonlijcke vragen, en daerop geantwoort, is Hoochstraten aengenomen tot een litmaet van den Heeren tafel, ende Cornelia en Zara van Balen is tijd aengesegt, waerop sij den christelijcken doop sullen ontfangen, namelijck op morgen vrijdach avont	van Hoogstraten, Samuel Dirckxz (I21424)
1431	17 sts. betaelt Jacob Ariens Sman van 2 reyssen met sijn schip tot Delft geweest om steen en pannen te halen 28 januari 1595	Sman, Jacop Adriaensz (I23207)
1432	17-02-1720 13/39: Ontfangen wegens het begraven van Jan Jacobsz Croon aangegeven onder het vierde classis, een somme van 3-0-0 marge: (ver)antwoord bij Catwijk voor't vervoeren gelijke iij	Croon, Jan Jacobsz (I31053)
1433	17-04-1764: Hypotheek van f 700,-; schuldeiser Aart Maaskant Op deze datum koopt hij het huis en erf van Cornelia Bouwman voor f 700,- 07-07-1767: Hypotheek van f 800,-; schuldeiser is Wilhelmus van Nievelt	van Stockom, Gerrit (I21775)
1434	17-1-1613: Wordt als landeigenaar vermeld van een belendend perceel; 17-1-1613: Ruilt (als kerkmeester) land met Jan Corneliszn 18-1-1613: Koopt 8 hond land van Anthonis Engelszn 12-1-1615: Landeigenaar van een belendend perceel 6-4-1617: Landeigenaar van een belendend perceel 16-11-1617: Landeigenaar van een belendend perceel 20-9-1618: Floris Corneliszn. van Immerseel verkoopt Cornelis Corneliszn. van Alckemade een huis en erf alles volgens de oude brief welke wordt verhandigd van 25-1-1618. Voldaan met een custingbrief. Volgens een verklaring opgemaakt op 9-1-1643 zou het in 1618 verkochte huis verkocht zijn aan Jan Huijbertszn i.p.v. aan Cornelis Cornelisz.	van Alckemade, Cornelis Cornelisz den oude (I411)
1435	17-10-1621 Delft: Pieter Stael is getuige bij de doop van Michiel, zoon van (broer) Pieter Stael en Susanna de Grans, samen met (zus) Rebecka Staels	Stael, Pieter Michielssen (de oude) (I30010)
1436	17-10-1659: testament bij notaris Johannes Melanen: Neeltgen Dircxdr, weduwe van Daniel Jansz ligt ziek te bed en maakt haar testament op. Hierbij worden haar dochter Anneken Daniels en de twee kinderen van haar overleden zoon Jan Daniels en Cornelia Daniels als erfgenamen benoemd. Haar zwagers, Joris Jansz van der Beeck en Arijen Gommersz worden als voogd benoemd.	Verbeeck, Joris Jans (I21004)
1437	17-10-1659: testament bij notaris Johannes Melanen: Neeltgen Dircxdr, weduwe van Daniel Jansz ligt ziek te bed en maakt haar testament op. Hierbij worden haar dochter Anneken Daniels en de twee kinderen van haar overleden zoon Jan Daniels en Cornelia Daniels als erfgenamen benoemd. Haar zwagers, Joris Jansz van der Beeck en Arijen Gommersz worden als voogd benoemd.	Dircxdr, Neeltgen (I21053)
1438	17-10-1659: testament bij notaris Johannes Melanen: Neeltgen Dircxdr, weduwe van Daniel Jansz ligt ziek te bed en maakt haar testament op. Hierbij worden haar dochter Anneken Daniels en de twee kinderen van haar overleden zoon Jan Daniels en Cornelia Daniels als erfgenamen benoemd. Haar zwagers, Joris Jansz van der Beeck en Arijen Gommersz worden als voogd benoemd.	Verbeken, Daniel Jansz (I21054)
1439	17-10-1659: testament bij notaris Johannes Melanen: Neeltgen Dircxdr, weduwe van Daniel Jansz ligt ziek te bed en maakt haar testament op. Hierbij worden haar dochter Anneken Daniels en de twee kinderen van haar overleden zoon Jan Daniels en Cornelia Daniels als erfgenamen benoemd. Haar zwagers, Joris Jansz van der Beeck en Arijen Gommersz worden als voogd benoemd.	Daniels, Anneke (I21055)
1440	17-10-1659: testament bij notaris Johannes Melanen: Neeltgen Dircxdr, weduwe van Daniel Jansz ligt ziek te bed en maakt haar testament op. Hierbij worden haar dochter Anneken Daniels en de twee kinderen van haar overleden zoon Jan Daniels en Cornelia Daniels als erfgenamen benoemd. Haar zwagers, Joris Jansz van der Beeck en Arijen Gommersz worden als voogd benoemd.	van der Beeck, Jan Daniels (I21056)
1441	17-10-1659: testament bij notaris Johannes Melanen: Neeltgen Dircxdr, weduwe van Daniel Jansz ligt ziek te bed en maakt haar testament op. Hierbij worden haar dochter Anneken Daniels en de twee kinderen van haar overleden zoon Jan Daniels en Cornelia Daniels als erfgenamen benoemd. Haar zwagers, Joris Jansz van der Beeck en Arijen Gommersz worden als voogd benoemd.	Daniels, Cornelia (I21057)
1442	17-12-1468 Welgeborene-proces voor het Hof van Holland. In het proces verdedigen leden van de familie van Allaert hun welgeborenschap tegenover hun buren. Zij blijken volgens rechterlijke uitspraak van edele afkomst te zijn en wel als nakomelingen van het geslacht Van Oegstgeest, wat ook blijkt uit het ankerkruis dat zij als wapen voeren. Zij hebben vrijstelling van het betalen van schot (landbelasting) en dat was een doorn in het oog van hun buren. Daartegenover stond dat ze desgevraagd verplicht (en onbeloond) zitting moesten nemen als rechters de Hoge Vierschaar. Tevens waren ze persoonlijk dienstplichtig en moesten in geval van oorlog in ridderlijke krijgsuitrusting aantreden. De volgende personen - allen afstammelingen van Allaert Heinenz) waren aanwezig bij het proces: Potter Wille Jacobsz en Willem Jacopsz, Willem Allertsz, Jan Allertsz, Dirck Allertsz, Claes Allertsz, Jacob Allertsz en Claes Jacobsz	Allaert (I22570)
1443	17-12-1468 Welgeborene-proces voor het Hof van Holland. In het proces verdedigen leden van de familie van Allaert hun welgeborenschap tegenover hun buren. Zij blijken volgens rechterlijke uitspraak van edele afkomst te zijn en wel als nakomelingen van het geslacht Van Oegstgeest, wat ook blijkt uit het ankerkruis dat zij als wapen voeren. Zij hebben vrijstelling van het betalen van schot (landbelasting) en dat was een doorn in het oog van hun buren. Daartegenover stond dat ze desgevraagd verplicht (en onbeloond) zitting moesten nemen als rechters de Hoge Vierschaar. Tevens waren ze persoonlijk dienstplichtig en moesten in geval van oorlog in ridderlijke krijgsuitrusting aantreden. De volgende personen - allen afstammelingen van Allaert Heinenz) waren aanwezig bij het proces: Potter Wille Jacobsz en Willem Jacopsz, Willem Allertsz, Jan Allertsz, Dirck Allertsz, Claes Allertsz, Jacob Allertsz en Claes Jacobsz	Heinensz, Allaert (I22574)
1444	17-12-1468 Welgeborene-proces voor het Hof van Holland. In het proces verdedigen leden van de familie van Allaert hun welgeborenschap tegenover hun buren. Zij blijken volgens rechterlijke uitspraak van edele afkomst te zijn en wel als nakomelingen van het geslacht Van Oegstgeest, wat ook blijkt uit het ankerkruis dat zij als wapen voeren. Zij hebben vrijstelling van het betalen van schot (landbelasting) en dat was een doorn in het oog van hun buren. Daartegenover stond dat ze desgevraagd verplicht (en onbeloond) zitting moesten nemen als rechters de Hoge Vierschaar. Tevens waren ze persoonlijk dienstplichtig en moesten in geval van oorlog in ridderlijke krijgsuitrusting aantreden. De volgende personen - allen afstammelingen van Allaert Heinenz) waren aanwezig bij het proces: Potter Wille Jacobsz en Willem Jacopsz, Willem Allertsz, Jan Allertsz, Dirck Allertsz, Claes Allertsz, Jacob Allertsz en Claes Jacobsz	Allaertsz, Willem (I22672)
1445	17-12-1468 Welgeborene-proces voor het Hof van Holland. In het proces verdedigen leden van de familie van Allaert hun welgeborenschap tegenover hun buren. Zij blijken volgens rechterlijke uitspraak van edele afkomst te zijn en wel als nakomelingen van het geslacht Van Oegstgeest, wat ook blijkt uit het ankerkruis dat zij als wapen voeren. Zij hebben vrijstelling van het betalen van schot (landbelasting) en dat was een doorn in het oog van hun buren. Daartegenover stond dat ze desgevraagd verplicht (en onbeloond) zitting moesten nemen als rechters de Hoge Vierschaar. Tevens waren ze persoonlijk dienstplichtig en moesten in geval van oorlog in ridderlijke krijgsuitrusting aantreden. De volgende personen - allen afstammelingen van Allaert Heinenz) waren aanwezig bij het proces: Potter Wille Jacobsz en Willem Jacopsz, Willem Allertsz, Jan Allertsz, Dirck Allertsz, Claes Allertsz, Jacob Allertsz en Claes Jacobsz	Allaertsz, Jacob (I22673)
1446	17-3-1629 ca. 56 jaar en op 12-2-1635 ca. 62 jaar oud	Lourisz, Daniel (I29993)
1447	17-3-1766: SWALMEN-BOUKOUL - Verpanding huis en hof achter Mouthagen (Laplander). Ten overstaan van Nicolaes Joseph Henderickx, scholtis, Cornelis van Keken en Joannes Mewessen, schepenen van de heerlijkheid Swalmen en Asselt, bekent Jurgen Kyesers, als gevolmachtigde aan toonder namens Coen Smeedts en Bertien Hansen krachtens akte d.d. 1 februari 1760, dat zij een bedrag van 50 gulden Roermonds tegen een jaarlijkse rente van 4% eerstmaal te betalen op 3 februari 1761 [sic] en met een opzegtermijn van een half jaar, hebben opgenomen van C.E. Hendrickx en diens echtgenote met als onderpand hun huis en moeshof achter de Moethagen aan het Haembroeck gelegen met het daarbij gelegen land, samen groot ongeveer 2 morgen, tussen het Haembroeck en de gemeente, met de korte zijden grenzend aan de gemeente en de Moethagenswegh. De schepen Willem Heijnen wordt namens het echtpaar Hendrickx in de onderpanden geërfd. Dit huis is in eerder akten vermeld op 2-6-1693 (Overdracht door erfgenamen van Handerick Daemen aan Aret Hanssen en Sophia Rutten), 9-9-1699 (huis in bezit van Areth Hanssen en Sophia Rutten) en 13-3-1708 (huis in bezit van Areth Hanssen).	Smets, Conrardus (I26059)
1448	17-3-1766: SWALMEN-BOUKOUL - Verpanding huis en hof achter Mouthagen (Laplander). Ten overstaan van Nicolaes Joseph Henderickx, scholtis, Cornelis van Keken en Joannes Mewessen, schepenen van de heerlijkheid Swalmen en Asselt, bekent Jurgen Kyesers, als gevolmachtigde aan toonder namens Coen Smeedts en Bertien Hansen krachtens akte d.d. 1 februari 1760, dat zij een bedrag van 50 gulden Roermonds tegen een jaarlijkse rente van 4% eerstmaal te betalen op 3 februari 1761 [sic] en met een opzegtermijn van een half jaar, hebben opgenomen van C.E. Hendrickx en diens echtgenote met als onderpand hun huis en moeshof achter de Moethagen aan het Haembroeck gelegen met het daarbij gelegen land, samen groot ongeveer 2 morgen, tussen het Haembroeck en de gemeente, met de korte zijden grenzend aan de gemeente en de Moethagenswegh. De schepen Willem Heijnen wordt namens het echtpaar Hendrickx in de onderpanden geërfd. Dit huis is in eerder akten vermeld op 2-6-1693 (Overdracht door erfgenamen van Handerick Daemen aan Aret Hanssen en Sophia Rutten), 9-9-1699 (huis in bezit van Areth Hanssen en Sophia Rutten) en 13-3-1708 (huis in bezit van Areth Hanssen).	Hansen, Bertha (I26060)
1449	17-4-1691: Wij Marten Meerman canonik ten Dom te Utrecht, proost van Leiden, stadhouder van de lenen en ‘thinsen’der domproostije te Utrecht vanwege de hooggeboren heer Cajus Laurentius, graaf van Brockerff etc. doen kond dat voor ons en mannen van leen nabenoemd gecompareerd is Jan Willemsz. Thoen en heeft in onze handen getransporteerd en overgegeven de rechte helft van 12 morgen land gelegen in het ambacht Maasland tussen de weg en de wederhelft van de voorsz. 12 morgen, aan de zuidzijde van de kerk in de hoeve die Rijnshoeve heet in de steeg geheten de Oude Inlage […] en hebben wij het met deze verleend Jacobus van der Werve met de voorsz. helft van 12 morgen tot een onversterfelijk erfleen, zoals de voorn. Jan Willemsz. Thoen en zijn voorzaten die van ons en onze domproostdije voorsz. te houden plachten 17-4-1691: Wij Marten Meerman canonik ten Dom te Utrecht, proost van Leiden, stadhouder van de lenen en ‘thinsen’der domproostije te Utrecht vanwege de hooggeboren heer Cajus Laurentius, graaf van Brockerff etc. doen kond dat voor ons en mannen van leen nabenoemd gecompareerd is Jan Willemsz. Thoen en heeft in onze handen getransporteerd en overgegeven de gerechte helft in de helft van 12 morgen land gelegen in het ambacht Maasland tussen de wederhelft van de voorsz. 12 morgen en de helft van de andere helft, aan de zuidzijde van de kerk in de hoeve die Rijnshoeve heet in de steeg geheten de Oude Inlage, waarvan de wederhelft in de voorsz. helft bij Alewijn Claasz. van der Hoof van ons te leen gehouden wordt […] en hebben wij het met deze verleend Arijen van Rijn met de voorsz. helft in de helft van 12 morgen tot een onversterfelijk erfleen, zoals de voorn. Jan Willemsz. Thoen en zijn voorzaten die van ons en onze domproostdije voorsz. te houden plachten. 17-4-1691: Wij Marten Meerman canonik ten Dom te Utrecht, proost van Leiden, stadhouder van de lenen en ‘thinsen’der domproostije te Utrecht vanwege de hooggeboren heer Cajus Laurentius, graaf van Brockerff etc. doen kond dat voor ons en mannen van leen nabenoemd gecompareerd is Jan Willemsz. Thoen en heeft in onze handen getransporteerd en overgegeven de wederhelft in de gerechte helft van 12 morgen land gelegen in het ambacht Maasland tussen de dijk en de resterende helft in de helft van de voorsz. 12 morgen, aan de zuidzijde van de kerk in de hoeve die Rijnshoeve heet in de steeg geheten de Oude Inlaage, waarvan de andere helft in de voorsz. helft bij Arijen van Rijn van ons te leen gehouden wordt […] en hebben wij het met deze verleend Alewijn Claasz. van der Hoof met de voorsz. wederhelft in de helft van 12 morgen land tot een onversterfelijk erfleen, zoals de voorn. Jan Willemsz. Thoen en zijn voorzaten die van ons en onze domproostdije voorsz. te houden plachten.	Thoen, Jan Willemsz. (I24053)
1450	17-4-1701: Comp. Arijaentie Willemsdr. wed. en Cornelis Pietersz. van Schie zo voor hem zelf mitsgaders hem sterk makende en de rato caverende voor Marrijtie Pietersdr. van Schie beide kinderen van Pieter Cornelisz. van Schie zal. en hebben verkocht aan Claes Huijbrechtsz. Perveen zekere huising met de actie tot het erf daarvan rijzende en dalende huur betaald wordt, staande en gelegen binnen het dorp van Maasland op de Commandeurspolderkade. Jongste oude brief d.d. 10-10-1688.	Perveen, Claes Huijbrechtsz (I24295)

Aantekeningen

Verbonden met

1401

1680: Govert Pieters de Bont, bleker en burger van Dordrecht, getrouwd met Berbera Pieters, die daarvoor weduwe was van Arien Hendricxs Weeda geeft te kennen dat Hubertge van Weeda, haar man Wouter van Sil als erfgenaam heeft benoemd, onder de voorwaarde dat aan haar vrienden en erfgenamen samen een som van 600 car. gld wordt uitgereikt, alle klederen, van linnen als wol, juwelen en zilverwerk. De voorkinderen van zijn vrouw zijn voor een vierdepart erfgenamen. Govert treedt op als voogd over de onmondige kinderen.

Weda, Willem (I21881)

1402

Maasdam, Barbertje Pieters (I21999)

1403

Weda, Hendrick Ariens (I22001)

1404

Weeda, Christina (I22013)

1405

Weeda, Pieter Ariesen (I22014)

1406

Weeda, Jenneke (I22031)

1407

de Bont, Govert Pieters (I22034)

1408

Bonten, Pieter (I22035)

1409

1681/82; inschrijving van begraven; buiten de pilaren f 4-0-0

Lugtigheid, Meijnsje Gerrits (I7107)

1410

1681: Gerrit Jans was pachter van imposten van het turf en de koeien over Maasland.
1683: Gerrit Jans was pachter van het zout en de koeien over Vlaardingen.
1684: Gerrit Jans was pachter van het gemaal over Maassluis
1698-1700: Gerrit Jans was pachter van de koeien over Delft en Delfland
Hij was ook pachter van het fruit voor Schiedam.
14-4-1707/1712: pachter impost turf en kolen te Delft en Delfland
23-6-1710: pachter impost grove waren
22-11-1711: Pachter van impost op het bestiaal (Delft)
27-5-1713/1715: Pachter van impost op turf te Zouteveen
19-9-1713: Pachter van zout en zeep over Maasland en Maassluis
01-03-1714 Delft: Gerrit Jansz Duijvesteijn wonend te Maasland en Sijmon van West, wonend te Delft hebben enige jaren terug met anderen gepacht verscheiden 'van des gemeenlands imposten raakende den gemeenlands Comptoire van den heer Ontfanger Mr. Maarten van Bleijswijck tot Delft'.

Duijvestein, Gerrit Janse (I26401)

1411

1685-1687; 1696-1697; 1699-1700

van Vliet, Cornelis Cornelisz (I10686)

1412

1686, 10 aug, Jacob Ketelaer is heden hier door den Waterdoop ingelyft 6 aug 1687 met attestatie na Amsterdam vertrocken

Ketelaer, Jacobus (I19055)

1413

1686, 6 novemb, Abraham Ketelaer is hier gekomen met attestatie van Dansich in dato den 25 aug 1686, is den 10 novemb de broederen voorgelesen

Ketelaer, Abraham (I19045)

1414

1689 Otto Dircks Verruijt en Teuntje Jans van der Linde

van der Linde, Theuntge Jans (I21731)

1415

1689 Otto Dircks Verruijt en Teuntje Jans van der Linde

Verruijt, Otto Dircksen (I21733)

1416

1693: Vleeshouwerstraat
Servaas Gregoor [kaarsenmaker] 0-18

Gregoor, Servaes Gerrits (I21830)

1417

1695-1697

van Leeuwen, Claes Willemsz (I16394)

1418

1696: Den Ambaghte van Schakerloo
Leendert Commersse 2 £ 0:4:0

Commers, Leendert Cornelisse (I29545)

1419

169v. 10-6-1700. Hendrick Janszn. Langevelt weduwnaar van Grietje Simonsdr. Zuythoeck, Simon Willemszn. van Schie en Annetje Willemsdr. van Schie beiden kinderen van Maartje Simonsdr. Zuythoeck en tezamen erfgenamen van Tonis Simonszn. Zuythoeck verkopen Cornelis van Langevelt oud geworene alhier een woning als huis, bouw-huis, schuur, barg, erf en werf met een tuintje of boomgaard aan het einde van de Ruygenhoeck

Zuythoeck, Maertje Sijmonsdr (I11428)

1420

van Schie, Simon Willemszn (I19440)

1421

van Schie, Annetje Willemsdr. (I19441)

1422

17 aug. 1644: Anna Cotermans, weduwe van Jacob Cotermans, brouwer te Dordrecht, voor zichzelf en als moeder en voogdes van haar kinderen, bij haar verwekt door Jacob Cotermans, verkoopt voor 17.000 gl. aan Sijmon Cornelisz. de Vries, koopman en burger van Dordrecht, een huis met brouwerij, mouterij en rosmolen, genaamd “het Witte Hart” [“het Hert”], staande [aan de Groenmarkt] tegenover de Visbrug tussen het huis van Arijen Jansz. beenhakker en het huis genaamd “den Jesus” [dat eigendom is van de verkoopster], strekkende voor van ’s herenstraat tot achter op de Nieuwe Haven, met de gerechtigheid van doorgang over het erf van de erfgenamen van Willem Theunisz. Verelst . De koper verkoopt de verkoopster een jaarlijkse losrente van 900 gl. In margine: comp. Sijmon Cornelisz. de Vries en toont de originele brief, welke hij verklaart volledig afgelost te hebben, hetgeen mede blijkt uit de kwitantie in dorso, getekend door Wolfgang van Cloben en Jacobus Cotermans. Schuldbrief derhalv

Cotermans, Anneken Jans (I21326)

1423

Cotermans, Jacob Michiels (I21327)

1424

17 juni 1630: compareren voor notaris G. de Jager te Dordrecht Jan Reijnen en Teuntgen Aertsdr., echtelieden wonende op Dubbeldam en verklaren, dat Dirck Foppen en Ariaentgen Lenertsdr., haar moeder en "schoonvader" [ = stiefvader], wonende in Barendrecht, hun, comparanten, boven het vaderlijk goed van Teuntgen nog gegeven hebben, tot onderstand van hun huwelijk, een somma van 300 gl., waarbij comparanten hebben toegestaan, dat, indien Teuntgen Aertsdr. kinderloos komt te overlijden, die 300 gl. wederom zullen toekomen aan de kinderen van haar moeder, zonder dat de kinderen van Aert Cornelisz., door hem verwekt bij Soetgen Jacobsdr., "in de selve drie hondert gls. mede sullen mogen comen erven." Akte ondertekend door Jan Reijnen, Teuntgen Aerts, Dirck Foppes en Aerijaenijen Lenaerts. (ONA Dordrecht inv. 33, f. 147 e.v.)

van der Linde, Jan Reijnen (I21201)

1425

Aerts, Teuntjen (I21746)

1426

Lenertsdr, Ariaentgen (I29799)

1427

Cornelisz, Aert (I29800)

1428

Jacobsdr, Soetgen (I29802)

1429

17 oktober 1639: Gersham Maningh, edelman te Malsveld in Sussex, en zijn vrouw Helena Geldermalsen verlenen een machtiging tot de verkoop van een deel van een plecht, zijnde Helena’s aandeel in de nalatenschap van haar volle neef Frans Verhaer

van Geldermalsen, Hillegont Joriaens (I25996)

1430

17 september 1656: Samuel van Hoochstraten, schilder,‘van de gemeente afgezonderd, omdat hij hem op verscheijde manieren aengestelt had en eene vrouw getrouwt, die buiten de gemeente is’.
11 januari 1657
Heeft Ds. Buijtendijckius gerapporteert, dat Ds. Jac. Lydius hadde de persoonen van Cornelia en Zara van Balen in de fundamente van de religie sulckx bevonden, dat sijn Edelheid haer bequaem oordeelde om den christelijcken doop te ontfangen, dat oock de persoon van Hoochstraten grondig in de religie was onderwesen, ende bequaem, om te mogen tot een litmaet aengenomen werden. De persoonen voornoemt binnen gestaen sijnde, sijn voorgestelt eenige noodige en gewoonlijcke vragen, en daerop geantwoort, is Hoochstraten aengenomen tot een litmaet van den Heeren tafel, ende Cornelia en Zara van Balen is tijd aengesegt, waerop sij den christelijcken doop sullen ontfangen, namelijck op morgen vrijdach avont

van Hoogstraten, Samuel Dirckxz (I21424)

1431

17 sts. betaelt Jacob Ariens Sman van 2 reyssen met sijn schip tot Delft geweest om steen en pannen te halen 28 januari 1595

Sman, Jacop Adriaensz (I23207)

1432

17-02-1720 13/39: Ontfangen wegens het begraven van Jan Jacobsz Croon aangegeven onder het vierde classis, een somme van 3-0-0 marge: (ver)antwoord bij Catwijk voor't vervoeren gelijke iij

Croon, Jan Jacobsz (I31053)

1433

17-04-1764: Hypotheek van f 700,-; schuldeiser Aart Maaskant
Op deze datum koopt hij het huis en erf van Cornelia Bouwman voor f 700,-
07-07-1767: Hypotheek van f 800,-; schuldeiser is Wilhelmus van Nievelt

van Stockom, Gerrit (I21775)

1434

17-1-1613: Wordt als landeigenaar vermeld van een belendend perceel;
17-1-1613: Ruilt (als kerkmeester) land met Jan Corneliszn
18-1-1613: Koopt 8 hond land van Anthonis Engelszn
12-1-1615: Landeigenaar van een belendend perceel
6-4-1617: Landeigenaar van een belendend perceel
16-11-1617: Landeigenaar van een belendend perceel
20-9-1618: Floris Corneliszn. van Immerseel verkoopt Cornelis Corneliszn. van Alckemade een huis en erf alles volgens de oude brief welke wordt verhandigd van 25-1-1618. Voldaan met een custingbrief.
Volgens een verklaring opgemaakt op 9-1-1643 zou het in 1618 verkochte huis verkocht zijn aan Jan Huijbertszn i.p.v. aan Cornelis Cornelisz.

van Alckemade, Cornelis Cornelisz den oude (I411)

1435

17-10-1621 Delft: Pieter Stael is getuige bij de doop van Michiel, zoon van (broer) Pieter Stael en Susanna de Grans, samen met (zus) Rebecka Staels

Stael, Pieter Michielssen (de oude) (I30010)

1436

17-10-1659: testament bij notaris Johannes Melanen: Neeltgen Dircxdr, weduwe van Daniel Jansz ligt ziek te bed en maakt haar testament op. Hierbij worden haar dochter Anneken Daniels en de twee kinderen van haar overleden zoon Jan Daniels en Cornelia Daniels als erfgenamen benoemd. Haar zwagers, Joris Jansz van der Beeck en Arijen Gommersz worden als voogd benoemd.

Verbeeck, Joris Jans (I21004)

1437

Dircxdr, Neeltgen (I21053)

1438

Verbeken, Daniel Jansz (I21054)

1439

Daniels, Anneke (I21055)

1440

van der Beeck, Jan Daniels (I21056)

1441

Daniels, Cornelia (I21057)

1442

17-12-1468 Welgeborene-proces voor het Hof van Holland.
In het proces verdedigen leden van de familie van Allaert hun welgeborenschap tegenover hun buren. Zij blijken volgens rechterlijke uitspraak van edele afkomst te zijn en wel als nakomelingen van het geslacht Van Oegstgeest, wat ook blijkt uit het ankerkruis dat zij als wapen voeren.
Zij hebben vrijstelling van het betalen van schot (landbelasting) en dat was een doorn in het oog van hun buren. Daartegenover stond dat ze desgevraagd verplicht (en onbeloond) zitting moesten nemen als rechters de Hoge Vierschaar. Tevens waren ze persoonlijk dienstplichtig en moesten in geval van oorlog in ridderlijke krijgsuitrusting aantreden.
De volgende personen - allen afstammelingen van Allaert Heinenz) waren aanwezig bij het proces: Potter Wille Jacobsz en Willem Jacopsz, Willem Allertsz, Jan Allertsz, Dirck Allertsz, Claes Allertsz, Jacob Allertsz en Claes Jacobsz

Allaert (I22570)

1443

Heinensz, Allaert (I22574)

1444

Allaertsz, Willem (I22672)

1445

Allaertsz, Jacob (I22673)

1446

17-3-1629 ca. 56 jaar en op 12-2-1635 ca. 62 jaar oud

Lourisz, Daniel (I29993)

1447

17-3-1766: SWALMEN-BOUKOUL - Verpanding huis en hof achter Mouthagen (Laplander).
Ten overstaan van Nicolaes Joseph Henderickx, scholtis, Cornelis van Keken en Joannes Mewessen, schepenen van de heerlijkheid Swalmen en Asselt, bekent Jurgen Kyesers, als gevolmachtigde aan toonder namens Coen Smeedts en Bertien Hansen krachtens akte d.d. 1 februari 1760, dat zij een bedrag van 50 gulden Roermonds tegen een jaarlijkse rente van 4% eerstmaal te betalen op 3 februari 1761 [sic] en met een opzegtermijn van een half jaar, hebben opgenomen van C.E. Hendrickx en diens echtgenote met als onderpand hun huis en moeshof achter de Moethagen aan het Haembroeck gelegen met het daarbij gelegen land, samen groot ongeveer 2 morgen, tussen het Haembroeck en de gemeente, met de korte zijden grenzend aan de gemeente en de Moethagenswegh. De schepen Willem Heijnen wordt namens het echtpaar Hendrickx in de onderpanden geërfd.
Dit huis is in eerder akten vermeld op 2-6-1693 (Overdracht door erfgenamen van Handerick Daemen aan Aret Hanssen en Sophia Rutten), 9-9-1699 (huis in bezit van Areth Hanssen en Sophia Rutten) en 13-3-1708 (huis in bezit van Areth Hanssen).

Smets, Conrardus (I26059)

1448

Hansen, Bertha (I26060)

1449

17-4-1691: Wij Marten Meerman canonik ten Dom te Utrecht, proost van Leiden, stadhouder van de lenen en ‘thinsen’der domproostije te Utrecht vanwege de hooggeboren heer Cajus Laurentius, graaf van Brockerff etc. doen kond dat voor ons en mannen van leen nabenoemd gecompareerd is Jan Willemsz. Thoen en heeft in onze handen getransporteerd en overgegeven de rechte helft van 12 morgen land gelegen in het ambacht Maasland tussen de weg en de wederhelft van de voorsz. 12 morgen, aan de zuidzijde van de kerk in de hoeve die Rijnshoeve heet in de steeg geheten de Oude Inlage […] en hebben wij het met deze verleend Jacobus van der Werve met de voorsz. helft van 12 morgen tot een onversterfelijk erfleen, zoals de voorn. Jan Willemsz. Thoen en zijn voorzaten die van ons en onze domproostdije voorsz. te houden plachten

17-4-1691: Wij Marten Meerman canonik ten Dom te Utrecht, proost van Leiden, stadhouder van de lenen en ‘thinsen’der domproostije te Utrecht vanwege de hooggeboren heer Cajus Laurentius, graaf van Brockerff etc. doen kond dat voor ons en mannen van leen nabenoemd gecompareerd is Jan Willemsz. Thoen en heeft in onze handen getransporteerd en overgegeven de gerechte helft in de helft van 12 morgen land gelegen in het ambacht Maasland tussen de wederhelft van de voorsz. 12 morgen en de helft van de andere helft, aan de zuidzijde van de kerk in de hoeve die Rijnshoeve heet in de steeg geheten de Oude Inlage, waarvan de wederhelft in de voorsz. helft bij Alewijn Claasz. van der Hoof van ons te leen gehouden wordt […] en hebben wij het met deze verleend Arijen van Rijn met de voorsz. helft in de helft van 12 morgen tot een onversterfelijk erfleen, zoals de voorn. Jan Willemsz. Thoen en zijn voorzaten die van ons en onze domproostdije voorsz. te houden plachten.

17-4-1691: Wij Marten Meerman canonik ten Dom te Utrecht, proost van Leiden, stadhouder van de lenen en ‘thinsen’der domproostije te Utrecht vanwege de hooggeboren heer Cajus Laurentius, graaf van Brockerff etc. doen kond dat voor ons en mannen van leen nabenoemd gecompareerd is Jan Willemsz. Thoen en heeft in onze handen getransporteerd en overgegeven de wederhelft in de gerechte helft van 12 morgen land gelegen in het ambacht Maasland tussen de dijk en de resterende helft in de helft van de voorsz. 12 morgen, aan de zuidzijde van de kerk in de hoeve die Rijnshoeve heet in de steeg geheten de Oude Inlaage, waarvan de andere helft in de voorsz. helft bij Arijen van Rijn van ons te leen gehouden wordt […] en hebben wij het met deze verleend Alewijn Claasz. van der Hoof met de voorsz. wederhelft in de helft van 12 morgen land tot een onversterfelijk erfleen, zoals de voorn. Jan Willemsz. Thoen en zijn voorzaten die van ons en onze domproostdije voorsz. te houden plachten.

Thoen, Jan Willemsz. (I24053)

1450

17-4-1701: Comp. Arijaentie Willemsdr. wed. en Cornelis Pietersz. van Schie zo voor hem zelf mitsgaders hem sterk makende en de rato caverende voor Marrijtie Pietersdr. van Schie beide kinderen van Pieter Cornelisz. van Schie zal. en hebben verkocht aan Claes Huijbrechtsz. Perveen zekere huising met de actie tot het erf daarvan rijzende en dalende huur betaald wordt, staande en gelegen binnen het dorp van Maasland op de Commandeurspolderkade. Jongste oude brief d.d. 10-10-1688.

Perveen, Claes Huijbrechtsz (I24295)

Gebruik van onze gegevens

Gegevens mogen worden overgenomen met bronvermelding. Wegens auteursrecht kunnen afbeeldingen niet worden gekopieerd.

Aantekeningen

Direct naar

Contact

Gebruik van onze gegevens