Een reis in het verleden met verrassende vergezichten
Treffers 1,051 t/m 1,100 van 48,679
# | Aantekeningen | Verbonden met |
---|---|---|
1051 | 1544: die gheest ghenoemt Vroenenbrouck ende is leggende tusschen die Heerewech ende die Lijdtwech: - perceel 214 bl 33 145 roe Eigenaar Vrouwenghilde tot Wassenaer; gebruiker Claes Jansz - perceel 254 bl 39 118 roe Eigenaar Pastoer tot Wassenaer; gebruiker Claes Jansz die gheest leggende tusschen die Maeldrift ende die Lijdtwech: - perceel 339 bl 50 131 roe Eigenaar en gebruiker Claes Jansz - acker - perceel 341 bl 51 439 roe Eigenaar en gebruiker Claes Jansz - acker Dit weijdtlandt ende geestlandt es leggende tusschen die Zuijtwateringe ende die Schouttegreppel: - perceel 389 bl 57 20 morgen 117 roe Eigenaar en gebruiker Claes Jansz Laagvenen in erfpacht uitgegeven, tussen Voorschoten en de Veensche Wateringhe - perceel 479 bl 70 2 morgen 112 roe Eigenaar en gebruiker Claes Jansz - veen tusschen die Buijerenwech ende die Veensche Wateringhe - perceel 525 bl 76 341 roe weijdtkampken andie papenwech leggende bij oosten Eigenaar Kerck tot Wassenaer en gebruiker Claes Jansz 1564: perceel 8 bl 2 12 morgen 300 roe Eigenaar en gebruiker {wed. van} Claes Jansz | Jansz, Claes (I31130)
|
1052 | 1544: perceel 75 bl 13 1 morgen E(igenaar) Abdij ter Leede, B(ruiker) Willem Pietersz tot Reynsburch perceel 252 bl 40 1 morgen 204 roe E(igenaar) Abdij ter Leede, B(ruiker) Willem Pietersz tot Reynsburch perceel 269 bl 43 2 morgen en 293 roe E(igenaar) Cappittel tot Leyden, B(ruiker) Willem Pietersz tot Reynsburch perceel 328 bl 52 4 morgen 24 roe E(igenaar) Abdij tot Reynsburch, B(ruiker) Willem Pietersz tot Reynsburch | Veen, Wilem Pietersz (I25512)
|
1053 | 1544: 2 morgen 276 roe Dammas Gherytsz croft an die Wildernisse 12 morgen 311 roe Dammas Gherytsz kroft bij westen zijn huys 334 roe Dammas Gherytsz tot Lisse 1 morgen 441 roe Dammas Gherytsz voors. 1 morgen Dammas Gherytsz 3 morgen 592 roe Dammas Gherytsz tot Lisse, zijn veenen, cum sociis (met partners) 1564: 10 morgen 450 roe Dammas Gerytsz wedue, an twee parceelen 1580: Lisse 10 morgen 450 roe Nyesgen Jansdr wedue van: Dammis Gerritsz in eygen | van der Cluft, Dammas Gerritszn (I29013)
|
1054 | 1544: 2 morgen 276 roe Dammas Gherytsz croft an die Wildernisse 12 morgen 311 roe Dammas Gherytsz kroft bij westen zijn huys 334 roe Dammas Gherytsz tot Lisse 1 morgen 441 roe Dammas Gherytsz voors. 1 morgen Dammas Gherytsz 3 morgen 592 roe Dammas Gherytsz tot Lisse, zijn veenen, cum sociis (met partners) 1564: 10 morgen 450 roe Dammas Gerytsz wedue, an twee parceelen 1580: Lisse 10 morgen 450 roe Nyesgen Jansdr wedue van: Dammis Gerritsz in eygen | Jansdr, Angenietge (jonge) (I29020)
|
1055 | 1544: Claes Dircxs staat als gebruiker vermeld van diverse percelen land, waaronder percelen tussen de heerweg en de Buurweg genoemd Hillenaar, percelen op de Vroenenbrouck e.a. Hij is eigenaar en gebruiker van een perceel tussen Voorschoten en de Veense Watering | Hillenaer, Claes Dircxz (I5298)
|
1056 | 1544: E(igenaar) 1 morgen 88 roeden Claes Cornelisz tot Leyden; B(ruiker) Cornelis Meeusz E 2 morgen 205 roeden Barnaerdyten tot Waermondt, die B Cornelis Meeusz E 366 roeden Alydt Grebbers tot Leyden B Cornelis Meeus 1564: Hier begint Catwyck. E(igenaar) B(ruiker) 8 morgen 200 roeden Cornelis Meesz an vier parceelen Hier begint Reynsburch E B 2 morgen Cornelis Meesz zijn eyghen | Meeusz, Cornelis (I29183)
|
1057 | 1544: E(igenaar) B(ruiker) 1 morgen 181 roeden Cornelis Meesz Middelmoers E B 1 morgen 13 roeden Cornelis Meesz Middelmors B 162 roeden Cornelis Meesz In die Croften B 457 roeden Cornelis Meesz Dit is die woeninghe ghenoemt ’t Cloestersschuyer weydtlandt ende zaedtlandt: B 2 morgen 68 roeden Cornelis Meesz zaetlant | Meeusz, Cornelis (I29183)
|
1058 | 1544: Jacob Vergraft tot Leijden eijghen Cornelis Vechters zoon bruijcker Ende is groot - j margen ij½.C xLiij Roeden Hofsteden en zaadland liggend tussen de Heeren wech en die Leede: Cornelis Vechters zoon met die kerck eijghen Cornelis voorß bruijcker Ende is groot - ij margen xCiij Roeden Weijndt Vechters weduwe eijgen Ende Cornelis Vechters zoon bruijcker Ende is groot - iij margen xxij Roeden Weijndtgen Vechters eijghen ende Cornelis Vechters zoon bruijckere Ende is groot - j margen j½.C xxxv Roeden (land tussen grootesloot aan het Ghilde Bouschken vanaf de Dieppe Leede naar de Zijl) Die Monnicken tot Waermondt eijghen ende Cornelis Vechtersz. bruijcker Ende is groot - j margen ij½.C xiij Roeden Weijndtgen Vechters eijghen ende Cornelis Vechters zoon bruijcker dat landt ghenoemt die Bijl ende is groot - ij margen ij½.C vj Roeden 1564 - 1568: Cornelis Vechtersz. zijn hofstede es groot - j morgen Noch over die Lee - ij morgen ij½ hont Noch teelant - ij morgen j½ hont Noch teelant - j½ morgen Noch teelant - iiij hont Noch teelandt - j morgen ij hont Noch die croft bij die Hoghe Weijde - xiij hont Noch die Hoghe Weijde - iiij morgen iiij hont Noch weijlant (xviij) - iij morgen j½ hont Noch weijlant (xix) - j morgen ij½ hont Noch weijlant (xix) - j morgen j½ hont Noch die Bijl (xx) - ij morgen ij½ hont Noch opt tZijl (xxviij) - iij morgen | Vechtersz, Cornelis (I29059)
|
1059 | 1544: land tussen 'dat scheijdt van Zassenem ende die Vliet': Weijndtgen Vechters weduwe haer landt Ende es groot - ij margen ij½.C xv Roeden Land tussen de Grootsloot en Oegstgeest: Weijndt Vechters weduwe eijgen Ende Cornelis Vechters zoon bruijcker Ende is groot - iij margen xxij Roeden Land tussen de Grootesloot en de sloot liggend aan het Ghilde Bouschken: Weijndtgen Vechters eijghen ende Cornelis Vechters zoon bruijckere Ende is groot - j margen j½.C xxxv Roeden Weijndtgen Vechters eijghen ende Cornelis Vechters zoon bruijcker dat landt ghenoemt die Bijl ende is groot - ij margen ij½.C vj Roeden Land tussen 'dat Zweijdtlandt ende die Nooremeer (sic)': Weijndtgen Vechters weduwe haer landt Ende is gr. - j½ margen ij½.C xLvij Roeden | Weijndtgen (I29068)
|
1060 | 1544: land tussen 'dat scheijdt van Zassenem ende die Vliet': Weijndtgen Vechters weduwe haer landt Ende es groot - ij margen ij½.C xv Roeden Land tussen de Grootsloot en Oegstgeest: Weijndt Vechters weduwe eijgen Ende Cornelis Vechters zoon bruijcker Ende is groot - iij margen xxij Roeden Land tussen de Grootesloot en de sloot liggend aan het Ghilde Bouschken: Weijndtgen Vechters eijghen ende Cornelis Vechters zoon bruijckere Ende is groot - j margen j½.C xxxv Roeden Weijndtgen Vechters eijghen ende Cornelis Vechters zoon bruijcker dat landt ghenoemt die Bijl ende is groot - ij margen ij½.C vj Roeden Land tussen 'dat Zweijdtlandt ende die Nooremeer (sic)': Weijndtgen Vechters weduwe haer landt Ende is gr. - j½ margen ij½.C xLvij Roeden | Klaasz, Vechter (I29127)
|
1061 | 1544: Willem Ghordynsz. bruyct 3 marghen lants voir 4 g. 1565: Voorburch beginnend aan het Westeijnde buiten het dorp: Willem Ghordijns 3 m van Jan Clemensz. Bontwerckers weduwe in den Hage met huis voor 25 g 2 g 10 st samen met Engebrecht Fransz. van Frans Michielsz. brouwer te Delft 10 m voor 50 g 5 g | Gordijnsz, Willem Willemsz (I15692)
|
1062 | 1544: Bouwen Jansz woendt up dat huys ’t Sandtwert leggende an die zuydzyde van die Veensche Wateringe (perceel 35), gebruikt teelland tussen die lijdtwech ende die Veensche Wateringe (perceel 41), gebruikt 1 morgen en 340 roe weijdtlandt ende gheestland, liggend tusschen die Buyerenwech ende die Veensche Wateringhe - cappelryee landt, een kamppe leggende bij ’t huys te Raephorst (perceel 534) Opvallend is dat 80 jaar later nog vergelijkbare meldingen voorkomen in het morgenboek. Mogelijk gaat het dan om de erven. In 1564 alleen vermeld met perceel 30 en in 1568 weer met perceel 35 | Jansz, Bouwen (I16764)
|
1063 | 1544: - Adriaen Aemsz woeninge ende landen groet ii½ margen bij estimacie op ii L v st daerover hier als voeren iiii sc vi d - Adriaen Aemsz woninge ende landen groot in eijgendomme i½ mergen geestimeerd op xx sc compt voer den xe penn: ii sc 1557: - Claes Jacopsz wonenden opte hondert morgen nutertijt door opdrachte van Jan Jacobsz sijnen broeder besitter van selver erfhuer eertijts vuyt gegeven by Geertgen Heyn Dirck Heyn Dirksz weduwe van die helft van een half morgen lants leggende in die hondert morgen heeft vertoent een oude huercedulle vande eerste vuijtgeeff van de salfde helf van een hald morgen voors in dato den xiiii en decembris anno xvC xlv dat deselve alhier vuijtgegeven is Ariaen Aemsz ende synen nacomelingen nu op hem Claes voors by verder transpoert ende opdracht gecomen wesende voer een half phillips gulden sjaers ofte payment haar de waerde ende alsoe dit selfde diergenouch in erfhuer in gehuert is soe laeten wy dat daer by compt xii s vi d - idem heeft noch angebrocht doer opdracht als voeren mede besitter van zeker erfhuer eertijts vuijtgegeven by Lysbet, Heijn Dirkszdochter woneden tot Delft van dander helft van die voers erfhuer van dat voors half morgen heeft mede vertoont by oude huercedulle vande eerste vuijtgeeff van die selfde helft van voors half morgen lants in dato den xxiiii decembris anno xvC xlv dat die selfde erfhuer vuijtgegeven is enen Adriaen Aemsz ende sijnen nacomelingen nu op hem Claes voers by verder transpoert ende opdracht gecomen wesende voer | de Geus, Adriaen Aemsz (I31564)
|
1064 | 1544: als obligatiehouder 1548: voogd voor de weeskinderen van Pieter Duesz en Maergen 1549: getuige | Gielisz, Anthonis (I25232)
|
1065 | 1544: Anbrengen vanden landen gelegen Sgravenzande ende in zandambocht onder de schiltaele begrepen ende de jairlixe huyzen van dien bide margentaele gestelt ende in ponden van veertich groit flaems st ende int advenant ende eerst van die van binnen Aeriaen Pietersz Luck iii margen negen ₤ | 't Luck, Adriaen Pietersz (I31527)
|
1066 | 1544: Damas Gerijtsz eijghen ende bruijclanden met zijn huijsinghe zzi morghen tsamen siaers om xxvi gld compt voorden xe penninck ii L xii st | van der Cluft, Dammas Gerritszn (I29013)
|
1067 | 1544: Folio 35 Wouter Wormboutsz ende Pieter Ghijsbrechtsz, wnt te Rynsburg bruycken tesamen 12 1/2 morgen lants siaers om fl.71 | Warboutsz, Wouter (I29088)
|
1068 | 1544: Gheryt Dammasz bruyct iii ½ morgen landts mit huys ende bepotinghe daerop staende getauxeert voor ix ½ gulden siaers. compt voorden xe penninck xix st | Dammaszn, Gerrit (I29015)
|
1069 | 1544: Hillebrant Joestz bruyct xi hont om xxxvii st 1557: Hillebrant Joesten tot Delfgaeu bruijct als eijgen XI hont gelegen after Nijencoep getauxeert voor IIII £ II st. VI p. compt voor den Xen penninck VIII st. III p. | Joosten, Hillebrant (I25178)
|
1070 | 1544: Jacop Ghordynsz. 5 m. voir 15 g. | Gordijnsz, Jacop (I29794)
|
1071 | 1544: Joest Hillebrantz bruyct in twee p:tyen negendalff mergen xix ₤ ii st vi d 1557: Joest Hillebrantsz. bruijct als eijgen III½ mergen gelegen bij suijder kerck getauxeert voor XVI £ X st. Idem bruijct noch als eijgen II½ mergen lants gelegen after Catwijck upt Scheijt getauxeert voor V £ V st. Somme XXI £ XV st. compt voor den Xen penninck II £ III st. VI p. Joest Hillebrantsz. heeft van de Co.Mat. in pachte die twee derden delen van de smaeltienden in Pijnacker om XXXIII £ VI st. VIII p. offgetogen als voren, blijft voor 't IIIen deel XI £ II st. III p. Compt voor den Xen penninck XXII st. II p. ½ Idem heeft dat derdendeel van de selve smaeltienden in Pijnacker in pachte van den pastoir van Pijnacker om XVI £ XIII st. IIII p. compt voor den Xen penninck XXXIII st. III p. ½ | Hillebrantsz, Joost (I11966)
|
1072 | 1544: Louwerijs Pieter Huijgesz brenct an sijn huijs voir eijgen ende is bij scout ende buijeren voors getaxeert voir vii L 1553: Lourijs Pieter Huyge geeft aan zijn woning met 6 h. eigen, 3 m. 3 h. huur van de ‘huyssitten’, Leiden, 3 m. van de Abdisse van Reynsburch, 5 h. huurwaar van Neeltge Pieter Huygens weduwe, zijn moeder | Huijgensz, Louris Pieters (I5533)
|
1073 | 1544: Neeltgen Pieter Huijgensz weudwe brenct an haer huijs ende erf eijgen belent doostzijde Herper Pietersz die westzijde Jacob Gherijtsz ende is bij scout ende buijeren voors getaxeert voir vi L die selfde brenct an vier morgen lants eijgen belent doostzijde Pieter Louwerijsz dwestzijde Sijmon Heijnricxz tot Delft getaxeert voir xiiii L die selfde brenct an iiii morgen lants huijer waer ende geest daer off te huijer xx L 1553: Lourijs Pieter Huyge geeft aan zijn woning met 6 h. eigen, 3 m. 3 h. huur van de ‘huyssitten’, Leiden, 3 m. van de Abdisse van Reynsburch, 5 h. huurwaar van Neeltge Pieter Huygens weduwe, zijn moeder | Neeltgen (I218)
|
1074 | 1544: Neeltgen Pieter Huijgensz weudwe brenct an haer huijs ende erf eijgen belent doostzijde Herper Pietersz die westzijde Jacob Gherijtsz ende is bij scout ende buijeren voors getaxeert voir vi L die selfde brenct an vier morgen lants eijgen belent doostzijde Pieter Louwerijsz dwestzijde Sijmon Heijnricxz tot Delft getaxeert voir xiiii L die selfde brenct an iiii morgen lants huijer waer ende geest daer off te huijer xx L | Huijgensz., Pieter (I5532)
|
1075 | 1544: Roel Pouwels zijn bruijcwaer groet xi morgen voor xxvii L xv st compt voorden xe pen ii L xv st vi d | Pouwels, Roelant (I26990)
|
1076 | 1544: Screvel Ysbrantsz. gheeft vierdalffve m. lants int margen boeck elcke marghen 3 g. 7½ st. facit 11 g. 16 st. 1 oortgen. 1565: Voorburch beginnend aan het Westeijnde buiten het dorp. Screvel Isbrantsz. 2½ m eigen getax. 15 g 1 g 10 st 1 m van Mr. Cornelis van Hoechlande te Dordrecht 5 g 5 st 10½ st | Tedingerbrouc, Schrevel IJsbrantz (I15310)
|
1077 | 1546 De hoefslag van Zuytmade: Aechgen, Maertgen en Lijsbeth Heynricx Aemszoonsdochter, 2½ morgen 1546 De hoefslag van Pijnacker: Aechgen en Martgen Heijnricx Aemszoonsdochteren bagijnen, 4 morgen 4 hond 85 roede | van der Burch, Lijsbeth Heynriccx Aemsznsdr (I22624)
|
1078 | 1547: Jacop Ghordijnsz (2x) 1549: Jacop Ghordynsz 1554: Jacop Gordynsz | Gordijnsz, Jacop (I29794)
|
1079 | 1547: Louris Ghordynsz 1549: Louris Ghordynsz 1554: Louweris Gordynsz | Gordijnsz, Louris (I29795)
|
1080 | 1553: ===== claes willemsz bruijckt van dirck gerijtsz tot noertwijckerhout ende es erfpacht zijn wonijng met derthien mergen sestalff hont ende es getaxeert voir XXVI lb cornelis dircxsz bruijckt van dirck gerijtsz tot noertwijckerhout zijn wonijng met negen mergen anderhalff hont lants ende geft daer off te huijer XX lb 1556: ===== cornelis dircxsz brengt an zijn wonijnge int jaer LIII hoger dan int jaer LVII want die reste willem stevensz in middel van tijden van die weduwe van dirck gerijtsz sig gecoft heeft ende inden jaere LVII angebrocht bijden zelven 167 an gebrocht an ghebrocht. cornelis dircksz gebruijct zijn wonijnge van die weduwe van dirck gerijtsz tot noortwijckerhoudt met zeven morgen derdalf hont lants ende geft daer off te huijer XVII lb X st claes willemsz gebruijct van die weeduwe van dirck gerijtsz tot noortwijckerhout ende is erfpacht zijn wonijnge met zeven morgen derdalf hont geestlants, derdalf morgen weijlants ende vier morgen veenlants daer omtrent een morgen in toe gemaict is getaxeert voor XXXIIII lb | Fits, Dirk Gerritsz (I30879)
|
1081 | 1553: De weduwe van Cluften Jonge Niesgen getaxeerd voor een woning met landen van 12 morgen 5 hond in eigendom op 36 gld, voor 5 m 1,5 hond lageveensland op 2 gld., voor gebruik van 1 hond van de kerk van Sassenheim op 2 gld. 10 st. 1557: Jonge Niesgen, weduwe, getaxeerd voor een eigen huis op 7 gld., voor 2 morgen eigen land op 1 gld, voor 14 morgen en 4 hond eigen land op 45 gld, voor 5 morgen 1,5 eigen lageveensland op 2 gld 8 st. | Jansdr, Angenietge (jonge) (I29020)
|
1082 | 1553: Jan Cornelisz. Sweernaer 7 m. E met huis, berg en schuren,15 sts. per m. 5 L 5 st. 1556: Jan Cornelisz Sweer bruijct seven margen lants hem eijgen toebehoerende ende sijn getaxceert elcke margen op xxij st Noch sijn huijs, potinge ende plantinge sijn getaxceert op ij kgulden v st 1561: Eerst het eerste deel van de Oisteijndschepolder gelegen in het oosteinde tussen de Rotte en de Oesteijndsche Wech beginnend van de Milaen van Bleiswijck langs de Rotte tot aan de Houcksche caede.: (fol. 9v) 15e weer Jan Cornelisz. Sweer 3 m weiland en 1½ m hooiland, waarin begrepen de werf waar zijn huis op staat, getax. 12 g. 12½ s. 17e weer Jan Cornelisz. Sweer 2½ m getax. 4 g. 10 s. 22e weer Jan Cornelisz. Sweer 1 m slagturfland getax. 15 s. | Sweer, Jan Cornelisz (I25654)
|
1083 | 1553: jacob peijensz cs -/53/7 5m 4h om 8-11-4 1561: jacob peijensz z/61/8 E 5,5m + huen 1/2 steenplaats om 16-10-0 | Peijensz, Jacob (I30747)
|
1084 | 1553: Ariaen Jacob Cornelisz 8 1/2 m. H Pieter Allertsz. c.s. tot Rotterdam, de hoop 27 kgld. 27 L 5 m. H heer Cornelis van Bruwezen, de hoop 11 pond holl. 8 L 5 sts. 3 1/2 m. H van dezelfde, de hoop 7 schilden per jaar 4 L 18 sts. 1/2 m. H de erfgenamen van Pieter Cornelisz. tot Cralingen, 22 sts. per jaar 22 sts. 2 m. H= ’t Groote Gasthuis tot Rotterdam, de hoop 5 1/2 pond holl. 4 L 2 sts. 6 d. 11 m. E met huis, berg en schuur, 30 sts. per m. 16 L 10 sts. 1556: Ariaen Jacop Corneliszoon bruijct twintich margen lants hem eijgen toebehoerende ende sijn getaxceert elcke margen op ij kgulden v st Noch sijn huijs, potinghe ende plantinge sijn getaxceert op vj kgulden Noch soe bruijct d’selve achtalff margen lants toebehoerende Cornelis van Bruweesen ende sijn gehuijert den hoop om xxxiij½ kgulden Somma lateris vij kgulden ij st seven deuts Noch soe bruijct die selve twee margen lants toebehoerende ’t gasthuijs tot Rotterdam ende sijn gehuijert den hoop om iiij½ kgulden Noch soe bruijct die selve een half margen toebehoerende die erfgenamen van Pieter Cornelisz ende is gehuijert om xxiij st Noch soe bruijct die selve een half margen lants toebehoerende Pieter Jacop Cornelisz weduwe ende is gehuijert om xx st Compt den xen penninck viij kgulden xix st vijf penninck 1561: De polder van den Berch: 5e weer: Adriaen Jacobsz. Kerchoff 1 m hooiland van den Berch wech af getax. 2 g. 16e weer: Adriaen Jacobsz. 25½ m wei- en hooiland, waarvan 5 m toegemaakt zijn van de Rotte tot de Broucxe Vliet: 2 m in huur van het Gasthuis te Rotterdam voor 7 g., 4 m van Cornelis van Bruhesen te Oesterhout voor 17 g. 10 s. en 20 m met zijn huis erop eigen, samen getax. 85 g. 17e weer: Adriaen Jacobsz. van Cornelis van Bruhesen 4 m toegemaakt land: 2 m hooiland en 2 m haver? vanaf de Rotte voor 16 g. | Kerkhof, Adriaen Jacobsz (I25584)
|
1085 | 1553: Cornelis Dirrick Stompick bruijckt van Wonnetgen Pietersdr. II mergen IIII½ hont voer XII guldene XV st., coempt de Xe pennijnck XXV½ st. 1557: Pieter Vranckensz. wonende tot Delff bruijck de selve in huijrwaer van Wonnetgen Pieters ende Jan Fransz. brouwer binnen Delff II megen IIII½ hondt lants voor XVIII gulden tsiaers vrijts gelts mitsgaders vier paer capoenen geestimeert voor II gulden, compt voor de Xen penninck II £ [marge: bij eede] | Pietersdr, Wonnetgen (I25193)
|
1086 | 1553: Cornelis Jan Hermansz. bruyct XVII½ margen ende een hondt landts van de weduwe van Willem Pietersz. ende van de kinderen van Vranck Gerritsz. ende Cornelis Hugesz. Den margen ’t sjaers om V £. hollants ende een halff vat butters op den hoop ende IX £. min een quartier op den hoop. Verclaert bij den eede. Den Xe penning......VIII £. XIII st. VII penn. o.b. [huyr] Cornelis Jan Hermansz. bruyct I½ margen van de weduwe van Willem Pietersz. ende Cornelis Huygensz. ende de kinderen van Vranck Gerritsz. De margen om V £. hollants ’t sjaers. Verclaert bij den eede. Den Xe penning XI st. III penn. [huyr] | Gerritsz, Vranck (I27428)
|
1087 | 1556 Phillips Ghysbrechtsz van Veen bruyct in huyr van de weduwe van Claes Jeroensz tot Wassenaer zyn woninge, huys, barch, schuyr ende acht morgen lants siairs om lvi lb Compt voerden xen penning v lb xii st | van Veen, Philips Gijsbrechtsz (I29616)
|
1088 | 1556: Jan Jacop Cornelisz bruijct sestalff margen lants hem eijgen toebehoerende ende zijn getaxceert elcke margen op xx st Noch een oudt huijsken hem toebehoerende es getaxceert op x st Compt den xen penninck xij st Somma lateris v kgulden xv st een blanck | Kerkhof, Jan Jacobsz (I25579)
|
1089 | 1557 [fol. XIIIv] Vranck Joest Hillebrantszoens zoen heeft verclaert bij eede dat hij met zijn broeders ende susters bruicken van st. Ursulen convent binnen Delft drie margen poertlants leggende in VIII margen daervan zijl[uijden] anno LVII van huijer gegeven hebben XXII £ X st. den Xen penninck beloept II £ V st. Idem heeft noch verclaert dat zijl[uijden] hebben vijf margen lants henl[uijden] eijghen toebehoerende ende die bij henluijden gebruict worden leggende gemeen met de voirs. drie margen getaxeert op XXXVII £ X st. den Xen penninck beloept 1561 Vranck Joest Hillebrantsz. bruijct van sint Ursulen convent drie margen weijlant leggende in een camp van VIII margen tsjrs. om XXII £ X st. comt den Xen penninck II £ V st. [marge: hier op gesien huijercedulle in date a° 54] Idem verclaert dat hij die andere vijff margen wesende die reste van de voors. acht margen mede gebruijct heeft van welcke reste hij bruijct van Gerrit Adriaensz.* ende Pieter Joesten zijn broeders twee zevendeelen die margen tot een pontgen te rekenen ende die reste van de vijf margen coemen hem zelfs toe ende alzoe hij meer lants van zijn broeders bruijct minder van estime wesende ende an die oostzijde van de Delfgaeusche wech leggend ergo die voors.[fol. VIIIv] vijf margen getaxeert die margen tot VII½ gulden facit XXXVII £ X st. comt den Xen penninck III £ XV st. [marge: bij eede verclaert] *) Gerrit Adriaensz. was getrouwd met een zus van Vranck en Pieter Joesten. | van der Rijt, Vranck Joesten (I11958)
|
1090 | 1557 [fol. XIIIv] Vranck Joest Hillebrantszoens zoen heeft verclaert bij eede dat hij met zijn broeders ende susters bruicken van st. Ursulen convent binnen Delft drie margen poertlants leggende in VIII margen daervan zijl[uijden] anno LVII van huijer gegeven hebben XXII £ X st. den Xen penninck beloept II £ V st. Idem heeft noch verclaert dat zijl[uijden] hebben vijf margen lants henl[uijden] eijghen toebehoerende ende die bij henluijden gebruict worden leggende gemeen met de voirs. drie margen getaxeert op XXXVII £ X st. den Xen penninck beloept 1561 Vranck Joest Hillebrantsz. bruijct van sint Ursulen convent drie margen weijlant leggende in een camp van VIII margen tsjrs. om XXII £ X st. comt den Xen penninck II £ V st. [marge: hier op gesien huijercedulle in date a° 54] Idem verclaert dat hij die andere vijff margen wesende die reste van de voors. acht margen mede gebruijct heeft van welcke reste hij bruijct van Gerrit Adriaensz.* ende Pieter Joesten zijn broeders twee zevendeelen die margen tot een pontgen te rekenen ende die reste van de vijf margen coemen hem zelfs toe ende alzoe hij meer lants van zijn broeders bruijct minder van estime wesende ende an die oostzijde van de Delfgaeusche wech leggend ergo die voors.[fol. VIIIv] vijf margen getaxeert die margen tot VII½ gulden facit XXXVII £ X st. comt den Xen penninck III £ XV st. [marge: bij eede verclaert] *) Gerrit Adriaensz. was getrouwd met een zus van Vranck en Pieter Joesten. | Joestensdr, Crijntgen (I25170)
|
1091 | 1557 [fol. XIIIv] Vranck Joest Hillebrantszoens zoen heeft verclaert bij eede dat hij met zijn broeders ende susters bruicken van st. Ursulen convent binnen Delft drie margen poertlants leggende in VIII margen daervan zijl[uijden] anno LVII van huijer gegeven hebben XXII £ X st. den Xen penninck beloept II £ V st. Idem heeft noch verclaert dat zijl[uijden] hebben vijf margen lants henl[uijden] eijghen toebehoerende ende die bij henluijden gebruict worden leggende gemeen met de voirs. drie margen getaxeert op XXXVII £ X st. den Xen penninck beloept 1561 Vranck Joest Hillebrantsz. bruijct van sint Ursulen convent drie margen weijlant leggende in een camp van VIII margen tsjrs. om XXII £ X st. comt den Xen penninck II £ V st. [marge: hier op gesien huijercedulle in date a° 54] Idem verclaert dat hij die andere vijff margen wesende die reste van de voors. acht margen mede gebruijct heeft van welcke reste hij bruijct van Gerrit Adriaensz.* ende Pieter Joesten zijn broeders twee zevendeelen die margen tot een pontgen te rekenen ende die reste van de vijf margen coemen hem zelfs toe ende alzoe hij meer lants van zijn broeders bruijct minder van estime wesende ende an die oostzijde van de Delfgaeusche wech leggend ergo die voors.[fol. VIIIv] vijf margen getaxeert die margen tot VII½ gulden facit XXXVII £ X st. comt den Xen penninck III £ XV st. [marge: bij eede verclaert] *) Gerrit Adriaensz. was getrouwd met een zus van Vranck en Pieter Joesten. | Joestensz, Pieter (I25172)
|
1092 | 1557 [fol. XIIIv] Vranck Joest Hillebrantszoens zoen heeft verclaert bij eede dat hij met zijn broeders ende susters bruicken van st. Ursulen convent binnen Delft drie margen poertlants leggende in VIII margen daervan zijl[uijden] anno LVII van huijer gegeven hebben XXII £ X st. den Xen penninck beloept II £ V st. Idem heeft noch verclaert dat zijl[uijden] hebben vijf margen lants henl[uijden] eijghen toebehoerende ende die bij henluijden gebruict worden leggende gemeen met de voirs. drie margen getaxeert op XXXVII £ X st. den Xen penninck beloept 1561 Vranck Joest Hillebrantsz. bruijct van sint Ursulen convent drie margen weijlant leggende in een camp van VIII margen tsjrs. om XXII £ X st. comt den Xen penninck II £ V st. [marge: hier op gesien huijercedulle in date a° 54] Idem verclaert dat hij die andere vijff margen wesende die reste van de voors. acht margen mede gebruijct heeft van welcke reste hij bruijct van Gerrit Adriaensz.* ende Pieter Joesten zijn broeders twee zevendeelen die margen tot een pontgen te rekenen ende die reste van de vijf margen coemen hem zelfs toe ende alzoe hij meer lants van zijn broeders bruijct minder van estime wesende ende an die oostzijde van de Delfgaeusche wech leggend ergo die voors.[fol. VIIIv] vijf margen getaxeert die margen tot VII½ gulden facit XXXVII £ X st. comt den Xen penninck III £ XV st. [marge: bij eede verclaert] *) Gerrit Adriaensz. was getrouwd met een zus van Vranck en Pieter Joesten. | Joestensdr, NN (I25173)
|
1093 | 1557 en 1561: Item Lenaert Phillipsz. bruijckt van Sint Agnieten convent binnen Delft IIII½ margen lants bij den hoep sonder maet siaers voer XXVII £ vrijs gelts compt den Xen pen. II £ XIIII st. | Roodenburch, Lenaerd Philipszen (I24564)
|
1094 | 1557-1576: Huur ½ morgen op de hoeve (1557: 4 hond).: Lenaert Philipsz 10 sch. Holl. uit 8 hond pachtland, gelegen voor Henrick Claisz.’ woning 1581: GOEDEREN VAN HET ST. JORISGILDE anno 1581 Lenert Philipsz. van 1 m. in zijn woning 6 pond 1572 Ontfang van de lantrenten: Lenaert Philipsz. van 1 m. 5 pond 5 s. | Roodenburch, Lenaerd Philipszen (I24564)
|
1095 | 1558 Willem Gerdynszoon bruyct die helft van zeeven morgen huyertlant toebehoernde mr Huych van Eynde ende Dirck Cobel ende die kerck tot Voiburch ende die huyer is van de helft xviii gulden [hier of gecort viii st] rest den xe penninck i ½ gulden vi st beloipt dese zyde xgulden ii st | Gordijnsz, Willem Willemsz (I15692)
|
1096 | 1558 Jan Schrevelszoon bruyct v ½ morgen huyert lant toebehoerende Dirck Korstantzoon van Alckemaede ende die huyer is xxxiii gulden rest den xe penninck - noch die zelfde bruyct vii morgen huyrt lant ende is papelicke proeven toebehoerende Jacop Willemszoon tot Ryswick ende die huyer is xxxiii gulden noch die zelfde bruyct vi morgen huyert lant toebehoerende Schrevel Ysbrantszoon ende die huyer is xxiiii gulden noch den zelfde brengt aen iiii morgen eygen lant ende is gezommeert voir xvi gulden rest den xe penninck x gulden xii st 1563 Jan Screvelsz in huerwaer van heer Claes Boodt tot Haerlem iii morgen weylant den hoop tsiaers om vii £ beloopt voor elcke morgen ii £ vi st viii d compt den thienden penn xiiii st Lenaert Dammasz heeft bet anno 64 noch in huyerwaer van Dirck van Alckemade v ½ morgen weylant den hoop tsiaers om xli £ beloopt over elcke morgen vii £ ix st i d compt voor den xe penn iiii £ ii st deen helft betaelt by Jan jacops als ii £ i st Lenart Dammasz deen helft en Jan Jacopsz dander helft bet anno 64 noch in huyerwaer van Jacop Willemsz Groen clerck tot Ryswyck vii morgen weylant elcke morgen tsiaers om vi £ facit tsaemen xlii £ compt voor den xe penn iiii £ ii st Lenaert Dammasz heeft bet anno 64 noch in eygen thien morgen hoeylant elcke morgen gesommeert voor v £ facit tsaemen l £ compt voorden thienden penn v £ Lenaert Dammasz heeft bet anno 64 | Schrevelsz, Jan (I26731)
|
1097 | 1558: Lambrecht Gerdijnszoon bruijct zyn woning met huys ende xii morgen huyertlant toe behoerende mr Arent Coebel in den Haich ende die huyer is lx gulden rest den xe penninck vii gulden xvi st noch die zelfde brengt aen v ½ morgen eygen lant met een quaet huysgen daer opstaende ende is getaucxeert voir xviii gulden 1563: Lambrecht Gerdynsz in huyerwaer een woning huys ende erff als xvii morgen ii hont tuegemaect hoeylant ende wey lant onder malcander tuebehoerende mr Aernt Cobel den hoop tsiaers om xcvi £ beloopt elcke morgen v £ x st viii d compt een thienden penn ix £ xii st noch in eygen viii morgen i hont mit een cleyn huysken daer op staende hoeylant ende weylant onder malcander tmeerdeel tuegemaect tsommige dorre lant elcke morgen gesommeert voor iiii £ facit tsamen xxxii £ xiii st iiii d compt den xe penn iii £ v st iiii d | Gerdijns, Lambrecht (I30852)
|
1098 | 1558: Ariaen Aemszoon brengt aen zyn woning met huys ende ix morgen eygen lants ende 37 is gezommeert voir xxiiii gulden rest den xe penninck ii gulden viii st noch den zelfde brengt aen ii morgen verloeren eygen lant dair niet of en compt 1563: Adriaen Aemsz in eygen zyn woning huys ende rff als in ix morgen hoeylant ende weylant onder malcander tmeerdeel doore lant tsommige tuegemaeckt elcke morgen getauxeert aenshcou nemende opt huys voor iii £ facit xxvii £ compt ii £ xiiii st | de Geus, Adriaen Aemsz (I31564)
|
1099 | 1558:Huijtges hoeck: Huijs -Adriaen Claesz. sijn huijs, barch, boemte es gescat jaers te gelden 10-10-00 Eijgen - Idem bruijckt noch 17 morgen eijgelants ende es gescat de morgen jaers te gelden f 4-2½-00, ffacit 70-2½-00 Eijgen - Idem bruijckt van Seve Getijden tot Vlaerdinck 1 morgen erffhuijers ende es gescat jaers te gelden 4-00-00 Huijer. Idem bruijckt van Vranck Leen tot Delft 5 morgen ende 1 hont lants mit sijn buijtelant, jaers den hoop om f 24 ende 2 cappoenen off 12 st. daer voer, ffacit 24-12-00 Huijer - Idem bruijckt van Lijsbet Sijmon Woutersz. t’Scijedam 3 morgen lants mit sijn buijtelant, jaers om f 15 Rins ende een ham ende 2 cappoenen off 3 scapekaesen daer voer, verclaert bij eedt, ffacit mitte ham ende cappoenen of kaesen 16-05-00 Vrij - Idem bruijckt van de Heijligeest t’Scijedam 1½ morgen lants mit sijn buijtelant, jaers om 9-00-00 Verclaert bij eedt. Huijer- Idem bruijckt van Boudewijn Willemsz. in den Haech 6½ hont lants mit sijn buijtelant, jaers om 6-00-00 Verclaert bij eedt. Huijer- Idem bruijckt van mijn heer van Aerenberch 1 morgen lant mit sijn buijtelant, jaers om 6-00-00 Verclaert bij eedt. Thienden - Idem bruijckt van de pastorije van Ouwerscije een groffthiende mit een smal thijende, t’samen om 3-15-00 Eijgen - Idem bruijckt noch omtrent 12 morgen buijtelants ende es hem eijgen, es gescat de morgen jaers te gelden f 3-15-00, ffacit 45-00-00 Beloept den 10° penninck 18-18-15. Eijgen: 18 morgen= 74-02-01. Huijer: 22 morgen 1½ hont= 101-12-00. Vrij: 1½ morgen= 9-00-00. 1 huijs:= 10-10-00. Somma lateris 18-18-15. 41 morgen 4½ hont. | Trapper, Adriaen Claes Gillisz (I24562)
|
1100 | 155v. 11-3-1653. Adriaen Willemszn. van Steenvoorden wonende Warmond verkoopt Peter Claeszn. van ’t Nest 2 hond wei- of teelland gelegen aan de waterlozinge genaamd het Mallegat, belend ZO de Lijdweg, ZW de voorsz. waterlozinge en NO en NW Jan Dammaszn. Deyserman, voor 402 gulden. | van Steenvoorden, Adriaen Willemsz (I9629)
|
Gegevens mogen worden overgenomen met bronvermelding. Wegens auteursrecht kunnen afbeeldingen niet worden gekopieerd.