Een reis in het verleden met verrassende vergezichten
Winkeliers en middenstanders in de Hovybuurt in de jaren vijftig
Piet van der Meer heeft dit verhaal over de bedrijvigheid in de Hovybuurt geschreven. Jo van der Meer-Peters voor de winkel De bakkerij in 1932 Pand van Dirkzwager gebombardeerd Voor Café Veilingzicht: Greet vd Meer, Anneke Urgert, An vd Meer en Gerard vd Meer De Loosduinse groenteveiling 1932 Vier generaties Lelieveld in de Katholieke Illustratie Bij deze foto kon ik het niet meer drooghouden De Sierkan Houtweg ca. 1932 (bron: Hans Klok) Aanleg van de Hovylaan (bron: "Loosduinen op eigen benen" door P. Brak) Hovylaan ca. 1900 (bron: Hans Klok) Houtweg bij het Vinkenlaantje tussen 1800-1900 |
Wie anno 2010 door de Hovybuurt loopt, zal afgezien van een snackbar, geen enkele winkel aantreffen. Dat was in de jaren vijftig van de vorige eeuw (vreemde opmerking trouwens, jaren vijftig van deze eeuw bestaan helemaal niet) heel anders. De Quarlesstraat, het laatste stukje Hovylaan en de Houtweg zijn in 1932 en 1933 opgeleverd. Bakker H.A. van Leur vroeg in die tijd, op 5 juli 1932, bij bouw en woningtoezicht een vergunning aan voor reclame. De reclame die je op de foto links ziet, was er niet in mijn vaders tijd. De poort had vanaf 1946 een egale kleur (groen). Het pand lag op de hoek van de Burgemeester Hovylaan (in het vervolg Hovylaan genoemd) en de Quarlesstraat. Van februari 1945 (hevige bombardementen op de Hovybuurt) tot november 1946 was het pand onbewoonbaar. Daarna hebben mijn ouders het pand medio november 1946 betrokken. In 1973 deed mijn vader de bakkerszaak over aan mijn zwager Jan van der Meer en het bleef zodoende “Bakkerij van der Meer”. Mijn zwager en zus hebben de zaak een aantal jaren gerund en vervolgens overgedaan aan bakker van den Berg. Deze stopte eveneens na een aantal jaren en ca 1985 werden de winkel en bakkerij omgebouwd tot woonhuis. Tegenover ons, eveneens op de hoek van de Quarlesstraat en de Hovylaan was een kruidenierswinkel, gedreven door de weduwe Dirkzwager. In februari 1945 werd de Hovybuurt zwaar getroffen door Engelse bombardementen. Hierbij kreeg het pand van Dirkzwager een voltreffer en de heer Dirkzwager kwam te overlijden. Mevrouw Dirkzwager ging de rest van haar leven door als “weduwe Dirkzwager”. Zij bleef achter met drie jongens.Het pand werd ca 1949 herbouwd en de kruidenierswinkel ging door het leven als “De Geldersche Boerderij”, maar door de buurtbewoners afgekort tot “De Gelderse” (bij het uitspreken hoor je het verschil niet tussen sche en se). Het gezin Dirkzwager woonde beneden achter de winkel. In het bovenhuis woonde de familie van Beijeren. Toen van Beijeren in 1958 verhuisde naar Maassluis, verhuisde het gezin Dirkzwager naar de bovenwoning en werd de winkel sterk uitgebreid. Het etalageraam in de Quarlesstraat werd dichtgespoten en met grote letters stond op het witte raam: “Fijnproevers kiezen Victrixpudding”. Daar keken wij dan de halve dag tegen aan. De “k” van kiezen was dermate kunstzinnig geschilderd dat er “hiezen” stond. Mijn vader had het er dan over: “Wat zal ik nou weer hiezen”. Als kind moest ik vaak boodschappen doen bij “de Gelderse”. Zo moest ik een keer een fles Lodaline halen. Lodaline was een schoonmaakmiddel met chloorelementen en werd verkocht in literflessen. Vaak waren er reclame-akties en zat er een speelgoedje in zo’n fles. Toen ik de lege fles in moest leveren, zag ik dat er nog 3 kleine knikkers onderin zaten. Ik was nog niet aan de beurt en had dus de tijd om de knikkers er uit te halen. Door de lege fles onderste boven te houden, lukte het me de knikkers er uit te halen. Toen ik thuis kwam, riep mijn moeder: “Wat heb je nou gedaan”. Zat mijn hele bloes onder de uitgebeten chloorvlekken. De weduwe Dirkzwager overleed in de jaren zestig en zoon Arie nam de zaak over. Door de opkomst van supermarkten moest hij er mee stoppen. De benedenverdieping werd verhuurd en werd omgebouwd tot snackbar. Quarlesstraat, Sigarenwinkel en Végé Verderop in de Quarlesstraat (de Quarlesstraat was zo kort, dat het maar een heel klein stukje verder was) was een sigarenwinkel.
De zaak werd gedreven door oude van Zeijl en toen hij ca 1955 kwam te overlijden, nam zoon Piet van Zeijl de winkel over. Dat heeft hij
niet lang gedaan. De volgende eigenaar heette Vastenhoud. De heer Vastenhoud deed het werk samen met zijn vrouw. daarnaast was hij
veilingmeester op de Loosduinse Groenteveiling. Het echtpaar Vastenhoud had één kind, een dochter welke ca 1965 trouwde met Aad Fokker.
Aad nam de zaak over, er werd al snel een dochter geboren en mevrouw Fokker-Vastenhoud kwam zeer jong te overlijden. Om een goede boterham
te verdienen breidde Aad Fokker zijn assortiment uit, zo verkocht hij lp’s, plaatste hij naast sigarettenautomaten ook een condoomautomaat,
wat vervolgens ruzie betekende met een aantal klanten. Aad hertrouwde en na enige jaren werd de zaak opgedoekt en kwam er een apotheek.
Hovylaan, in de buurt van de Quarlesstraat Terugkerend naar de Hovylaan:, op de hoek van de Hovylaan en de Houtweg lag een café. Mijn vader hield als bakker regelmatig brood over.
Dat brood liet hij uitdrogen en hard worden. Vervolgens werd dit vermalen en gezeefd (dat zeven gebeurde handmatig) en het resultaat van
dit werk, werd als paneermeel voor gehaktballen gebruikt door de cafébaas. Blijkens een foto die ik onlangs terugvond heette het café; “Café Veilingzicht”. Hovylaan, in de buurt van het Francoisplein Nog verder terug, komen we bij de hoek Hovylaan Francoisplein (in de volksmond pleintje genoemd). Daar was de winkel van het, in mijn
ogen, stokoude echtpaar Schellevis. In mijn herinnering was het een snoepwinkel, maar later hoorde ik dat ze ook kruidenierswaren
verkochten. Als kind van een jaar of zes kocht ik weleens een dropveter, een spekkie of zoethout. De prijs van deze artikelen was 2 cent.
Eind jaren vijftig nam Van Lier de zaak over en werd het een bloeiende kruidenierszaak, een mini-supermarkt. Inmiddels is de zaak
veranderd in een woonhuis. In het volgende benedenhuis zat fotograaf van Eykelenburg (mijn vader had het altijd over Eykelenpik). Net zoals van der Logt gebruikte hij een slaapkamer als werkruimte, in dit geval als fotostudio. Eykelenburg was zo precies, dat een simpele foto al gauw een paar uur kon duren. Toen mijn moeder als meisje van 11 jaar nog in Wateringen woonde, moest er voor plaatsing in de Katholieke Illustratie een foto gemaakt worden van 4 generaties, te weten mijn moeder (Jo Peters), haar moeder Anna Peters-Persoon, vervolgens grootmoeder Gerarda Persoon-Lelieveld en als laatste overgrootmoeder Anna Lelieveld-van der Valk. De vrouwen waren naar de kapper geweest om met een net opgemaakt hoofd op de foto te komen. Eykelenburg wilde de foto buiten nemen, ondanks de stevige wind die om het huis woei. Na langdurig zoeken had hij het juiste plekje gevonden en kon de foto genomen worden. De kapsels waren intussen volkomen verwaaid en de familie schaamde zich dood toen de foto in de Katholieke Illustratie stond. In 1948 wilde mijn moeder mijn vader verrassen met een foto van mij als bakkertje verkleed. De foto werd in de “studio” van Eykelenburg gemaakt. Na een uurtje zoeken had oude Eykelenpik de juiste stand gevonden. Als kind van anderhalf jaar hield ik het geen uur droog. Ik plaste in mijn luier, er verscheen een grote natte plek op de vloerbedekking en Eykelenburg nam de foto van mij en de natte plek, zie bijgaand. Zowel van der Logt als Eykelenburg hadden een achteruitgang op het pleintje. Het achterplaatsje van v.d. Logt stond vol fietsen. Eykelenburg had een hok met krielkippen en een krielhaantje op zijn plaatsje staan. De volgende zaak die we tegenkomen (tegenkwamen) op de Hovylaan was kapper Douma. Douma was herenkapper en voor 50 cent kon je je laten knippen. In die tijd kostte een heel wit brood 40 cent, een bruin brood 38 cent en regeringsbrood 36 cent. Voor iets meer dan een wit brood werd je geknipt. Nu kost een wit brood € 2,00 (omgerekend naar vroegere f 4,40). Een herenkapper kost heden ten dage € 20,00 wat omgerekend f 44,00 betekent. Als jongen kon je alleen maar ’s woensdags middag terecht bij Douma, op andere dagen zat je anders de volwassenen in de weg. In het midden van de jaren vijftig verhuisde Douma naar de Haagweg schuin tegenover de Witbrug. Naast Douma zat de radioreparateur Huisman. Ik weet alleen dat hij daar zat. Volgens de eerder genoemde mevrouw Wil Hoppenbrouwer was Huisman ooit een sigarenzaak. Als we de Burgemeester van der Veldestraat oversteken, komen we bij de Sierkan. De Sierkan (een melkfabriek) was gevestigd in een voormalige modelboerderij en bestond uit twee grote gebouwen. In het gebouw langs de Haagvaart was een kaaswinkeltje gevestigd, daar werd door de mensen uit de Hovybuurt kaas en andere zuivelproducten gekocht. Ik kwam daar niet vaak, het rook er erg lekker. In het andere gebouw, de voormalige stal langs de van der Veldestraat was een kantoortje en een gigantische koelruimte. Ik moest daar regelmatig zijn om flessen room te kopen voor mijn vader, die er vervolgens slagroom van maakte. Vaak liep ik dan met 3 of 4 flessen room van 1 liter per fles. Bij de Sierkan werd flink gestookt en daardoor even flink stoom afgeblazen. Via een pijp vlak boven de grond werd dan stoom in de open lucht geblazen. Ik was een keer met een paar vriendjes in de straat aan het voetballen, toen ik van m’n vader een boodschap moest doen bij de Sierkan: een emmer stoom halen. Ik was net daarvoor al geweest om slagroom te halen en liep dus behoorlijk te mopperen. Toen is mijn zus An met een vriendinnetje gegaan, dat was op 1 april 1959. Andere middenstanders in de Hovybuurt Aan de achterkant van de Hovybuurt, beginnend op de hoek van de v. Driesstraat en Waldeckstraat liep een koolaspad naar de Haagweg. Aan dit pad lag het bloemenkasje van Schrier. Hij verkocht daar bloemen en planten. In 1959 emigreerde het gezin Schrier naar Australië of een ander ver land.Aan het eind van de Houtweg, vlak voor het Vinkenlaantje lag de boerderij van de familie v. Houwelingen. Daar werden groente en eieren verkocht en in de zomermaanden bivakkeerden er Duitse toeristen. (zie ook: de afbeelding links van de Houtweg bij het Vinkenlaantje tussen 1800 en 1900) Naast de in de Hovybuurt gevestigde middenstandsbedrijven, woonden er de nodige middenstanders die elders hun bedrijf hadden:
In de jaren vijftig krioelde het van de ambulante handel, dat gold voor heel Nederland en dus ook voor de Hovybuurt, er reden bakkers,
melkboeren, groenteboeren, lorreboeren, ijscomannen, schilleboeren, kolenboeren, vuilnisophaal (niet direct handel) als extra had je de
tuinders die op weg waren naar de de Loosduinse groenteveilingen. Verder had je de postbodes en verzekeringsagenten.
De verzekeringsmannen kwamen wekelijks langs bij hun cliënten om de premies van b.v. begrafenisverzekeringen te innen, het ging dan
vaak om een paar cent per polis.
Zie voor meer verhalen over de Hovybuurt: Anekdotes van de bakkerszoon. |
Heb je aanvullingen, verbeteringen, vragen en/of foto's? Neem contact op. Wij horen graag van je!
Je kunt gegevens overnemen van de site als je de bron vermeldt.
Vanwege het auteursrecht op diverse documenten kun je afbeeldingen niet overnemen.