Bijzonderheden over enkele familieleden in de negentiende eeuw.
Familieleden in de slag bij Waterloo
De Slag bij Waterloo is een van de bekendste veldslagen uit de geschiedenis. De slag vond plaats bij het dorpje Waterloo (even ten zuiden van Brussel) op 18 juni 1815 tussen het leger van de Franse dictator Napoleon en dat van de geallieerden (Engeland, Pruisen en andere Duitse staten en Nederland). Napoleon werd verslagen en dat betekende het definitieve einde van de Franse heerschappij over grote delen van Europa.
De volgende familieleden vochten mee bij deze veldslag of waren daar zijdelings bij betrokken:
Leendert Persoon Leendert vocht in de 8ste militie. Hij is daar geblesseerd geraakt aan het rechterbeen
Jacobus Le Duc Jacobus behoorde tot het regiment Kurassiers nr. 9. Voor de gratificatie kwamen alle militairen in aanmerking die onder bevel van de Hertog van Welligton betrokken waren bij de veldslagen van 15 t/m 18 juni 1815, bij de blokkades en belegeringen in Frankrijk of die zich in Frankrijk bij het geallieerde leger hadden gevoegd.
David Markmeijer David was in 1804 soldaat bij de Franse troepen, vocht in Oostenrijk, in Pruisen, Zeeland en Brabant; Uiteindelijk heeft David toch de andere kant gekozen, waarschijnlijk na zijn degradatie op 12 januari 1815. Ook David kreeg een gratificatie omdat hij onder bevel van de Hertog van Wellington betrokken was bij de slag om Waterloo.
Met man en muis vergaan
In de tak Van den Broek komen veel familieleden voor die schipper, schuitevaarder en / of scheepskapitein waren. Uit de familiegeschiedenis blijkt wel dat het risico van zo'n beroep groot is:
Wietze Jans Hagedoornwas eigenaar en kapitein van de tweemaster, type smack, 'Vrouw Fennegina'. Op 23-11-1815 is het schip vertrokken uit Bordeaux naar Amsterdam. Het schip is in de nacht van 19 en 20 december 1815 gestrand op het westeinde van Ameland. In de krant staat vermeld dat het lijk van de kapitein W.J. Hagedoorn aan land is gedreven. Ook zijn nog twee man verongelukt. Men hoopte de lading wijn en kastanjes te bergen.
Hindrik Jans Kreuiteris in 1822 met het door hem gevoerde kofschip 'Vrouw Gezina' vertrokken voor een reis van Dordrecht naar Brest. Hij is op die reis verongelukt.
Op 2 maart 1835 vertrok Hindrik Meesop avontuur met zijn tjalkschip, genaamd 'De Vrouw Margaretha' geladen met ballast uit de Zoutkamp naar de Oostzee. Op 16 maart 1835 werd het wrak van zijn schip gevonden op de kust van Jutland bij het eiland Fano. Van het scheepsvolk is er nooit iemand teruggekeerd of bericht ontvangen.
In het algemeen handelsblad staat dat op 17 augustus 1850 het tjalkschip 'Eleonora Allegonda' van Diepe ondersteboven is aangedreven te Hjörring (Denemarken). Abel Willems Pot was eigenaar en kapitein van dit schip. Het is waarschijnlijk dat hij zijn vrouw en pasgeboren zoontje had meegenomen op de reis, omdat helemaal geen gegevens meer van hen gevonden zijn na die datum.
Roelf Berendswas schipper op de Groninger loodsboot nummer 1 onder bevel van kapitein Willem Hendriks de Boer. Op 31 oktober 1854 vertrok de boot uit Groningen en op 2 november is de boot de zee op gegaan. In de daaropvolgende nacht heeft het flink gestormd. Na het vertrek is niets meer van de boot of de bemanning vernomen.
Eind 1856 voer kapitein Frederik Harms Waterborg met zijn kofschip de 'Fennechina' van Rügenwalde naar Rochester. Op 13-12-1856 passeerde hij met zijn schip de Sont. Daarna is niets meer van hem en zijn bemanning vernomen. Het schip spoelde aan op de kaap Jaeder bij Denemarken.
Op 8 juli 1858 is schipper Jacob Harms Waterborg met zijn schip 'Fokkina' uit Zoutkamp vertrokken en via Oostmahorn naar Newcastle gevaren. Hij heeft nog een brief geschreven uit Newcastle waarin hij vertelde zeilklaar te liggen voor de terugreis naar Groningen. Daarna nooit meer iets van hem en zijn schip vernomen. Waarschijnlijk omgekomen in het Friese gat bij de storm op 25 juli 1858.
Niklaas Smedeswas gezagvoerder en in oktober 1861 met het schip 'Pietertien' vertrokken uit Dantzig (Gdansk), Polen met een lading weit. Het schip had de bestemming Leer (in Noord Duitsland). Door storm werd hij gedwongen de haven Cuxhaven binnen te lopen. Hij is op 11 november uit die haven vertrokken. Sindsdien is van het schip en de bemanning niets meer vernomen.
Geelt Eilderts Netis op 16-1-1863 met het kofschip genaamd 'Sievert Johan' van Groningen naar Londen vertrokken. Sinds die datum is van het schip en de bemanning geen bericht meer ontvangen.
Op 1-11-1867 voer kapitein Roelof Alberts met zijn schip de 'Geziena Jantina' uit Groningen naar Londen. Roelof heeft op 20-11-1867 nog een brief uit Londen verstuurd waarin hij aangaf met ballast naar Groningen te vertrekken. Van schip en bemanning is daarna niets meer vernomen.
Leendert Krookwas vanaf 1887 kapitein op de koftjalk 'De jonge Jacob'. Het schip spoelde In 1888 aan bij Ringkobing. Bij het huwelijk van zijn zoon is vermeld dat Leendert bij Tönning is overleden.
Evert de Jongwas in de maand augustus 1891 als kapitein met het schip 'Titia Doorenbos' vertrokken van Kopenhagen met een lading lijnzaad bestemd voor Schiedam. Omgekomen bij een hevige storm.
Pieter Jannes was vanaf 1893 kapitein op het kofschip 'De drie broeders' en heeft diverse reizen met dit schip gemaakt. Op 5 december 1904 vertrok het schip met een lading haver van Pillau (Baltiejsk in Rusland) naar Ystad (Zweden). Sindsdien is niets meer van schip en bemanning vernomen.
Foutje van de ambtenaarFoutje van de ambtenaar
Bij het uitzoeken van een stamboom zijn er vaak puzzels op te lossen en dat maakt het stamboomonderzoek voor mij erg leuk. Sommige puzzels kunnen niet opgelost worden omdat de ambtenaar van de burgerlijke stand of de kerkelijke voorgangers fouten hebben gemaakt bij het inschrijven in de registers.
Zo'n fout kwam ik tegen bij Cornelis Zuijdwijk.
Op 30 april 1853 wordt in Den Haag de geboorte ingeschreven van Cornelis, zoon van Johannes Zuidwijk en Elisabeth Verpoort
Bijna 8 maanden later, in december van hetzelfde jaar, wordt het overlijden ingeschreven van Johannes Cornelis Zuidwijk, zoon van Johannes Zuidwijk en Elisabeht Verpoort. Leeftijd van het overleden kind: elf maanden.
Volgens moedertje natuur is het niet mogelijk dat beide kinderen zo snel na elkaar geboren zijn; twee stellen met dezelfde naam zijn ook niet gevonden in de huwelijksaangiften. En dan blijft er één conclusie over; er zijn fouten gemaakt in het overlijdensregister. Wellicht dat de twee personen die aangifte deden van het overlijden hun huiswerk niet goed gedaan hebben. Maar zeker is dat de ambtenaar steken heeft laten vallen door het doopregister niet te controleren.
Trouw tot in de dood
Na een huwelijk van meer dan 62 jaar overleed Arnolda Catharina Roland op 23 december 1947 in Haarlem. Zij was toen 87 jaar. Ruim twee weken later overleed ook haar echtgenoot Willem Jacobus Jung op 7 januari 1948
Hartenbreker
In de 19e eeuw was scheiden veel moeilijker dan het tegenwoordig is. Het is dan ook bijzonder in die tijd een scheiding in de familie te vinden. Nog specialer is als je een persoon vindt die meerdere keren gescheiden is. De te Benthuizen geboren Nicolaas van der Hoeven lijkt het wel heel bont gemaakt te hebben. Voor zover bekend is Nicolaas, van beroep huisschilder, vier keer getrouwd geweest.
In 1867 trouwt hij te Oudshoorn met Jaapje Mulder, die in Oudshoorn geboren is.
In 1872 trouwt hij te Overschie met Cornelia Ouwerkerk uit Overschie. Bij dit huwelijk staat vermeld dat hij weduwnaar is van Jaapje Mulder.
Dit huwelijk eindigt in januari 1877 in een scheiding. Nicolaas heeft overspel gepleegd....
In 1878 trouwt Nicolaas te Haarlemmermeer met Geertruij Vink uit Elst.
Ook dit huwelijk eindigt in een scheiding.
In 1893 trouwt Nicolaas te Den Haag met Elisabeth Theresia Clardeij uit Den Haag.
Dit huwelijk eindigt in 1909. Reden van de scheiding: kwaadwillige verlating door Nicolaas.
Opvallend is dat Nicolaas aardig het land door is gereisd. Bij de laatste scheiding staat vermeld dat de verblijfplaats van Nicolaas onbekend is. En ik heb ook tot nu toe geen enkel spoor meer van hem in de archieven kunnen ontdekken. Dus het is onduidelijk of hij nog in een andere stad een liefje heeft gevonden....
Toeval
In april 1797 werden twee kinderen met de (roep)naam Pieter Alsemgeest gedoopt in de Rooms Katholieke kerk te Poeldijk:
Beide Pieters waren arbeider en zijn op dezelfde dag op 52-jarige leeftijd gestorven: Petrus Janse stierf op 23 juli 1849 te Naaldwijk. Hij was gehuwd.
Petrus Cornelisz was ongehuwd en stierf op 23 juli 1849 te Monster.
Zo zijn er in de genealogie allerlei toevalligheden te vinden, zoals onze voorouders Cornelia Koot en Frans Verpoort. Beiden zijn op 17 juni overleden. Frans in 1853, en Cornelia 20 jaar later in 1873.