![]() |
1 Frans Zuidwijk-2 |
Tuinder (Bij zijn overlijden had hij een tuin gelegen in de Dijkpolder te Poeldijk, gemeente Monster, kadastraal bekend, sectie K, nummers 3422, 3423, 3424, 3425 en 3426 in totaal groot 4,91 hectare) |
Bestuurslid Loosduinse groentenveiling (Frans was in 1924 lid van de bouwcommissie van de Loosduinse groentenveiling en is tot aan zijn dood lid van het bestuur geweest.) |
RK |
tot 1950 | Aandeelhouder (Uit zijn testament blijkt dat Frans Zuidwijk investeerde in plannen op het gebied van woningbouw etc. Hij had de volgende aandelen: - 9 obligaties a f 500,-- 5% Glashandel H.L. Zalmé & Zn. NV - 5 aand. à f 1000,-- N.V. Dahlia Mij. Tot Expl. Van Onroerende Goederen NV - 3 aand. à f 500,-- Sanitair Technisch Bureau De Bock N.V. - 2 aand. à f 1000,-- Mij. Tot Expl. Van Onr. Goederen Molenvliet) |
![]() |
2 1966OmaZuidwijkLaduk |
vanaf ca. 1915 | Werkster (Marie was op jonge leeftijd al in dienst getreden van de familie Boekholt. De heer des huizes H.E. Boekholt was de directeur/eigenaar van het toenmalige Scala-theater in Den Haag. Zij heeft het heel erg naar haar zin gehad bij die familie.Schoonmaken was haar hobby en is dat ook haar hele leven gebleven. Zij heeft daar heel erg lekker leren koken. De (klein)kinderen hebben nog veel van haar kookkunsten mogen genieten.) | |||
vanaf ca. 1965 | Toiletjuffrouw bij Madurodam (Marie was jarenlang toiletjuffrouw bij recreatiepark Madurodam te Den Haag. Marie hield van poetsen en zij zorgde ervoor dat de toiletten kraakhelder waren. En dat zij bij Madurodam werkte was ook fijn voor haar kleinkinderen, die gratis naar binnen mochten als zij bij hun Oma op bezoek gingen.) |
![]() |
3 Wim Zuidwijk-1 |
(Wim heeft samen met zijn broer Piet een biologisch dynamische groentezaak gehad aan de Laan van Meerdervoort; Daarna heeft hij een verzekeringsagentschap (Inter Holland) gehad.) |
Tuinder |
Vermelding in bevolkingsregister van Loosduinen (Het echtpaar woonde in de Gevers Deijnootstraat 61 te Loosduinen. vanaf 13-10-1925 ook een vermelding op de Haagweg 285.) |
![]() |
4 1925 HG de Bock bidpr |
Vermelding in bevolkingsregister van Loosduinen (Het echtpaar woonde in de Gevers Deijnootstraat 61 te Loosduinen. vanaf 13-10-1925 ook een vermelding op de Haagweg 285.) |
Dienstbode |
vanaf 1903 | Groentenhandelaar |
Koopman in groenten |
Tuinder te Den Haag |
Tuinder wonende te Loosduinen (Gevers Deijnootstraat 58) |
(Verhuist later naar de Ambachtsweg in Wateringen.) | ||||
Tuinder te Den Haag |
Strijkster |
Slachter |
Timmerman |
Metselaar | ||||
vanaf 1955 | Loodgieter |
Tuinder |
Electricien | ||||
Electricien |
van 1921 tot 1950 | Bloemist |
vanaf 1849 | Warmoesier | |||
vanaf 1873 | Winkelier (In een overlijdensakte van dochter Cornelia Elisabeth staat Johannes vermeld als groentenverkooper.) |
vanaf 1849 | Naaister | |||
vanaf 1877 | Winkelierster |
1873 | Koopman | |||
1880 | Tapper | |||
1903 | Portier | |||
vanaf 1910 | Broodbakker |
Tapster |
![]() |
5 1853-Cornelis-Zuidwijk |
Bloemist | ||||
Schillenventer | ||||
Tuinman | ||||
Uitdrager |
Naaister | ||||
Winkelierster |
Naaister |
Boekbinder | ||||
vanaf 1892 | Portier |
Vleeschhouwer, paardenslachter |
vanaf 30-08-1910 | Warmoezier |
Koperslager; Blikslager |
Dienstbode |
Huishoudster |
Loodgieter |
Loodgieter | ||||
vanaf 1877 | Smid | |||
vanaf 1889 | Aannemer |
vanaf 12-05-1890 | Veiling van twee villa’s (Via notaris Hendrik Jan Weve, worden twee villa’s en erven geveild, gelegen te Den Haag, sectie J, nummers 1081 en 1082 behorende tot Johannes Rudolph de Bock) |
vanaf 1871 | Dienstbode |
Koperslager | ||||
Loodgieter |
Dienstbode |
vanaf 1880 | Mandenmaakster | |||
vanaf 1911 | Koopvrouw |
vanaf 1880 | Bloemist |
vanaf 1813 | Molenaar (Ook vermeld tot en met 1849) | |||
vanaf 1818 | Molenaarsknecht |
van 11-11-1814 tot 29-08-1816 | Canonnier (Laatst gewoond Delft, geboren 31-5-1776 11-11-1814: geëngageerd voor 6 jaren à D... 16-12-1815: Over naar West-Indische Artillerie als corporaal en de 21e gedegradeerd tot kanonnier 27-12-1815: aangekomen van ’t Batt. West-Ind. Artillerie als Canonnier 29-8-1816: Gepasporteerd wegens lichaamsgebreken) |
vanaf 1811 | Vermeld in het patentregister Delft (Zuidwijk, G(erri)t, Molenaarsk(nech)t Zuidwijk, Joh(anne)s, MoelnaarsK(nech)t en sjouwer) |
van 1849 tot 1865 | Naaister (Zowel vermeld als naaister te Den Haag als naaister te Schiedam) |
Naaister |
van voor 1834 tot 1843 | Kurassier van de afdeling Kurassiers en gedetacheerd in Den Haag (Kurassiers waren zwaar bewapende cavaleriesoldaten te paard die een borstharnas droegen dat een kuras heette. Daar komt dan ook de naam kurassier vandaan. Kurassiers waren op het slagveld de zwaarste eenheid, in taak en impact vergelijkbaar met de huidige tankdivisies.) | |||
vanaf 1843 | Arbeider |
Naaister |
vanaf 1842 | Bouwknecht | |||
tot 1862 | Arbeider |
vanaf 1845 | Dienstbode |
vanaf 1851 | Arbeider |
vanaf 1858 | Werkster | |||
vanaf 1863 | Werkster |
vanaf 1858 | Werkman |
Warmoesier | ||||
vanaf 1863 | Schipper |
vanaf 1882 | Werkster |
Arbeider |
Koffiehuishouder | ||||
Koopman | ||||
vanaf 1899 | Tapper (ook vermeld in 1910) |
vanaf 27-06-1898 | Toestemming voor huwelijk (Den Haag, notaris NJ Verkoren, 27-6-1898: Dirk Zuijdwijk en Theodora Kloosterman wonend te Den Haag, geven toestemming tot het huwelijk van hun dochter Theodora Zuijdwijk met Leonardus Franciscus van Veen) |
Dienstbode | ||||
vanaf 1899 | Winkelierster |
vanaf 27-06-1898 | Toestemming voor huwelijk (Den Haag, notaris NJ Verkoren, 27-6-1898: Dirk Zuijdwijk en Theodora Kloosterman wonend te Den Haag, geven toestemming tot het huwelijk van hun dochter Theodora Zuijdwijk met Leonardus Franciscus van Veen) |
vanaf 1858 | Aschman | |||
tot 1897 | Winkelier |
![]() |
6 cornelia neeltje zuidwijk 1838 1929 |
tot 1889 | Arbeider |
vanaf 1849 | Warmoesier |
vanaf 1864 | Arbeider |
Vervanger van lantaarns |
Naaister (Wonende in de Wagestraat Wijk N nummer 31, Den Haag) |
Dienstbode |
Bediende | ||||
Kamerbewaarder (bij het departement van Binnenlandse zaken) |
vanaf 1823 | Korporaal fourier bij de landmacht (Jan diende bij de tweede divisie) | |||
vanaf 1825 | Sergeant majoor bij de landmacht | |||
vanaf 1853 | 1e luitenant kwartiermeester bij het eerste regiment infanterie | |||
tot 1863 | Kapitein |
vanaf 1823 | Dienstbode |
Dienstbode |
Kabinetwerker |
Dienstbode |
Bediende |
Ned. Hervormd |
vanaf 1816 | Landbouwer | |||
vanaf 1820 | Olijslagersknecht | |||
vanaf 1827 | Arbeider |
vanaf 1635 | Dienstmeid |
vanaf 1835 | Koetsier | |||
tot 1877 | Logementhouder |
tot 1834 | Schutter bij het 1e bataillon vd 1e afdeling mobiele schutterij van Gelderland |
vanaf 1850 | Sergeant schrijver (bij het eerste regiment Infanterie) |
tot 1880 | Vermeld in diverse bevolkingsregisters (31-3-1894: Den Haag 23-4-1894: Kralingen 28-2-1895 (weduwe): Rotterdam, Keerweerth A 124, F 123, vertrokken naar Amsterdam 23-3-1895: Amsterdam, Mauritskade 28G - St. Elisabeth gesticht) |
RK |
Vermeld in het patentregister Delft (Zuidwijk, G(erri)t, Molenaarsk(nech)t Zuidwijk, Joh(anne)s, MoelnaarsK(nech)t en sjouwer) |
||||
vanaf 19-05-1751 | Verhuisd naar Schiedam (Schiedam: Willem Zuijdwijck, mitsgaders desselfs kinderen Gerrit, Cornelis, Maria en Johanna Zuijdwijck, op acte van de Roomsche Armmeesteren van Stompwijk in dato 19 maij 1751, geboren aldaar.) | |||
vanaf 1803 | Vermeld als kiesgerechtigde te Delft (Woonde aan de Turvmarkt wijk 3 no. 196) |
RK |
RK |
RK |
RK |
vanaf 1803 | Vermeld als kiesgerechtigde te Delft (Woonde aan de Turvmarkt wijk 3 no. 196 in ’s-lands dienst) |
vanaf 10-10-1739 | Verdeling boedel (ONA Leiden, 10-10-1739: Leendert Jans Sonnevelt; Cors van Touw, getrouwd met Leuntje Jans Sonnevelt; Leendert van Nobel getrouwd met Leentje Jans Sonnevelt; Willem Teunisz van Schie getrouwd met Geertje Jans Sonnevelt; Cors Jansz Sonnevelt; Simon Willemsz Cranendonk, enige nagelaten soon van wijlen Aaghte Jansdr Sonnevelt; alle voor henzelf en voor Philip Romatz getrouwd met Gerritje Jans Sonnevelt; voornoemde Cors Jansz Sonnevelt en Cors van Touw als omen en bloedvoogden over Pieter, Jan en Marijtie Verpoorten, minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Aaltie Jans Sonnevelt verwekt aan Arij Verpoorten. Zij zijn alle kinderen en kindskinderen en erfgenamen van wijlen Jan Cors Sonnevelt, hun vader en grootvader, overleden te Sassenheim. Na betaling van de schulden resteert een zuiver overschot met een waarde van 1.120 gulden. Zij hebben de boedel na behoorlijke taxatie verdeeld.) |
vanaf voor 1805 | Soldaat (1805 bij 2de Regiment Zware Cavalerie 1813 bij bij de Brigade Rijdende Artillerie) |
|||
vanaf 1810 | Officier (Vermeld in de Stam- en naamlijsten in Franse dienst) |
vanaf 1820 | Dagloner |
van 1836 tot 1841 | Werkman |
vanaf 1854 | Kleermaker |
vanaf 17-07-1831 | Veroordeeld tot gevangenisstraf wegens diefstal (Op 17-7-1831 te Haarlem veroordeeld voor 5 jaren gevangenis wegens diefstal. Ontslagen uit de gevangenis op 5-11-1833.) | |||
van 26-11-1841 tot 1864 | Ingeschreven in het register van veroordeelde bedelaars en vrijwilligers te Drenthe (Antonie werd op 17-9-1840 door Amsterdam doorgezonden naar het instituut te Ommerschans en is op 18-9-1841 ontslagen. Antonie werd op 26-11-1841 voor de tweede keer ingeschreven. Hij kwam uit Amsterdam en is op 14-10-1843 ontslagen. Op 8-6-1847 is Antonie opgenomen na doorzending door Rotterdam. Op 18-9-1850 is hij ontslagen en naar Lisse vertrokken. Op 6-11-1860 is hij veroordeeld in Zwolle en werd voor de 4e keer opgenomen. Hij is op 11 juni 1864 overleden.) |
Bouwman te Voorburg |
Dienstmaagd |
Zij maakt 1821 in Rijswijk een testament |
Bouwman |
Bouwknecht |
Bouwman en tapper |
vanaf 1820 | Bouwman |
Kleermaker | ||||
vanaf 1758 | Kanonnier in garnizoen in Grave |
Dagloonster |
Majoor Infanterie |
Gepensioneerd Majoor titulair |
Kleermaker |
Schoolhoudster |
vanaf 1783 | Akkerman | |||
van 1786 tot 1788 | Daghuurder |
vanaf 1769 | Vermeld bij de Hoofd- en beestenschat Swalmen 1769 (Jacob Smeets, 1 man, 1 vrouw, 1 koe) |
vanaf 1796 | Vermeld bij de volkstelling te Swalmen (Wonend te Boeckoel (Elmpterweg Laplander): Maria van de Rieth, 58 jaar Arnoldus Smeits, 22 jaar, ackerman Margaretha Smeits 15 jaar en 2 kinderen onder de 12 jaar De woning is vanaf 1764 32 jaar bewoond door de hoofdbewoner) |
vanaf 1796 | Vermeld bij de volkstelling te Swalmen (Bertien Smeits woont in bij kleermaker Peter Wuts) |
vanaf 1796 | Vermeld bij de volkstelling te Swalmen (Wonend te Boeckoel (Elmpterweg Laplander): Maria van de Rieth, 58 jaar Arnoldus Smeits, 22 jaar, ackerman Margaretha Smeits 15 jaar en 2 kinderen onder de 12 jaar De woning is vanaf 1764 32 jaar bewoond door de hoofdbewoner) |
vanaf 1796 | Vermeld bij de volkstelling te Swalmen (Wonend te Boeckoel (Elmpterweg Laplander): Maria van de Rieth, 58 jaar Arnoldus Smeits, 22 jaar, ackerman Margaretha Smeits 15 jaar en 2 kinderen onder de 12 jaar De woning is vanaf 1764 32 jaar bewoond door de hoofdbewoner) |
vanaf 1817 | Dienstknecht |
![]() |
7 1771 De Kievaart overl Hendrina Hoef |
van 1814 tot 1817 | Tabaksplanter | |||
vanaf 1816 | Landbouwer (Wonend te Herwen) |
vanaf 24-06-1805 | Koop van Eijmerens Hofstede met land te Herwen (ORA Herwen 24-6-1805: De erfgenamen van de heer A. Rappard hebben op 7-1-1805 voor 2.050 gulden bij openbare veiling verkocht en nu in eigendom overgedragen aan Hendrik Bosman en Gertruida Raats, echtelieden wonend te Herwen: een binnendijks gelegen hofstede, de Eijmerens Hofstede genaamd, bestaande in een huis, hof, boomgaard, groot 588 roeden, waarvan echter afgaat een afgebakend gedeelte van de tuijn en schuurplaats. De waterput behoort tot het gemeenschappelijk eigendom. Ook nog de helft van een perceel bouwland van 2 morgen en 69 roeden naast de boomgaard. Ten zuiden aan de hofstee van Berend Wildenbrink, ten westen aan de Lingze Graaf, ten noorden en gedeeltelijk ten oosten het land van J.B. Rappard; voorts ten oosten aan de Rijndijk, met het recht van uitwegen ’na den Waaldijk, over den gewoonen uitweg in het bouwland op de Koevert’... Bezwaard met verpondingen: 1e - perceel met hofstede onder nr 56, jaarlijks 2 gld en 15 strs; 2e - perceel nr 55 met bouwland, jaarlijks 5 glds en 14 strs. Hendrik Bosman en Gertruijda Raats verklaren 1300 gulden schuldig te zijn aan de verkopers. Aflossing en rente van de hypotheek worden vastgelegd) |
tot 1815 | Werkvrouw |
vanaf 24-06-1805 | Koop van Eijmerens Hofstede met land te Herwen (ORA Herwen 24-6-1805: De erfgenamen van de heer A. Rappard hebben op 7-1-1805 voor 2.050 gulden bij openbare veiling verkocht en nu in eigendom overgedragen aan Hendrik Bosman en Gertruida Raats, echtelieden wonend te Herwen: een binnendijks gelegen hofstede, de Eijmerens Hofstede genaamd, bestaande in een huis, hof, boomgaard, groot 588 roeden, waarvan echter afgaat een afgebakend gedeelte van de tuijn en schuurplaats. De waterput behoort tot het gemeenschappelijk eigendom. Ook nog de helft van een perceel bouwland van 2 morgen en 69 roeden naast de boomgaard. Ten zuiden aan de hofstee van Berend Wildenbrink, ten westen aan de Lingze Graaf, ten noorden en gedeeltelijk ten oosten het land van J.B. Rappard; voorts ten oosten aan de Rijndijk, met het recht van uitwegen ’na den Waaldijk, over den gewoonen uitweg in het bouwland op de Koevert’... Bezwaard met verpondingen: 1e - perceel met hofstede onder nr 56, jaarlijks 2 gld en 15 strs; 2e - perceel nr 55 met bouwland, jaarlijks 5 glds en 14 strs. Hendrik Bosman en Gertruijda Raats verklaren 1300 gulden schuldig te zijn aan de verkopers. Aflossing en rente van de hypotheek worden vastgelegd) |
vanaf 1814 | Kokkin |
vanaf 1814 | Hoedenmaker (Bij overlijden vermeld als hoedenfabrikant) |
vanaf 01-02-1854 | Memorie van successie Jan Hebing (Lobith 1-2-1854: Jan Hebing, boerenknecht te Herwen, Hendrik Hebing, arbeider te Lobith, Gertruida Hebing, dienstmeid te Amsterdam en Sebila Hebing te Lobith, leggen een verklaring af ten sterfhuize in wijk C. no 94 te Lobith. Hun vader Jan Hebing, echtgenoot van Everarda Boschman, is op 23-10-1853 te Lobith overleden in zijn laatste woonstede Lobith. Hij heeft geen uiterste wilsbeschikking gemaakt. In de nalatenschap de helft van een huis, erf met tuin, te Lobith, sectie C no 24 en 252 ter grootte van 17 roeden en 10 ellen.) |
tot 1815 | Bouwman (Bij het huwelijk in 1814 vermeld als boerenknecht) |
vanaf 1816 | Boerenknecht (Bij het overlijden in 1853 vermeld als arbeider) |
Eigenaar onroerend goed te Herwen (Op het huidige adres Polderlaan 73 te Herwen was Jan Hebing in 1832 eigenaar van een woning en land. Vermoedelijk is dit Eijmerens hofstede, die in 1805 gekocht werd door zijn schoonouders.) | ||||
vanaf 01-02-1854 | Memorie van successie Jan Hebing (Lobith 1-2-1854: Jan Hebing, boerenknecht te Herwen, Hendrik Hebing, arbeider te Lobith, Gertruida Hebing, dienstmeid te Amsterdam en Sebila Hebing te Lobith, leggen een verklaring af ten sterfhuize in wijk C. no 94 te Lobith. Hun vader Jan Hebing, echtgenoot van Everarda Boschman, is op 23-10-1853 te Lobith overleden in zijn laatste woonstede Lobith. Hij heeft geen uiterste wilsbeschikking gemaakt. In de nalatenschap de helft van een huis, erf met tuin, te Lobith, sectie C no 24 en 252 ter grootte van 17 roeden en 10 ellen.) |
RK |
Benoeming voogden (Weesboek Schiedam 20-05-1775 [370] Over de drie nagelaten kinderen van wijlen Jannetje van Wesenberg waar vader van is Willem Zuijdwijk, zijn tot voogden gesteld Anthonij Baak en Maarten van Wesenberg.) | ||||
vanaf 19-05-1751 | Verhuisd naar Schiedam (Schiedam: Willem Zuijdwijck, mitsgaders desselfs kinderen Gerrit, Cornelis, Maria en Johanna Zuijdwijck, op acte van de Roomsche Armmeesteren van Stompwijk in dato 19 maij 1751, geboren aldaar.) |
Benoeming voogden (Weesboek Schiedam 20-05-1775 [370] Over de drie nagelaten kinderen van wijlen Jannetje van Wesenberg waar vader van is Willem Zuijdwijk, zijn tot voogden gesteld Anthonij Baak en Maarten van Wesenberg.) |
vanaf 19-05-1751 | Verhuisd naar Schiedam (Schiedam: Willem Zuijdwijck, mitsgaders desselfs kinderen Gerrit, Cornelis, Maria en Johanna Zuijdwijck, op acte van de Roomsche Armmeesteren van Stompwijk in dato 19 maij 1751, geboren aldaar.) |
vanaf 19-05-1751 | Verhuisd naar Schiedam (Schiedam: Willem Zuijdwijck, mitsgaders desselfs kinderen Gerrit, Cornelis, Maria en Johanna Zuijdwijck, op acte van de Roomsche Armmeesteren van Stompwijk in dato 19 maij 1751, geboren aldaar.) |
vanaf 19-05-1751 | Verhuisd naar Schiedam (Schiedam: Willem Zuijdwijck, mitsgaders desselfs kinderen Gerrit, Cornelis, Maria en Johanna Zuijdwijck, op acte van de Roomsche Armmeesteren van Stompwijk in dato 19 maij 1751, geboren aldaar.) |
RK |
RK |
vanaf 27-09-1765 | Benoeming voogden nalatenschap (ORA Monster 181 afb. 135 27-9-1765: Cornelis, Arent, Philippus en Jaapje Floore Bom, met Cors Oosterveen getrouwd met Willemijna Floore Bom, allen wonend te Monster, verklaren dat hun ouders Flooris Arentse Bom en Jannetie Cornelis van der Voort in hun testament van 13-4-1722 de langstlevende als voogd hadden aangesteld. Hun (schoon)vader is onlangs overleden. Als langstlevende heeft hij geen voorzieningen getroffen voor voogden van de minderjarige kindskinderen, met name Marija, Jannetie, Pieter en Jacob Janse Tettero, alle kinderen van zijn vooroverleden dochter Marija Floore Bom. De boedel is met veel schulden belast en is waarschijnlijk insolvent. Zij verzoeken om benoeming van voogden. Het gerecht benoemt Hendrik Pouwelsz Bom en Jan van der Knaap, wonend te Monster tot voogden.) |
RK |
RK |
1780 | Gaarder | |||
van 1815 tot 1832 | Molenaarsknecht (Willem Zuijdwijk woonde ook te Delfshaven. Ook geschreven als Willem Zuidwijk (gaarder). Willem woonde in 1827 nog in Schiedam en was toen zonder beroep. In 1831 was hij molenaarsknecht en woonde volgens een acte van 5-1831 in Schiedam en in Gouda volgens een acte van 5-1831.) |
![]() |
8 1738-04-11 Huwelijk Timmermans-Sittert met handtekeningen |
tot 1818 | Koopman |
vanaf 29-06-1729 | Testament (ONA Leiden 29-6-1729: Langstlevende-testament van het echtpaar Arij Pietersz Verpoort en Aegie Jansdr van Sonneveldt wonend aan de Hogen Rijndijck omtrent ’t Wedschou? onder Hasaarswoude. Met voorwaarden over de opvoeding en onderhoud van de kinderen. De weeskamer wordt uitgesloten.) | |||
vanaf 1731 | Verponding (Hazerswoude verponding 1731: den Rijndijk - Arij Verpoorten getaxeert op 20 (huurwaarde), 1 13 (belasting in gulden en stuivers)) | |||
vanaf 10-10-1739 | Verdeling boedel (ONA Leiden, 10-10-1739: Leendert Jans Sonnevelt; Cors van Touw, getrouwd met Leuntje Jans Sonnevelt; Leendert van Nobel getrouwd met Leentje Jans Sonnevelt; Willem Teunisz van Schie getrouwd met Geertje Jans Sonnevelt; Cors Jansz Sonnevelt; Simon Willemsz Cranendonk, enige nagelaten soon van wijlen Aaghte Jansdr Sonnevelt; alle voor henzelf en voor Philip Romatz getrouwd met Gerritje Jans Sonnevelt; voornoemde Cors Jansz Sonnevelt en Cors van Touw als omen en bloedvoogden over Pieter, Jan en Marijtie Verpoorten, minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Aaltie Jans Sonnevelt verwekt aan Arij Verpoorten. Zij zijn alle kinderen en kindskinderen en erfgenamen van wijlen Jan Cors Sonnevelt, hun vader en grootvader, overleden te Sassenheim. Na betaling van de schulden resteert een zuiver overschot met een waarde van 1.120 gulden. Zij hebben de boedel na behoorlijke taxatie verdeeld.) |
vanaf 29-06-1729 | Testament (ONA Leiden 29-6-1729: Langstlevende-testament van het echtpaar Arij Pietersz Verpoort en Aegie Jansdr van Sonneveldt wonend aan de Hogen Rijndijck omtrent ’t Wedschou? onder Hasaarswoude. Met voorwaarden over de opvoeding en onderhoud van de kinderen. De weeskamer wordt uitgesloten.) | |||
vanaf 10-10-1739 | Verdeling boedel (ONA Leiden, 10-10-1739: Leendert Jans Sonnevelt; Cors van Touw, getrouwd met Leuntje Jans Sonnevelt; Leendert van Nobel getrouwd met Leentje Jans Sonnevelt; Willem Teunisz van Schie getrouwd met Geertje Jans Sonnevelt; Cors Jansz Sonnevelt; Simon Willemsz Cranendonk, enige nagelaten soon van wijlen Aaghte Jansdr Sonnevelt; alle voor henzelf en voor Philip Romatz getrouwd met Gerritje Jans Sonnevelt; voornoemde Cors Jansz Sonnevelt en Cors van Touw als omen en bloedvoogden over Pieter, Jan en Marijtie Verpoorten, minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Aaltie Jans Sonnevelt verwekt aan Arij Verpoorten. Zij zijn alle kinderen en kindskinderen en erfgenamen van wijlen Jan Cors Sonnevelt, hun vader en grootvader, overleden te Sassenheim. Na betaling van de schulden resteert een zuiver overschot met een waarde van 1.120 gulden. Zij hebben de boedel na behoorlijke taxatie verdeeld.) |
vanaf 10-10-1739 | Verdeling boedel (ONA Leiden, 10-10-1739: Leendert Jans Sonnevelt; Cors van Touw, getrouwd met Leuntje Jans Sonnevelt; Leendert van Nobel getrouwd met Leentje Jans Sonnevelt; Willem Teunisz van Schie getrouwd met Geertje Jans Sonnevelt; Cors Jansz Sonnevelt; Simon Willemsz Cranendonk, enige nagelaten soon van wijlen Aaghte Jansdr Sonnevelt; alle voor henzelf en voor Philip Romatz getrouwd met Gerritje Jans Sonnevelt; voornoemde Cors Jansz Sonnevelt en Cors van Touw als omen en bloedvoogden over Pieter, Jan en Marijtie Verpoorten, minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Aaltie Jans Sonnevelt verwekt aan Arij Verpoorten. Zij zijn alle kinderen en kindskinderen en erfgenamen van wijlen Jan Cors Sonnevelt, hun vader en grootvader, overleden te Sassenheim. Na betaling van de schulden resteert een zuiver overschot met een waarde van 1.120 gulden. Zij hebben de boedel na behoorlijke taxatie verdeeld.) |
vanaf 10-10-1739 | Verdeling boedel (ONA Leiden, 10-10-1739: Leendert Jans Sonnevelt; Cors van Touw, getrouwd met Leuntje Jans Sonnevelt; Leendert van Nobel getrouwd met Leentje Jans Sonnevelt; Willem Teunisz van Schie getrouwd met Geertje Jans Sonnevelt; Cors Jansz Sonnevelt; Simon Willemsz Cranendonk, enige nagelaten soon van wijlen Aaghte Jansdr Sonnevelt; alle voor henzelf en voor Philip Romatz getrouwd met Gerritje Jans Sonnevelt; voornoemde Cors Jansz Sonnevelt en Cors van Touw als omen en bloedvoogden over Pieter, Jan en Marijtie Verpoorten, minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Aaltie Jans Sonnevelt verwekt aan Arij Verpoorten. Zij zijn alle kinderen en kindskinderen en erfgenamen van wijlen Jan Cors Sonnevelt, hun vader en grootvader, overleden te Sassenheim. Na betaling van de schulden resteert een zuiver overschot met een waarde van 1.120 gulden. Zij hebben de boedel na behoorlijke taxatie verdeeld.) |
vanaf 1747 | Weerbare man te Rijnsburg | |||
vanaf 27-03-1757 | Huur van land te Oegstgeest bij Rijnsburg (Rijnsburg notaris Jan Boers, 27-3-1757: Huurovereenkomst tussen de verhuurder, de Heer Florentius Camper Jacobsz wonende in Oude Wetering en de gezamenlijke huurders, Jan van Delft, Arij van Egmond, Jacob Kooi, Gerrit Glasbergen, Caspar Glasbergen, Frans Hogervorst en Wilhem Outshoorn, alle wonende te Rijnsburg. Betreft huur van een stuk land gelegen in de vrije Heerlijkheijd van Oegstgeest, omtrent den Dorpe van Rhijnsburg, groot 4 mergen en 524 roeden, belend ten oosten de Abdije van Rhijnsburg, ten Zuijden Aalbert van Wassenaar, ten Westen de Leijder weg en ten Noorden de Smitssteeg of het Dorp van Rhijnsburg. Het land wordt verdeeld in 8 partijen, waarvan Frans Hogervorst 374 roeden krijgt toebedeeld. Er moet een vrije overgang blijven door de gemeene laan voor de verhuurder naar een houte of steene speelhuijs. De overeenkomst geldt voor 15 jaar vanaf 1-11-1756 voor een gezamenlijk bedrag van 190 gld. per jaar. Frans Hogervorst moet daarvan 23 gld en 6 stuivers voor zijn rekening nemen. De huurders zijn gehouden het land tot Tuijn Boomgaard land te maken en moeten het land beplanten met allerhande vruchtdragende bomen.) |
vanaf 15-01-1775 | Benoemd als voogd (Voogd over de 6 minderjarige kinderen van Antje Maartensdr van der Linden, weduwe van Cors Jansz van Wouw, wonend te Oegstgeest) |
tot 1823 | Daggelder |
vanaf 1784 | Vermeld als weerbare man te Rijnsburg |
vanaf 1784 | Weerbare man te Rijnsburg |
Arbeider |
vanaf 1818 | Wasvrouw te Veur |
vanaf 04-07-1764 | Huurt huis te Voorburg (Hendrik Coxhoorn huurt voor ƒ 27,- per jaar een huis aan het Oosteinde te Voorburg tegenover de Roomse Kerk) |
vanaf 29-11-1757 | Verkoop obligatie (SA Swalmen 29-11-1757: Ten overstaan van Hermen Ramakers, voorzittend schepen in de plaats van de [aanwezige] scholtis, Cornelis van Keeken en Jochem op den Camp, schepenen van de heerlijkheid Swalmen en Asselt, draagt Johan Jurgen Kijeser, gerechtsbode aldaar, krachtens toestemming heden op hem verleend, een obligatie groot 50 pattacons zoals bij openbare executoriale verkoop d.d. 4 en 5 oktober 1757 ten laste van de eerwaarde heer Le Jeune, vicarius van de kathedraal, op de laatste zitdag verbleven aan de echtelieden Coen Smeets en Bertien Hansen bij gebrek aan andere bieders, voor een gelijk bedrag van 50 pattacons over aan Carolus Egidius Henderickx c.s. Het bedrag is in handen gesteld van de secretaris aldaar tot betaling van de kosten gerezen in het vonnis d.d. 18 januari 1757 uitgesproken tegen de voornoemde vicarius en de kosten van de openbare verkoop. De scholtis wordt namens zijn ouders in de obligatie geërfd.) | |||
vanaf 17-03-1766 | verpanding huis eertijds genaamd Laplander aan de huidige Elmpterweg te Swalmen (17-3-1766: SWALMEN-BOUKOUL - Verpanding huis en hof achter Mouthagen (Laplander). Ten overstaan van Nicolaes Joseph Henderickx, scholtis, Cornelis van Keken en Joannes Mewessen, schepenen van de heerlijkheid Swalmen en Asselt, bekent Jurgen Kyesers, als gevolmachtigde aan toonder namens Coen Smeedts en Bertien Hansen krachtens akte d.d. 1 februari 1760, dat zij een bedrag van 50 gulden Roermonds tegen een jaarlijkse rente van 4% eerstmaal te betalen op 3 februari 1761 [sic] en met een opzegtermijn van een half jaar, hebben opgenomen van C.E. Hendrickx en diens echtgenote met als onderpand hun huis en moeshof achter de Moethagen aan het Haembroeck gelegen met het daarbij gelegen land, samen groot ongeveer 2 morgen, tussen het Haembroeck en de gemeente, met de korte zijden grenzend aan de gemeente en de Moethagenswegh. De schepen Willem Heijnen wordt namens het echtpaar Hendrickx in de onderpanden geërfd. Dit huis is in eerder akten vermeld op 2-6-1693 (Overdracht door erfgenamen van Handerick Daemen aan Aret Hanssen en Sophia Rutten), 9-9-1699 (huis in bezit van Areth Hanssen en Sophia Rutten) en 13-3-1708 (huis in bezit van Areth Hanssen).) |
vanaf 29-11-1757 | Overdracht obligatie (SA Swalmen 29-11-1757: Ten overstaan van Hermen Ramakers, voorzittend schepen in de plaats van de [aanwezige] scholtis, Cornelis van Keeken en Jochem op den Camp, schepenen van de heerlijkheid Swalmen en Asselt, draagt Johan Jurgen Kijeser, gerechtsbode aldaar, krachtens toestemming heden op hem verleend, een obligatie groot 50 pattacons zoals bij openbare executoriale verkoop d.d. 4 en 5 oktober 1757 ten laste van de eerwaarde heer Le Jeune, vicarius van de kathedraal, op de laatste zitdag verbleven aan de echtelieden Coen Smeets en Bertien Hansen bij gebrek aan andere bieders, voor een gelijk bedrag van 50 pattacons over aan Carolus Egidius Henderickx c.s. Het bedrag is in handen gesteld van de secretaris aldaar tot betaling van de kosten gerezen in het vonnis d.d. 18 januari 1757 uitgesproken tegen de voornoemde vicarius en de kosten van de openbare verkoop. De scholtis wordt namens zijn ouders in de obligatie geërfd.) | |||
vanaf 17-03-1766 | verpanding huis eertijds genaamd Laplander aan de huidige Elmpterweg te Swalmen (17-3-1766: SWALMEN-BOUKOUL - Verpanding huis en hof achter Mouthagen (Laplander). Ten overstaan van Nicolaes Joseph Henderickx, scholtis, Cornelis van Keken en Joannes Mewessen, schepenen van de heerlijkheid Swalmen en Asselt, bekent Jurgen Kyesers, als gevolmachtigde aan toonder namens Coen Smeedts en Bertien Hansen krachtens akte d.d. 1 februari 1760, dat zij een bedrag van 50 gulden Roermonds tegen een jaarlijkse rente van 4% eerstmaal te betalen op 3 februari 1761 [sic] en met een opzegtermijn van een half jaar, hebben opgenomen van C.E. Hendrickx en diens echtgenote met als onderpand hun huis en moeshof achter de Moethagen aan het Haembroeck gelegen met het daarbij gelegen land, samen groot ongeveer 2 morgen, tussen het Haembroeck en de gemeente, met de korte zijden grenzend aan de gemeente en de Moethagenswegh. De schepen Willem Heijnen wordt namens het echtpaar Hendrickx in de onderpanden geërfd. Dit huis is in eerder akten vermeld op 2-6-1693 (Overdracht door erfgenamen van Handerick Daemen aan Aret Hanssen en Sophia Rutten), 9-9-1699 (huis in bezit van Areth Hanssen en Sophia Rutten) en 13-3-1708 (huis in bezit van Areth Hanssen).) |
![]() |
9 1771 Kaart s-Gravenweerd met huis Jan Raats |
vanaf 12-12-1767 | (ORA Herwen 12-12-1767: Johannes van Wijlijk en zijn vrouw Willemina van Embden, geassisteerd met Johannis van Wijlijk; met Jan Raats en zijn vrouw Elijsabeth van Embden; als ook Evert Gossen en Derk Notter hebben verkocht aan Gerrit Gijsbers en zijn vrouw Gezien van Embden, een derde deel in de Vossen Hofstede te Aerdt, groot een morgen.) |
vanaf 06-01-1735 | Verkoop uit nalatenschap (ORA Herwen en Aerdt: Otto Brands, weduwnaar van Anna Reijers en de gezamenlijke kinderen, namens Henrik Brands, item, Geertruijt, Liesebet, Hendrina en Anna Brands, zijn 4 zusters met hun vader Otto Brands als momber hebben op 6-1-1735 verkocht aan de hoogeerw. Heer Jacobus Triboler, predikant van de Hervormde gemeente te Emmerik en mejuffrouw Anna Sara van Biesen en aan juffrouw Amelia Daniela van Biesen een stuk bouwland, steentjes erf groot 5.5 mergen. Tegen de Oldenhof en Wilgen lengs Willis hofstede in de Kerpel Herwen) | |||
van 1736 tot 1739 | Hypotheek op Steentjens Hofstede te Herwen (ORA Herwen en Aerdt: 20-7-1736: Otto Brants, weduwnaar van Anna Reijers en hun gezamenlijke kinderen - met namen Hendrick, Gertjen, Anna, Elisabeth, Henderrina Brants - verklaren 1.600 gulden zilver geld schuldig te zijn aan de Heer Rutjer van Carnap en zijn liefste Johanna Marie Blij, wegens geleend geld. Onderpand is hun hofstede, bestaande uit een huis, schuur, hof en boomgaard, groot ongeveer een morgen en vier hont, naast oostw. de pastorije weem en de weduwe Steven Philipsen, zuidwaarts de gemene straat, westw. de Heer Domine Tribbelaer en noorw. Wilks hofstede en genaamd Stenties hofstede te Herwen. Peeter Jonckhaus en Leonardus Blij zijn erfpachter. 10-12-1739: Otto Brants, weduwnaar van Anna Reijers en hun gezamenlijke kinderen - met namen Hendrick Brants, Gertjen, Elisabeth, Henderina en Anna - verklaren dat zij op 20 juli 1736 voor de burgemeesteren van de stad Amsterdam hun vader Otto een volmacht hebben gegeven met betrekking tot de schuld van 1.800 gulden en 20 stuivers aan het echtpaar Matthias Herkinck en Juffrouw Anna Catharina Schurman. Onderpand op hun hofstede, waar zij tegenwoordig wonen, genaamd Steentjens Hofstede, groot een mergen, vier hond, betaande uit huis, schuur, hof, boomgaard en tabaksland te Herwen.) |
Landbouwer |
tot 1827 | Landbouwer |
tot 1842 | Landbouwster |
Molenaar |
vanaf 1737 | Woonde in 1737 te Stompwijk |
RK |
RK |
vanaf 1717 | Molenaar te Werkhoven |
vanaf 10-03-1716 | Borg te Utrecht voor Cornelis van Ommeren voor betaling landpacht | |||
vanaf 10-04-1716 | Borg te Utrecht voor vader en zoon Cornelis (Cornelisz) Verweij wegens pachtschuld | |||
vanaf 22-05-1717 | Koop van korenwindmolen te Beverweert (Utrecht 22-5-1717: Jan Willems van Wesenberch molenaer wonende onder Werckhoven, verklaaarde voor hem en in de naam van zijn onmondige zoon Cornelis Jansz van Wesenberch, schuldig te zijn aan Jan Cornelisz van der Meer wonend te Katwijck op den Rijn, de somma van 800 car. gulden en 20 st. Betreft de koop vn de koornwintmolen staende bij Beverweert onder Werkhoven. Jan Willem heeft de molen gekocht ten behoeve van zijn zoon.. Bijzonder is dat zoon Cornelis nog maar 7 jaar is. Het betreft de Werkhovense molen van 1395 die bij kasteel Beverweerd stond. Op 1-10-1727 verhuurt Jan Willemse Wesenbergh de windkoornmolen en rosmolen met huijsinge bij huijse Beverweerd aan Jan Dirksen Kraan.) |
|||
vanaf 1737 | Woonde in 1737 te Schiedam |
vanaf 15-08-1679 | Regeling nalatenschap (ONA Leidschendam 15-8-1679: Maertge Dirksdr Noordermeer weduwe en boedelhoudster van Cornelis Jansz van der Meer wonend op den Leijtsendam geassisteert met haar gecoren voogd, notaris Adriaen Croeser ter eenre. Adam Jansz van der Meer, oom van vaderszijde en Jan Dirksz Noordermeer, oom van ’s moederszijde, samen voogden over de 6 nagelaten kinderen van de voorn. Cornelis Jansz van der Meer geprocreert bij Maertge Dircx Noordermeer, met namen: Jan, 14 jaar; Dirck, 7 jaar; Johannes, 5 jaar; Jannitge, 11 jaar; Marija, 8 jaar en Annitge, 3 jaar ter andere zijde. Zij sluiten een overeenkomst over het vaderlijke erfdeel. De moeder belooft de kinderen te zullen onderhouden en naar school te laten gaan. Elk kind krijgt een bedrag van 200 gulden. Maertge Dirksdr behoudt de goederen inclusief de daaraan verbonden schulden.) |
vanaf 1733 | Meester schoepmaker |
vanaf 13-09-1731 | Huurt 12 mergen bouw-, weij- en hooijland te Williskop | |||
vanaf 18-11-1733 | Voogdbenoeming (Klaas Jansz van Snelderenweert in testament benoemd als voogd over de minderjarige kinderen van Maria Jans van Bloklant, dochter van Jan IJsbrandsen van Blokland) |
vanaf 22-05-1717 | Koop van korenwindmolen te Beverweert (Utrecht 22-5-1717: Jan Willems van Wesenberch molenaer wonende onder Werckhoven, verklaaarde voor hem en in de naam van zijn onmondige zoon Cornelis Jansz van Wesenberch, schuldig te zijn aan Jan Cornelisz van der Meer wonend te Katwijck op den Rijn, de somma van 800 car. gulden en 20 st. Betreft de koop vn de koornwintmolen staende bij Beverweert onder Werkhoven. Jan Willem heeft de molen gekocht ten behoeve van zijn zoon.. Bijzonder is dat zoon Cornelis nog maar 7 jaar is. Het betreft de Werkhovense molen van 1395 die bij kasteel Beverweerd stond. Op 1-10-1727 verhuurt Jan Willemse Wesenbergh de windkoornmolen en rosmolen met huijsinge bij huijse Beverweerd aan Jan Dirksen Kraan.) |
|||
vanaf 1751 | Vermeld in rentebrief te Schiedam (Giftboek Schiedam 87 v ... Kanttekening 24-04-1751. Is vertoond de originele rentebrief hebbende in dorso van dezelfde de volgende kwitantie: Wij ondergetekenden Cornelis van Weesenberg gehuwd met Maritgen Maartensdr. van Reeuwijk enige nagelaten dochter van wijlen Maarten Claasz. van Reeuwijk die in zijn leven een volle broer is geweest van wijlen Lijsbeth Claasdr. van Reeuwijk in haar leven weduwe en geinstitueerde erfgename van Mercelis van Drongelen volgens diens testament van 05-04-1729 gepasseerd voor nts Jan van Lijken alhier, mitsgaders Claas Rodenburg, Frans Rodenburg, Anthonie van Wijk gehuwd met Maritgen Rodenburg en Jan van Dalen de Jonge gehuwd met Lena Rodenburg, tezamen enige nagelaten kinderen van wijlen Maritgen Claasdr.. Rodenburg verwekt bij Jan Fransz. Rodenburg, welke Maritgen Claasdr. van Reeuwijk een volle zuster is geweest van de voorsz. Lijsbeth Claasdr. van Reeuwijk en zulks wij ondergetekenden in privé en kwaliteit de enige erfgenamen ab intestato zijn van dezelfde Lijsbeth Claasdr. van Reeuwijk bekennen bij deze met een somma van 50 gld van het capitaal dezer schuldrentebrief met de interest daarop verschuldigd voldaan te zijn en consenteren derhalve dat dezelve ten protocolle zal werden geroyeerd deze 21-04-1751. w.g. Cornelis van Weesenberg, Klaas Rodenburg, Frans Rodenburg, Anthonij van Wijk, Jan van Dalen de jonge. Present Jan van Lijken en overzulks alhier geroyeerd.) |
vanaf 1751 | Vermeld in rentebrief te Schiedam (Giftboek Schiedam 87 v ... Kanttekening 24-04-1751. Is vertoond de originele rentebrief hebbende in dorso van dezelfde de volgende kwitantie: Wij ondergetekenden Cornelis van Weesenberg gehuwd met Maritgen Maartensdr. van Reeuwijk enige nagelaten dochter van wijlen Maarten Claasz. van Reeuwijk die in zijn leven een volle broer is geweest van wijlen Lijsbeth Claasdr. van Reeuwijk in haar leven weduwe en geinstitueerde erfgename van Mercelis van Drongelen volgens diens testament van 05-04-1729 gepasseerd voor nts Jan van Lijken alhier, mitsgaders Claas Rodenburg, Frans Rodenburg, Anthonie van Wijk gehuwd met Maritgen Rodenburg en Jan van Dalen de Jonge gehuwd met Lena Rodenburg, tezamen enige nagelaten kinderen van wijlen Maritgen Claasdr.. Rodenburg verwekt bij Jan Fransz. Rodenburg, welke Maritgen Claasdr. van Reeuwijk een volle zuster is geweest van de voorsz. Lijsbeth Claasdr. van Reeuwijk en zulks wij ondergetekenden in privé en kwaliteit de enige erfgenamen ab intestato zijn van dezelfde Lijsbeth Claasdr. van Reeuwijk bekennen bij deze met een somma van 50 gld van het capitaal dezer schuldrentebrief met de interest daarop verschuldigd voldaan te zijn en consenteren derhalve dat dezelve ten protocolle zal werden geroyeerd deze 21-04-1751. w.g. Cornelis van Weesenberg, Klaas Rodenburg, Frans Rodenburg, Anthonij van Wijk, Jan van Dalen de jonge. Present Jan van Lijken en overzulks alhier geroyeerd.) |
vanaf 24-06-1712 | Overlijden kind te Helvoirt (Een onmondig kint van Jan Willem Timmermans is overleeden.) |
vanaf 19-06-1721 | Doopgetuige (Getuige bij doop van Adriana van den Heuvel, dochter van Anna Maria van Zittert en Henricus van den Heuvel) |
vanaf 1685 | Bouwman |
vanaf 15-12-1685 | Regeling voogdij (Leiden, notaris Jacobus Boeckweyt, 15-12-1685: ’Jan Corszn van Sonnevelt, bouman ende Gerritje Cornelisdr van Haestert, ecteluijden, woonende in de heerlijcheijt van Rijnsburgh op Cloosterschuur’ benoemen tot voogden over hun minderjarige kinderen de langstlevende en daarnaast van zijn zijde Pieter Gijsbertsz van Sonnevelt, zijn neef en van haar zijde Jan Cornelisz van Haestert, haer broeder.) | |||
vanaf 14-12-1695 | Vermeld in register weeskamer Rijnsburg (Weeskamer Rijnsburg 14.12.1695. Jan Corsz van Sonnevelt, weduwnaar van Gerritje Cornelisdr van Haestert, toont het testament - dd. 26.2.1695 voor notaris Pieter Cornelisz van Scharpenbrant te Leiden - waarin hij met Jan Cornelisz van Haestert tot voogden zijn aangesteld. Uit het extract blijkt dat het echtpaar op Kloosterschuur woonde en dat de testateur zijn broer Willem Corsz van Sonnevelt tot voogd had benoemd. (De begrafenis van Gerritje is niet opgetekend in het begraafboek van Rijnsburg).) | |||
vanaf 27-04-1697 | Testament (ONA Leiden, 27-4-1697: Langstlevende-testament van het echtpaar Jan Korsse van Sonnevelt en Leuntie Ariens Elsgeest, wonend te Rijnsburgh op het Kloosterschuijr. Er wordt ook een regeling getroffen voor de twee voorkinderen van Jan Korse. De langstlevende is voogd. Hij is ’nog horich’ voor de kinderen van Willem Korsse van Sonnevelt, zijn broer. Jan ondertekent met ’Jan Korsse van Sonnevelt’. Leuntie ondertekent met een merk.) | |||
vanaf 18-04-1698 | Regeling weeskinderen (Weeskamer Rijnsburg 18.04.1698. Jan Corsz van Sonnevelt, bouwman op Kloosterschuur, verklaart dat zijn huisvrouw Leuntje Arijens Elsgeest [‡ 20.7], hem - bij testament dd. 27.4.1697 voor notaris Pieter Cornelisz van Scharpenbrant te Leiden - als voogd heeft aangewezen.) | |||
vanaf 25-04-1725 | Testament (ONA Leiden, 25-4-1725: Testament van het echtpaar Pieter Cornelisz van der Crul en Neeltie Corssen van Sonneveldt wonend te Warmond. Zij laat o.a. 100 gulden na aan haar broeders en zusters, met name Jan, Gijsbert, Willem, Nelletie en Marijtie Corssen van Sonnevelt. Gijsbert Cors Sonnevelt wordt benoemd als voogd) | |||
vanaf 10-10-1739 | Verdeling boedel (ONA Leiden, 10-10-1739: Leendert Jans Sonnevelt; Cors van Touw, getrouwd met Leuntje Jans Sonnevelt; Leendert van Nobel getrouwd met Leentje Jans Sonnevelt; Willem Teunisz van Schie getrouwd met Geertje Jans Sonnevelt; Cors Jansz Sonnevelt; Simon Willemsz Cranendonk, enige nagelaten soon van wijlen Aaghte Jansdr Sonnevelt; alle voor henzelf en voor Philip Romatz getrouwd met Gerritje Jans Sonnevelt; voornoemde Cors Jansz Sonnevelt en Cors van Touw als omen en bloedvoogden over Pieter, Jan en Marijtie Verpoorten, minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Aaltie Jans Sonnevelt verwekt aan Arij Verpoorten. Zij zijn alle kinderen en kindskinderen en erfgenamen van wijlen Jan Cors Sonnevelt, hun vader en grootvader, overleden te Sassenheim. Na betaling van de schulden resteert een zuiver overschot met een waarde van 1.120 gulden. Zij hebben de boedel na behoorlijke taxatie verdeeld.) |
vanaf 10-10-1739 | Verdeling boedel (ONA Leiden, 10-10-1739: Leendert Jans Sonnevelt; Cors van Touw, getrouwd met Leuntje Jans Sonnevelt; Leendert van Nobel getrouwd met Leentje Jans Sonnevelt; Willem Teunisz van Schie getrouwd met Geertje Jans Sonnevelt; Cors Jansz Sonnevelt; Simon Willemsz Cranendonk, enige nagelaten soon van wijlen Aaghte Jansdr Sonnevelt; alle voor henzelf en voor Philip Romatz getrouwd met Gerritje Jans Sonnevelt; voornoemde Cors Jansz Sonnevelt en Cors van Touw als omen en bloedvoogden over Pieter, Jan en Marijtie Verpoorten, minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Aaltie Jans Sonnevelt verwekt aan Arij Verpoorten. Zij zijn alle kinderen en kindskinderen en erfgenamen van wijlen Jan Cors Sonnevelt, hun vader en grootvader, overleden te Sassenheim. Na betaling van de schulden resteert een zuiver overschot met een waarde van 1.120 gulden. Zij hebben de boedel na behoorlijke taxatie verdeeld.) |
vanaf 10-10-1739 | Verdeling boedel (ONA Leiden, 10-10-1739: Leendert Jans Sonnevelt; Cors van Touw, getrouwd met Leuntje Jans Sonnevelt; Leendert van Nobel getrouwd met Leentje Jans Sonnevelt; Willem Teunisz van Schie getrouwd met Geertje Jans Sonnevelt; Cors Jansz Sonnevelt; Simon Willemsz Cranendonk, enige nagelaten soon van wijlen Aaghte Jansdr Sonnevelt; alle voor henzelf en voor Philip Romatz getrouwd met Gerritje Jans Sonnevelt; voornoemde Cors Jansz Sonnevelt en Cors van Touw als omen en bloedvoogden over Pieter, Jan en Marijtie Verpoorten, minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Aaltie Jans Sonnevelt verwekt aan Arij Verpoorten. Zij zijn alle kinderen en kindskinderen en erfgenamen van wijlen Jan Cors Sonnevelt, hun vader en grootvader, overleden te Sassenheim. Na betaling van de schulden resteert een zuiver overschot met een waarde van 1.120 gulden. Zij hebben de boedel na behoorlijke taxatie verdeeld.) |
vanaf 10-10-1739 | Verdeling boedel (ONA Leiden, 10-10-1739: Leendert Jans Sonnevelt; Cors van Touw, getrouwd met Leuntje Jans Sonnevelt; Leendert van Nobel getrouwd met Leentje Jans Sonnevelt; Willem Teunisz van Schie getrouwd met Geertje Jans Sonnevelt; Cors Jansz Sonnevelt; Simon Willemsz Cranendonk, enige nagelaten soon van wijlen Aaghte Jansdr Sonnevelt; alle voor henzelf en voor Philip Romatz getrouwd met Gerritje Jans Sonnevelt; voornoemde Cors Jansz Sonnevelt en Cors van Touw als omen en bloedvoogden over Pieter, Jan en Marijtie Verpoorten, minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Aaltie Jans Sonnevelt verwekt aan Arij Verpoorten. Zij zijn alle kinderen en kindskinderen en erfgenamen van wijlen Jan Cors Sonnevelt, hun vader en grootvader, overleden te Sassenheim. Na betaling van de schulden resteert een zuiver overschot met een waarde van 1.120 gulden. Zij hebben de boedel na behoorlijke taxatie verdeeld.) |
vanaf 1732 | Bouwman |
vanaf 15-11-1732 | Huur boerderij te Voorhout (ONA Leiden, 15-11-1732: Mr Dirk van Swanenburg, procuratie hebbend van Maria Magdalena van Onnia, gravinne douariere van Moens, vrijvrouwe van Vrijeneb. Sluijpwijk, Kronenburg, Loenen, als verhuurder wonend te Leiden en Cors Jansz van Sonneveld, bouwman als huurder, wonend op ’t Kloosterschuur te Rijnsburg. Overeenkomst over de (ver)huur van een woning, bestaande uit huis, schuur, bargen, boomgaard, bepoting en beplanting, met ruim 30 mergen wei-, hooi- en teelland, omtrent de kerk en pastorie te Voorhout, jaarlijks voor een som van 450 gld.) | |||
vanaf 10-10-1739 | Verdeling boedel (ONA Leiden, 10-10-1739: Leendert Jans Sonnevelt; Cors van Touw, getrouwd met Leuntje Jans Sonnevelt; Leendert van Nobel getrouwd met Leentje Jans Sonnevelt; Willem Teunisz van Schie getrouwd met Geertje Jans Sonnevelt; Cors Jansz Sonnevelt; Simon Willemsz Cranendonk, enige nagelaten soon van wijlen Aaghte Jansdr Sonnevelt; alle voor henzelf en voor Philip Romatz getrouwd met Gerritje Jans Sonnevelt; voornoemde Cors Jansz Sonnevelt en Cors van Touw als omen en bloedvoogden over Pieter, Jan en Marijtie Verpoorten, minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Aaltie Jans Sonnevelt verwekt aan Arij Verpoorten. Zij zijn alle kinderen en kindskinderen en erfgenamen van wijlen Jan Cors Sonnevelt, hun vader en grootvader, overleden te Sassenheim. Na betaling van de schulden resteert een zuiver overschot met een waarde van 1.120 gulden. Zij hebben de boedel na behoorlijke taxatie verdeeld.) | |||
vanaf 19-12-1763 | Overeenkomst (Weeskamer Rijnsburg 155. 19.12.1763. Cors van Zonneveld, op Kloosterschuur, en Pieter [Jurriaansz] van Paridon verklaren dat Marijtje Corsen van Zonneveld, weduwe van Cornelis [Jan Cornelisz ?] Verdiger, zonder testament overleden [op 20.11.1759]. Marijtje is hertrouwd. Zij treffen een overeenkomst.) | |||
vanaf 04-11-1766 | Testament (ONA Leiden, 4-11-1766: Langstlevende-testament van het echtpaar, Kors Jansen van Sonnevelt, bouwman, en Neeltje Juriaanse Paridon, wonend onder abdij van Rijnsburg. Prelegaat aan zoon Juriaan van Zonneveld voor hetzelfde bedrag als hun dochter bij huwelijk heeft gekregen. Omdat hun zoon door lichamelijke gebreken niet behoorlijk in staat is de kost te verdienen, teven 2 stukken land die al op zijn naam staan en een partij wei- of hooiland van 4 mergen en 6 roeden, genaamd ’t Heultje ten zuidoosten van de Catwijkerweg, een eindelaan 24 roeden bree, alsmede een partij teelland van 800 roeden, gelegen aan de Leijderweg te Oegstgeest. De weeskamer wordt uitgesloten.) | |||
vanaf 19-12-1771 | Verklaring voor de weeskamer te Rijnsburg (Weeskamer Rijnsburg 19.12.1763. Cors van Zonneveld, op Kloosterschuur, en Pieter [Jurriaansz] van Paridon verklaren dat Marijtje Corsen van Zonneveld, weduwe van Cornelis [Jan Cornelisz ?] Verdiger, zonder testament is overleden [op 20.11.1759]. Marijtje is hertrouwd. Zij treffen een overeenkomst.) |
vanaf 19-12-1763 | Overeenkomst (Weeskamer Rijnsburg 155. 19.12.1763. Cors van Zonneveld, op Kloosterschuur, en Pieter [Jurriaansz] van Paridon verklaren dat Marijtje Corsen van Zonneveld, weduwe van Cornelis [Jan Cornelisz ?] Verdiger, zonder testament overleden [op 20.11.1759]. Marijtje is hertrouwd. Zij treffen een overeenkomst.) | |||
vanaf 04-11-1766 | Testament (ONA Leiden, 4-11-1766: Langstlevende-testament van het echtpaar, Kors Jansen van Sonnevelt, bouwman, en Neeltje Juriaanse Paridon, wonend onder abdij van Rijnsburg. Prelegaat aan zoon Juriaan van Zonneveld voor hetzelfde bedrag als hun dochter bij huwelijk heeft gekregen. Omdat hun zoon door lichamelijke gebreken niet behoorlijk in staat is de kost te verdienen, teven 2 stukken land die al op zijn naam staan en een partij wei- of hooiland van 4 mergen en 6 roeden, genaamd ’t Heultje ten zuidoosten van de Catwijkerweg, een eindelaan 24 roeden bree, alsmede een partij teelland van 800 roeden, gelegen aan de Leijderweg te Oegstgeest. De weeskamer wordt uitgesloten.) |
vanaf 10-10-1739 | Verdeling boedel (ONA Leiden, 10-10-1739: Leendert Jans Sonnevelt; Cors van Touw, getrouwd met Leuntje Jans Sonnevelt; Leendert van Nobel getrouwd met Leentje Jans Sonnevelt; Willem Teunisz van Schie getrouwd met Geertje Jans Sonnevelt; Cors Jansz Sonnevelt; Simon Willemsz Cranendonk, enige nagelaten soon van wijlen Aaghte Jansdr Sonnevelt; alle voor henzelf en voor Philip Romatz getrouwd met Gerritje Jans Sonnevelt; voornoemde Cors Jansz Sonnevelt en Cors van Touw als omen en bloedvoogden over Pieter, Jan en Marijtie Verpoorten, minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Aaltie Jans Sonnevelt verwekt aan Arij Verpoorten. Zij zijn alle kinderen en kindskinderen en erfgenamen van wijlen Jan Cors Sonnevelt, hun vader en grootvader, overleden te Sassenheim. Na betaling van de schulden resteert een zuiver overschot met een waarde van 1.120 gulden. Zij hebben de boedel na behoorlijke taxatie verdeeld.) |
vanaf 10-10-1739 | Verdeling boedel (ONA Leiden, 10-10-1739: Leendert Jans Sonnevelt; Cors van Touw, getrouwd met Leuntje Jans Sonnevelt; Leendert van Nobel getrouwd met Leentje Jans Sonnevelt; Willem Teunisz van Schie getrouwd met Geertje Jans Sonnevelt; Cors Jansz Sonnevelt; Simon Willemsz Cranendonk, enige nagelaten soon van wijlen Aaghte Jansdr Sonnevelt; alle voor henzelf en voor Philip Romatz getrouwd met Gerritje Jans Sonnevelt; voornoemde Cors Jansz Sonnevelt en Cors van Touw als omen en bloedvoogden over Pieter, Jan en Marijtie Verpoorten, minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Aaltie Jans Sonnevelt verwekt aan Arij Verpoorten. Zij zijn alle kinderen en kindskinderen en erfgenamen van wijlen Jan Cors Sonnevelt, hun vader en grootvader, overleden te Sassenheim. Na betaling van de schulden resteert een zuiver overschot met een waarde van 1.120 gulden. Zij hebben de boedel na behoorlijke taxatie verdeeld.) | |||
vanaf 29-02-1740 | Testament (Leiden, notaris Willem Boekweijt, 29-2-1740 Langstlevende testament van Cors van Touw, bouman ende Leuntie Jansdr van Sonnevelt, egteluijden. Zij woonden in den Ambagte van Sassenheijm. De weeskamer wordt uitgesloten.) |
vanaf 1740 | Bouwman |
vanaf 29-02-1740 | Testament (Leiden, notaris Willem Boekweijt, 29-2-1740 Langstlevende testament van Cors van Touw, bouman ende Leuntie Jansdr van Sonnevelt, egteluijden. Zij woonden in den Ambagte van Sassenheijm. De weeskamer wordt uitgesloten.) |
vanaf 10-10-1739 | Verdeling boedel (ONA Leiden, 10-10-1739: Leendert Jans Sonnevelt; Cors van Touw, getrouwd met Leuntje Jans Sonnevelt; Leendert van Nobel getrouwd met Leentje Jans Sonnevelt; Willem Teunisz van Schie getrouwd met Geertje Jans Sonnevelt; Cors Jansz Sonnevelt; Simon Willemsz Cranendonk, enige nagelaten soon van wijlen Aaghte Jansdr Sonnevelt; alle voor henzelf en voor Philip Romatz getrouwd met Gerritje Jans Sonnevelt; voornoemde Cors Jansz Sonnevelt en Cors van Touw als omen en bloedvoogden over Pieter, Jan en Marijtie Verpoorten, minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Aaltie Jans Sonnevelt verwekt aan Arij Verpoorten. Zij zijn alle kinderen en kindskinderen en erfgenamen van wijlen Jan Cors Sonnevelt, hun vader en grootvader, overleden te Sassenheim. Na betaling van de schulden resteert een zuiver overschot met een waarde van 1.120 gulden. Zij hebben de boedel na behoorlijke taxatie verdeeld.) |
vanaf 10-10-1739 | Verdeling boedel (ONA Leiden, 10-10-1739: Leendert Jans Sonnevelt; Cors van Touw, getrouwd met Leuntje Jans Sonnevelt; Leendert van Nobel getrouwd met Leentje Jans Sonnevelt; Willem Teunisz van Schie getrouwd met Geertje Jans Sonnevelt; Cors Jansz Sonnevelt; Simon Willemsz Cranendonk, enige nagelaten soon van wijlen Aaghte Jansdr Sonnevelt; alle voor henzelf en voor Philip Romatz getrouwd met Gerritje Jans Sonnevelt; voornoemde Cors Jansz Sonnevelt en Cors van Touw als omen en bloedvoogden over Pieter, Jan en Marijtie Verpoorten, minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Aaltie Jans Sonnevelt verwekt aan Arij Verpoorten. Zij zijn alle kinderen en kindskinderen en erfgenamen van wijlen Jan Cors Sonnevelt, hun vader en grootvader, overleden te Sassenheim. Na betaling van de schulden resteert een zuiver overschot met een waarde van 1.120 gulden. Zij hebben de boedel na behoorlijke taxatie verdeeld.) |
vanaf 1747 | Weerbare man te Rijnsburg | |||
vanaf 02-02-1756 | Testament (Rijnsburg notaris Jan Boers, 2-2-1756: Langstlevende-testament van het echtpaar Pieter Hogervorst en Pieternelletje Gov. van der Linden, wonend te Rijnsburg. Hun dochter Ariaantje Hogervorst krijgt een ’zilver eijzer? met goude enden’ en de bloedkoralen ketting met een gouden dop van haar moeder, tenzij er nog meer dochters in dit huwelijk worden geboren. Tot voogden worden aangewezen de langstlevende, Jacob Luurmans en Cornelis van Rijn, goede bekenden.) |
vanaf 13-07-1737 | Testament (woont Wassenaar (achter Huis ten Deijl)) |
vanaf 24-01-1728 | Verklaring over betaling uit erfenis (ONA Leiden 24-1-1728: Arij Davits van Veen met zijn vrouw Neeltie Bastiaens van Veen, dochter van Marijtie Jans Lelieveldt, wonende tot Voorburgh leggen een verklaring af. Zij hebben 200 gld. ontvangen van de gezamenlijke erfgenamen van zaliger Leendert van der Meer.) |
vanaf 24-01-1728 | Verklaring over betaling uit erfenis (ONA Leiden 24-1-1728: Arij Davits van Veen met zijn vrouw Neeltie Bastiaens van Veen, dochter van Marijtie Jans Lelieveldt, wonende tot Voorburgh leggen een verklaring af. Zij hebben 200 gld. ontvangen van de gezamenlijke erfgenamen van zaliger Leendert van der Meer.) |
vanaf 02-06-1693 | Eigenaar van huis De Laplader een aan de Elmpterweg te Swalmen (Zij waren eigenaar van het huis genaamd Laplander aan de huidige Elmpterweg gelegen (smabers-1/115), dat op 2-6-1693 door Aret was gekocht. Dochter Bertien en haar man Coen Smeedts verpandden dit huis op 1-2-1760 (zie akte 17-3-1766).) | |||
vanaf 02-06-1693 | Overdracht huis en hof (Laplender) te Swalmen (Ten overstaan van Johan Swaken, scholtis, Frans Gerets en Areth Meuter, schepenen van de heerlijkheden Swalmen en Asselt, bekennen de gezamenlijke erfgenamen van wijlen Henderick Daemen, te weten: Michel Diricx, zich mede sterk makend voor zijn broer Aret Diricx, Werner Landtmeter, als voogd van Marie Hendericx, en Maes Janissen, zich mede sterk makend voor Trijneken en Encken Janssen, Peter Brouwers, zich ook mede sterk makend voor Jan Janssen, Hermen Niclaes en de erfgenamen van Arnoldus Daemen, Peter Geurts als voogd van Neulken Janssen, Derick Sillen en Lenard Craenen, twee laatstgenoemden zich mede sterk makend voor Agnes Peters, dat zij een bedrag van 450 gulden Roermonds hebben ontvangen van Aret Hanssen en Sophia Rutten, echtelieden, waartegen zij in onberekend geven het huis en moesgaard met de kamp daarbij gelegen tussen de kapitein Everard en de gemeente, met al het houtwerk aanwezig in dit huis en alle pachtlanderijen volgens pachtcontract daarvan opgemaakt, voor een periode van 33 jaar met ingang van St.-Remigius aanstaande. Comparanten zijn bij aflossing gehouden de noodzakelijke reparaties en ’noodtbouw’ te voldoen, evenals de kosten van herbouw bij onverhoopte brand. De kosten van deze akte komen ten laste van de comparanten en zullen worden gekort op voornoemd bedrag. RHCL Maastricht, SA Swalmen en Asselt, magazijnlijst nr. 19 fol. 168-168vs.) |
|||
vanaf 09-09-1699 | verpanding huis (Laplender) te Swalmen (Ten overstaan van Johan Swaken, scholtis, Frans Gerardts en Areth Meuter, schepenen van de heerlijkheden Swalmen en Asselt, bekennen Areth Hanssen en Sophia Rutten, echtelieden, dat zij een bedrag van 50 rijksdaalder tegen een jaarlijkse rente van 3 rijksdaalder, te volstaan met 2½ rijksdaalder indien de rente wordt betaald binnen een maand na de vervaldag, eerstmaals te betalen op 9 september 1700 met een opzegtermijn van drie maanden, hebben opgenomen van Geurt Coolen, borger te Ruremonde, en Windel Janssen, echtelieden, met als onderpand hun huis, moesgaarde en camp zoals de comparanten deze hebben aangekocht van de erfgenamen van Henderick Daemen, gelegen naast de kapitein Everard en met een korte zijde grenzend aan de gemeente, belast met 1 hoen aan het huis Hillenraedt. Met deze akte komt de obligatie dd. 9 juni 1693 groot ten laste van de comparanten, welke is inbegrepen in de eerdergenoemde 50 rijksdaaler, te vervallen. RHCL Maastricht, SA Swalmen en Asselt, magazijnlijst nr. 20 fol. 1vs-2vs) |
|||
vanaf 08-04-1706 | Vermeld in beestenschat Swalmen (Aret Hanssen: 2 kuyen; 2 kaer bijen) | |||
vanaf 21-05-1727 | Vermeld in hoofd- en beestenschat Swalmen en Asselt (Aret Hanssen met vrouwe, een koeye, dry bijen) |
vanaf 02-06-1693 | Eigenaar van huis De Laplader een aan de Elmpterweg te Swalmen (Zij waren eigenaar van het huis genaamd Laplander aan de huidige Elmpterweg gelegen (smabers-1/115), dat op 2-6-1693 door Aret was gekocht. Dochter Bertien en haar man Coen Smeedts verpandden dit huis op 1-2-1760 (zie akte 17-3-1766).) | |||
vanaf 21-05-1727 | Vermeld in hoofd- en beestenschat Swalmen en Asselt (Aret Hanssen met vrouwe, een koeye, dry bijen) |
Mogelijk pachters van Oud Waterloo in Beesel (Oud Waterloo (nu Waterloseweg 6) in Beesel is een boerderij die behoorde bij het Huis Waterloo. De boerderij was eigendom van het echtpaar Balthasar Wijers en Johanna Maria Christine Phillipina van Böckel. Zij is meter bij de doop van Josephus in 1722. En dit maakt het waarschijnlijk dat Johannes en Maria pachters waren van de boerderij. De boerderij is rond 1715 gebouwd. In 1780 werd de hoeve verbouwd.) |
||||
vanaf 1721 | Hoofd- en beestenschat 1721 te Swalmen (Jan van de Rijt mitte vrouw een koye een rindt) |
|||
van 1727 tot 1728 | Begraven kinderen te Swalmen (25-5-1727: Kind van Joannis van de Rijt 24-5-1728: Kind van Joannis van de Rijt) |
Mogelijk pachters van Oud Waterloo in Beesel (Oud Waterloo (nu Waterloseweg 6) in Beesel is een boerderij die behoorde bij het Huis Waterloo. De boerderij was eigendom van het echtpaar Balthasar Wijers en Johanna Maria Christine Phillipina van Böckel. Zij is meter bij de doop van Josephus in 1722. En dit maakt het waarschijnlijk dat Johannes en Maria pachters waren van de boerderij. De boerderij is rond 1715 gebouwd. In 1780 werd de hoeve verbouwd.) |
||||
van 1727 tot 1728 | Begraven kinderen te Swalmen (25-5-1727: Kind van Joannis van de Rijt 24-5-1728: Kind van Joannis van de Rijt) |
vanaf 12-05-1755 | Vermeld in einde beslaglegging te Pannerden (Het betrof een beslaglegging d.d. 7-5-1755 waarbij de voogden van de minderjarige Jan Putman en Johanna Putman betrokken waren) |
vanaf 1737 | Tabaksplanter (In 1736 wast Otto ook eigenaar van tabaksland bij zijn huis Steentjens Hofstede) |
vanaf 25-05-1688 | Houder van obligatie met onderpand (ORA Herwen en Aerdt 25-5-1688: Mechtelt Verburght weduwe van Geurt Reijers geassisteert met Maas Grob, bekent op 20-4-1688 400 gld. schuldig te zijn aen Dirck Reijers en zijn vrouw Gertien Wolters. Onderpand haar huis en hofstede te Aert, waar zij woont, ca. 2 mergen land bij boedelscheiding tussen Derck en Elisabeth Reijers en haer ten deel gevallen. Op 6-11-1696 draagt Dirck de schuld over aan Otto Brants en Anna Reijers, zijn schoonzoon en dochter. Op 8-5-1699 draagt Otto Brants de schuld over aan de diaconie van Schenkenschans. 5-8-1724: De diaconie verklaart dat de schuld is voldaan.) |
|||
van 1692 tot 1735 | Schulden met onderpand (ORA Herwen en Aerdt 11-1-1692: Het echtpaar Otto Brants en Anna Reijers zijn 200 gld. schuldig aan het echtpaar, de heer Gijsbert Vermeer, richter van Herwen en Aerdt, en vrouwe Judith Wijnen. Onderpand het stuk bouwland te Herwen, genaamd Daemen Camp, groot ca. 8 hondt. Noordwaarts de RhijnRandijck plus een vierde deel van 2 morgen bouwland te Aerdt aan de Heuvelackersche Straet, uit de erfenis van zijn vader. Gequiteert op 26-4-1694. 27-4-1720 Otto Brants en Anna Reijers, oirkont erfpagteren Reijer Reijers en Gerrit Gerritse, zijn 850 gulden schuldig aan juffrouw Anna Polmans, weduwe van de heer Everhardus op de Kamp. Onderpand hun bouwinge, groot 25 morgen, genaamd Steentjes hof, gelegen te Herwen. Op 3-8-1736 wordt hierop een som van 500 gulden afgelost. De rest is betaald op 22-12-1739. 24-1-1730: Het echtpaar Otto Brants en Anna Reijers, met oirkont Erfpachteren Gerrit Blij en Leonard Blij zijn 499 gld. schuldig aan het echtpaar de heer Thomas Neckelman Besier tot Orsouw en juffr. Anna Gertruijt Claessen. Onderpand de hofstad waar zij wonen met huis, hof, boomgaard, bouw- en weiland, samen ongeveer 12 morgen. Op 14-8-1730 wordt een schuld geregistreerd van 600 gulden aan hetzelfde echtpaar met hetzelfde onderpand. Op 27-12-1730 komt daar een schuld bij van 2.400 gld en 20 stuivers. Op 26-3-1731 nog een schuld van 799 gld. met hetzelfde onderpand. Op 1-9-1733 bekent Otto Brants 400 gld en 20 stuivers schuldig te zijn aan Juffrouw Anna Geertruijdt Claassen, weduwe van de hierboven vermelde Tomas. Het lijkt erop dat Anna Reijers dan overleden is, omdat zij niet meer vermeld wordt Alle verdere schulden zijn voldaan op 25-1-1735.) |
|||
vanaf 07-01-1692 | Boedelscheiding (ORA Herwen en Aerdt 7-1-1692: Boedelscheiding - Hester Brants hertrouwd met Hendrick Spaen, Otto en Cornelis Brants voor hunzelf en Evert Brants en Claes Huijsman (man van Beleke de Greef) als omen en bloetmomberen van de twee onmondige kinderen Jenneken en Ermken Brants; kinderen van Hendrick Brants, laatst gehuwd met Helena de Greeff. Wegens het overlijden van hun moeder zijn de voorschreven onmondige kinderen de volgende percelen ten deel gevallen: de Hofstede van Ruth Rijcken met bouwland groot in het heheel ca. 4,5 mergen; de helft van ca. 2 mergen bouwland onder Aert; Den Sandigen wegh met buijtendijcks weijcken en willigen pas, ter halver diepte in de oude Waell, groot ca. 8 hond land; het kempken op de Hemeling achter Arien Hansen Bongart van Everts Brants ’aengebuijtet’, ca. 2 hond land. Bij de tweede trekking van het lot is wegens het overlijden van hun vader ten deel geworden, 8 hondt land op de Hemelingh met de mergen daarnaast van Evert Brants mede aengebuijt en nog de helft van de andere mergen land te Aert. Hester, Otto en Cornelis Brants keren uit aan de twee onmondige kinderen: 100 gld en 20 stuivers. 21-1-1692: Cornelis Brants krijgt uit zijn vaders nalatenschap het huis en hofstede aan de Herschen Kerckhoff met aan de zuidzijde het gem. kerhof ... en oostw. de gemeene straet, noordw. Willis Hofstede, groot ca. 1 mergen. Otto Brants is toegevallen een perceel bouwland, genaamd Damen Camp... noordw. den Rhijn Randijck, groot ongeveer 8 hond; de helft van morgen bouwland te Aerdt (andere helft van de 2 onmondige zussen); de helft van 2 mergen bouwland, gelijk mede het Hofstedeken tot Aerdt, door Jan Jansen in pachting gebruikt. Hester Brants erft 2 mergen bouwland op de Hooijackers te Herwen; de andere helft van 2 mergen bouwland op de Heuist? (andere helft naar Otto). Ieder zal een deel krijgen van het koren op de Hooijacker) |
|||
vanaf 11-02-1693 | Overdracht Hofstede te Herwen (ORA Herwen en Aerdt 11-2-1693: Het echtpaar Wigman Gerlichs en Margareta van Wijlick heeft op 7-2-1693 ingevolgde ’d’erffbuijting en permutatie met Hendrick Brants gehouden’ aan de 2 onmondige nagelaten kinderen van voorschr. Hendrick Brant in zijn laatste echt bij Helena de Greef verwekt met namen Jenneken en Ermken en de drie voorkinderen van Hendrick, namelijk Otto, Hester en Cornelis Brants overgedragen een huis en hofstede aan de Herwsche Kerkhoff te Herwen, groot ca. 1 morgen...) | |||
vanaf 12-04-1693 | Overdracht onroerend goed te Herwen (ORA Herwen en Aerdt 12-4-1693: Het echtpaar Evert Brants en Sibilla de Greeff legt een verklaring af over een transactie (ingevolge permutatie / uitwisseling) met de kinderen van hun zwager en zuster Hendrick Brants en Helena de Greeff zaliger: De onmondige kinderen Jenneken en Ermken Brantsen en de voorkinderen, Otto, Hesster en Cornelis Brants. Betreft overdracht aan de kinderen van een morgen bouwland - 1/3 deel van 3 morgen - of liever de helft van de Lange Voor van Derck Brants land op de Hemelinge, welke helft door een landmeter zal worden opgemeten. Nog een kempken bouwland aan het eind van het voorschreven land, groot ongeveer 2 hondt, ’als ’t selve haar wegens haar zaliger vader en moeders Jan Brants en Jantjen Reijers zaliger versterff bij erffdeling is aengecomen op de Hemelingh in den Kerspel Herwen’, getaxeerd op 500 gld. Ruil tegen en voor 1/3 deel van de hofstede met buiten- en binnendijks bouwland, genaamd Bouwmans Hoffstede. 12-4-1693 Claes Huijsman (man van Beleke de Greef) als oom en voogd van Jenneken en Ermken, de 2 onmondige nagelaten kinderen van Hendrick Brants en zijn laatste echtgenote Helena de Greeff; Otto Brants en zijn vrouw Anna Reijers; Hendrick Spaen en zijn vrouw Hester Brants; Cornelis Brants, wettige voorkinderen van Hendrick Brants zaliger. In de akte wordt de hierboven vermelde ’uitwisseling’ bevestigd. Bouwmans Hoffstadt te Herwen komt uit de nalatenschap van Mechtelt de Greeff (verdeeld tussen Hendrick Brants en Hendrick Goris) 12-4-1693: Evert Brants en Sibilla de Greeff lenen de hierboven vermelde 500 gld. van Florens Ewolts en zijn vrouw Jenneken Aelberts. Deze schuld is voldaan op 19-4-1694. Op 14-8-1693 / 21-6-1693 verkopen Evert Brandt en Claes Huijsman, als voogden van Jenneken en Ermken Brandt voor 1.215 gld. aan Hendrick Wijnen, weduwnaar van Sophia Vermeer, 2 percelen bouwland op de Hemelingen te Herwen. Op 8-9-1693 / 21-6-1693 verkopen zij voor 740 gld. aan Derck Jurris en zijn vrouw Grietjen Lubberts, 3/4 deel van 2 morgen bouwland te Aerdt, waarvan Otto Brants het andere deel toekomt.) |
|||
vanaf 03-07-1693 | Overdracht land te Herwen (ORA Herwen en Aerdt 3-7-1693: Het echtpaar Otto Brants en Anna Reijers op 30-5-1693 draagt voor 200 gld. over aan haar vader en moeder, Derck Reijers en Geertjen Wolters, ca. 1,5 morgen bouwland te Aerdt, nagelaten door zijn vader Hendrick Brants zaliger, afgedeeld van 2 morgen bouwland, die toebehoren aan Jenneken en Ermken Brants.) | |||
vanaf 07-05-1698 | Ruil van land te Herwen (ORA Herwen en Aerdt 4-2-1699: Bart Scholten en zijn vrouw Maghdaleen Peters hebben op 7-5-1698 overgedragen aan het echtpaar Otto Brandts en Anna Reijers, de helft van een perceel bouwland te Herwen, genaamd Wijlis Hofstadt, groot ca. 1,5 morgen. Het bouwland komt uit de erfenis van haar ouders Aernt Scholten en Jenneken Ivens en is getaxeerd op 725 gld. Het wordt geruild tegen een camp land genaamd Damen Camp, groot ca. 1,5 morgen. Damen Camp was overgedragen op 7-5-1698. Dit land kwam uit de erfenis van vader Henrick Brandts en is getaxeerd op 425 gld. Otto en Anna betalen nog 300 gld.) | |||
van 1704 tot 172 | Verkopen land te Aerdt en Herwen (ORA Herwen en Aerdt 21-6-1704: Het echtpaar Otto Brants en Anna Reijers, heeft op 10-6-1704 voor 150 gld. verkocht aan Naleken de Roeter, weduwe van Jan Jansen, een buitendijks perceel boomgaard, genaamd Roeters Hofstad, groot ca. 2 hond, gelegen te Aerdt. 14-1-1705: Op de 12e van deze maand hebben zij voor 425 gld. verkocht aan Dhr. Cornelis Vermeer en zijn vrouw Gertruda Diets, en stuk bouwland van 1 morgen met winterkoren daarop, gelegen op de Heust te Herwen. 22-3-1717: Otto en Anna hebben op 10 maart voor 490 gld. verkocht aan Thijs Jonckhans en vrouw een perceel bouwland over de Horstestraet, genaamt ’t Geerstuk, groot 1,5 morgen. En nog 2 blokken Waelbandijck, elk van 2 roeden. 8-5-1717: Otto en Anna hebben op 26-4-1717 voor 1.100 gld. verkocht aan Derck Everts en zijn vrouw Naleken Meurs twee percelen bouwland te Aert, gekomen uit de erfenis van haer vader. Betreft 1/4 deel op de Heuvelacker, van 1 morgen en 2 hont, alsmede 1/4 deel van Den Bimmen, groot 1 morgen en 1 hont. 12-6-1721: Het echtpaar heeft op 10-6-1721 voor 1.800 gld. verkocht aan vrouw Anna Catharina Munts, weduwe van Richter Witten een perceel bouwland en weiland, genaamd De Horst, groot 4,5 mergen met nog twee bijliggende mergens van Steentjes Hof, gelegen te Herwen.) |
|||
van 1704 tot 1726 | Schulden met onderpand (ORA Herwen en Aerdt 7-5-1704 (2x): Otto Brants en zijn vrouw Anna Reijers zijn 300 gld. schuldig aan Everd op de Kamp, tollenaer en zijn vrouw Anna Polman. Onderpand een stuk bouwland, genaam Wilis Hofstadt, te Herwen. De schuld is voldaan op 25-3-1717. 19-1-1705: Sinds de 3e van deze maand zijn zij 200 gld. schuldig aan Hendrick Wijnen met als onderpand de helft van ’die bouwinge’ genaamd Steentjes Hoff, bestaand uit een huis, berg, schuur, hof, boomgaard, wei- en bouwland. De schuld is voldaan op 27-5-1721. 9-4-1714: Otto en Anna zijn 400 gld. schuldig aan Henrick Wijnen. Als onderpand de bouwhoff aangekocht van de erfgenamen van Rins (Riemsdijck) en Comans, genaamd Steentjens Hoff, alsmede de Horst groot ca. 4,5 morgen te Herwen. De schuld is geroyeerd op 27-5-1721. Op 8-5-1714 een schuld van 600 gld. aan Henrick Wijnen, weer met Steentjes Hoff en de Horst als onderpand. Voldaan op 24-6-1721 OP 24-7-1716 een schuld van 995 gld. aan Henrick Wijnen met hetzelfde onderpand. Geroyeerd op 27-5-1721 18-12-1721 Otto en Anna zijn sinds 15-12-1721 s700 gld. schuldig aan Samuel Hundius, predikant in Herwen en Aert en zijn huisvrouw Henderina Wijnen. Onderpand de hierboven vermelde Steentjes Hof. Schuld is voldaan op 1-10-1725. Op 29-12-1721 weer een schuld aan hetzelfde echtpaar van 150 gld. met ook de Steentjes Hof als onderpand. Geroyeerd op 20-9-1726) |
|||
van 1717 tot 1728 | Verkopen bouwland te Herwen (ORA Herwen en Aerdt 14-12-1724: Het echtpaar Otto Brants en Anna Reijers, met ’oirkont erfpaghteren Walraven Wijnen en Melgert Reijers’ heeft voor 3.300 glds. en 20 strs. verkocht aan het echtpaar de eerwaarde heer Samuel Hundius en Juffer Hendrina Wijnen, een perceel bouwland tegen den Oldenhof tot aan ’t Stapelstaek te Herwen Op 11-2-1725 verkopen zij voor 150 gld. met ’Oirkont erfpaghteren Melgert Reijers en Hermen Bolck aan het echtpaar Derck Bernts en Guijke Hoet voor de helft en haar boer Lamert Hoet voor de andere helft een stuk bouwland te Aart, genaamd ’t Negenoogh, groot ongeveer 4,5 hond. Op 10-10-1725 verklaren zij dat op 5-4-1717 met ’oirkont erfpaghteren Steven ten Holler en Gerrit Scholten’ voor 1.400 gld. verkocht is aan het echtpaar Henrick Otten en Evertje Verwaijen, een perceel bouwland te Herwen, groot 3,5 morgen. West en zuid de verkopers erfhuis en noord de gemeene straat genaamd Wijles Hofstadt... 23-7-1726: Het echtpaar Otto Brants en Anna Reijers, met ’oirkont Erfpachteren Samuel Hundius en Melgert Rijers, verkoopt voor 950 gld. aan het echtpaar Hr. commissaris Arnolt Noot en Juffr. Johanna Margareta Wijnen een perceel bouwland te Herwen, oost-, west- en zuidwaards de gemeene straten, noordwaards voor een deel verkopers binnenweide en de erfgenamen Cuijlenburgh en voor een gedeelte de kopers zelf, Den Boeijenkam genaamd, groot 2 morgen. 27-3-1728: Het echtpaar Otto Brants en Anna Reijers, met oirkont Erfpachteren Gerrit Blij en Aernt Blij verkopen aan De Armen tot Herwen een halve morgen bouwland in den Diepen wegh te Herwen, genaamd Drosten ten oosten van de Kerk van Herwen.) |
|||
vanaf 27-08-1728 | Beslaglegging in verband met borgtocht (ORA Herwen en Aerdt 27-8-1728: Otto Brants, ook voor zijn huisvrouw Anna Reijers, heeft besaat gedaan (beslag/onderpand?) op goederen van Melchert Reijer, om verzekerd te zijn van een borgtocht, d.d. 26-8-1728 voor pacht over de jaren 1726 en 1727 van ’seeckere bouwinge Den Ossenweert genaemt’, toebehorend aan den Heere Derck Singendonck. Op 17-10-1729 werden de pachten voldaan.) |
|||
vanaf 10-05-1729 | Verklaring in geschil te Herwen (ORA Herwen 10/11-5-1729: Anna Reijers en Otto Brants hebben een verklaring afgelegd in een geschil tussen de erfgenamen van Mechtelt Schot en de erfgenamen van Jacob Everts. Het geschil ging over de kosten van huisvesting, verpleging, kost en drank, die Mechtelt van 1711 tot 1727 had bij (de ook overleden) Jacob Everts en zijn vrouw Evertje Roelofsen. Mechtelt is ten tijde van het hogewater in 1711 of 1712 krankzinnig geworden en van haar verstand beroofd. Mechteld moest daarna als een kind verzorgd worden. De verklaring van Otto is niet ontvankelijk omdat hij een broer is van (Arnoldus?) de zwager van de advocaat.) |
|||
vanaf 06-01-1735 | Verkoop uit nalatenschap (ORA Herwen en Aerdt: Otto Brands, weduwnaar van Anna Reijers en de gezamenlijke kinderen, namens Henrik Brands, item, Geertruijt, Liesebet, Hendrina en Anna Brands, zijn 4 zusters met hun vader Otto Brands als momber hebben op 6-1-1735 verkocht aan de hoogeerw. Heer Jacobus Triboler, predikant van de Hervormde gemeente te Emmerik en mejuffrouw Anna Sara van Biesen en aan juffrouw Amelia Daniela van Biesen een stuk bouwland, steentjes erf groot 5.5 mergen. Tegen de Oldenhof en Wilgen lengs Willis hofstede in de Kerpel Herwen) | |||
van 1736 tot 1739 | Hypotheek op Steentjens Hofstede te Herwen (ORA Herwen en Aerdt: 20-7-1736: Otto Brants, weduwnaar van Anna Reijers en hun gezamenlijke kinderen - met namen Hendrick, Gertjen, Anna, Elisabeth, Henderrina Brants - verklaren 1.600 gulden zilver geld schuldig te zijn aan de Heer Rutjer van Carnap en zijn liefste Johanna Marie Blij, wegens geleend geld. Onderpand is hun hofstede, bestaande uit een huis, schuur, hof en boomgaard, groot ongeveer een morgen en vier hont, naast oostw. de pastorije weem en de weduwe Steven Philipsen, zuidwaarts de gemene straat, westw. de Heer Domine Tribbelaer en noorw. Wilks hofstede en genaamd Stenties hofstede te Herwen. Peeter Jonckhaus en Leonardus Blij zijn erfpachter. 10-12-1739: Otto Brants, weduwnaar van Anna Reijers en hun gezamenlijke kinderen - met namen Hendrick Brants, Gertjen, Elisabeth, Henderina en Anna - verklaren dat zij op 20 juli 1736 voor de burgemeesteren van de stad Amsterdam hun vader Otto een volmacht hebben gegeven met betrekking tot de schuld van 1.800 gulden en 20 stuivers aan het echtpaar Matthias Herkinck en Juffrouw Anna Catharina Schurman. Onderpand op hun hofstede, waar zij tegenwoordig wonen, genaamd Steentjens Hofstede, groot een mergen, vier hond, betaande uit huis, schuur, hof, boomgaard en tabaksland te Herwen.) |
|||
vanaf 04-04-1737 | Pacht van huis, hof, boomgaard en tabaksland te Herwen (ORA Herwen en Aerdt 4-4-1737: Otto Brants heeft voor de tijd van 3 jaar gepacht van het echtpaar de eerwaarde heer Triboler en juffr. Anna van Biesen en van juffr. Amelia Daniela van Biesen een huis, hof en boomgaard en tabaksland, ’t schuirke, te Herwen. Pacht 179 gld. per jaar. Gerrit Scholten en Hermen Henricx zijn borg. Op 22-12-1739 wordt verklaard dat de pacht is ontvangen. Over 1737 en 1738 had Otto een pachtachterstand die op 21 september 1739 is voldaan.) |
vanaf 25-05-1688 | Houder van obligatie met onderpand (ORA Herwen en Aerdt 25-5-1688: Mechtelt Verburght weduwe van Geurt Reijers geassisteert met Maas Grob, bekent op 20-4-1688 400 gld. schuldig te zijn aen Dirck Reijers en zijn vrouw Gertien Wolters. Onderpand haar huis en hofstede te Aert, waar zij woont, ca. 2 mergen land bij boedelscheiding tussen Derck en Elisabeth Reijers en haer ten deel gevallen. Op 6-11-1696 draagt Dirck de schuld over aan Otto Brants en Anna Reijers, zijn schoonzoon en dochter. Op 8-5-1699 draagt Otto Brants de schuld over aan de diaconie van Schenkenschans. 5-8-1724: De diaconie verklaart dat de schuld is voldaan.) |
|||
van 1692 tot 1735 | Schulden met onderpand (ORA Herwen en Aerdt 11-1-1692: Het echtpaar Otto Brants en Anna Reijers zijn 200 gld. schuldig aan het echtpaar, de heer Gijsbert Vermeer, richter van Herwen en Aerdt, en vrouwe Judith Wijnen. Onderpand het stuk bouwland te Herwen, genaamd Daemen Camp, groot ca. 8 hondt. Noordwaarts de RhijnRandijck plus een vierde deel van 2 morgen bouwland te Aerdt aan de Heuvelackersche Straet, uit de erfenis van zijn vader. Gequiteert op 26-4-1694. 27-4-1720 Otto Brants en Anna Reijers, oirkont erfpagteren Reijer Reijers en Gerrit Gerritse, zijn 850 gulden schuldig aan juffrouw Anna Polmans, weduwe van de heer Everhardus op de Kamp. Onderpand hun bouwinge, groot 25 morgen, genaamd Steentjes hof, gelegen te Herwen. Op 3-8-1736 wordt hierop een som van 500 gulden afgelost. De rest is betaald op 22-12-1739. 24-1-1730: Het echtpaar Otto Brants en Anna Reijers, met oirkont Erfpachteren Gerrit Blij en Leonard Blij zijn 499 gld. schuldig aan het echtpaar de heer Thomas Neckelman Besier tot Orsouw en juffr. Anna Gertruijt Claessen. Onderpand de hofstad waar zij wonen met huis, hof, boomgaard, bouw- en weiland, samen ongeveer 12 morgen. Op 14-8-1730 wordt een schuld geregistreerd van 600 gulden aan hetzelfde echtpaar met hetzelfde onderpand. Op 27-12-1730 komt daar een schuld bij van 2.400 gld en 20 stuivers. Op 26-3-1731 nog een schuld van 799 gld. met hetzelfde onderpand. Op 1-9-1733 bekent Otto Brants 400 gld en 20 stuivers schuldig te zijn aan Juffrouw Anna Geertruijdt Claassen, weduwe van de hierboven vermelde Tomas. Het lijkt erop dat Anna Reijers dan overleden is, omdat zij niet meer vermeld wordt Alle verdere schulden zijn voldaan op 25-1-1735.) |
|||
vanaf 03-07-1693 | Overdracht land te Herwen (ORA Herwen en Aerdt 3-7-1693: Het echtpaar Otto Brants en Anna Reijers op 30-5-1693 draagt voor 200 gld. over aan haar vader en moeder, Derck Reijers en Geertjen Wolters, ca. 1,5 morgen bouwland te Aerdt, nagelaten door zijn vader Hendrick Brants zaliger, afgedeeld van 2 morgen bouwland, die toebehoren aan Jenneken en Ermken Brants.) | |||
vanaf 07-05-1698 | Ruil van land te Herwen (ORA Herwen en Aerdt 4-2-1699: Bart Scholten en zijn vrouw Maghdaleen Peters hebben op 7-5-1698 overgedragen aan het echtpaar Otto Brandts en Anna Reijers, de helft van een perceel bouwland te Herwen, genaamd Wijlis Hofstadt, groot ca. 1,5 morgen. Het bouwland komt uit de erfenis van haar ouders Aernt Scholten en Jenneken Ivens en is getaxeerd op 725 gld. Het wordt geruild tegen een camp land genaamd Damen Camp, groot ca. 1,5 morgen. Damen Camp was overgedragen op 7-5-1698. Dit land kwam uit de erfenis van vader Henrick Brandts en is getaxeerd op 425 gld. Otto en Anna betalen nog 300 gld.) | |||
van 1704 tot 172 | Verkopen land te Aerdt en Herwen (ORA Herwen en Aerdt 21-6-1704: Het echtpaar Otto Brants en Anna Reijers, heeft op 10-6-1704 voor 150 gld. verkocht aan Naleken de Roeter, weduwe van Jan Jansen, een buitendijks perceel boomgaard, genaamd Roeters Hofstad, groot ca. 2 hond, gelegen te Aerdt. 14-1-1705: Op de 12e van deze maand hebben zij voor 425 gld. verkocht aan Dhr. Cornelis Vermeer en zijn vrouw Gertruda Diets, en stuk bouwland van 1 morgen met winterkoren daarop, gelegen op de Heust te Herwen. 22-3-1717: Otto en Anna hebben op 10 maart voor 490 gld. verkocht aan Thijs Jonckhans en vrouw een perceel bouwland over de Horstestraet, genaamt ’t Geerstuk, groot 1,5 morgen. En nog 2 blokken Waelbandijck, elk van 2 roeden. 8-5-1717: Otto en Anna hebben op 26-4-1717 voor 1.100 gld. verkocht aan Derck Everts en zijn vrouw Naleken Meurs twee percelen bouwland te Aert, gekomen uit de erfenis van haer vader. Betreft 1/4 deel op de Heuvelacker, van 1 morgen en 2 hont, alsmede 1/4 deel van Den Bimmen, groot 1 morgen en 1 hont. 12-6-1721: Het echtpaar heeft op 10-6-1721 voor 1.800 gld. verkocht aan vrouw Anna Catharina Munts, weduwe van Richter Witten een perceel bouwland en weiland, genaamd De Horst, groot 4,5 mergen met nog twee bijliggende mergens van Steentjes Hof, gelegen te Herwen.) |
|||
van 1704 tot 1726 | Schulden met onderpand (ORA Herwen en Aerdt 7-5-1704 (2x): Otto Brants en zijn vrouw Anna Reijers zijn 300 gld. schuldig aan Everd op de Kamp, tollenaer en zijn vrouw Anna Polman. Onderpand een stuk bouwland, genaam Wilis Hofstadt, te Herwen. De schuld is voldaan op 25-3-1717. 19-1-1705: Sinds de 3e van deze maand zijn zij 200 gld. schuldig aan Hendrick Wijnen met als onderpand de helft van ’die bouwinge’ genaamd Steentjes Hoff, bestaand uit een huis, berg, schuur, hof, boomgaard, wei- en bouwland. De schuld is voldaan op 27-5-1721. 9-4-1714: Otto en Anna zijn 400 gld. schuldig aan Henrick Wijnen. Als onderpand de bouwhoff aangekocht van de erfgenamen van Rins (Riemsdijck) en Comans, genaamd Steentjens Hoff, alsmede de Horst groot ca. 4,5 morgen te Herwen. De schuld is geroyeerd op 27-5-1721. Op 8-5-1714 een schuld van 600 gld. aan Henrick Wijnen, weer met Steentjes Hoff en de Horst als onderpand. Voldaan op 24-6-1721 OP 24-7-1716 een schuld van 995 gld. aan Henrick Wijnen met hetzelfde onderpand. Geroyeerd op 27-5-1721 18-12-1721 Otto en Anna zijn sinds 15-12-1721 s700 gld. schuldig aan Samuel Hundius, predikant in Herwen en Aert en zijn huisvrouw Henderina Wijnen. Onderpand de hierboven vermelde Steentjes Hof. Schuld is voldaan op 1-10-1725. Op 29-12-1721 weer een schuld aan hetzelfde echtpaar van 150 gld. met ook de Steentjes Hof als onderpand. Geroyeerd op 20-9-1726) |
|||
vanaf 31-12-1716 | Verplichting opstellen inventaris (ORA Herwen en Aerdt 31-12-1716: Anna, Melgert, Aernt, Reijer, Theodorus, Goutje en Geertje Reijers, zijn alle kinderen en erfgenamen van wijlen hun vader Dirck Reijersz in zijn leven getrouwd aan Aerntje Wittenhorst, weduwe en boedelhoudster. Aerntje moet binnen 6 weken een behoorlijke staat en inventaris van de door Dirck Reijerz nagelaten goederen, effecten, actien en cerditen maken.) | |||
van 1717 tot 1728 | Verkopen bouwland te Herwen (ORA Herwen en Aerdt 14-12-1724: Het echtpaar Otto Brants en Anna Reijers, met ’oirkont erfpaghteren Walraven Wijnen en Melgert Reijers’ heeft voor 3.300 glds. en 20 strs. verkocht aan het echtpaar de eerwaarde heer Samuel Hundius en Juffer Hendrina Wijnen, een perceel bouwland tegen den Oldenhof tot aan ’t Stapelstaek te Herwen Op 11-2-1725 verkopen zij voor 150 gld. met ’Oirkont erfpaghteren Melgert Reijers en Hermen Bolck aan het echtpaar Derck Bernts en Guijke Hoet voor de helft en haar boer Lamert Hoet voor de andere helft een stuk bouwland te Aart, genaamd ’t Negenoogh, groot ongeveer 4,5 hond. Op 10-10-1725 verklaren zij dat op 5-4-1717 met ’oirkont erfpaghteren Steven ten Holler en Gerrit Scholten’ voor 1.400 gld. verkocht is aan het echtpaar Henrick Otten en Evertje Verwaijen, een perceel bouwland te Herwen, groot 3,5 morgen. West en zuid de verkopers erfhuis en noord de gemeene straat genaamd Wijles Hofstadt... 23-7-1726: Het echtpaar Otto Brants en Anna Reijers, met ’oirkont Erfpachteren Samuel Hundius en Melgert Rijers, verkoopt voor 950 gld. aan het echtpaar Hr. commissaris Arnolt Noot en Juffr. Johanna Margareta Wijnen een perceel bouwland te Herwen, oost-, west- en zuidwaards de gemeene straten, noordwaards voor een deel verkopers binnenweide en de erfgenamen Cuijlenburgh en voor een gedeelte de kopers zelf, Den Boeijenkam genaamd, groot 2 morgen. 27-3-1728: Het echtpaar Otto Brants en Anna Reijers, met oirkont Erfpachteren Gerrit Blij en Aernt Blij verkopen aan De Armen tot Herwen een halve morgen bouwland in den Diepen wegh te Herwen, genaamd Drosten ten oosten van de Kerk van Herwen.) |
|||
vanaf 09-02-1717 | Afhandeling nalatenschap Derck Reijers (ORA Herwen en Aerdt: Dirck Reijers is enige tijd geleden overleden en laat na zijn weduwe Aerntjen Wittenhorst (geassisteerd met Jacobus de Moij) en 7 kinderen. Uit het eerste huwelijk met Geertje Wolters: Anna (gehuwd met Otto Brants), Melgert (getrouwd met Sijbilla de Greeff), Aernt (Arent getrouwd met Jenneken Gijsberts), Reijer (gehuwd met Jenneken Brants), Theodorus (getrouwd met Alijda Meijers) en Geestjen (elders ook vermeld als Geurtjen) getrouwd met Jan Bouwman. Uit het tweede huwelijk Geurtjen Reijers getrouwd met Hermen Goris. 9-2-1717: Er is enige strijdigheid tussen de weduwe en de kinderen over de nalatenschap. Ter voorkoming van alle ’verweijderingh van vrientschap’ is in aanwezigheid van de Hooghwelgeleerde Heer Joost van Steenhuijs een akkoord gemaakt. De weduwe zal de hofstede behouden waar zij woont aan de Rhijnbandijk met den Dreef en Bestemoers genaamd te Aert met het speck en vlees. Haar dohter Geertjen (Geurtjen) krijgt volgens het testament van haar vader 500 gld. en zal verder delen in de andere roerende en onroerende goederen. 17-2-1717 De hofstede met huis wordt getaxeerd op 1.300 gld. De Dreef, beesten en moorsland op 500 gld. 5-4-1717 In de verdeling stukken land genaamd Den Heuvelacker, Den Bimmen, Het Negenoogh, Den Sandigen Wegh, een stuk bouwland te Herwen met een buitendijkse weide aan de Oude Waal, een morgen bouwland te Aart, Reijers m(orge)n? geheten, met 4 hondt van d’Slotemaker aangekocht; een hofstede bij het huis van Jan Kregtingh met Den Ruijen; binnen- en buitendijkse weide in Den Bongaart; een bedrag van 478 gld., 6 stvs. en 6 pen. 8-5-1717: Het Negenoog te Aert wordt door de desbetreffende erfgenamen voor 112 gld. verkocht aan Otto Brants en zijn vrouw Anna Reijers. 19-7-1717: Reijer Reijers en zijn vrouw Jenneken Brants verkopen De Vier Kondt uit de erfens van Derck Reijers voor 160 gld. aan het ecthpaar Henrick van Embden en Wilmken Vos.) |
|||
vanaf 27-08-1728 | Beslaglegging in verband met borgtocht (ORA Herwen en Aerdt 27-8-1728: Otto Brants, ook voor zijn huisvrouw Anna Reijers, heeft besaat gedaan (beslag/onderpand?) op goederen van Melchert Reijer, om verzekerd te zijn van een borgtocht, d.d. 26-8-1728 voor pacht over de jaren 1726 en 1727 van ’seeckere bouwinge Den Ossenweert genaemt’, toebehorend aan den Heere Derck Singendonck. Op 17-10-1729 werden de pachten voldaan.) |
|||
vanaf 10-05-1729 | Verklaring in geschil te Herwen (ORA Herwen 10/11-5-1729: Anna Reijers en Otto Brants hebben een verklaring afgelegd in een geschil tussen de erfgenamen van Mechtelt Schot en de erfgenamen van Jacob Everts. Het geschil ging over de kosten van huisvesting, verpleging, kost en drank, die Mechtelt van 1711 tot 1727 had bij (de ook overleden) Jacob Everts en zijn vrouw Evertje Roelofsen. Mechtelt is ten tijde van het hogewater in 1711 of 1712 krankzinnig geworden en van haar verstand beroofd. Mechteld moest daarna als een kind verzorgd worden. De verklaring van Otto is niet ontvankelijk omdat hij een broer is van (Arnoldus?) de zwager van de advocaat.) |
|||
vanaf 06-01-1735 | Verkoop uit nalatenschap (ORA Herwen en Aerdt: Otto Brands, weduwnaar van Anna Reijers en de gezamenlijke kinderen, namens Henrik Brands, item, Geertruijt, Liesebet, Hendrina en Anna Brands, zijn 4 zusters met hun vader Otto Brands als momber hebben op 6-1-1735 verkocht aan de hoogeerw. Heer Jacobus Triboler, predikant van de Hervormde gemeente te Emmerik en mejuffrouw Anna Sara van Biesen en aan juffrouw Amelia Daniela van Biesen een stuk bouwland, steentjes erf groot 5.5 mergen. Tegen de Oldenhof en Wilgen lengs Willis hofstede in de Kerpel Herwen) | |||
van 1736 tot 1739 | Hypotheek op Steentjens Hofstede te Herwen (ORA Herwen en Aerdt: 20-7-1736: Otto Brants, weduwnaar van Anna Reijers en hun gezamenlijke kinderen - met namen Hendrick, Gertjen, Anna, Elisabeth, Henderrina Brants - verklaren 1.600 gulden zilver geld schuldig te zijn aan de Heer Rutjer van Carnap en zijn liefste Johanna Marie Blij, wegens geleend geld. Onderpand is hun hofstede, bestaande uit een huis, schuur, hof en boomgaard, groot ongeveer een morgen en vier hont, naast oostw. de pastorije weem en de weduwe Steven Philipsen, zuidwaarts de gemene straat, westw. de Heer Domine Tribbelaer en noorw. Wilks hofstede en genaamd Stenties hofstede te Herwen. Peeter Jonckhaus en Leonardus Blij zijn erfpachter. 10-12-1739: Otto Brants, weduwnaar van Anna Reijers en hun gezamenlijke kinderen - met namen Hendrick Brants, Gertjen, Elisabeth, Henderina en Anna - verklaren dat zij op 20 juli 1736 voor de burgemeesteren van de stad Amsterdam hun vader Otto een volmacht hebben gegeven met betrekking tot de schuld van 1.800 gulden en 20 stuivers aan het echtpaar Matthias Herkinck en Juffrouw Anna Catharina Schurman. Onderpand op hun hofstede, waar zij tegenwoordig wonen, genaamd Steentjens Hofstede, groot een mergen, vier hond, betaande uit huis, schuur, hof, boomgaard en tabaksland te Herwen.) |
vanaf 06-01-1735 | Verkoop uit nalatenschap (ORA Herwen en Aerdt: Otto Brands, weduwnaar van Anna Reijers en de gezamenlijke kinderen, namens Henrik Brands, item, Geertruijt, Liesebet, Hendrina en Anna Brands, zijn 4 zusters met hun vader Otto Brands als momber hebben op 6-1-1735 verkocht aan de hoogeerw. Heer Jacobus Triboler, predikant van de Hervormde gemeente te Emmerik en mejuffrouw Anna Sara van Biesen en aan juffrouw Amelia Daniela van Biesen een stuk bouwland, steentjes erf groot 5.5 mergen. Tegen de Oldenhof en Wilgen lengs Willis hofstede in de Kerpel Herwen) | |||
van 1736 tot 1739 | Hypotheek op Steentjens Hofstede te Herwen (ORA Herwen en Aerdt: 20-7-1736: Otto Brants, weduwnaar van Anna Reijers en hun gezamenlijke kinderen - met namen Hendrick, Gertjen, Anna, Elisabeth, Henderrina Brants - verklaren 1.600 gulden zilver geld schuldig te zijn aan de Heer Rutjer van Carnap en zijn liefste Johanna Marie Blij, wegens geleend geld. Onderpand is hun hofstede, bestaande uit een huis, schuur, hof en boomgaard, groot ongeveer een morgen en vier hont, naast oostw. de pastorije weem en de weduwe Steven Philipsen, zuidwaarts de gemene straat, westw. de Heer Domine Tribbelaer en noorw. Wilks hofstede en genaamd Stenties hofstede te Herwen. Peeter Jonckhaus en Leonardus Blij zijn erfpachter. 10-12-1739: Otto Brants, weduwnaar van Anna Reijers en hun gezamenlijke kinderen - met namen Hendrick Brants, Gertjen, Elisabeth, Henderina en Anna - verklaren dat zij op 20 juli 1736 voor de burgemeesteren van de stad Amsterdam hun vader Otto een volmacht hebben gegeven met betrekking tot de schuld van 1.800 gulden en 20 stuivers aan het echtpaar Matthias Herkinck en Juffrouw Anna Catharina Schurman. Onderpand op hun hofstede, waar zij tegenwoordig wonen, genaamd Steentjens Hofstede, groot een mergen, vier hond, betaande uit huis, schuur, hof, boomgaard en tabaksland te Herwen.) |
vanaf 06-01-1735 | Verkoop uit nalatenschap (ORA Herwen en Aerdt: Otto Brands, weduwnaar van Anna Reijers en de gezamenlijke kinderen, namens Henrik Brands, item, Geertruijt, Liesebet, Hendrina en Anna Brands, zijn 4 zusters met hun vader Otto Brands als momber hebben op 6-1-1735 verkocht aan de hoogeerw. Heer Jacobus Triboler, predikant van de Hervormde gemeente te Emmerik en mejuffrouw Anna Sara van Biesen en aan juffrouw Amelia Daniela van Biesen een stuk bouwland, steentjes erf groot 5.5 mergen. Tegen de Oldenhof en Wilgen lengs Willis hofstede in de Kerpel Herwen) | |||
van 1736 tot 1739 | Hypotheek op Steentjens Hofstede te Herwen (ORA Herwen en Aerdt: 20-7-1736: Otto Brants, weduwnaar van Anna Reijers en hun gezamenlijke kinderen - met namen Hendrick, Gertjen, Anna, Elisabeth, Henderrina Brants - verklaren 1.600 gulden zilver geld schuldig te zijn aan de Heer Rutjer van Carnap en zijn liefste Johanna Marie Blij, wegens geleend geld. Onderpand is hun hofstede, bestaande uit een huis, schuur, hof en boomgaard, groot ongeveer een morgen en vier hont, naast oostw. de pastorije weem en de weduwe Steven Philipsen, zuidwaarts de gemene straat, westw. de Heer Domine Tribbelaer en noorw. Wilks hofstede en genaamd Stenties hofstede te Herwen. Peeter Jonckhaus en Leonardus Blij zijn erfpachter. 10-12-1739: Otto Brants, weduwnaar van Anna Reijers en hun gezamenlijke kinderen - met namen Hendrick Brants, Gertjen, Elisabeth, Henderina en Anna - verklaren dat zij op 20 juli 1736 voor de burgemeesteren van de stad Amsterdam hun vader Otto een volmacht hebben gegeven met betrekking tot de schuld van 1.800 gulden en 20 stuivers aan het echtpaar Matthias Herkinck en Juffrouw Anna Catharina Schurman. Onderpand op hun hofstede, waar zij tegenwoordig wonen, genaamd Steentjens Hofstede, groot een mergen, vier hond, betaande uit huis, schuur, hof, boomgaard en tabaksland te Herwen.) |
vanaf 06-01-1735 | Verkoop uit nalatenschap (ORA Herwen en Aerdt: Otto Brands, weduwnaar van Anna Reijers en de gezamenlijke kinderen, namens Henrik Brands, item, Geertruijt, Liesebet, Hendrina en Anna Brands, zijn 4 zusters met hun vader Otto Brands als momber hebben op 6-1-1735 verkocht aan de hoogeerw. Heer Jacobus Triboler, predikant van de Hervormde gemeente te Emmerik en mejuffrouw Anna Sara van Biesen en aan juffrouw Amelia Daniela van Biesen een stuk bouwland, steentjes erf groot 5.5 mergen. Tegen de Oldenhof en Wilgen lengs Willis hofstede in de Kerpel Herwen) | |||
vanaf 20-06-1735 | Obligatie te Pannerden (ORA Pannerden: Henr. de Beijer en Henderina Brants, echteluijden zijn 799 gld. schudig aan de ontvanger Walrabven Wijnen. Onderpand hun hofstede ’Lippis Hofstede’ te Pannerden, aangekocht van de erfgenamen van Jan Peters. De obligatie is doorgehaald (voldaan)) |
|||
van 1736 tot 1739 | Hypotheek op Steentjens Hofstede te Herwen (ORA Herwen en Aerdt: 20-7-1736: Otto Brants, weduwnaar van Anna Reijers en hun gezamenlijke kinderen - met namen Hendrick, Gertjen, Anna, Elisabeth, Henderrina Brants - verklaren 1.600 gulden zilver geld schuldig te zijn aan de Heer Rutjer van Carnap en zijn liefste Johanna Marie Blij, wegens geleend geld. Onderpand is hun hofstede, bestaande uit een huis, schuur, hof en boomgaard, groot ongeveer een morgen en vier hont, naast oostw. de pastorije weem en de weduwe Steven Philipsen, zuidwaarts de gemene straat, westw. de Heer Domine Tribbelaer en noorw. Wilks hofstede en genaamd Stenties hofstede te Herwen. Peeter Jonckhaus en Leonardus Blij zijn erfpachter. 10-12-1739: Otto Brants, weduwnaar van Anna Reijers en hun gezamenlijke kinderen - met namen Hendrick Brants, Gertjen, Elisabeth, Henderina en Anna - verklaren dat zij op 20 juli 1736 voor de burgemeesteren van de stad Amsterdam hun vader Otto een volmacht hebben gegeven met betrekking tot de schuld van 1.800 gulden en 20 stuivers aan het echtpaar Matthias Herkinck en Juffrouw Anna Catharina Schurman. Onderpand op hun hofstede, waar zij tegenwoordig wonen, genaamd Steentjens Hofstede, groot een mergen, vier hond, betaande uit huis, schuur, hof, boomgaard en tabaksland te Herwen.) |
|||
vanaf 08-09-1739 | Beslaglegging (ORA Pannerden 8-9-1739: Rentmeester Fr.P. van der Veeken doet beslag (besaat) op de goederen van Hendrijn Brants, weduwe en boedelhoudster van Hendrick de Beijer Op 14-10-1739 wordt Lippits Hofstede vrijwillig overgegeven door Hendrina Brants aan Fr P van der Veeken) |
vanaf 1730 | Landmeter |
vanaf 20-06-1735 | Obligatie te Pannerden (ORA Pannerden: Henr. de Beijer en Henderina Brants, echteluijden zijn 799 gld. schudig aan de ontvanger Walrabven Wijnen. Onderpand hun hofstede ’Lippis Hofstede’ te Pannerden, aangekocht van de erfgenamen van Jan Peters. De obligatie is doorgehaald (voldaan)) |
|||
vanaf 08-09-1739 | Beslaglegging (ORA Pannerden 8-9-1739: Rentmeester Fr.P. van der Veeken doet beslag (besaat) op de goederen van Hendrijn Brants, weduwe en boedelhoudster van Hendrick de Beijer Op 14-10-1739 wordt Lippits Hofstede vrijwillig overgegeven door Hendrina Brants aan Fr P van der Veeken) |
vanaf 06-01-1735 | Verkoop uit nalatenschap (ORA Herwen en Aerdt: Otto Brands, weduwnaar van Anna Reijers en de gezamenlijke kinderen, namens Henrik Brands, item, Geertruijt, Liesebet, Hendrina en Anna Brands, zijn 4 zusters met hun vader Otto Brands als momber hebben op 6-1-1735 verkocht aan de hoogeerw. Heer Jacobus Triboler, predikant van de Hervormde gemeente te Emmerik en mejuffrouw Anna Sara van Biesen en aan juffrouw Amelia Daniela van Biesen een stuk bouwland, steentjes erf groot 5.5 mergen. Tegen de Oldenhof en Wilgen lengs Willis hofstede in de Kerpel Herwen) | |||
van 1736 tot 1739 | Hypotheek op Steentjens Hofstede te Herwen (ORA Herwen en Aerdt: 20-7-1736: Otto Brants, weduwnaar van Anna Reijers en hun gezamenlijke kinderen - met namen Hendrick, Gertjen, Anna, Elisabeth, Henderrina Brants - verklaren 1.600 gulden zilver geld schuldig te zijn aan de Heer Rutjer van Carnap en zijn liefste Johanna Marie Blij, wegens geleend geld. Onderpand is hun hofstede, bestaande uit een huis, schuur, hof en boomgaard, groot ongeveer een morgen en vier hont, naast oostw. de pastorije weem en de weduwe Steven Philipsen, zuidwaarts de gemene straat, westw. de Heer Domine Tribbelaer en noorw. Wilks hofstede en genaamd Stenties hofstede te Herwen. Peeter Jonckhaus en Leonardus Blij zijn erfpachter. 10-12-1739: Otto Brants, weduwnaar van Anna Reijers en hun gezamenlijke kinderen - met namen Hendrick Brants, Gertjen, Elisabeth, Henderina en Anna - verklaren dat zij op 20 juli 1736 voor de burgemeesteren van de stad Amsterdam hun vader Otto een volmacht hebben gegeven met betrekking tot de schuld van 1.800 gulden en 20 stuivers aan het echtpaar Matthias Herkinck en Juffrouw Anna Catharina Schurman. Onderpand op hun hofstede, waar zij tegenwoordig wonen, genaamd Steentjens Hofstede, groot een mergen, vier hond, betaande uit huis, schuur, hof, boomgaard en tabaksland te Herwen.) |
RK |
vanaf 03-06-1675 | Koop en verkoop onroerend goed te Wateringen (ORA Wateringen f. 101v d.d. 3-6-1675: Dirck Pietersz. Persoon onze inwoner bekende verkocht te hebben aan Claes Willemsz. van Suijtwijck mede onze inwoner een gedeelte van zijn comparants tuin of boomgaard gelegen in Wateringen breed omtrent 2 roeden en lang omtrent 4 roeden. f. 103v d.d. 3-6-1675: Claes Willemsz. van Suijtwijck onze inwoner bekende verkocht te hebben aan Grietje Pietersdr. van der Valck mede onze inwoonster een huis en erf in het ambacht van Wateringen.) |
Tuinman te Wateringen |
vanaf 25-06-1725 | Weeskamer Wateringen (Akte van vertichting en uitkoop gepasseerd voor schout en weesmannen en schepenen ter weeskamer: i. Boedel: Evert Willensz. Van der Knaap x Cornelia Jans Olsthoorn, 1725 juni 25) |
vanaf 25-08-1723 | Weeskamer Wateringen (Akte van vertichting en uitkoop gepasseerd voor schout en weesmannen en schepenen ter weeskamer: g. Boedel: overl. Jan Harbertse x Marijtje Willems van der Knaap, 25 augustus 1723) |
vanaf 25-08-1723 | Weeskamer Wateringen (Akte van vertichting en uitkoop gepasseerd voor schout en weesmannen en schepenen ter weeskamer: g. Boedel: overl. Jan Harbertse x Marijtje Willems van der Knaap, 25 augustus 1723) |
vanaf 1740 | Tuinier |
vanaf 29-01-1740 | Verzoek om aanstelling curator (ORA Monster 178 afb. 379 29-1-1740: Jacob Willemse van der Knaap, tuijnnier wonende aan de Hollewateringh in MonsterAmbght verklaart dat hij in 1693 heeft gekocht een stuk teelland van ca. 2 mergen en 3 hond liggend op de hoek van de Gantel en Hollewateringh waar hij met veel moeite en arbeid een stuk tuin en boomgaard van heeft gemaakt. Ten behoeve van de kooppenningen had hij verscheidene kapitalen tot zijn last moeten nemen, ook voor de woning die hij op het tuinland getimmerd heeft. Hij heeft een som van 2.200 gulden intrest open staan. Gezien zijn hoge leeftijd en de slechte fruitjaren is hij niet meer in staat de tuin te onderhouden en de crediteuren te betalen. Hij wil zijn boedel verlaten en aan het gerecht overgeven met het verzoek om aanstelling van een curator. Het gerecht heeft Mr. Nicolaas Boudewijn Roels, secretaris van Monster aangesteld als secretaris.) |
vanaf 04-06-1686 | Schepen van Cothen (Ook vermeld op 18-8-1698) | |||
vanaf 08-07-1688 | Kerkmeester te Cothen (Ook vermeld in 09-06-1691) |
vanaf 08-10-1697 | Gemachtigde bij transport van land (Willem Jansen van Wesenbergh is gemachtigde voor Elisabeth Adriaens Verwoert bij transport van land voor het gerecht van Cothen) | |||
vanaf 06-07-1703 | Koopt met anderen gewas op het veld te Cothen |
van 1649 tot 1692 | Leen te Zoeterwoude (Leen van de Hofstad te Hontshol Zoeterwoude: leen 119B 4 morgen, 2 hond 67 roede 10 voet 9 duim land te Stompic 2-12-1597: Jan van Surendael en draagt het leen over aan Leenderts Govertsz. te Stompwijc. 27-3-1612: Jan Vranck Hemen te Stompwijc 13-1-1614: Ariaentge Jansdochter, moeder Aefgen Leendertsdochter, voogd: Jan Adriaensz. van Myerop, secretaris te Stompwijc, bij dode van haar vader Jan Vranck Hemen en draagt het leen over aan Leenert Govertsz. 23-5-1639: Jan Leendertsz. van der Meer bij dode van Leendert Govertsz. 16-2-1647: Symon Symonsz. Meyster na overdracht door Jan Leendertsz. van der Meer. 20-5-1649: Jan Jansz. van der Meer te Leytsendam bij vonnis van schepenen te Stompwijk. 20-1-1673: Adam Janse van der Meer, mede namens zijn moeder Trijntje Arent en zijn broers en zusters Cornelis -, Baertje -, Annetje -, Neeltje - en Geertje Jans van der Meer, bij dode van zijn vader Jan Jansz. van der Meer. 3-9-1680: Annetje - en Neeltje Jans van der Meer na scheiding van de boedel van hun ouders Jan Jansz. van der Meer en Trijntje Ariens. 11-3-1692: Engel Ariens Bonenburgh na overdracht) |
|||
vanaf 16-04-1667 | Vermeld als schuldeiser (In de boedelbeschrijving van de te Leidschendam overleden Arijs Pietersz van der Meer en Neeltje Balthen van der Ruijt wordt Cornelis Jansz van der Meer vermeld als schuldeiser.) | |||
vanaf 30-09-1673 | Testament (ONA Stompwijk 30.9.1673 - testament - f. 152 Cornelis Jansz van der Meer en Maartje Dirksdr van Noordermeer, echtelieden, wonende aan de Leidschendam onder Stompwijk; de eerste sterk van gezondheid, de tweede bedlegerig, maken een testament op de langstlevende met daarbij de aantekening de minderjarige kinderen goed te onderhouden. Tot voogden worden aangesteld Adam Jansz van der Meer en Jan Dirks Noordermeer hun resp. broers) | |||
vanaf 15-08-1679 | Regeling nalatenschap (ONA Leidschendam 15-8-1679: Maertge Dirksdr Noordermeer weduwe en boedelhoudster van Cornelis Jansz van der Meer wonend op den Leijtsendam geassisteert met haar gecoren voogd, notaris Adriaen Croeser ter eenre. Adam Jansz van der Meer, oom van vaderszijde en Jan Dirksz Noordermeer, oom van ’s moederszijde, samen voogden over de 6 nagelaten kinderen van de voorn. Cornelis Jansz van der Meer geprocreert bij Maertge Dircx Noordermeer, met namen: Jan, 14 jaar; Dirck, 7 jaar; Johannes, 5 jaar; Jannitge, 11 jaar; Marija, 8 jaar en Annitge, 3 jaar ter andere zijde. Zij sluiten een overeenkomst over het vaderlijke erfdeel. De moeder belooft de kinderen te zullen onderhouden en naar school te laten gaan. Elk kind krijgt een bedrag van 200 gulden. Maertge Dirksdr behoudt de goederen inclusief de daaraan verbonden schulden.) |
|||
vanaf 20-03-1680 | Machtiging voor verkoop (ONA Leidschendam 20-3-1680: Bastiaen Jacobs van Dullecom getrouwd met Baertge Jansdr van der Meer; Louris Matheus van der Meer getrouwd met Maertge Dirks Noordermeer, eerder weduwe en boedelhoudster van Cornelis Jansz van der Meer. Zij wonen op den Leijtsendam en zijn samen medekinderen en erfgenamen van Jan Jansz van der Meer, overleden op den Leijtsendam. Zij machtigen Heijndrik Arents van Leeuwen om uit hun naam voor schout en schepenen van ’s-Gravenhage en van Wassenaar te verkopen aan de ed. heer Philips Doublet, heer van St. Anneland, hun gedeelte in twee partijen wei- en geestland gelegen in ’s-Gravenhage en in Wassenaar, samen groot ca. 8 mergen en 2 hondt, benevens de verdere kinderen en mede-erfgenamen van Jan Jansz van der Meer. Getuigen zijn Pieter Maertensz van der Werf en Claes Dirksen Noordermeer.) |
|||
vanaf 12-05-1688 | Benoeming voogden (ONA Leiden 12-5-1688: Jan Dirxz Noordermeer wonend te Valkenburch verklaart dat hij bij testament van zaliger Cornelis Jansz van der Meer tot voogd is benoemd over de kinderen van Cornelis Jansz van der Meer en Maertgen Dirx Noordermeer. Nu de andere voogd, Adam Jansz van der Meer is overleden, benoemt hij in zijn plaats Bastiaen Jacobs van Dulkom wonend in Veur en Henrick van Leeuwen wonende aen den Dam.) |
vanaf 29-10-1668 | Boedelafhandeling (ONA Leiden 29-10-1668: Dirck Gerritsz Noordermeer, weduwnaar van Jannetge Jansdr van Elstuijn, wonende aan de Leijtschendam ter eenre en aderzijds: Cornelis Jansz van der Meer getrouwd met Maertgen Dircxdr Noordermeer, mede wonend te Leijtschendam met de broers Cornelis en Pieter Jansz Elstuijn als omen en bloedvoogden over Jan en Claes Dircxzn Noordermeer, alle drie nagelaten kideren van Jannetgen Jansdr van Elstuijn. Dirck had een inventaris van de boedel gemaakt na het overlijden van Jannetge. Partijen sluiten een overeenkomst over de boedelverdeling van de moederlijke erfenis. Dirck betaalt de kinderen een som van 600 gulden, hun moeder aangekomen door het overlijden van haar broeder Aernt Jansz van Elstuijn. Er worden voorwaarden gesteld aan het moment van uitbetalen en voldoening van de schulden door Dirck.) |
|||
vanaf 30-09-1673 | Testament (ONA Stompwijk 30.9.1673 - testament - f. 152 Cornelis Jansz van der Meer en Maartje Dirksdr van Noordermeer, echtelieden, wonende aan de Leidschendam onder Stompwijk; de eerste sterk van gezondheid, de tweede bedlegerig, maken een testament op de langstlevende met daarbij de aantekening de minderjarige kinderen goed te onderhouden. Tot voogden worden aangesteld Adam Jansz van der Meer en Jan Dirks Noordermeer hun resp. broers) | |||
vanaf 15-08-1679 | Regeling nalatenschap (ONA Leidschendam 15-8-1679: Maertge Dirksdr Noordermeer weduwe en boedelhoudster van Cornelis Jansz van der Meer wonend op den Leijtsendam geassisteert met haar gecoren voogd, notaris Adriaen Croeser ter eenre. Adam Jansz van der Meer, oom van vaderszijde en Jan Dirksz Noordermeer, oom van ’s moederszijde, samen voogden over de 6 nagelaten kinderen van de voorn. Cornelis Jansz van der Meer geprocreert bij Maertge Dircx Noordermeer, met namen: Jan, 14 jaar; Dirck, 7 jaar; Johannes, 5 jaar; Jannitge, 11 jaar; Marija, 8 jaar en Annitge, 3 jaar ter andere zijde. Zij sluiten een overeenkomst over het vaderlijke erfdeel. De moeder belooft de kinderen te zullen onderhouden en naar school te laten gaan. Elk kind krijgt een bedrag van 200 gulden. Maertge Dirksdr behoudt de goederen inclusief de daaraan verbonden schulden.) |
|||
vanaf 20-03-1680 | Machtiging voor verkoop (ONA Leidschendam 20-3-1680: Bastiaen Jacobs van Dullecom getrouwd met Baertge Jansdr van der Meer; Louris Matheus van der Meer getrouwd met Maertge Dirks Noordermeer, eerder weduwe en boedelhoudster van Cornelis Jansz van der Meer. Zij wonen op den Leijtsendam en zijn samen medekinderen en erfgenamen van Jan Jansz van der Meer, overleden op den Leijtsendam. Zij machtigen Heijndrik Arents van Leeuwen om uit hun naam voor schout en schepenen van ’s-Gravenhage en van Wassenaar te verkopen aan de ed. heer Philips Doublet, heer van St. Anneland, hun gedeelte in twee partijen wei- en geestland gelegen in ’s-Gravenhage en in Wassenaar, samen groot ca. 8 mergen en 2 hondt, benevens de verdere kinderen en mede-erfgenamen van Jan Jansz van der Meer. Getuigen zijn Pieter Maertensz van der Werf en Claes Dirksen Noordermeer.) |
|||
vanaf 12-05-1688 | Benoeming voogden (ONA Leiden 12-5-1688: Jan Dirxz Noordermeer wonend te Valkenburch verklaart dat hij bij testament van zaliger Cornelis Jansz van der Meer tot voogd is benoemd over de kinderen van Cornelis Jansz van der Meer en Maertgen Dirx Noordermeer. Nu de andere voogd, Adam Jansz van der Meer is overleden, benoemt hij in zijn plaats Bastiaen Jacobs van Dulkom wonend in Veur en Henrick van Leeuwen wonende aen den Dam.) |
vanaf 15-08-1679 | Regeling nalatenschap (ONA Leidschendam 15-8-1679: Maertge Dirksdr Noordermeer weduwe en boedelhoudster van Cornelis Jansz van der Meer wonend op den Leijtsendam geassisteert met haar gecoren voogd, notaris Adriaen Croeser ter eenre. Adam Jansz van der Meer, oom van vaderszijde en Jan Dirksz Noordermeer, oom van ’s moederszijde, samen voogden over de 6 nagelaten kinderen van de voorn. Cornelis Jansz van der Meer geprocreert bij Maertge Dircx Noordermeer, met namen: Jan, 14 jaar; Dirck, 7 jaar; Johannes, 5 jaar; Jannitge, 11 jaar; Marija, 8 jaar en Annitge, 3 jaar ter andere zijde. Zij sluiten een overeenkomst over het vaderlijke erfdeel. De moeder belooft de kinderen te zullen onderhouden en naar school te laten gaan. Elk kind krijgt een bedrag van 200 gulden. Maertge Dirksdr behoudt de goederen inclusief de daaraan verbonden schulden.) |
|||
vanaf 22-05-1717 | Verkoop van korenwindmolen te Beverweert (Utrecht 22-5-1717: Jan Willems van Wesenberch molenaer wonende onder Werckhoven, verklaaarde voor hem en in de naam van zijn onmondige zoon Cornelis Jansz van Wesenberch, schuldig te zijn aan Jan Cornelisz van der Meer wonend te Katwijck op den Rijn, de somma van 800 car. gulden en 20 st. Betreft de koop vn de koornwintmolen staende bij Beverweert onder Werkhoven. Jan Willem heeft de molen gekocht ten behoeve van zijn zoon.. Bijzonder is dat zoon Cornelis nog maar 7 jaar is. Het betreft de Werkhovense molen van 1395 die bij kasteel Beverweerd stond. Op 1-10-1727 verhuurt Jan Willemse Wesenbergh de windkoornmolen en rosmolen met huijsinge bij huijse Beverweerd aan Jan Dirksen Kraan.) |
vanaf 15-08-1679 | Regeling nalatenschap (ONA Leidschendam 15-8-1679: Maertge Dirksdr Noordermeer weduwe en boedelhoudster van Cornelis Jansz van der Meer wonend op den Leijtsendam geassisteert met haar gecoren voogd, notaris Adriaen Croeser ter eenre. Adam Jansz van der Meer, oom van vaderszijde en Jan Dirksz Noordermeer, oom van ’s moederszijde, samen voogden over de 6 nagelaten kinderen van de voorn. Cornelis Jansz van der Meer geprocreert bij Maertge Dircx Noordermeer, met namen: Jan, 14 jaar; Dirck, 7 jaar; Johannes, 5 jaar; Jannitge, 11 jaar; Marija, 8 jaar en Annitge, 3 jaar ter andere zijde. Zij sluiten een overeenkomst over het vaderlijke erfdeel. De moeder belooft de kinderen te zullen onderhouden en naar school te laten gaan. Elk kind krijgt een bedrag van 200 gulden. Maertge Dirksdr behoudt de goederen inclusief de daaraan verbonden schulden.) |
vanaf 15-08-1679 | Regeling nalatenschap (ONA Leidschendam 15-8-1679: Maertge Dirksdr Noordermeer weduwe en boedelhoudster van Cornelis Jansz van der Meer wonend op den Leijtsendam geassisteert met haar gecoren voogd, notaris Adriaen Croeser ter eenre. Adam Jansz van der Meer, oom van vaderszijde en Jan Dirksz Noordermeer, oom van ’s moederszijde, samen voogden over de 6 nagelaten kinderen van de voorn. Cornelis Jansz van der Meer geprocreert bij Maertge Dircx Noordermeer, met namen: Jan, 14 jaar; Dirck, 7 jaar; Johannes, 5 jaar; Jannitge, 11 jaar; Marija, 8 jaar en Annitge, 3 jaar ter andere zijde. Zij sluiten een overeenkomst over het vaderlijke erfdeel. De moeder belooft de kinderen te zullen onderhouden en naar school te laten gaan. Elk kind krijgt een bedrag van 200 gulden. Maertge Dirksdr behoudt de goederen inclusief de daaraan verbonden schulden.) |
vanaf 15-08-1679 | Regeling nalatenschap (ONA Leidschendam 15-8-1679: Maertge Dirksdr Noordermeer weduwe en boedelhoudster van Cornelis Jansz van der Meer wonend op den Leijtsendam geassisteert met haar gecoren voogd, notaris Adriaen Croeser ter eenre. Adam Jansz van der Meer, oom van vaderszijde en Jan Dirksz Noordermeer, oom van ’s moederszijde, samen voogden over de 6 nagelaten kinderen van de voorn. Cornelis Jansz van der Meer geprocreert bij Maertge Dircx Noordermeer, met namen: Jan, 14 jaar; Dirck, 7 jaar; Johannes, 5 jaar; Jannitge, 11 jaar; Marija, 8 jaar en Annitge, 3 jaar ter andere zijde. Zij sluiten een overeenkomst over het vaderlijke erfdeel. De moeder belooft de kinderen te zullen onderhouden en naar school te laten gaan. Elk kind krijgt een bedrag van 200 gulden. Maertge Dirksdr behoudt de goederen inclusief de daaraan verbonden schulden.) |
vanaf 15-08-1679 | Regeling nalatenschap (ONA Leidschendam 15-8-1679: Maertge Dirksdr Noordermeer weduwe en boedelhoudster van Cornelis Jansz van der Meer wonend op den Leijtsendam geassisteert met haar gecoren voogd, notaris Adriaen Croeser ter eenre. Adam Jansz van der Meer, oom van vaderszijde en Jan Dirksz Noordermeer, oom van ’s moederszijde, samen voogden over de 6 nagelaten kinderen van de voorn. Cornelis Jansz van der Meer geprocreert bij Maertge Dircx Noordermeer, met namen: Jan, 14 jaar; Dirck, 7 jaar; Johannes, 5 jaar; Jannitge, 11 jaar; Marija, 8 jaar en Annitge, 3 jaar ter andere zijde. Zij sluiten een overeenkomst over het vaderlijke erfdeel. De moeder belooft de kinderen te zullen onderhouden en naar school te laten gaan. Elk kind krijgt een bedrag van 200 gulden. Maertge Dirksdr behoudt de goederen inclusief de daaraan verbonden schulden.) |
vanaf 08-02-1704 | Doopgetuige (doopgetuige bij kind (zijn kleinkind) van Maria van Sittert en Gerardus Antonissen) |
van 1695 tot 1696 | Doopgetuige (Is met Antonius Wilhelmi op 16-2-1695 getuige bij doop kind van Maria van Sittart (ook op 11-1-1696)) |
vanaf 17-05-1699 | Doopgetuige (Getuige bij doop kind van Maria van Sittart en Gerardus Antonissen (samen met Dorothea Saamen)) |
vanaf 29-05-1710 | Doopgetuige (Getuige bij doop van Lambertus Peters, kind van Adrianus Peters en Isabella Derrix) |
vanaf 18-01-1661 | Verkoop land te Voorhout (ORA Voorhout 18-1-1661: 98. 18-1-1661. Cors Janszn. van Sonnevelt als speciale last hebbende van Jan Gijsbertszn. van Sonnevelt zijn vader wonende Voorhout verkoopt de Diaconie Armen van Voorhout 3 hond 5 roe teelland gelegen op Hogelanddorp aan de Heerweg, belend NO de kinderen van Abraham Willemszn. van Egmont, ZO de Abdij van Rijnsburg, ZW het Gasthuis te Catwijk op de Rijn en Cornelis Hanneman bakker te Noordwijk en NW de Heerweg met waarborg 7 hond land gelegen achter zijn woning, belend NO de verkoper, ZO Cornelis Corszn. van der Cluft, ZW de Abdij van Rijnsburg en Cornelis Dirckszn. Lock met bruikwaar en NW de weduwe van Jan Pieterszn. Vogelesangh, voor 280 gulden.) | |||
vanaf 06-04-1663 | Mede-eigenaar huis en land te Voorhout (ORA Voorhout 118. 6-4-1663. Jan Janszn. Vogelesangh verkoopt Jacob Janszn. Vogelesangh zijn broer en Cors Janszn. van Sonnevelt elk de helft van een woning als huis met schuur en barg alsmede 435 roe land daar de woning op staat en 4 morgen 1 hond 55 roe waarvan 1 1/2 hond vicarie of provenland hetwelk niet wordt verkocht gelegen aan de Voorhouter Heerweg tussen Rijnsburg en Voorhout, belend NO en NW juffr. Warmont, ZO en O de Heerweg en ZW de Abdij van Rijnsburg, voor 2020 gulden.) | |||
vanaf 25-04-1665 | Schuldverklaring (ONA Leiden 25-4-1665: Cors Jans van Sonnevelt met zijn vader Jan Gijsbertsz van Sonnevelt als borg, beide wonend te Voorhout, verklaren 400 gld. schuldig te zijn aan Abraham Copla, koopman.) | |||
vanaf 06-01-1666 | Huur onroerend goed in het Westeinde van Voorhout (ONA Leiden 6-1-1666: Jacob Jansz Vogelesangh als verhuurder en Cors Jansz Sonnevelt als huurder, sluiten een overeenkomst over de (ver)huur van de helft van een woning, barg, schuur, teelland e.a. gelegen in het westeinde van Voorhout.) | |||
vanaf 13-02-1666 | Borgstelling (13-2-1666: Gijsbrecht Jans van Sonnevelt, wonend te Oestgeest en Cors Jansz van Sonnevelt, wonend te Voorhout zijn borgen voor hun broer Jacob Jans van Sonnevelt, afslager van de vis te Noordwijk) | |||
vanaf 17-05-1667 | Hypotheek (ORA Voorhout 8v. 17-5-1667. Cors Janszn. van Sonnevelt schuldig aan Susanna Abrahamsdr. huisvrouw van Willem Tiberius wonende Leiden 40 gulden per jr met hypotheek op de helft van zekere woning als huis, schuur en berg alsmede 435 roe land waar de woning op staat en 4 morgen 1 hond 55 roe land waaronder 1 1/2 hond vicarie land dat niet verkocht wordt, belend in zijn geheel NW en NO juffrouw Warmont, ZO of O de Voorhouter Heerweg en ZW de Abdij van Rijnsburg volgens de opdrachtbrief van Jan Janszn. Vogelesangh en de schuldenaar van 6-4- 1663. Afgelost 12-12-1678.) | |||
vanaf 29-04-1671 | Vermeld als belender te Voorhout (29-4-1671: Cors Janszn. van Sonnevelt met bruikwaar (van land op het Hogelantdorp)) | |||
vanaf 15-06-1677 | Verkoop land te Voorhout (ORA Voorhout 138v. 139. 15-6-1677. Grietje Corsdr. weduwe van Jan Gijsbertszn. van Sonnevelt met Jacob Janszn. haar zoon verkoopt Cors Janszn. van Sonnevelt 2 hond wei- of hooiland gelegen in de Elstgeesterpolder, belend ZO het scheid van Sassenheim en Voorhout, ZW de heer van Warmenhuysen, NW Cornelis Janszn. Moeyenkint en NO de Dinsdagse watering, voor 130 gulden.) | |||
van 1682 tot 1687 | Stukken over voogdijschap over Pieter Gijsen van Sonnevelt (ONA Leiden 12-11-1682: Pieter Cornelisz Slobbe wonende ’inden Ambachte van Oestgeest’ verkoopt vee aan Cors Jansz van Sonnevelt, zijn zwager: een bijz. blaerde koe van drie kalven, 40 gld; een rode koe met enig wit van vijf kalven, 43 gld.; een rode dito met een gremel hoofd van drie kalven, 36 gld. etc. In totaal koopt Cors voor 1.538 gld. 18 koeien/vaarsen/kalven, 1 paard, 1 merrie, tarwe, haver, bonen, erwten, hooi, 2 wagens, eggen, ploegen en touwen, knollen staand op 2 morgen land, turf, 5 ketels en 3 wrong kuipen, 7 boter- en kaasvaten, 2 karen (karnen?) en enige mouwen, 6 emmers, hooirieken, schoppen e.a.m 2 kasten, 2 banken met enig linnen en wol, 4 bedden met toebehoren, 1 klokje met gewicht, 1 schelf hooi staande op de werf, 4 kuipen bostel (afvalproduct bier/veevoer) In de marge: staand op de woning van Cleijn Endegeest en de landen, door de koper van de heer van Endegeest in huur gebruikt. De koper zal o.a. landhuur betalen aan de heer van Woestwesel Endegeest. 418 gld. is voor Pieter Gijsberts van Sonnevelt, nagelaten weeskind van Gijsbert Jans van Sonnevelt en Nelletge Cornelis Slobbe, beide overleden. Dit bedrag gaat in mindering op de schuld van 800 gld. die Pieter Cornelis Slobbe sinds 1679 als voogd schuldig is aan het weeskind. ONA Leiden 5-6-1687: Kors Jans Sonneveld, wonend te Voorhout en Pieter Gijsen Sonneveld wonend te Oestgeest, geven te kennen dat tussen hen een ongedecideerd proces voor de Hove van Holland hangende was. Ter voorkoming van verwijdering en ongenoegen komen zij het volgende overeen: Kors Jans Sonneveld zal binnen 6 weken aan Pieter Ghijsz Sonneveld een som van 400 gld. betalen, die hij uit het vaderlijk goed tegoed had van zijn voogden Pieter Cornelis Slobbe en Kors Jans. Er speelt ook nog een restitutie aan Kors van 200 gld. voor onkosten m.b.t. Pieter Cornelis Slobbe of de heer van Endegeest. Klaas Dirks Klinckenbergh te Voorhout is borg voor Kors. Op dezelfde dag tekent Kors Jans Sonneveld een schuldverklaring voor 200 gld. aan Klaas Dirks Klinckenberg, getrouwd met Elsgen Willems van Pelsteijn, te voren weduwe van Huijbert Jans Brelofs. Met nog een som van 398 gld over landhuur met verponding en morgengeld, omdat Klaas Dirks zich borg heeft gesteld voor 400 gld. Ter voldoening en zekerstelling verkoopt Kors vee, goederen en huisraad aan Klaas. Hij mag de goederen echter wel blijven gebruiken.) |
|||
vanaf 16-05-1696 | Begraven kind (Voorhout 28-5-1696: heeft de wed. van Cors Jans van Sonnevelt aangevingh gedaen van ’t lijk van een kind van haer doch alsoo van den armen last daer van niet ontfangen dus (betaling) nihil) |
vanaf 16-05-1696 | Begraven kind (Voorhout 28-5-1696: heeft de wed. van Cors Jans van Sonnevelt aangevingh gedaen van ’t lijk van een kind van haer doch alsoo van den armen last daer van niet ontfangen dus (betaling) nihil) |
vanaf 25-04-1725 | Testament (ONA Leiden, 25-4-1725: Testament van het echtpaar Pieter Cornelisz van der Crul en Neeltie Corssen van Sonneveldt wonend te Warmond. Zij laat o.a. 100 gulden na aan haar broeders en zusters, met name Jan, Gijsbert, Willem, Nelletie en Marijtie Corssen van Sonnevelt. Gijsbert Cors Sonnevelt wordt benoemd als voogd) |
vanaf 25-04-1725 | Testament (ONA Leiden, 25-4-1725: Testament van het echtpaar Pieter Cornelisz van der Crul en Neeltie Corssen van Sonneveldt wonend te Warmond. Zij laat o.a. 100 gulden na aan haar broeders en zusters, met name Jan, Gijsbert, Willem, Nelletie en Marijtie Corssen van Sonnevelt. Gijsbert Cors Sonnevelt wordt benoemd als voogd) |
vanaf 25-04-1725 | Testament (ONA Leiden, 25-4-1725: Testament van het echtpaar Pieter Cornelisz van der Crul en Neeltie Corssen van Sonneveldt wonend te Warmond. Zij laat o.a. 100 gulden na aan haar broeders en zusters, met name Jan, Gijsbert, Willem, Nelletie en Marijtie Corssen van Sonnevelt. Gijsbert Cors Sonnevelt wordt benoemd als voogd) | |||
vanaf 30-05-1737 | Testament (ONA Leiden, 30-5-1737: Testament van het echtpaar Gijsbert Corsz Zonnevelt en Ariaantje Leenderts van Duijker, wonend te Wassenaar. Hij noemt als erfgenamen zijn tegenwoordige huisvrouw, (niet met name genoemde) kinderen uit eerdere huwelijken en tegenwoordig huwelijk. Voogden: zijn schoonzonen: Cornelis Reijers van de Velde en Arij Sommers) |
vanaf 30-05-1737 | Testament (ONA Leiden, 30-5-1737: Testament van het echtpaar Gijsbert Corsz Zonnevelt en Ariaantje Leenderts van Duijker, wonend te Wassenaar. Hij noemt als erfgenamen zijn tegenwoordige huisvrouw, (niet met name genoemde) kinderen uit eerdere huwelijken en tegenwoordig huwelijk. Voogden: zijn schoonzonen: Cornelis Reijers van de Velde en Arij Sommers) |
vanaf 26-01-1695 | Benoemd tot voogd door zijn broer Jan Corsz van Sonnevelt | |||
vanaf 27-04-1697 | Vermeld in testament broer (ONA Leiden, 27-4-1697: Langstlevende-testament van het echtpaar Jan Korsse van Sonnevelt en Leuntie Ariens Elsgeest, wonend te Rijnsburgh op het Kloosterschuijr. Er wordt ook een regeling getroffen voor de twee voorkinderen van Jan Korse. De langstlevende is voogd. Hij is ’nog horich’ voor de kinderen van Willem Korsse van Sonnevelt, zijn broer. Jan ondertekent met ’Jan Korsse van Sonnevelt’. Leuntie ondertekent met een merk.) | |||
vanaf 25-04-1725 | Testament (ONA Leiden, 25-4-1725: Testament van het echtpaar Pieter Cornelisz van der Crul en Neeltie Corssen van Sonneveldt wonend te Warmond. Zij laat o.a. 100 gulden na aan haar broeders en zusters, met name Jan, Gijsbert, Willem, Nelletie en Marijtie Corssen van Sonnevelt. Gijsbert Cors Sonnevelt wordt benoemd als voogd) |
vanaf 25-04-1725 | Testament (ONA Leiden, 25-4-1725: Testament van het echtpaar Pieter Cornelisz van der Crul en Neeltie Corssen van Sonneveldt wonend te Warmond. Zij laat o.a. 100 gulden na aan haar broeders en zusters, met name Jan, Gijsbert, Willem, Nelletie en Marijtie Corssen van Sonnevelt. Gijsbert Cors Sonnevelt wordt benoemd als voogd) |
vanaf 25-04-1725 | Testament (ONA Leiden, 25-4-1725: Testament van het echtpaar Pieter Cornelisz van der Crul en Neeltie Corssen van Sonneveldt wonend te Warmond. Zij laat o.a. 100 gulden na aan haar broeders en zusters, met name Jan, Gijsbert, Willem, Nelletie en Marijtie Corssen van Sonnevelt. Gijsbert Cors Sonnevelt wordt benoemd als voogd) |
vanaf 16-10-1681 | Vermeld in de boeken van de weeskamer te Voorburg (Weeskamer Voorburg 16-10-1681: Regeling voor het weeskind tussen: Lenaert Jansz van der Laen, weduwnaar van Trijntge Cornelis van ’t Slot wonende op de Binnepolders Watermolen te Voorburg en Lenaert Corn. van ’t Slot wonende aan ’t Haechse Schouw onder Voorschoten als oom en bloedvoogd over Geertruijt Leenderts, 4,5 jaar oud, dochter van Trijntge Cornelis.) |
vanaf 1686 | Vermeld op de gaarlijst van de asman te Rijnsburg (Pieter Cornelissen Hoogervorst zijn huijs, 0. 1. 0) |
Regeling in verband met voorgenomen huwelijk (Rijnsburg 083. 24.02.1720. Jan Jansz van der Vijver, weduwnaar van Grietje Claasdr Coddeus [‡ 13.7], is bij testament - dd. 5.7.1719 voor schepenen van Rijnsburg [ORA 27, nr 21] - tot voogd heeft aangewezen over hun dochter Adriaantje Jans van der Vijver. Hij is voornemens te hertrouwen met Jorisje Pieters Hogervorst. Hij deponeert enkele sieraden voor zijn dochter.) |
Regeling in verband met voorgenomen huwelijk (Rijnsburg 083. 24.02.1720. Jan Jansz van der Vijver, weduwnaar van Grietje Claasdr Coddeus [‡ 13.7], is bij testament - dd. 5.7.1719 voor schepenen van Rijnsburg [ORA 27, nr 21] - tot voogd heeft aangewezen over hun dochter Adriaantje Jans van der Vijver. Hij is voornemens te hertrouwen met Jorisje Pieters Hogervorst. Hij deponeert enkele sieraden voor zijn dochter.) |
vanaf 1681 | Trekker (Had in 1681 een kind jonger dan 4 jaar. Had ook een trekkersjongen in dienst.) |
Beurtschipper (tussen Leiden en Rijnsburg) |
van 1682 tot 1726 | Bestuurder te Rijnsburg (In de periode van 1682 tot en met 1726 vermeld als schepen, weesmeester, burgermeester, welgeboren man van Rijnsburg) |
vanaf 04-04-1690 | Benoeming voogd voor neef (Weeskamer Rijnsburg 010. 04.04.1690. Jacob van den Bergh, Cornelis Arisz Cromhout en Joris Cornelisz van Adrichem verklaren dat Cornelis Gerritsz van Rhijn, bouwman, op 1.6.1689 is overleden [‡ 6.6]. De overledene had bij testament - dd. 31.8.1680 voor notaris Cornelis van Alckemade te Leiden - zijn vrouw als voogdes aangesteld. Zij is op 9.2.1690 overleden [‡ 14.2], zonder in de voogdij over haar 6 ½ j. zoon [Gerrit] te hebben voorzien. Op 1.3.1690 had Adriaentje Willems van Reijnsover, weduwe van Claes Cornelisz van der Codde en grootmoeder van moederszijde van het kind, schout en gerecht verzocht hen, als ooms, tot voogden aan te stellen. Van den Bergh wordt aangewezen als administrerende en Cromhout en Van Adrichen als toeziende voogden.) | |||
vanaf 06-01-1693 | Benoeming voogden (Weeskamer Rijnsburg 06.01.1693. Govert Claesz van Berckel verklaart dat eerst zijn huisvrouw Dieuwertje Jacobs van den Bergh en later zijn tweede huisvrouw Adriaentje Jans van Egmondt is overleden, zonder voogdijregelingen te hebben getroffen. Hij stelt voor Jacob [Jacobsz] van den Bergh en Cornelis Smacker, broeders van zijn eerste vrouw, tot voogden te benoemen over Jan (22 j), kind uit zijn eerste huwelijk, en Maertje (19 j) en Dieuwertje (17 j), kinderen uit zijn tweede huwelijk. Hij regelt met hen de boedelverdeling. Op 15.7.1695 deponeren deze voogden de penningen, die Maertje en Dieuwertje, krachtens de boedelscheiding dd. 29.6.1695 voor schepenen van Rijnsburg [ORA 23, nr 45] toekomen. Maertje licht haar erfportie op 18.4.1698; Dieuwertje op 19.9.1699.) | |||
vanaf 25-02-1711 | Getuigen bij doop kleinkind (Jacob van den Berg en Lijsbet van Rijn zijn te Rijnsburg getuige van de doop van Jacob van der Vijver, zoon van Cornelis van der Vijver en Jannetie van den Berg) |
vanaf 14-07-1678 | Getuigenis te Leiden (Leiden, notaris Johannes Stam, 14-7-1678: Lijsbet Gerrits van Rijn, huijsvrouwe van Jacob van den Berg wonend tot Rijnsburg, oud omtr. 30 jaren legt een getuigenverklaring af op verzoek van de kinderen en erfgenamen van zaliger juffr. Femina? van Borms, gewezen brouwster in de brouwerij van ’t Hart te Leiden. Verleden jaar augustus was zij in de brouwerij (haar man was naar Amsterdam). Zij had bier geladen en aan de voorschreven juffrouw geld betaald. Toen was ook aanwezig Jacob Cornelisz Nierstede?, herbergier te Rijnsburg. Toen zij met de schuit tot Rijnsburg kwam is zij aangesproken door de pachter Cornelis Jaspers Rotteveel en 2 deurwaarders. Zij vroegen haar naar een zak meel bij haar schip en naar het bier. Zij zeiden dat het een ander bier was. Zij moest dit naar de gevangenis brengen en zij voelde zich bedreigd. etc.) | |||
vanaf 29-11-1678 | Testament en schuldbekentenis (ONA Leiden, 29-11-1678: Uiterste wil van het echtpaar Gerrit Cornelisz van Rhijn en Jannetge Cornelisdr van Outshoorn te Rhijnsburch, met hun hoge ouderdom tamelijk gezond. Zij hebben eerder een testament gemaakt op 11-6-1655. De langstlevende is de enige universele erfgenaam. De langstlevende heeft weer als erfgenamen hun kinderen elk voor 1/6 deel: Cornelis Gerritsz van Rhijn, Nelletge Cornelisdr. van Rhijn, Beateris Cornelisdr van Rhijn en Elisabeth Cornelisdr van Rhijn met - in hun vaders of moeders plaats - het kind of kinderen van Cornelis Gerrits van Rhijn en het kind of kinderen van Geertge Cornelisdr van Rhijn. (Bij diverse kinderen is abusievelijk het patroniem Cornelis in plaats van Gerrits gebruikt) Op dezelfde dag heeft Gerrit Cornelisz van Rhijn, bouwman wonend te Rijnsburg, verklaard dat hij 1.950 gld. schuldig is aan zijn zoon Cornelis Gerritsz van Rhijn) |
|||
vanaf 10-04-1680 | Verkoop uit nalatenschap (ORA Oegstgeest 26 fol. 42v 10-4-1680: Cornelis Gerritsz van Rhijn, Willem Dircxsz van Nierop getrouwd met Nelletge Gerritsdr van Rhijn, Joris van Adrichem getrouwd met Beatricx Gerrits van Rhijn, en Jacob Jacobsz van den Berch getrouwd met Lijsbeth Gerrits van Rhijn, voor hun zelf en voorn. Cornelis Gerritsz van Rhijn en Willem Dircxsz van Nierop als voogden over Cornelis, Willem ende Gerrit Cornelis soons van Rhijn en nog over Neeltge en Dieuwertge Corns. drs. van Duijndam, gewonnen bij Geertge Gerritsdr van Rhijn, zijn alle kinderen en kindskinderen en erfgenamen van zal. Gerrit Cornelisz van Rhijn en Jannetge Cornelis van Outshoorn. Zij verkopen voor 3.000 gld. aan Sijmon Cornelisz Hoflant te Rijnsburch een partij weiland van 3 morgen en 2 hond gelegen in de Osschepolder te Oegstgeest, genaamd de Kickerscamp.) | |||
vanaf 27-03-1682 | Getuige bij doop te Rijnsburg (27-3-1682: getuige bij de doop van Marijtje Adrichem, haar nichtje.) | |||
vanaf 25-02-1711 | Getuigen bij doop kleinkind (Jacob van den Berg en Lijsbet van Rijn zijn te Rijnsburg getuige van de doop van Jacob van der Vijver, zoon van Cornelis van der Vijver en Jannetie van den Berg) |
vanaf 07-02-1719 | Voogd voor neven en nicht (Weeskamer Rijnsburg 07.02.1719. Jannetje [Jacobs] van den Berg verklaart dat haar man Cornelis Lourisse van de Vijver is overleden [‡ 13.5], zonder in de voogdij te hebben voorzien over zijn kinderen Jacob (8 j), Lijsbet (6 j) en Louris (3 j). Zij stelt voor haar broer Jacob Jacobsz van den Berg tot voogd te benoemen. Ieder kind zal 5 gulden ontvangen) |
vanaf 07-02-1719 | Regeling voogdij (Weeskamer Rijnsburg 07.02.1719. Jannetje [Jacobs] van den Berg verklaart dat haar man Cornelis Lourisse van de Vijver is overleden [‡ 13.5], zonder in de voogdij te hebben voorzien over zijn kinderen Jacob (8 j), Lijsbet (6 j) en Louris (3 j). Zij stelt voor haar broer Jacob Jacobsz van den Berg tot voogd te benoemen. Ieder kind zal 5 gulden ontvangen) | |||
vanaf 01-12-1767 | Afhandeling nalatenschap (Weeskamer Rijnsburg . 01.12.1767. Abraham [Pietersz] Ciggaar toont het testament van zijn overleden huisvrouw Jannetje [Jacobs] van den Berg [‡ 9.11], dd. 11.11.1741 voor notaris Jan Boers. [NA 7086, nr 41]) |
vanaf 07-02-1719 | Regeling voogdij (Weeskamer Rijnsburg 07.02.1719. Jannetje [Jacobs] van den Berg verklaart dat haar man Cornelis Lourisse van de Vijver is overleden [‡ 13.5], zonder in de voogdij te hebben voorzien over zijn kinderen Jacob (8 j), Lijsbet (6 j) en Louris (3 j). Zij stelt voor haar broer Jacob Jacobsz van den Berg tot voogd te benoemen. Ieder kind zal 5 gulden ontvangen) |
vanaf 01-12-1767 | Afhandeling nalatenschap (Weeskamer Rijnsburg . 01.12.1767. Abraham [Pietersz] Ciggaar toont het testament van zijn overleden huisvrouw Jannetje [Jacobs] van den Berg [‡ 9.11], dd. 11.11.1741 voor notaris Jan Boers. [NA 7086, nr 41]) |
vanaf 31-05-1679 | Lening in erfenis (Voorburg 31-5-1679: Arijen Pietersz van Meurs voor zichzelf, Leuntge Pieters van Meurs, bejaarde dochter, Alewijn Cornelisz Cleijwech, gehuwd met Aeltge Pieters van Meurs en Lijsbet Pieters van Meurs, mede bejaarde dochter elk voor zichzelf, Cors Simonsz en Jan Simonsz van Meurs, oom en voogden van vaderskant, Jacob Cornelisz Starre, gesurrogeerde voogd in plaats van wijlen Jacob Henricksz van Daelen, in zijn leven testamentair voogd van moederskant over Jan en Simon Pietersz van Meurs, nog minderjarig; nagelaten kinderen van Pieter Simonsz van Meurs en Immetgen Ariens van Cocxhoorn, beiden overleden Zij zijn vermeld bij een lening van f 400,- door Aeffge Balthens van der Rhuijt, innocente dochter van Balthen Ariensz van der Rhuijt en Leuntge Jacobs, beide overleden. Betreft een lening met een huis aan de westzijde van de Kerklaan als onderpand.) |
|||
vanaf 16-06-1683 | Verkoop uit nalatenschap (Voorburg 16-6-1683: Willem Jansz Outshoorn, gehuwd met Trijntge Pieters van Meurs, Claes Thonisz van der Meer gehuwd met Leuntge Pieters, Crijn Willemsz van Noort gehuwd met Lijsbet Pieters, Alewijn Cornelisz Cleijwech gehuwd met Aeltge Pieters van Meurs, Jan Simonsz van Meurs als testamentaire voogd van Jan Pietersz en Simon Pietersz van Meurs, nog minderjarig, zijn samen nagelaten kinderen en erfgenamen van Pieter Simonsz van Meurs en Jannetge Ariens van Cocxhooren, beiden overleden. Zij verkopen aan Arien Pietersz van Meurs, hun broer en zwager, 6/7e deel van huis, schuur en erf met eigendom van de Buursloot naast het erf aan de westijde van de Kerklaan) |
![]() |
10 1783 Huis Vreeburg Voorburg |
vanaf 04-11-1723 | Verkopen uit nalatenschap (Transportakte Voorburg 4-11-1723: Dirk Nouwlant, gehuwd met Cornelia Outshoorn, Pieter Crijne van Noort, gehuwd met Maritie Outshoorn en Jan van den Bos, gehuwd met Apolonia Outshoorn; met volmacht van Lourens Outshoorn, uitlandig samen kinderen van wijlen Ariaantje van Zeestraten, bij haar verwekt door Arij Teunisz Outshoorn. Zij verkopen voor f 1.148,- aan Pieter Dirksz Coster Voorburg een huis, schuur en barg met circa 450 roeden teelland, verhuurd aan Arij Floore van der Wilk Locatie: Oosteinde van het ambacht Zij verkopen voor f 752,- aan Pieter Crijne van Noort, 3/4e deel van een huis met een boomgaardje, circa 150 roeden Locatie: Oosteinde zuidzijde Op 1-3-1724 verkopen zij voor f. 1.850 aan Hendrik van Deventer, med. doctor, een huis met een schuur en een tuintje aan de zuidzijde van de Herenstraat.) |
|||
vanaf 23-03-1729 | Lening met onderpand Huis Vreeburg te Voorburg (Transportakte Voorburg 23-2-1729: Pieter Crijne van Noort en Marijtje Oushoorn [Outshoorn], zijn huisvrouw lenen f 800,- van Hendrik van Win. Onderpand huis Vreeburgh locatie Oosteinde) | |||
vanaf 08-11-1736 | Schuld met onderpand (Transportakte Voorburg 8-11-1736: : Pieter Crijne van Noort is f 382,- schuldig aan Anna van Berckel, weduwe van Jan Wenneker, vanwege een obligatie van ƒ 300,- t.b.v. Jan Wenneker d.d. 16-09-1724 met huis als onderpand evenals zijn steen- of kalkschuit, wand en tuig, bomen en verder toebehoren. Locatie: Oosteinde) |
|||
vanaf 08-10-1749 | Verkopen uit boedel (Transportakte Voorburg 8-10-1749: Cornelis van Lis, als executeur van de insolvente boedel van Maria Outshoorn, weduwe van Pieter Crijne van Noort verkoopt voor f 255,- aan Maarten van Veen, scheepmaker, een steen- of kalkschuit met zeilen, bomen en verder toebehoren Op 22-10-1749 verkoopt hij voor f 800,- aan Erasmus Dringbergh een huis met een tuin of boomgaard met een speelhuis genaamd Vreeburg met servituten volgens jongste brief van 04-11-1723 Locatie: Oosteinde bij de Alkemadebrugge) |
vanaf 04-11-1723 | Verkopen uit nalatenschap (Transportakte Voorburg 4-11-1723: Dirk Nouwlant, gehuwd met Cornelia Outshoorn, Pieter Crijne van Noort, gehuwd met Maritie Outshoorn en Jan van den Bos, gehuwd met Apolonia Outshoorn; met volmacht van Lourens Outshoorn, uitlandig samen kinderen van wijlen Ariaantje van Zeestraten, bij haar verwekt door Arij Teunisz Outshoorn. Zij verkopen voor f 1.148,- aan Pieter Dirksz Coster Voorburg een huis, schuur en barg met circa 450 roeden teelland, verhuurd aan Arij Floore van der Wilk Locatie: Oosteinde van het ambacht Zij verkopen voor f 752,- aan Pieter Crijne van Noort, 3/4e deel van een huis met een boomgaardje, circa 150 roeden Locatie: Oosteinde zuidzijde Op 1-3-1724 verkopen zij voor f. 1.850 aan Hendrik van Deventer, med. doctor, een huis met een schuur en een tuintje aan de zuidzijde van de Herenstraat.) |
|||
vanaf 23-03-1729 | Lening met onderpand Huis Vreeburg te Voorburg (Transportakte Voorburg 23-2-1729: Pieter Crijne van Noort en Marijtje Oushoorn [Outshoorn], zijn huisvrouw lenen f 800,- van Hendrik van Win. Onderpand huis Vreeburgh locatie Oosteinde) | |||
vanaf 08-10-1749 | Verkopen uit boedel (Transportakte Voorburg 8-10-1749: Cornelis van Lis, als executeur van de insolvente boedel van Maria Outshoorn, weduwe van Pieter Crijne van Noort verkoopt voor f 255,- aan Maarten van Veen, scheepmaker, een steen- of kalkschuit met zeilen, bomen en verder toebehoren Op 22-10-1749 verkoopt hij voor f 800,- aan Erasmus Dringbergh een huis met een tuin of boomgaard met een speelhuis genaamd Vreeburg met servituten volgens jongste brief van 04-11-1723 Locatie: Oosteinde bij de Alkemadebrugge) |
Meester |
vanaf 07-07-1705 | Pandstelling huis en hof Kroppestraat te Swalmen (Ten overstaan van Petrus Buijckman, scholtis, Jan Janssen en Gerard Emets, schepenen van Swalmen en Asselt, bekennen Marie Maren, weduwe van mr. Hans Hendrick Getsel, Willem Smeets en Anna Getsel, echtelieden, zich mede sterkmakend voor hun minderjarige en andere consorten, dat zij een bedrag van 160 gulden Roermonds oude koers tegen een jaarlijkse rente van 5% te betalen op 2 juni en met een opzegtermijn van drie maanden, afkomstig van Peter Gubbels, verschuldigd zijn aan de armen aldaar, waarvoor zij als onderpand stellen hun huis met bijbehorende moesgaard, groot ongeveer ½ morgen, op de Cropperstraet gelegen tussen de erfgenamen Lijsbeth Jans en de erfgenamen Jan Wiltschuts, belast met jaarlijks 2 vat rogge aan de vroegmis (’aen den vroegen dienst’) aldaar.) |
vanaf 07-07-1705 | Pandstelling huis en hof Kroppestraat te Swalmen (Ten overstaan van Petrus Buijckman, scholtis, Jan Janssen en Gerard Emets, schepenen van Swalmen en Asselt, bekennen Marie Maren, weduwe van mr. Hans Hendrick Getsel, Willem Smeets en Anna Getsel, echtelieden, zich mede sterkmakend voor hun minderjarige en andere consorten, dat zij een bedrag van 160 gulden Roermonds oude koers tegen een jaarlijkse rente van 5% te betalen op 2 juni en met een opzegtermijn van drie maanden, afkomstig van Peter Gubbels, verschuldigd zijn aan de armen aldaar, waarvoor zij als onderpand stellen hun huis met bijbehorende moesgaard, groot ongeveer ½ morgen, op de Cropperstraet gelegen tussen de erfgenamen Lijsbeth Jans en de erfgenamen Jan Wiltschuts, belast met jaarlijks 2 vat rogge aan de vroegmis (’aen den vroegen dienst’) aldaar.) |
vanaf 07-07-1705 | Pandstelling huis en hof Kroppestraat te Swalmen (Ten overstaan van Petrus Buijckman, scholtis, Jan Janssen en Gerard Emets, schepenen van Swalmen en Asselt, bekennen Marie Maren, weduwe van mr. Hans Hendrick Getsel, Willem Smeets en Anna Getsel, echtelieden, zich mede sterkmakend voor hun minderjarige en andere consorten, dat zij een bedrag van 160 gulden Roermonds oude koers tegen een jaarlijkse rente van 5% te betalen op 2 juni en met een opzegtermijn van drie maanden, afkomstig van Peter Gubbels, verschuldigd zijn aan de armen aldaar, waarvoor zij als onderpand stellen hun huis met bijbehorende moesgaard, groot ongeveer ½ morgen, op de Cropperstraet gelegen tussen de erfgenamen Lijsbeth Jans en de erfgenamen Jan Wiltschuts, belast met jaarlijks 2 vat rogge aan de vroegmis (’aen den vroegen dienst’) aldaar.) |
vanaf 21-08-1692 | Testament (SWALMEN - Testament. Testament van Jan Smits, schepen, ziek en bedlegerig maar gezond van verstand. Hij benoemt zijn kinderen tot universele erfgenamen van al zijn erfelijke en patrimoniale goederen, schulden en het kapitaal van 200 rijksdaalder ten behoeve van Henderick ten Dam, welke hij tijdens zijn huwelijk met wijlen Metien Arets heeft opgenomen. Krachtens akkoord tussen testateur en zijn zoon Geurt is hem de vrije beschikking gelaten over de roerende goederen welke hem ten tijde van de openbare verkoop (’subhastatie’) van Henderick ten Dam waren overgebleven. Zo laat hij aan zijn jongste dochter Mechdelken het bed waarop testateur nu ligt, met het dekbed, twee paar lakens, vier oorkussen (’oirkusseren’) en de ’betrecksels mit de bedtstede ende behangssels; item eene kiste staende in een benaebuijrt huijs mit een stuck flesse gebleijckt doeck groot ongeveer thien ellen.’ Aan zijn minderjarige jongste zoon Willem laat hij ’sijnen swaerten laecken maubel ende swaerte klederen mit een kiste staende int Carthuijs clooster tot Ruremunde, mit een gelick stuck doeck als boven, ende voorders alle sijne testateurs hembden.’ Aan zijn dochter Anneken twee slechte bedden met een nieuw bedteek. Aan zijn dochter Catharina een bed met een linnen teek, alsmede twee andere van de beste linnen teeken, ongevuld, met nog een oude ’bonsetiecke’. Uit de overige roerende goederen legateert hij aan zijn dienstmaagd en nicht, Beelken Geurts, behalve haar achterstallig loon, ’tot recompens van de getrouwicheijt aen den testateur bewesen’, een half dozijn ’servietten’. De rest van het linnengoed zal gedeeld gedeeld worden tussen zijn drie dochters, de overige goederen tussen al zijn kinderen. Als executeurs testamentair benoemt hij de procureur Haes en Areth Mooren, die boven de gebruikelijke beloning voor deze last een legaat ontvangen van ieder 1 rijksdaalder.) |
|||
vanaf 07-07-1705 | Pandstelling huis en hof Kroppestraat te Swalmen (Ten overstaan van Petrus Buijckman, scholtis, Jan Janssen en Gerard Emets, schepenen van Swalmen en Asselt, bekennen Marie Maren, weduwe van mr. Hans Hendrick Getsel, Willem Smeets en Anna Getsel, echtelieden, zich mede sterkmakend voor hun minderjarige en andere consorten, dat zij een bedrag van 160 gulden Roermonds oude koers tegen een jaarlijkse rente van 5% te betalen op 2 juni en met een opzegtermijn van drie maanden, afkomstig van Peter Gubbels, verschuldigd zijn aan de armen aldaar, waarvoor zij als onderpand stellen hun huis met bijbehorende moesgaard, groot ongeveer ½ morgen, op de Cropperstraet gelegen tussen de erfgenamen Lijsbeth Jans en de erfgenamen Jan Wiltschuts, belast met jaarlijks 2 vat rogge aan de vroegmis (’aen den vroegen dienst’) aldaar.) |
vanaf 1713 | Woonde in de Kroppestraat te Swalmen (Peter Getsel en Catharina Vermeulen kochten op 3-10-1713 een huisplaats op de Kroppestraat, waarop op 14-1-1724 arrest werd aangetekend. Het bouwvallige huisje werd bij executoriale verkoop van 4-5-1756 ten laste van de erfgenamen verkocht en op 22-6-1756 overgedragen aan de nieuwe eigenaren.) |
vanaf 1713 | Woonde in de Kroppestraat te Swalmen (Peter Getsel en Catharina Vermeulen kochten op 3-10-1713 een huisplaats op de Kroppestraat, waarop op 14-1-1724 arrest werd aangetekend. Het bouwvallige huisje werd bij executoriale verkoop van 4-5-1756 ten laste van de erfgenamen verkocht en op 22-6-1756 overgedragen aan de nieuwe eigenaren.) |
van 09-12-1656 tot 24-11-1611 | Overdracht onroerend goed (9-12-1656 RIJKEL ‑ Overdracht akkerland Ten overstaan van Matthijs Enggels en Willem Quijten, schepenen, en Gordt Quijten, bode in plaats van de scholtis, dragen Gerit Hanssen en Lindert van Kessel met toestemming van hun echtgenotes, krachtens volmacht van 9 december 1656 gepasseerd voor schepenen van Maesniel, 3 vierdel plaats akkerland in het Rijckelsche Velt gelegen tussen de erfgenamen van Hendrick Sluijsen en Jelis van Oist, met de korte zijden grenzend aan de maasoever en de openbare Rickelschen weg, belast met jaarlijks 1 3/4 kop rogge, schatting en tiende, voor een bedrag van 140 gulden over aan Dierck Stams en Neesken Quijten, echtelieden. De koopsom is afkomstig van de patrimoniale goederen te Swalmen die door Stams zijn verkocht en moet na zijn overlijden weer terugvallen op zijn erfgenamen. 24-11-1661 RIJKEL ‑ Overdracht hooiland. Ten overstaan van Willem Quijten en Gordt Cruijsbergen, schepenen van Beesel en Belfeld, en Gordt Quijten, bode in plaats van de scholtis, dragen Gerart Hanssen en Lindert van Kessel met toestemming van hun echtgenoten Beertien Sluijsen en Neesken Sluijsen een hooiland in de Rickelsche Benden gelegen tussen de erfgenamen Juth Bosmans en Neesken Quijten, met de korte zijden grenzend aan de Maas en de weg, voor een bedrag van 260 gulden Roermonds en anderhalf malder rogge, drie Carlijen à 5 gulden 5 stuiver en een halve dukaat als vertegenispenning en eenmalig een fles, over aan Jan Cruijsbergen en Anna Buerskens, alles volgens onderhandse akte van 14 november 1661.) |
van 09-12-1656 tot 24-11-1611 | Overdracht onroerend goed (9-12-1656 RIJKEL ‑ Overdracht akkerland Ten overstaan van Matthijs Enggels en Willem Quijten, schepenen, en Gordt Quijten, bode in plaats van de scholtis, dragen Gerit Hanssen en Lindert van Kessel met toestemming van hun echtgenotes, krachtens volmacht van 9 december 1656 gepasseerd voor schepenen van Maesniel, 3 vierdel plaats akkerland in het Rijckelsche Velt gelegen tussen de erfgenamen van Hendrick Sluijsen en Jelis van Oist, met de korte zijden grenzend aan de maasoever en de openbare Rickelschen weg, belast met jaarlijks 1 3/4 kop rogge, schatting en tiende, voor een bedrag van 140 gulden over aan Dierck Stams en Neesken Quijten, echtelieden. De koopsom is afkomstig van de patrimoniale goederen te Swalmen die door Stams zijn verkocht en moet na zijn overlijden weer terugvallen op zijn erfgenamen. 24-11-1661 RIJKEL ‑ Overdracht hooiland. Ten overstaan van Willem Quijten en Gordt Cruijsbergen, schepenen van Beesel en Belfeld, en Gordt Quijten, bode in plaats van de scholtis, dragen Gerart Hanssen en Lindert van Kessel met toestemming van hun echtgenoten Beertien Sluijsen en Neesken Sluijsen een hooiland in de Rickelsche Benden gelegen tussen de erfgenamen Juth Bosmans en Neesken Quijten, met de korte zijden grenzend aan de Maas en de weg, voor een bedrag van 260 gulden Roermonds en anderhalf malder rogge, drie Carlijen à 5 gulden 5 stuiver en een halve dukaat als vertegenispenning en eenmalig een fles, over aan Jan Cruijsbergen en Anna Buerskens, alles volgens onderhandse akte van 14 november 1661.) |
vanaf 1702 | Beestenschat Swalmen 1702 (Jan van der Riedt : een koeye) | |||
vanaf 1705 | Vermeld in de Hoofdschat Swalmen 1705 (Jan van de Rijt mit vrouw (1 rksd, 5 schel.)) |
vanaf 05-1732 | Getuige bij doop (Getuige bij de doop van neef Joannes Henrics/Herbers, zoon van Joanna Bouwman en Henricus Herbers (Oud Zevenaar)) |
vanaf 21-07-1668 | Gerechtsman van Herwen en Aerdt (Op 21-7-1668 ingezworen. 18-6-1674: Derick van Huissen en Henrick Brants zijn ontslagen uit hun dienst en eed als gerechtslieden in de Bancken of Gerichten van Herwen en Aerdt omdat zij van de Roomsche Religie zijn. Wel weer vermeld op 25-09-1690. Hendrik is waarschijnlijk toch van religie veranderd omdat hij zijn kinderen ook na 1674 gereformeerd heeft laten dopen.) |
|||
vanaf 29-10-1685 | Heemraad te Herwen en Aerdt |
vanaf 05-06-1661 | Beslaglegging op goederen knecht (ORA Herwen en Aerdt 5-6-1661: Jan Petersz doet besaet (beslag) op de goederen die Derick Rutten, dienende bij Henrick Brantsz te Herwen, heeft. Betreft een geschil waarbij ook gescholden is en waarbij Jan Petersz de knechtskleren van Derick zou hebben gestolen.) | |||
van 25-03-1664 tot 09-04-1666 | Akten over overdracht bouw- en weiland Den Sandigen Wegh te Herwen (ORA Herwen en Aerdt 9-10-1665: De weledelgeboren heer Johan Ingen Nijlant, landheer tot Angeroort doet besaet (beslag?) op de goederen en speciaal op een perceel binnendijks bouwland, genaamd Sandigen wegs groot 1 morgen en een perceel buitendijks weiland van 2 hond ’abs’ het echtpaar Jan Brants en Heesken Roelofs van Someren te Herwen. 23-10-1665: Hendrick Brants doet besaet aen het voorschreven perceel bouw- en weiland, genaamd den Sandigen Wegs en de goederen van Jan Brants en Heesken Roelofs te Herwen. 1-11-1665: Jan Brants verklaart dat op 25-3-1664 volgens de koopcedule van een perceel bouw- en weiland genaamd den Sandigen Wegs, te Herwen, zuidwaarts de Waelbandijck, west, de pastorie te Herwen, en het perceeltje buitendijks weiland te Herwen, aan zijn broer Hendrick Brants voor 1.200 gld. verkocht heeft. Op de obligatie stond de hant van Jan Brants. Hij heeft op 11-7-1664 400 gld. ontvangen en verlopen rente en op 13-8-1664 Hendrick Brants voor zijn broeder verschoten. Op 8-2-1665 onving hij 204 gld van Hendrick Brants en Hendrick heeft 100 daellers betaald aan Willem Gerlichs wegens een vordering op Jan en ook 400 gld. die zijn zus Heesken aen Jan Brants te vorderen had. Jan Brants zegt voldaan te zijn. 9-4-1666: Het echtpaar Jan Brants en Heesken Roelofs bekent op 2-9-1665 verkocht te hebben aan het echtpaar Hendrick Brants en Hendersken Cornelissen , 2 percelen bouw- en weiland van totaal 8 hond te Herwen. Zuidwaarts de Waelbandijck, west de Pastorie te Herwen etc., genaamd den Sandigen Wegh.) |
|||
vanaf 03-05-1665 | Overdracht boomgaard en land te Herwen (ORA Herwen en Aerdt 1-5-1666: Het echtpaar Ruth Rijcken en Geesken Brants en Hendrick Brants hebben op 3-5-1665 overgedragen aan het echtpaar Gijsbert Vermeer en Judith Wijnen een perceel boomgaard als bouwlant van ongeveer 1 morgen genaamd de Drijvoet te Herwen ... ’voor vrij allodiael uitgenomen het bouwlant s’heeren tiendt dijck en weterings mit recht daertoe gehorende, stellende tot speciale vaerschap de gerechte helfte van haer huijs en hofstadt met halven camp, groot ongeveer vier morgen, waervan de vercooperen de helfte toecompt ende d’ander helfte sijn voorkijnderen, tegenwoordich noch ongedeilt, mede te Herwen gelegen’.) | |||
vanaf 01-11-1665 | Ontvangst weipacht (ORA Herwen en Aerdt 1-11-1665: Willem Goris bekent op 25-7-166? weipacht betaald te hebben aan Hendrick Brants, die hij van zijn vrouws zuster in pacht heeft gehad...) | |||
vanaf 24-10-1666 | Overdracht van land Den Sandigen Wegh te Herwen (ORA Herwen en Aerdt 24-10-1666: het echtpaar Jan Brants en Heesken Roelen hebben 23-10-1666 verkocht aan het echtpaar Hendrick Brants en Hendersken Cornelisdr een perceel bouwland als ook weiland te Herwen, genaamd Den Sandigen Wegh, groot ongeveer 8 hond. Zuidwaarts de Bandijck; westwaarts de Pastorie. Het weitje grenst zuidwaarts aan de Oude Wael, westwaarts aan de pastorie en noordwaarts aan de Waal-bandijck.) | |||
vanaf 31-03-1671 | Voogd te Herwen (Rut Rijcken en Henrick Brants zijn voogden over de onmondige kinderen van wijlen Rijck Rijcken en Janneken Schulings) | |||
vanaf 29-07-1678 | Huwelijksdispensatie (huwelijksdispensatien in Gelderland 1617 - 1775, d.d. 29-7-1678: Henrick Brantsen, zoon van Otto Brantsen, en Anneke Brantsen, dochter van Jan Brantsen, zijn ooms dochter. (Arnhem).) | |||
vanaf 21-11-1678 | Overdracht onroerend goed te Aerdt (Ora Herwen en Aerdt 27-11-1678: Het echtpaar Wilhelm van (der) Poll en Heesken Brants hebben op 21-11-1678 voor 250 gld. verkocht aan hun zwager (en broer) Henrick Brants en zijn vrouw Anneken Brants hun deel van behuizing en landerijen (wei- en bouwlanden, als boomgaarden) te Aerdt, buiten- en binnendijks. Het komt uit de nalatenschap van hun moeije (tante) zaliger Elisabet Brants.) | |||
vanaf 11-09-1679 | Overdracht Hofstede te Herwen (ORA Herwen en Aerdt 11-9-1679: Verkopende partij: Otto Rijcken; Peter Slocken?, burger te Nijmegen, momboir van de nagelaten kinderen, Elisabeth, Enneken en Catarina Rijcken van Rut Rijcken zaliger en van Naleken van Vanraeij?; Jordaen Goris als momboir van Geesken Brants, weduwe en van de onmondige nagelaten kinderen Hendrick, Jan, Ruthelijde, Willemina Rijcken in de 2e echt bij Rut Rijcken verwekt. Op 28-8-1679 is voor 600 gld. verkocht aan het echtpaar Henrick en Anneken Brants, een hofstede groot ca. 1 morgen gelegen te Herwen, oost- en westwaarts aan de gemeijne straet, noordwaarts de kopers zelf...) |
|||
vanaf 11-09-1679 | Overdracht land te Herwen (Ora Herwen en Aerdt 11-9-1679: Het echtpaar Jordaen Goris en Jantien Reijers hebben op 15-1-1679 voor 1.200 gld. overgedragen een camp bouwland te Herwen, groot ca. 2 morgen en 3 hondt, aan Henrick Brants en zijn vrouw Anneken Brants...) | |||
vanaf 25-09-1685 | Klacht over geweld in he huis van Hendrick Brants (ORA Herwen en Aerdt 25-9-1685: Hendrick Brants heeft voor het rechtscollege geklaagd over het geweld in zijn huis door Derck Goossens. Derck belooft met zijn borgen een schadeloosstelling.) | |||
vanaf 31-10-1686 | Boete voor ongehoorzaamheid (ORA Herwen en Aerdt 31-7-1686: Henrick Brants, Henrick Kopraeij, Alexander Uitterweert, Evert Speet, Evert Brants en Hendrick Otten te Herwen moeten een boete van 10 gld. betalen wegen ongehoorzaamheid. Zij moesten op last van den Richter of onderschout van Herwen enige palen vervoeren van den Houbergh en hebben dat niet gedaan. De boete is kwijtgescholden op 11-8-1686 omdat het op 9-8-1686 is geschied.) |
|||
vanaf 06-03-1688 | Onderpand pachtpenningen (ORA Herwen en Aerdt 6-3-1688: Het echtpaar Hendrick Brants en Helena Greeff verbindt op 10-2-1688 een stuk binnen- en buitendijks bouw- en weiland te Herwen bij de Waelbandijck, groot 8 hond, genaamd Den Sandigen wegh, ter voldoening van de pachtpenningen van den Landschaps Polwart van Ed. mog. Heeren van de Reeckening in Gelderlandt gepacht.) | |||
vanaf 28-08-1688 | Erfenis van Mechtelt de Greeff (ORA Herwen en Aerdt 28-8-1688: Hendrick & Evert Brandts, als mannen en voogden van hun huisvrouwen Sibilla en Helena de Greeff, Hendrick Copraeij als vader van de onmonidge Niesken Copraeij, samen de erfgenamen van Mechtelt de Greeff hebben voor de helft geërfd een huis en hofstadt met de daartoe behorende bouw- als weilanden, groot ca. 5,5 morgen te Herwen, zowel binnen- als buitendijks gelegen, genaamd Bouwmans Hoffstadt. En nog een perceel bouwland, groot ca. 3 morgen in de Lobberden te Herwen.) | |||
vanaf 07-01-1692 | Boedelscheiding (ORA Herwen en Aerdt 7-1-1692: Boedelscheiding - Hester Brants hertrouwd met Hendrick Spaen, Otto en Cornelis Brants voor hunzelf en Evert Brants en Claes Huijsman (man van Beleke de Greef) als omen en bloetmomberen van de twee onmondige kinderen Jenneken en Ermken Brants; kinderen van Hendrick Brants, laatst gehuwd met Helena de Greeff. Wegens het overlijden van hun moeder zijn de voorschreven onmondige kinderen de volgende percelen ten deel gevallen: de Hofstede van Ruth Rijcken met bouwland groot in het heheel ca. 4,5 mergen; de helft van ca. 2 mergen bouwland onder Aert; Den Sandigen wegh met buijtendijcks weijcken en willigen pas, ter halver diepte in de oude Waell, groot ca. 8 hond land; het kempken op de Hemeling achter Arien Hansen Bongart van Everts Brants ’aengebuijtet’, ca. 2 hond land. Bij de tweede trekking van het lot is wegens het overlijden van hun vader ten deel geworden, 8 hondt land op de Hemelingh met de mergen daarnaast van Evert Brants mede aengebuijt en nog de helft van de andere mergen land te Aert. Hester, Otto en Cornelis Brants keren uit aan de twee onmondige kinderen: 100 gld en 20 stuivers. 21-1-1692: Cornelis Brants krijgt uit zijn vaders nalatenschap het huis en hofstede aan de Herschen Kerckhoff met aan de zuidzijde het gem. kerhof ... en oostw. de gemeene straet, noordw. Willis Hofstede, groot ca. 1 mergen. Otto Brants is toegevallen een perceel bouwland, genaamd Damen Camp... noordw. den Rhijn Randijck, groot ongeveer 8 hond; de helft van morgen bouwland te Aerdt (andere helft van de 2 onmondige zussen); de helft van 2 mergen bouwland, gelijk mede het Hofstedeken tot Aerdt, door Jan Jansen in pachting gebruikt. Hester Brants erft 2 mergen bouwland op de Hooijackers te Herwen; de andere helft van 2 mergen bouwland op de Heuist? (andere helft naar Otto). Ieder zal een deel krijgen van het koren op de Hooijacker) |
|||
vanaf 07-02-1692 | Schuld met onderpand (ORA Herwen en Aerdt 7-2-1692: Evert Brants en Claes Huijsman als omen en bloedvoogden van de twee onmondige nagelaten kinderen van Zaliger Hendrick Brants en Helea de Greeff, met namen Jenneken en Ermken Brants, zijn op 17-1-1692 500 gld. schuldig aan den richter Gijsbert Vermeer en zijn vrouw Judith Wijnen. Onderpand huis en hofstede te Herwen met daarnaast bouwland, geheten Rut Rijcken Hofstede, groot in het geheel ongeveer 4,5 mergen... met nog een perceel bouwland op de Hemenlingh van ca. 8 hondt... uit de nalatenschap van hun vader en moeder... De schuld is voldaan op 10-1-1694.) |
|||
vanaf 11-02-1693 | Overdracht Hofstede te Herwen (ORA Herwen en Aerdt 11-2-1693: Het echtpaar Wigman Gerlichs en Margareta van Wijlick heeft op 7-2-1693 ingevolgde ’d’erffbuijting en permutatie met Hendrick Brants gehouden’ aan de 2 onmondige nagelaten kinderen van voorschr. Hendrick Brant in zijn laatste echt bij Helena de Greef verwekt met namen Jenneken en Ermken en de drie voorkinderen van Hendrick, namelijk Otto, Hester en Cornelis Brants overgedragen een huis en hofstede aan de Herwsche Kerkhoff te Herwen, groot ca. 1 morgen...) | |||
vanaf 12-04-1693 | Overdracht onroerend goed te Herwen (ORA Herwen en Aerdt 12-4-1693: Het echtpaar Evert Brants en Sibilla de Greeff legt een verklaring af over een transactie (ingevolge permutatie / uitwisseling) met de kinderen van hun zwager en zuster Hendrick Brants en Helena de Greeff zaliger: De onmondige kinderen Jenneken en Ermken Brantsen en de voorkinderen, Otto, Hesster en Cornelis Brants. Betreft overdracht aan de kinderen van een morgen bouwland - 1/3 deel van 3 morgen - of liever de helft van de Lange Voor van Derck Brants land op de Hemelinge, welke helft door een landmeter zal worden opgemeten. Nog een kempken bouwland aan het eind van het voorschreven land, groot ongeveer 2 hondt, ’als ’t selve haar wegens haar zaliger vader en moeders Jan Brants en Jantjen Reijers zaliger versterff bij erffdeling is aengecomen op de Hemelingh in den Kerspel Herwen’, getaxeerd op 500 gld. Ruil tegen en voor 1/3 deel van de hofstede met buiten- en binnendijks bouwland, genaamd Bouwmans Hoffstede. 12-4-1693 Claes Huijsman (man van Beleke de Greef) als oom en voogd van Jenneken en Ermken, de 2 onmondige nagelaten kinderen van Hendrick Brants en zijn laatste echtgenote Helena de Greeff; Otto Brants en zijn vrouw Anna Reijers; Hendrick Spaen en zijn vrouw Hester Brants; Cornelis Brants, wettige voorkinderen van Hendrick Brants zaliger. In de akte wordt de hierboven vermelde ’uitwisseling’ bevestigd. Bouwmans Hoffstadt te Herwen komt uit de nalatenschap van Mechtelt de Greeff (verdeeld tussen Hendrick Brants en Hendrick Goris) 12-4-1693: Evert Brants en Sibilla de Greeff lenen de hierboven vermelde 500 gld. van Florens Ewolts en zijn vrouw Jenneken Aelberts. Deze schuld is voldaan op 19-4-1694. Op 14-8-1693 / 21-6-1693 verkopen Evert Brandt en Claes Huijsman, als voogden van Jenneken en Ermken Brandt voor 1.215 gld. aan Hendrick Wijnen, weduwnaar van Sophia Vermeer, 2 percelen bouwland op de Hemelingen te Herwen. Op 8-9-1693 / 21-6-1693 verkopen zij voor 740 gld. aan Derck Jurris en zijn vrouw Grietjen Lubberts, 3/4 deel van 2 morgen bouwland te Aerdt, waarvan Otto Brants het andere deel toekomt.) |
|||
vanaf 21-06-1693 | Verkoop land te Herwen (Evert Brandts en Claes Huijman als omen en voogden van Jenneken en Ermken Brandts, 2 onmondige kinderen van Zaliger Hendrick Brandts en Helena de Greeff, hebben op 21-6-1693 voor 180 gld. verkocht aan Leendert Jonckhans en zijn vrouw Anna Steenbeeck een kempken bouwland te Herwen, groot, ca. 2 hondt) |
van 25-03-1664 tot 09-04-1666 | Akten over overdracht bouw- en weiland Den Sandigen Wegh te Herwen (ORA Herwen en Aerdt 9-10-1665: De weledelgeboren heer Johan Ingen Nijlant, landheer tot Angeroort doet besaet (beslag?) op de goederen en speciaal op een perceel binnendijks bouwland, genaamd Sandigen wegs groot 1 morgen en een perceel buitendijks weiland van 2 hond ’abs’ het echtpaar Jan Brants en Heesken Roelofs van Someren te Herwen. 23-10-1665: Hendrick Brants doet besaet aen het voorschreven perceel bouw- en weiland, genaamd den Sandigen Wegs en de goederen van Jan Brants en Heesken Roelofs te Herwen. 1-11-1665: Jan Brants verklaart dat op 25-3-1664 volgens de koopcedule van een perceel bouw- en weiland genaamd den Sandigen Wegs, te Herwen, zuidwaarts de Waelbandijck, west, de pastorie te Herwen, en het perceeltje buitendijks weiland te Herwen, aan zijn broer Hendrick Brants voor 1.200 gld. verkocht heeft. Op de obligatie stond de hant van Jan Brants. Hij heeft op 11-7-1664 400 gld. ontvangen en verlopen rente en op 13-8-1664 Hendrick Brants voor zijn broeder verschoten. Op 8-2-1665 onving hij 204 gld van Hendrick Brants en Hendrick heeft 100 daellers betaald aan Willem Gerlichs wegens een vordering op Jan en ook 400 gld. die zijn zus Heesken aen Jan Brants te vorderen had. Jan Brants zegt voldaan te zijn. 9-4-1666: Het echtpaar Jan Brants en Heesken Roelofs bekent op 2-9-1665 verkocht te hebben aan het echtpaar Hendrick Brants en Hendersken Cornelissen , 2 percelen bouw- en weiland van totaal 8 hond te Herwen. Zuidwaarts de Waelbandijck, west de Pastorie te Herwen etc., genaamd den Sandigen Wegh.) |
vanaf 18-05-1691 | Schuld te Herwen (Ora Herwen en Aerdt 23-5-1691: Jan Goris wordt op 18-5-1691 ter instantie van de heere Johan Vermeer, Raetsvrint der stadt Nijmegen, ten allen rechten gepeint aen alle soodaene gerede en ongerede goederen in Erflanderijen als andersints bestaende, als hj geseijden Jan Goris in de Lobberden stervende in die Kerspelen Herwen en Aert heeft naegelaten, ende nu bij desselfs wed. en kijnderen worden beseten, ende sulcx om daer aen te verhaelen eene somma van vier hondert gulden capitaels vermogens obligatie de dato den 23/13 meij 1689 cum intereste verschenen en noch te verschijnen, et expensis. Hiervan gaet de gerichtelen weet aen Hester Brants, wed. en boedelhouderse van voor. Jan Goris.) | |||
vanaf 07-01-1692 | Boedelscheiding (ORA Herwen en Aerdt 7-1-1692: Boedelscheiding - Hester Brants hertrouwd met Hendrick Spaen, Otto en Cornelis Brants voor hunzelf en Evert Brants en Claes Huijsman (man van Beleke de Greef) als omen en bloetmomberen van de twee onmondige kinderen Jenneken en Ermken Brants; kinderen van Hendrick Brants, laatst gehuwd met Helena de Greeff. Wegens het overlijden van hun moeder zijn de voorschreven onmondige kinderen de volgende percelen ten deel gevallen: de Hofstede van Ruth Rijcken met bouwland groot in het heheel ca. 4,5 mergen; de helft van ca. 2 mergen bouwland onder Aert; Den Sandigen wegh met buijtendijcks weijcken en willigen pas, ter halver diepte in de oude Waell, groot ca. 8 hond land; het kempken op de Hemeling achter Arien Hansen Bongart van Everts Brants ’aengebuijtet’, ca. 2 hond land. Bij de tweede trekking van het lot is wegens het overlijden van hun vader ten deel geworden, 8 hondt land op de Hemelingh met de mergen daarnaast van Evert Brants mede aengebuijt en nog de helft van de andere mergen land te Aert. Hester, Otto en Cornelis Brants keren uit aan de twee onmondige kinderen: 100 gld en 20 stuivers. 21-1-1692: Cornelis Brants krijgt uit zijn vaders nalatenschap het huis en hofstede aan de Herschen Kerckhoff met aan de zuidzijde het gem. kerhof ... en oostw. de gemeene straet, noordw. Willis Hofstede, groot ca. 1 mergen. Otto Brants is toegevallen een perceel bouwland, genaamd Damen Camp... noordw. den Rhijn Randijck, groot ongeveer 8 hond; de helft van morgen bouwland te Aerdt (andere helft van de 2 onmondige zussen); de helft van 2 mergen bouwland, gelijk mede het Hofstedeken tot Aerdt, door Jan Jansen in pachting gebruikt. Hester Brants erft 2 mergen bouwland op de Hooijackers te Herwen; de andere helft van 2 mergen bouwland op de Heuist? (andere helft naar Otto). Ieder zal een deel krijgen van het koren op de Hooijacker) |
|||
vanaf 22-04-1692 | Lening met onderpand (ORA Herwen en Aerdt 22-4-1693: Het echtpaar Hendrick Spaen en Hester Brants is 400 gld. schuldig aan d’Heere Johan Vermeer, raetsvrint der Stadt Nijmegen. Onderpand 2 morgen bouwland op den Hoijacker te Herwen. De schuld is voldaan op 26-4-1709.) | |||
vanaf 11-02-1693 | Overdracht Hofstede te Herwen (ORA Herwen en Aerdt 11-2-1693: Het echtpaar Wigman Gerlichs en Margareta van Wijlick heeft op 7-2-1693 ingevolgde ’d’erffbuijting en permutatie met Hendrick Brants gehouden’ aan de 2 onmondige nagelaten kinderen van voorschr. Hendrick Brant in zijn laatste echt bij Helena de Greef verwekt met namen Jenneken en Ermken en de drie voorkinderen van Hendrick, namelijk Otto, Hester en Cornelis Brants overgedragen een huis en hofstede aan de Herwsche Kerkhoff te Herwen, groot ca. 1 morgen...) | |||
vanaf 12-04-1693 | Overdracht onroerend goed te Herwen (ORA Herwen en Aerdt 12-4-1693: Het echtpaar Evert Brants en Sibilla de Greeff legt een verklaring af over een transactie (ingevolge permutatie / uitwisseling) met de kinderen van hun zwager en zuster Hendrick Brants en Helena de Greeff zaliger: De onmondige kinderen Jenneken en Ermken Brantsen en de voorkinderen, Otto, Hesster en Cornelis Brants. Betreft overdracht aan de kinderen van een morgen bouwland - 1/3 deel van 3 morgen - of liever de helft van de Lange Voor van Derck Brants land op de Hemelinge, welke helft door een landmeter zal worden opgemeten. Nog een kempken bouwland aan het eind van het voorschreven land, groot ongeveer 2 hondt, ’als ’t selve haar wegens haar zaliger vader en moeders Jan Brants en Jantjen Reijers zaliger versterff bij erffdeling is aengecomen op de Hemelingh in den Kerspel Herwen’, getaxeerd op 500 gld. Ruil tegen en voor 1/3 deel van de hofstede met buiten- en binnendijks bouwland, genaamd Bouwmans Hoffstede. 12-4-1693 Claes Huijsman (man van Beleke de Greef) als oom en voogd van Jenneken en Ermken, de 2 onmondige nagelaten kinderen van Hendrick Brants en zijn laatste echtgenote Helena de Greeff; Otto Brants en zijn vrouw Anna Reijers; Hendrick Spaen en zijn vrouw Hester Brants; Cornelis Brants, wettige voorkinderen van Hendrick Brants zaliger. In de akte wordt de hierboven vermelde ’uitwisseling’ bevestigd. Bouwmans Hoffstadt te Herwen komt uit de nalatenschap van Mechtelt de Greeff (verdeeld tussen Hendrick Brants en Hendrick Goris) 12-4-1693: Evert Brants en Sibilla de Greeff lenen de hierboven vermelde 500 gld. van Florens Ewolts en zijn vrouw Jenneken Aelberts. Deze schuld is voldaan op 19-4-1694. Op 14-8-1693 / 21-6-1693 verkopen Evert Brandt en Claes Huijsman, als voogden van Jenneken en Ermken Brandt voor 1.215 gld. aan Hendrick Wijnen, weduwnaar van Sophia Vermeer, 2 percelen bouwland op de Hemelingen te Herwen. Op 8-9-1693 / 21-6-1693 verkopen zij voor 740 gld. aan Derck Jurris en zijn vrouw Grietjen Lubberts, 3/4 deel van 2 morgen bouwland te Aerdt, waarvan Otto Brants het andere deel toekomt.) |
|||
vanaf 21-03-1699 | Verkoop land te Herwen (ORA Herwen en Aerdt 21-3-1699: Tonis Rensen en zijn vrouw Hester Brants en het echtpaar Aernt Gijsberts en Gertien Goris hebben op 15-3-1699 voor 400 gld. verkocht aan de heer richter Gijsbert Vermeer een perceel bouwland te Herwen, oostw. Otto Brandts; westw. koper zelf; noordw. het Armelandt en zuidw. de Waelbandijck. Het land is groot ca. 1 morgen en de wederhelft behoort toe aan Otto Brandts ’waer boven zijn gedijckslaegt Rut Rijcken erfgenamen, ende beneden d’erfgenamen Frederick Goossens’.) | |||
vanaf 30-05-1712 | Koop hofstede te Herwen (30-5-1712: Het echtpaar Reijer Reijers en Jenneken Brants heeft op 21-5-1712 voor 600 gld. verkocht aan haar zwager en zuster Wessel Verwaijen en Hester Brants een hofsteetjen, bestaand uit een huis, .. en boomgaard te Herwen, groot ca. 4 hondt, uit de erfenis van haar vadere Henrick Brants. Er wordt een regeling getroffen m.b.t. de betaling en de helft van de Sandigen Weth aan de Rutten Camp...) |
vanaf 12-04-1690 | Voogd voor de kinderen van Derck Goris | |||
vanaf 18-05-1691 | Schuld te Herwen (Ora Herwen en Aerdt 23-5-1691: Jan Goris wordt op 18-5-1691 ter instantie van de heere Johan Vermeer, Raetsvrint der stadt Nijmegen, ten allen rechten gepeint aen alle soodaene gerede en ongerede goederen in Erflanderijen als andersints bestaende, als hj geseijden Jan Goris in de Lobberden stervende in die Kerspelen Herwen en Aert heeft naegelaten, ende nu bij desselfs wed. en kijnderen worden beseten, ende sulcx om daer aen te verhaelen eene somma van vier hondert gulden capitaels vermogens obligatie de dato den 23/13 meij 1689 cum intereste verschenen en noch te verschijnen, et expensis. Hiervan gaet de gerichtelen weet aen Hester Brants, wed. en boedelhouderse van voor. Jan Goris.) |
vanaf 22-04-1692 | Lening met onderpand (ORA Herwen en Aerdt 22-4-1693: Het echtpaar Hendrick Spaen en Hester Brants is 400 gld. schuldig aan d’Heere Johan Vermeer, raetsvrint der Stadt Nijmegen. Onderpand 2 morgen bouwland op den Hoijacker te Herwen. De schuld is voldaan op 26-4-1709.) |
vanaf 21-03-1699 | Verkoop land te Herwen (ORA Herwen en Aerdt 21-3-1699: Tonis Rensen en zijn vrouw Hester Brants en het echtpaar Aernt Gijsberts en Gertien Goris hebben op 15-3-1699 voor 400 gld. verkocht aan de heer richter Gijsbert Vermeer een perceel bouwland te Herwen, oostw. Otto Brandts; westw. koper zelf; noordw. het Armelandt en zuidw. de Waelbandijck. Het land is groot ca. 1 morgen en de wederhelft behoort toe aan Otto Brandts ’waer boven zijn gedijckslaegt Rut Rijcken erfgenamen, ende beneden d’erfgenamen Frederick Goossens’.) |
vanaf 30-05-1712 | Koop hofstede te Herwen (30-5-1712: Het echtpaar Reijer Reijers en Jenneken Brants heeft op 21-5-1712 voor 600 gld. verkocht aan haar zwager en zuster Wessel Verwaijen en Hester Brants een hofsteetjen, bestaand uit een huis, .. en boomgaard te Herwen, groot ca. 4 hondt, uit de erfenis van haar vadere Henrick Brants. Er wordt een regeling getroffen m.b.t. de betaling en de helft van de Sandigen Weth aan de Rutten Camp...) |
vanaf 07-01-1692 | Boedelscheiding (ORA Herwen en Aerdt 7-1-1692: Boedelscheiding - Hester Brants hertrouwd met Hendrick Spaen, Otto en Cornelis Brants voor hunzelf en Evert Brants en Claes Huijsman (man van Beleke de Greef) als omen en bloetmomberen van de twee onmondige kinderen Jenneken en Ermken Brants; kinderen van Hendrick Brants, laatst gehuwd met Helena de Greeff. Wegens het overlijden van hun moeder zijn de voorschreven onmondige kinderen de volgende percelen ten deel gevallen: de Hofstede van Ruth Rijcken met bouwland groot in het heheel ca. 4,5 mergen; de helft van ca. 2 mergen bouwland onder Aert; Den Sandigen wegh met buijtendijcks weijcken en willigen pas, ter halver diepte in de oude Waell, groot ca. 8 hond land; het kempken op de Hemeling achter Arien Hansen Bongart van Everts Brants ’aengebuijtet’, ca. 2 hond land. Bij de tweede trekking van het lot is wegens het overlijden van hun vader ten deel geworden, 8 hondt land op de Hemelingh met de mergen daarnaast van Evert Brants mede aengebuijt en nog de helft van de andere mergen land te Aert. Hester, Otto en Cornelis Brants keren uit aan de twee onmondige kinderen: 100 gld en 20 stuivers. 21-1-1692: Cornelis Brants krijgt uit zijn vaders nalatenschap het huis en hofstede aan de Herschen Kerckhoff met aan de zuidzijde het gem. kerhof ... en oostw. de gemeene straet, noordw. Willis Hofstede, groot ca. 1 mergen. Otto Brants is toegevallen een perceel bouwland, genaamd Damen Camp... noordw. den Rhijn Randijck, groot ongeveer 8 hond; de helft van morgen bouwland te Aerdt (andere helft van de 2 onmondige zussen); de helft van 2 mergen bouwland, gelijk mede het Hofstedeken tot Aerdt, door Jan Jansen in pachting gebruikt. Hester Brants erft 2 mergen bouwland op de Hooijackers te Herwen; de andere helft van 2 mergen bouwland op de Heuist? (andere helft naar Otto). Ieder zal een deel krijgen van het koren op de Hooijacker) |
|||
vanaf 11-02-1693 | Overdracht Hofstede te Herwen (ORA Herwen en Aerdt 11-2-1693: Het echtpaar Wigman Gerlichs en Margareta van Wijlick heeft op 7-2-1693 ingevolgde ’d’erffbuijting en permutatie met Hendrick Brants gehouden’ aan de 2 onmondige nagelaten kinderen van voorschr. Hendrick Brant in zijn laatste echt bij Helena de Greef verwekt met namen Jenneken en Ermken en de drie voorkinderen van Hendrick, namelijk Otto, Hester en Cornelis Brants overgedragen een huis en hofstede aan de Herwsche Kerkhoff te Herwen, groot ca. 1 morgen...) | |||
vanaf 12-04-1693 | Overdracht onroerend goed te Herwen (ORA Herwen en Aerdt 12-4-1693: Het echtpaar Evert Brants en Sibilla de Greeff legt een verklaring af over een transactie (ingevolge permutatie / uitwisseling) met de kinderen van hun zwager en zuster Hendrick Brants en Helena de Greeff zaliger: De onmondige kinderen Jenneken en Ermken Brantsen en de voorkinderen, Otto, Hesster en Cornelis Brants. Betreft overdracht aan de kinderen van een morgen bouwland - 1/3 deel van 3 morgen - of liever de helft van de Lange Voor van Derck Brants land op de Hemelinge, welke helft door een landmeter zal worden opgemeten. Nog een kempken bouwland aan het eind van het voorschreven land, groot ongeveer 2 hondt, ’als ’t selve haar wegens haar zaliger vader en moeders Jan Brants en Jantjen Reijers zaliger versterff bij erffdeling is aengecomen op de Hemelingh in den Kerspel Herwen’, getaxeerd op 500 gld. Ruil tegen en voor 1/3 deel van de hofstede met buiten- en binnendijks bouwland, genaamd Bouwmans Hoffstede. 12-4-1693 Claes Huijsman (man van Beleke de Greef) als oom en voogd van Jenneken en Ermken, de 2 onmondige nagelaten kinderen van Hendrick Brants en zijn laatste echtgenote Helena de Greeff; Otto Brants en zijn vrouw Anna Reijers; Hendrick Spaen en zijn vrouw Hester Brants; Cornelis Brants, wettige voorkinderen van Hendrick Brants zaliger. In de akte wordt de hierboven vermelde ’uitwisseling’ bevestigd. Bouwmans Hoffstadt te Herwen komt uit de nalatenschap van Mechtelt de Greeff (verdeeld tussen Hendrick Brants en Hendrick Goris) 12-4-1693: Evert Brants en Sibilla de Greeff lenen de hierboven vermelde 500 gld. van Florens Ewolts en zijn vrouw Jenneken Aelberts. Deze schuld is voldaan op 19-4-1694. Op 14-8-1693 / 21-6-1693 verkopen Evert Brandt en Claes Huijsman, als voogden van Jenneken en Ermken Brandt voor 1.215 gld. aan Hendrick Wijnen, weduwnaar van Sophia Vermeer, 2 percelen bouwland op de Hemelingen te Herwen. Op 8-9-1693 / 21-6-1693 verkopen zij voor 740 gld. aan Derck Jurris en zijn vrouw Grietjen Lubberts, 3/4 deel van 2 morgen bouwland te Aerdt, waarvan Otto Brants het andere deel toekomt.) |
|||
vanaf 20-07-1695 | Verkoop land te Aerdt (ORA Herwen en Aerdt 20-7-1695: Jan Francken en zijn vrouw Jenneken Grob voor één deel; Wolter de Man voor het tweede en Cornelis Brandts met zijn vrouw Mechtelt de Man voor het derde deel. Zij hebben op 16-7-1696 voor 1.000 gld. verkocht aan Derk Dercken en zijn vrouw Jenneken Gijsberts, een perceel bouwland te Aert, genaamd Den Roghkamp, groot ca. 1,5 mergen.) | |||
vanaf 16-06-1698 | Verkoop hofstede te Herwen (ORA Herwen en Aerdt 2-7-1698: Cornelis Brants en zijn vrouw Mechtelt de Man hebben op 16-6-1698 voor 1800 gld. verkocht aan Steven Philipsen een hofstede te Herwen bestaande uit een huis, hof en boomgaard, groot ca. 1 mergen...) |
vanaf 20-07-1695 | Verkoop land te Aerdt (ORA Herwen en Aerdt 20-7-1695: Jan Francken en zijn vrouw Jenneken Grob voor één deel; Wolter de Man voor het tweede en Cornelis Brandts met zijn vrouw Mechtelt de Man voor het derde deel. Zij hebben op 16-7-1696 voor 1.000 gld. verkocht aan Derk Dercken en zijn vrouw Jenneken Gijsberts, een perceel bouwland te Aert, genaamd Den Roghkamp, groot ca. 1,5 mergen.) |
vanaf 26-09-1682 | Voogd te Herwen (Johan Ketelaer, Derck Reijers en Rut Croes zijn voogden over de onmondige nagelaten kinderen van Gerritjen Wolters zaliger, weduwe van Derck van Steen. Ook vermeld op 30-12-1682 en 10-4-1683) |
|||
vanaf 20-04-1688 | Schuld met onderpand te Aerdt (ORA Herwen en Aerdt 25-5-1688: Mechtelt Verburght weduwe van Geurt Reijers geassisteert met Maas Grob, bekent op 20-4-1688 400 gld. schuldig te zijn aen Dirck Reijers en zijn vrouw Gertien Wolters. Onderpand haar huis en hofstede te Aert, waar zij woont, ca. 2 mergen land bij boedelscheiding tussen Derck en Elisabeth Reijers en haer ten deel gevallen. Op 6-11-1696 draagt Dirck de schuld over aan Otto Brants en Anna Reijers, zijn schoonzoon en dochter. Op 8-5-1699 draagt Otto Brants de schuld over aan de diaconie van Schenkenschans. 5-8-1724: De diaconie verklaart dat de schuld is voldaan.) |
|||
vanaf 03-07-1693 | Overdracht land te Herwen (ORA Herwen en Aerdt 3-7-1693: Het echtpaar Otto Brants en Anna Reijers op 30-5-1693 draagt voor 200 gld. over aan haar vader en moeder, Derck Reijers en Geertjen Wolters, ca. 1,5 morgen bouwland te Aerdt, nagelaten door zijn vader Hendrick Brants zaliger, afgedeeld van 2 morgen bouwland, die toebehoren aan Jenneken en Ermken Brants.) | |||
vanaf 12-05-1696 | Koop van land te Aerdt (ORA Herwen en Aerdt 12-5-1696: Stijncken Dooren? weduwe van Maes Grob geassisteerd met haar schoonzoon Adolph Huijsman, ook voor hemzelf met zijn vrouw Elisabet Grob; Jenneken Grob, weduwe van Henrick van Latum en Jan Croesemans met zijn vrouw Beeltjen Grob hebben op 11-5-1696 voor 800 gld. verkocht aan Derck Reijers, weduwnaar van Geertjen Wolters een perceel bouwland, genaamd ’Floris de Vries en Maes Melissen Landt’ te Aert... Westwaarts de gemeene of Heuvel Ackerse straet. Noordwaarts koper zijn erffenis ’daer van de wederhelfte coper selfs is toebehorende, hem ende zal.r Maes Grob, bij afsterven van wijlen Aernt Grob, vermogens maegescheijt tussen haer en Maria Rosa, opgerichtet, onverdeijlt aangekomen’. Het land is ca. 2,5 mergen groot.) | |||
vanaf 12-12-1698 | Verkoop land te Herwen (ORA Herwen en Aerdt 12-12-1698: Derck Reijers en zijn vrouw Aerntje Wittenhorst hebben voor 330 gld. verkocht aan Leendert Jonckhans en zijn vrouw Anneken Steenbeeck een perceel bouwland met de grint binnen de Ringcae (kade) en hetgeen buiten de Bandijck dat daarbij hoort, gelegen op Den Covert te Herwen...westwaarts de Waelbandijck tot in de Swarte Cuijl. Groot ca. 1 morgen en 4 roeden Waelbandijck...) | |||
vanaf 30-05-1712 | Koop land te Herwen (ORA Herwen en Aerdt 30-5-1712: Het echtpaar Reijer Reijers en Jenneken Brants heeft op 21-5-1712 voor 575 gld. verkocht aan haar vader en stiefmoeder Derck Reijers en Aerntje Wittenhorst, een stuk bouwland te Herwen, genaamd Den Sandigen Wegh met nog een buitendijkse weide, in het geheel groot 1 mergen.) | |||
vanaf 13-12-1715 | Wederzijdse begunstiging (ORA Herwen en Aerdt 7-12-1716: Het echtpaar Derck Reijers en Aerntje Wittenhorst tochtigen elkaar (elkaar begunstigen) op 13-12-1715. In de marge staat dat de tocht is geannuleerd (maar het is niet duidelijk op welke datum)) | |||
vanaf 31-12-1716 | Verplichting opstellen inventaris (ORA Herwen en Aerdt 31-12-1716: Anna, Melgert, Aernt, Reijer, Theodorus, Goutje en Geertje Reijers, zijn alle kinderen en erfgenamen van wijlen hun vader Dirck Reijersz in zijn leven getrouwd aan Aerntje Wittenhorst, weduwe en boedelhoudster. Aerntje moet binnen 6 weken een behoorlijke staat en inventaris van de door Dirck Reijerz nagelaten goederen, effecten, actien en cerditen maken.) | |||
vanaf 09-02-1717 | Afhandeling nalatenschap Derck Reijers (ORA Herwen en Aerdt: Dirck Reijers is enige tijd geleden overleden en laat na zijn weduwe Aerntjen Wittenhorst (geassisteerd met Jacobus de Moij) en 7 kinderen. Uit het eerste huwelijk met Geertje Wolters: Anna (gehuwd met Otto Brants), Melgert (getrouwd met Sijbilla de Greeff), Aernt (Arent getrouwd met Jenneken Gijsberts), Reijer (gehuwd met Jenneken Brants), Theodorus (getrouwd met Alijda Meijers) en Geestjen (elders ook vermeld als Geurtjen) getrouwd met Jan Bouwman. Uit het tweede huwelijk Geurtjen Reijers getrouwd met Hermen Goris. 9-2-1717: Er is enige strijdigheid tussen de weduwe en de kinderen over de nalatenschap. Ter voorkoming van alle ’verweijderingh van vrientschap’ is in aanwezigheid van de Hooghwelgeleerde Heer Joost van Steenhuijs een akkoord gemaakt. De weduwe zal de hofstede behouden waar zij woont aan de Rhijnbandijk met den Dreef en Bestemoers genaamd te Aert met het speck en vlees. Haar dohter Geertjen (Geurtjen) krijgt volgens het testament van haar vader 500 gld. en zal verder delen in de andere roerende en onroerende goederen. 17-2-1717 De hofstede met huis wordt getaxeerd op 1.300 gld. De Dreef, beesten en moorsland op 500 gld. 5-4-1717 In de verdeling stukken land genaamd Den Heuvelacker, Den Bimmen, Het Negenoogh, Den Sandigen Wegh, een stuk bouwland te Herwen met een buitendijkse weide aan de Oude Waal, een morgen bouwland te Aart, Reijers m(orge)n? geheten, met 4 hondt van d’Slotemaker aangekocht; een hofstede bij het huis van Jan Kregtingh met Den Ruijen; binnen- en buitendijkse weide in Den Bongaart; een bedrag van 478 gld., 6 stvs. en 6 pen. 8-5-1717: Het Negenoog te Aert wordt door de desbetreffende erfgenamen voor 112 gld. verkocht aan Otto Brants en zijn vrouw Anna Reijers. 19-7-1717: Reijer Reijers en zijn vrouw Jenneken Brants verkopen De Vier Kondt uit de erfens van Derck Reijers voor 160 gld. aan het ecthpaar Henrick van Embden en Wilmken Vos.) |
|||
vanaf 08-05-1736 | Vermeld als overleden echtgenoot (ORA Herwen en Aerdt 8-5-1736: Het echtpaar Herman Goris en Geertje Reijers is schuldig aan het echtpaar d’Heere Hendrick van Hulst, land- en djkschrijver van de Overbetuwe en vrouwe Johanna Meghtelt van den Bergh een bedrag van 900 gld. Onderpand een vierdepart van den Heuvelacker en Bimmen, zijnde 3 morgen bouwland, te Aardt, hen op 30-3-1717 ’bij maegescheijt’ toebedeeld. Borg is Aerntje Wittenhorst, weduwe van Derk Reijers, die ook een vierdepart van dezelfde akker als onderpand verbindt. De schuld is voldaan op 23-9-1752. Op 14-5-1737 zijn zij nog een bedrag van 299 gulden schuldig met hetzelfde land als onderpand en weer met Aerntje als borg. Deze schuld wordt voldaan op 16-8-1756.) |
vanaf 12-05-1696 | Koop van land te Aerdt (ORA Herwen en Aerdt 12-5-1696: Stijncken Dooren? weduwe van Maes Grob geassisteerd met haar schoonzoon Adolph Huijsman, ook voor hemzelf met zijn vrouw Elisabet Grob; Jenneken Grob, weduwe van Henrick van Latum en Jan Croesemans met zijn vrouw Beeltjen Grob hebben op 11-5-1696 voor 800 gld. verkocht aan Derck Reijers, weduwnaar van Geertjen Wolters een perceel bouwland, genaamd ’Floris de Vries en Maes Melissen Landt’ te Aert... Westwaarts de gemeene of Heuvel Ackerse straet. Noordwaarts koper zijn erffenis ’daer van de wederhelfte coper selfs is toebehorende, hem ende zal.r Maes Grob, bij afsterven van wijlen Aernt Grob, vermogens maegescheijt tussen haer en Maria Rosa, opgerichtet, onverdeijlt aangekomen’. Het land is ca. 2,5 mergen groot.) |
vanaf 31-12-1716 | Verplichting opstellen inventaris (ORA Herwen en Aerdt 31-12-1716: Anna, Melgert, Aernt, Reijer, Theodorus, Goutje en Geertje Reijers, zijn alle kinderen en erfgenamen van wijlen hun vader Dirck Reijersz in zijn leven getrouwd aan Aerntje Wittenhorst, weduwe en boedelhoudster. Aerntje moet binnen 6 weken een behoorlijke staat en inventaris van de door Dirck Reijerz nagelaten goederen, effecten, actien en cerditen maken.) | |||
vanaf 09-02-1717 | Afhandeling nalatenschap Derck Reijers (ORA Herwen en Aerdt: Dirck Reijers is enige tijd geleden overleden en laat na zijn weduwe Aerntjen Wittenhorst (geassisteerd met Jacobus de Moij) en 7 kinderen. Uit het eerste huwelijk met Geertje Wolters: Anna (gehuwd met Otto Brants), Melgert (getrouwd met Sijbilla de Greeff), Aernt (Arent getrouwd met Jenneken Gijsberts), Reijer (gehuwd met Jenneken Brants), Theodorus (getrouwd met Alijda Meijers) en Geestjen (elders ook vermeld als Geurtjen) getrouwd met Jan Bouwman. Uit het tweede huwelijk Geurtjen Reijers getrouwd met Hermen Goris. 9-2-1717: Er is enige strijdigheid tussen de weduwe en de kinderen over de nalatenschap. Ter voorkoming van alle ’verweijderingh van vrientschap’ is in aanwezigheid van de Hooghwelgeleerde Heer Joost van Steenhuijs een akkoord gemaakt. De weduwe zal de hofstede behouden waar zij woont aan de Rhijnbandijk met den Dreef en Bestemoers genaamd te Aert met het speck en vlees. Haar dohter Geertjen (Geurtjen) krijgt volgens het testament van haar vader 500 gld. en zal verder delen in de andere roerende en onroerende goederen. 17-2-1717 De hofstede met huis wordt getaxeerd op 1.300 gld. De Dreef, beesten en moorsland op 500 gld. 5-4-1717 In de verdeling stukken land genaamd Den Heuvelacker, Den Bimmen, Het Negenoogh, Den Sandigen Wegh, een stuk bouwland te Herwen met een buitendijkse weide aan de Oude Waal, een morgen bouwland te Aart, Reijers m(orge)n? geheten, met 4 hondt van d’Slotemaker aangekocht; een hofstede bij het huis van Jan Kregtingh met Den Ruijen; binnen- en buitendijkse weide in Den Bongaart; een bedrag van 478 gld., 6 stvs. en 6 pen. 8-5-1717: Het Negenoog te Aert wordt door de desbetreffende erfgenamen voor 112 gld. verkocht aan Otto Brants en zijn vrouw Anna Reijers. 19-7-1717: Reijer Reijers en zijn vrouw Jenneken Brants verkopen De Vier Kondt uit de erfens van Derck Reijers voor 160 gld. aan het ecthpaar Henrick van Embden en Wilmken Vos.) |
|||
vanaf 07-06-1717 | Leningen met onderpand (ORA Herwen en Aerdt 10-6-1717: het echtpaar Aernt Reijers en Jenneken Gijsberst is vanaf 7-6-1717 599 gld. schuldig aan juffrouw Anna Polmans, weduwe van Everhardus op de Kamp. Onderpand twee stukken bouwland te Aert (uit de erfenis van Derck Reijers), genaamd Den Heufelacker , groot 1,5 morgen en Den Bimmel, groot 8 hont. De schuld is voldaan op 27-4-1720. Op 9-12-1718 lenen zij 300 gld. van Jan Dercxen te Aert met hetzelfde land als onderpand. de schuld is voldaan op 8-6-1720. Op dezelfde dag lenen zij 192 gld. van Diderick van de Pavort en Sara Verheijen . Onderpand 3/4 van de hofstadt te Aert, waarvan haar zoon Jacobus Dercxs het ander kwart toekomt. Groot 0,5 mergen en gepacht door Jan Vos. De schuld is voldaan op 7-11-1729. Op 30-1-1719 lenen Aernt en Jenneken 200 gld. van het echtpaar Henrick Hair en Evertje Francken, met als onderpand de helft van een stuk bouwland te Aert, genaamd den Roghkamp, groot ca. 3 mergen, waarvan de andere helft toebehoort aan Jacobus en Johan Dercksen. De schuld is voldaan op 13-6-1721.) |
|||
vanaf 20-02-1720 | Eigenaar onroerend goed (ORA Herwen en Aerdt 20-2-1720: Het echtpaar Arno Reijers en Jenneken Gijsbers te Aert zijn eigenaar van onroerend goed te Aerdt: 2 stukken bouwland, de ene genaamd Den Heuvelacker, 15, morgen en de ander 8 hond, genaamd Den Bimmen; de heldt van ca. 3 morgen Den Rogh Camp; 3/4 deel van een hofstede, waarvan het ander vierde deel is van Jacobus Dircxen. ’Besaat’ door Jacobus van Münster en Johanna Megtelt Vermeer, om 420 gld. te verhalen wegens geleende penningen.) |
|||
vanaf 02-03-1720 | Verkoop onroerend goed te Aerdt (ORA Herwen en Aerdt 2-3-1720: Het echtpaar Aernt Reijers en Jenneken Gijberst hebben op 29-2-1720 voor 680 gld. verkocht aan Crijn Jacobus de Moij en zijn vrouw Gouda Vermeer, bouwland te Aert, genaamd Den Heuvelacker, groot ca. 1 mergen en 2 hont. Op 1-3-1720 hebben zij voor 1.200 gld. verkocht aan Jan Vos en Trijneken Vos, 3/4 van den Roghcamp, alsmede voor 1/4 deel van Jacobus Dercxen en zijn vrouw Johanna Burgerts. Een perceel bouwland te Aert, groot ongeveer 2 mergen en 3 hont. Op 2 maart 1720 verkopen zij voor 400 gld. aan Johannis Dercxen een perceel bouwland te Aert genaamd Den Bimmen, groot ca. 1 mergen. Aan het echtpaar Melchert Reijers en Sibilla de Greeff verkopen zij op 8-3-1720 voor 450 gld. een hofsteetje, bestaand uit een huis, hof en boomgaardje, gelegen te Aert.) |
vanaf 07-06-1717 | Leningen met onderpand (ORA Herwen en Aerdt 10-6-1717: het echtpaar Aernt Reijers en Jenneken Gijsberst is vanaf 7-6-1717 599 gld. schuldig aan juffrouw Anna Polmans, weduwe van Everhardus op de Kamp. Onderpand twee stukken bouwland te Aert (uit de erfenis van Derck Reijers), genaamd Den Heufelacker , groot 1,5 morgen en Den Bimmel, groot 8 hont. De schuld is voldaan op 27-4-1720. Op 9-12-1718 lenen zij 300 gld. van Jan Dercxen te Aert met hetzelfde land als onderpand. de schuld is voldaan op 8-6-1720. Op dezelfde dag lenen zij 192 gld. van Diderick van de Pavort en Sara Verheijen . Onderpand 3/4 van de hofstadt te Aert, waarvan haar zoon Jacobus Dercxs het ander kwart toekomt. Groot 0,5 mergen en gepacht door Jan Vos. De schuld is voldaan op 7-11-1729. Op 30-1-1719 lenen Aernt en Jenneken 200 gld. van het echtpaar Henrick Hair en Evertje Francken, met als onderpand de helft van een stuk bouwland te Aert, genaamd den Roghkamp, groot ca. 3 mergen, waarvan de andere helft toebehoort aan Jacobus en Johan Dercksen. De schuld is voldaan op 13-6-1721.) |
|||
vanaf 20-02-1720 | Eigenaar onroerend goed (ORA Herwen en Aerdt 20-2-1720: Het echtpaar Arno Reijers en Jenneken Gijsbers te Aert zijn eigenaar van onroerend goed te Aerdt: 2 stukken bouwland, de ene genaamd Den Heuvelacker, 15, morgen en de ander 8 hond, genaamd Den Bimmen; de heldt van ca. 3 morgen Den Rogh Camp; 3/4 deel van een hofstede, waarvan het ander vierde deel is van Jacobus Dircxen. ’Besaat’ door Jacobus van Münster en Johanna Megtelt Vermeer, om 420 gld. te verhalen wegens geleende penningen.) |
|||
vanaf 02-03-1720 | Verkoop onroerend goed te Aerdt (ORA Herwen en Aerdt 2-3-1720: Het echtpaar Aernt Reijers en Jenneken Gijberst hebben op 29-2-1720 voor 680 gld. verkocht aan Crijn Jacobus de Moij en zijn vrouw Gouda Vermeer, bouwland te Aert, genaamd Den Heuvelacker, groot ca. 1 mergen en 2 hont. Op 1-3-1720 hebben zij voor 1.200 gld. verkocht aan Jan Vos en Trijneken Vos, 3/4 van den Roghcamp, alsmede voor 1/4 deel van Jacobus Dercxen en zijn vrouw Johanna Burgerts. Een perceel bouwland te Aert, groot ongeveer 2 mergen en 3 hont. Op 2 maart 1720 verkopen zij voor 400 gld. aan Johannis Dercxen een perceel bouwland te Aert genaamd Den Bimmen, groot ca. 1 mergen. Aan het echtpaar Melchert Reijers en Sibilla de Greeff verkopen zij op 8-3-1720 voor 450 gld. een hofsteetje, bestaand uit een huis, hof en boomgaardje, gelegen te Aert.) |
vanaf 31-12-1716 | Verplichting opstellen inventaris (ORA Herwen en Aerdt 31-12-1716: Anna, Melgert, Aernt, Reijer, Theodorus, Goutje en Geertje Reijers, zijn alle kinderen en erfgenamen van wijlen hun vader Dirck Reijersz in zijn leven getrouwd aan Aerntje Wittenhorst, weduwe en boedelhoudster. Aerntje moet binnen 6 weken een behoorlijke staat en inventaris van de door Dirck Reijerz nagelaten goederen, effecten, actien en cerditen maken.) | |||
vanaf 09-02-1717 | Afhandeling nalatenschap Derck Reijers (ORA Herwen en Aerdt: Dirck Reijers is enige tijd geleden overleden en laat na zijn weduwe Aerntjen Wittenhorst (geassisteerd met Jacobus de Moij) en 7 kinderen. Uit het eerste huwelijk met Geertje Wolters: Anna (gehuwd met Otto Brants), Melgert (getrouwd met Sijbilla de Greeff), Aernt (Arent getrouwd met Jenneken Gijsberts), Reijer (gehuwd met Jenneken Brants), Theodorus (getrouwd met Alijda Meijers) en Geestjen (elders ook vermeld als Geurtjen) getrouwd met Jan Bouwman. Uit het tweede huwelijk Geurtjen Reijers getrouwd met Hermen Goris. 9-2-1717: Er is enige strijdigheid tussen de weduwe en de kinderen over de nalatenschap. Ter voorkoming van alle ’verweijderingh van vrientschap’ is in aanwezigheid van de Hooghwelgeleerde Heer Joost van Steenhuijs een akkoord gemaakt. De weduwe zal de hofstede behouden waar zij woont aan de Rhijnbandijk met den Dreef en Bestemoers genaamd te Aert met het speck en vlees. Haar dohter Geertjen (Geurtjen) krijgt volgens het testament van haar vader 500 gld. en zal verder delen in de andere roerende en onroerende goederen. 17-2-1717 De hofstede met huis wordt getaxeerd op 1.300 gld. De Dreef, beesten en moorsland op 500 gld. 5-4-1717 In de verdeling stukken land genaamd Den Heuvelacker, Den Bimmen, Het Negenoogh, Den Sandigen Wegh, een stuk bouwland te Herwen met een buitendijkse weide aan de Oude Waal, een morgen bouwland te Aart, Reijers m(orge)n? geheten, met 4 hondt van d’Slotemaker aangekocht; een hofstede bij het huis van Jan Kregtingh met Den Ruijen; binnen- en buitendijkse weide in Den Bongaart; een bedrag van 478 gld., 6 stvs. en 6 pen. 8-5-1717: Het Negenoog te Aert wordt door de desbetreffende erfgenamen voor 112 gld. verkocht aan Otto Brants en zijn vrouw Anna Reijers. 19-7-1717: Reijer Reijers en zijn vrouw Jenneken Brants verkopen De Vier Kondt uit de erfens van Derck Reijers voor 160 gld. aan het ecthpaar Henrick van Embden en Wilmken Vos.) |
|||
vanaf 02-05-1719 | Lening met onderpand (ORA Herwen en Aerdt 2-5-1719: Johannes Theodorus Reijers en zijn vrouw Alijda Meijers, zijn 400 gld schuldig aan juffr. Munts, weduwe Witten. Onderpand de hofstede bij Jan Crechtinghs huis te Aert. De schuld is voldaan op 5-7-1728.) |
|||
vanaf 27-05-1720 | Verkoop land te Aerdt (ORA Herwen en Aerdt 27-5-1720: Johannes Theodorus Reijers met zijn vrouw Aleijda Meijers hebben voor 900 gld. verkocht aan Judith Otten, weduwe van Bernt Jansen een camp bouwland te Aert genaamd de Hofstede, groot ongeveer 1 mergen en 2 hond.) |
vanaf 27-05-1720 | Verkoop land te Aerdt (ORA Herwen en Aerdt 27-5-1720: Johannes Theodorus Reijers met zijn vrouw Aleijda Meijers hebben voor 900 gld. verkocht aan Judith Otten, weduwe van Bernt Jansen een camp bouwland te Aert genaamd de Hofstede, groot ongeveer 1 mergen en 2 hond.) |
vanaf 31-12-1716 | Verplichting opstellen inventaris (ORA Herwen en Aerdt 31-12-1716: Anna, Melgert, Aernt, Reijer, Theodorus, Goutje en Geertje Reijers, zijn alle kinderen en erfgenamen van wijlen hun vader Dirck Reijersz in zijn leven getrouwd aan Aerntje Wittenhorst, weduwe en boedelhoudster. Aerntje moet binnen 6 weken een behoorlijke staat en inventaris van de door Dirck Reijerz nagelaten goederen, effecten, actien en cerditen maken.) | |||
vanaf 09-02-1717 | Afhandeling nalatenschap Derck Reijers (ORA Herwen en Aerdt: Dirck Reijers is enige tijd geleden overleden en laat na zijn weduwe Aerntjen Wittenhorst (geassisteerd met Jacobus de Moij) en 7 kinderen. Uit het eerste huwelijk met Geertje Wolters: Anna (gehuwd met Otto Brants), Melgert (getrouwd met Sijbilla de Greeff), Aernt (Arent getrouwd met Jenneken Gijsberts), Reijer (gehuwd met Jenneken Brants), Theodorus (getrouwd met Alijda Meijers) en Geestjen (elders ook vermeld als Geurtjen) getrouwd met Jan Bouwman. Uit het tweede huwelijk Geurtjen Reijers getrouwd met Hermen Goris. 9-2-1717: Er is enige strijdigheid tussen de weduwe en de kinderen over de nalatenschap. Ter voorkoming van alle ’verweijderingh van vrientschap’ is in aanwezigheid van de Hooghwelgeleerde Heer Joost van Steenhuijs een akkoord gemaakt. De weduwe zal de hofstede behouden waar zij woont aan de Rhijnbandijk met den Dreef en Bestemoers genaamd te Aert met het speck en vlees. Haar dohter Geertjen (Geurtjen) krijgt volgens het testament van haar vader 500 gld. en zal verder delen in de andere roerende en onroerende goederen. 17-2-1717 De hofstede met huis wordt getaxeerd op 1.300 gld. De Dreef, beesten en moorsland op 500 gld. 5-4-1717 In de verdeling stukken land genaamd Den Heuvelacker, Den Bimmen, Het Negenoogh, Den Sandigen Wegh, een stuk bouwland te Herwen met een buitendijkse weide aan de Oude Waal, een morgen bouwland te Aart, Reijers m(orge)n? geheten, met 4 hondt van d’Slotemaker aangekocht; een hofstede bij het huis van Jan Kregtingh met Den Ruijen; binnen- en buitendijkse weide in Den Bongaart; een bedrag van 478 gld., 6 stvs. en 6 pen. 8-5-1717: Het Negenoog te Aert wordt door de desbetreffende erfgenamen voor 112 gld. verkocht aan Otto Brants en zijn vrouw Anna Reijers. 19-7-1717: Reijer Reijers en zijn vrouw Jenneken Brants verkopen De Vier Kondt uit de erfens van Derck Reijers voor 160 gld. aan het ecthpaar Henrick van Embden en Wilmken Vos.) |
|||
vanaf 03-06-1721 | Verpachting land te Aerdt (ORA Herwen en Aerdt 3-6-1721: Het echtpaar Jan Bouwman en Geurtje Reijers hebben verpacht aan Jan van Enderen te Aert twee buns? en weijkens te Aert aan de Weteringhse Wal. Dit land komt uit de erfenis van Derck Reijers...) |
vanaf 03-06-1721 | Verpachting land te Aerdt (ORA Herwen en Aerdt 3-6-1721: Het echtpaar Jan Bouwman en Geurtje Reijers hebben verpacht aan Jan van Enderen te Aert twee buns? en weijkens te Aert aan de Weteringhse Wal. Dit land komt uit de erfenis van Derck Reijers...) |
van 1707 tot 1725 | Schulden met onderpand (ORA Herwen en Aerdt 8-12-1707: Reijer Reijers en zijn vrouw Jenneken Brants zijn 250 gld. schuldig aan Drs. Willem Berckhoff, predicant op ’t Muijlant en zijn vrouw juffr. Helena Vermeer. Onderpand een hofstede, groot ca. 1 mergen, genaamd Wanraijs Hofstede, te Herwen. Schuld voldaan op 15-2-1725 Op 27-5-1708 zijn zij 400 gld. schuldig aan Willem Berckhoff en zijn vrouw met als onderpand dezelfde hofstede. Ook deze schuld wordt voldaan op 15-2-1725. 9-5-1710: Reijer en Jenneken hebben sinds 13-2-1705 een schuld van 250 gld. aan het echtpaar Arnoldus Noot en Johanna Margrita Wijnen. Onderpand te Herwen: de helft van Rut Rijcken Hofstede en bouwland, groot ca 3 mergen achter de behuizing van Ot Brants geleden, alsmede de helft van Den Sandigen Wegh, groot ca. 1 mergen, van haar vader zaliger Henrick Brants geërfd. De schuld is voldaan op 8-5-1719.) |
|||
van 1712 tot 1719 | Verkopen onroeren goed te Herwen en Aerdt (ORA Herwen en Aerdt 30-5-1712: Het echtpaar Reijer Reijers en Jenneken Brants heeft op 21-5-1712 voor 575 gld. verkocht aan haar vader en stiefmoeder Derck Reijers en Aerntje Wittenhorst, een stuk bouwland te Herwen, genaamd Den Sandigen Wegh met nog een buitendijkse weide, in het geheel groot 1 mergen. Op dezelfde dag verkopen Reijer en Jenneken voor 600 gld. aan haar zwager en zuster Wessel Verwaijen en Hester Brants een hofsteetjen, bestaand uit een huis, .. en boomgaard te Herwen, groot ca. 4 hondt, uit de erfenis van haar vadere Henrick Brants. Er wordt een regeling getroffen m.b.t. de betaling en de helft van de Sandigen Weth aan de Rutten Camp... 23-4-1717: Reijer en Jenneken verkopen voor 688 gld. aan Juffr. Anna Gertruijt Smits weduwe en boedelhoudster van de heer landshr. Rutgeri van Haren, een perceel bouwland, groot 1 morgen, genaamd Beijers Mergen te Aert. Op 19-7-1717 verkopen zij voor 160 gld. aan Henrick van Embden en zijn vrouw Wilmken Vos, een perceel bouwland te Aert, genaamd De Vier Hondt, uit de erfenis van vader Derck Reijers. Op 28-4-1719 (met registratie op 8-5-1719) verkopen zij voor 650 gld. aan Roelof Jonckhans en zijn vrouw Geertruijdt ten Holt een perceel bouwland met een weide te Herwen, genaamd Den Sandigen Wegh, groot 8 hont) |
|||
vanaf 31-12-1716 | Verplichting opstellen inventaris (ORA Herwen en Aerdt 31-12-1716: Anna, Melgert, Aernt, Reijer, Theodorus, Goutje en Geertje Reijers, zijn alle kinderen en erfgenamen van wijlen hun vader Dirck Reijersz in zijn leven getrouwd aan Aerntje Wittenhorst, weduwe en boedelhoudster. Aerntje moet binnen 6 weken een behoorlijke staat en inventaris van de door Dirck Reijerz nagelaten goederen, effecten, actien en cerditen maken.) | |||
vanaf 09-02-1717 | Afhandeling nalatenschap Derck Reijers (ORA Herwen en Aerdt: Dirck Reijers is enige tijd geleden overleden en laat na zijn weduwe Aerntjen Wittenhorst (geassisteerd met Jacobus de Moij) en 7 kinderen. Uit het eerste huwelijk met Geertje Wolters: Anna (gehuwd met Otto Brants), Melgert (getrouwd met Sijbilla de Greeff), Aernt (Arent getrouwd met Jenneken Gijsberts), Reijer (gehuwd met Jenneken Brants), Theodorus (getrouwd met Alijda Meijers) en Geestjen (elders ook vermeld als Geurtjen) getrouwd met Jan Bouwman. Uit het tweede huwelijk Geurtjen Reijers getrouwd met Hermen Goris. 9-2-1717: Er is enige strijdigheid tussen de weduwe en de kinderen over de nalatenschap. Ter voorkoming van alle ’verweijderingh van vrientschap’ is in aanwezigheid van de Hooghwelgeleerde Heer Joost van Steenhuijs een akkoord gemaakt. De weduwe zal de hofstede behouden waar zij woont aan de Rhijnbandijk met den Dreef en Bestemoers genaamd te Aert met het speck en vlees. Haar dohter Geertjen (Geurtjen) krijgt volgens het testament van haar vader 500 gld. en zal verder delen in de andere roerende en onroerende goederen. 17-2-1717 De hofstede met huis wordt getaxeerd op 1.300 gld. De Dreef, beesten en moorsland op 500 gld. 5-4-1717 In de verdeling stukken land genaamd Den Heuvelacker, Den Bimmen, Het Negenoogh, Den Sandigen Wegh, een stuk bouwland te Herwen met een buitendijkse weide aan de Oude Waal, een morgen bouwland te Aart, Reijers m(orge)n? geheten, met 4 hondt van d’Slotemaker aangekocht; een hofstede bij het huis van Jan Kregtingh met Den Ruijen; binnen- en buitendijkse weide in Den Bongaart; een bedrag van 478 gld., 6 stvs. en 6 pen. 8-5-1717: Het Negenoog te Aert wordt door de desbetreffende erfgenamen voor 112 gld. verkocht aan Otto Brants en zijn vrouw Anna Reijers. 19-7-1717: Reijer Reijers en zijn vrouw Jenneken Brants verkopen De Vier Kondt uit de erfens van Derck Reijers voor 160 gld. aan het ecthpaar Henrick van Embden en Wilmken Vos.) |
vanaf 07-01-1692 | Boedelscheiding (ORA Herwen en Aerdt 7-1-1692: Boedelscheiding - Hester Brants hertrouwd met Hendrick Spaen, Otto en Cornelis Brants voor hunzelf en Evert Brants en Claes Huijsman (man van Beleke de Greef) als omen en bloetmomberen van de twee onmondige kinderen Jenneken en Ermken Brants; kinderen van Hendrick Brants, laatst gehuwd met Helena de Greeff. Wegens het overlijden van hun moeder zijn de voorschreven onmondige kinderen de volgende percelen ten deel gevallen: de Hofstede van Ruth Rijcken met bouwland groot in het heheel ca. 4,5 mergen; de helft van ca. 2 mergen bouwland onder Aert; Den Sandigen wegh met buijtendijcks weijcken en willigen pas, ter halver diepte in de oude Waell, groot ca. 8 hond land; het kempken op de Hemeling achter Arien Hansen Bongart van Everts Brants ’aengebuijtet’, ca. 2 hond land. Bij de tweede trekking van het lot is wegens het overlijden van hun vader ten deel geworden, 8 hondt land op de Hemelingh met de mergen daarnaast van Evert Brants mede aengebuijt en nog de helft van de andere mergen land te Aert. Hester, Otto en Cornelis Brants keren uit aan de twee onmondige kinderen: 100 gld en 20 stuivers. 21-1-1692: Cornelis Brants krijgt uit zijn vaders nalatenschap het huis en hofstede aan de Herschen Kerckhoff met aan de zuidzijde het gem. kerhof ... en oostw. de gemeene straet, noordw. Willis Hofstede, groot ca. 1 mergen. Otto Brants is toegevallen een perceel bouwland, genaamd Damen Camp... noordw. den Rhijn Randijck, groot ongeveer 8 hond; de helft van morgen bouwland te Aerdt (andere helft van de 2 onmondige zussen); de helft van 2 mergen bouwland, gelijk mede het Hofstedeken tot Aerdt, door Jan Jansen in pachting gebruikt. Hester Brants erft 2 mergen bouwland op de Hooijackers te Herwen; de andere helft van 2 mergen bouwland op de Heuist? (andere helft naar Otto). Ieder zal een deel krijgen van het koren op de Hooijacker) |
|||
vanaf 07-02-1692 | Schuld met onderpand (ORA Herwen en Aerdt 7-2-1692: Evert Brants en Claes Huijsman als omen en bloedvoogden van de twee onmondige nagelaten kinderen van Zaliger Hendrick Brants en Helea de Greeff, met namen Jenneken en Ermken Brants, zijn op 17-1-1692 500 gld. schuldig aan den richter Gijsbert Vermeer en zijn vrouw Judith Wijnen. Onderpand huis en hofstede te Herwen met daarnaast bouwland, geheten Rut Rijcken Hofstede, groot in het geheel ongeveer 4,5 mergen... met nog een perceel bouwland op de Hemenlingh van ca. 8 hondt... uit de nalatenschap van hun vader en moeder... De schuld is voldaan op 10-1-1694.) |
|||
vanaf 11-02-1693 | Overdracht Hofstede te Herwen (ORA Herwen en Aerdt 11-2-1693: Het echtpaar Wigman Gerlichs en Margareta van Wijlick heeft op 7-2-1693 ingevolgde ’d’erffbuijting en permutatie met Hendrick Brants gehouden’ aan de 2 onmondige nagelaten kinderen van voorschr. Hendrick Brant in zijn laatste echt bij Helena de Greef verwekt met namen Jenneken en Ermken en de drie voorkinderen van Hendrick, namelijk Otto, Hester en Cornelis Brants overgedragen een huis en hofstede aan de Herwsche Kerkhoff te Herwen, groot ca. 1 morgen...) | |||
vanaf 12-04-1693 | Overdracht onroerend goed te Herwen (ORA Herwen en Aerdt 12-4-1693: Het echtpaar Evert Brants en Sibilla de Greeff legt een verklaring af over een transactie (ingevolge permutatie / uitwisseling) met de kinderen van hun zwager en zuster Hendrick Brants en Helena de Greeff zaliger: De onmondige kinderen Jenneken en Ermken Brantsen en de voorkinderen, Otto, Hesster en Cornelis Brants. Betreft overdracht aan de kinderen van een morgen bouwland - 1/3 deel van 3 morgen - of liever de helft van de Lange Voor van Derck Brants land op de Hemelinge, welke helft door een landmeter zal worden opgemeten. Nog een kempken bouwland aan het eind van het voorschreven land, groot ongeveer 2 hondt, ’als ’t selve haar wegens haar zaliger vader en moeders Jan Brants en Jantjen Reijers zaliger versterff bij erffdeling is aengecomen op de Hemelingh in den Kerspel Herwen’, getaxeerd op 500 gld. Ruil tegen en voor 1/3 deel van de hofstede met buiten- en binnendijks bouwland, genaamd Bouwmans Hoffstede. 12-4-1693 Claes Huijsman (man van Beleke de Greef) als oom en voogd van Jenneken en Ermken, de 2 onmondige nagelaten kinderen van Hendrick Brants en zijn laatste echtgenote Helena de Greeff; Otto Brants en zijn vrouw Anna Reijers; Hendrick Spaen en zijn vrouw Hester Brants; Cornelis Brants, wettige voorkinderen van Hendrick Brants zaliger. In de akte wordt de hierboven vermelde ’uitwisseling’ bevestigd. Bouwmans Hoffstadt te Herwen komt uit de nalatenschap van Mechtelt de Greeff (verdeeld tussen Hendrick Brants en Hendrick Goris) 12-4-1693: Evert Brants en Sibilla de Greeff lenen de hierboven vermelde 500 gld. van Florens Ewolts en zijn vrouw Jenneken Aelberts. Deze schuld is voldaan op 19-4-1694. Op 14-8-1693 / 21-6-1693 verkopen Evert Brandt en Claes Huijsman, als voogden van Jenneken en Ermken Brandt voor 1.215 gld. aan Hendrick Wijnen, weduwnaar van Sophia Vermeer, 2 percelen bouwland op de Hemelingen te Herwen. Op 8-9-1693 / 21-6-1693 verkopen zij voor 740 gld. aan Derck Jurris en zijn vrouw Grietjen Lubberts, 3/4 deel van 2 morgen bouwland te Aerdt, waarvan Otto Brants het andere deel toekomt.) |
|||
vanaf 21-06-1693 | Verkoop land te Herwen (Evert Brandts en Claes Huijman als omen en voogden van Jenneken en Ermken Brandts, 2 onmondige kinderen van Zaliger Hendrick Brandts en Helena de Greeff, hebben op 21-6-1693 voor 180 gld. verkocht aan Leendert Jonckhans en zijn vrouw Anna Steenbeeck een kempken bouwland te Herwen, groot, ca. 2 hondt) | |||
van 1707 tot 1725 | Schulden met onderpand (ORA Herwen en Aerdt 8-12-1707: Reijer Reijers en zijn vrouw Jenneken Brants zijn 250 gld. schuldig aan Drs. Willem Berckhoff, predicant op ’t Muijlant en zijn vrouw juffr. Helena Vermeer. Onderpand een hofstede, groot ca. 1 mergen, genaamd Wanraijs Hofstede, te Herwen. Schuld voldaan op 15-2-1725 Op 27-5-1708 zijn zij 400 gld. schuldig aan Willem Berckhoff en zijn vrouw met als onderpand dezelfde hofstede. Ook deze schuld wordt voldaan op 15-2-1725. 9-5-1710: Reijer en Jenneken hebben sinds 13-2-1705 een schuld van 250 gld. aan het echtpaar Arnoldus Noot en Johanna Margrita Wijnen. Onderpand te Herwen: de helft van Rut Rijcken Hofstede en bouwland, groot ca 3 mergen achter de behuizing van Ot Brants geleden, alsmede de helft van Den Sandigen Wegh, groot ca. 1 mergen, van haar vader zaliger Henrick Brants geërfd. De schuld is voldaan op 8-5-1719.) |
|||
van 1712 tot 1719 | Verkopen onroeren goed te Herwen en Aerdt (ORA Herwen en Aerdt 30-5-1712: Het echtpaar Reijer Reijers en Jenneken Brants heeft op 21-5-1712 voor 575 gld. verkocht aan haar vader en stiefmoeder Derck Reijers en Aerntje Wittenhorst, een stuk bouwland te Herwen, genaamd Den Sandigen Wegh met nog een buitendijkse weide, in het geheel groot 1 mergen. Op dezelfde dag verkopen Reijer en Jenneken voor 600 gld. aan haar zwager en zuster Wessel Verwaijen en Hester Brants een hofsteetjen, bestaand uit een huis, .. en boomgaard te Herwen, groot ca. 4 hondt, uit de erfenis van haar vadere Henrick Brants. Er wordt een regeling getroffen m.b.t. de betaling en de helft van de Sandigen Weth aan de Rutten Camp... 23-4-1717: Reijer en Jenneken verkopen voor 688 gld. aan Juffr. Anna Gertruijt Smits weduwe en boedelhoudster van de heer landshr. Rutgeri van Haren, een perceel bouwland, groot 1 morgen, genaamd Beijers Mergen te Aert. Op 19-7-1717 verkopen zij voor 160 gld. aan Henrick van Embden en zijn vrouw Wilmken Vos, een perceel bouwland te Aert, genaamd De Vier Hondt, uit de erfenis van vader Derck Reijers. Op 28-4-1719 (met registratie op 8-5-1719) verkopen zij voor 650 gld. aan Roelof Jonckhans en zijn vrouw Geertruijdt ten Holt een perceel bouwland met een weide te Herwen, genaamd Den Sandigen Wegh, groot 8 hont) |
![]() |
11 1744 Reijers hofstede |
vanaf 29-08-1724 | Buurmeester van Herwen |
vanaf 31-12-1716 | Verplichting opstellen inventaris (ORA Herwen en Aerdt 31-12-1716: Anna, Melgert, Aernt, Reijer, Theodorus, Goutje en Geertje Reijers, zijn alle kinderen en erfgenamen van wijlen hun vader Dirck Reijersz in zijn leven getrouwd aan Aerntje Wittenhorst, weduwe en boedelhoudster. Aerntje moet binnen 6 weken een behoorlijke staat en inventaris van de door Dirck Reijerz nagelaten goederen, effecten, actien en cerditen maken.) | |||
vanaf 09-02-1717 | Afhandeling nalatenschap Derck Reijers (ORA Herwen en Aerdt: Dirck Reijers is enige tijd geleden overleden en laat na zijn weduwe Aerntjen Wittenhorst (geassisteerd met Jacobus de Moij) en 7 kinderen. Uit het eerste huwelijk met Geertje Wolters: Anna (gehuwd met Otto Brants), Melgert (getrouwd met Sijbilla de Greeff), Aernt (Arent getrouwd met Jenneken Gijsberts), Reijer (gehuwd met Jenneken Brants), Theodorus (getrouwd met Alijda Meijers) en Geestjen (elders ook vermeld als Geurtjen) getrouwd met Jan Bouwman. Uit het tweede huwelijk Geurtjen Reijers getrouwd met Hermen Goris. 9-2-1717: Er is enige strijdigheid tussen de weduwe en de kinderen over de nalatenschap. Ter voorkoming van alle ’verweijderingh van vrientschap’ is in aanwezigheid van de Hooghwelgeleerde Heer Joost van Steenhuijs een akkoord gemaakt. De weduwe zal de hofstede behouden waar zij woont aan de Rhijnbandijk met den Dreef en Bestemoers genaamd te Aert met het speck en vlees. Haar dohter Geertjen (Geurtjen) krijgt volgens het testament van haar vader 500 gld. en zal verder delen in de andere roerende en onroerende goederen. 17-2-1717 De hofstede met huis wordt getaxeerd op 1.300 gld. De Dreef, beesten en moorsland op 500 gld. 5-4-1717 In de verdeling stukken land genaamd Den Heuvelacker, Den Bimmen, Het Negenoogh, Den Sandigen Wegh, een stuk bouwland te Herwen met een buitendijkse weide aan de Oude Waal, een morgen bouwland te Aart, Reijers m(orge)n? geheten, met 4 hondt van d’Slotemaker aangekocht; een hofstede bij het huis van Jan Kregtingh met Den Ruijen; binnen- en buitendijkse weide in Den Bongaart; een bedrag van 478 gld., 6 stvs. en 6 pen. 8-5-1717: Het Negenoog te Aert wordt door de desbetreffende erfgenamen voor 112 gld. verkocht aan Otto Brants en zijn vrouw Anna Reijers. 19-7-1717: Reijer Reijers en zijn vrouw Jenneken Brants verkopen De Vier Kondt uit de erfens van Derck Reijers voor 160 gld. aan het ecthpaar Henrick van Embden en Wilmken Vos.) |
|||
vanaf 24-01-1721 | Onderpand pachtpenningen (ORA Herwen en Aerdt 24-1-1721: Het echtpaar Melgert Reijers en Sibilla de Greef, stellen als onderpand voor verschuldigde pachtpenningen: een boomgaard met twee weides te Aert, buitendijks aan de rijnkant gelegen. Betreft land uit de nalataenschap van Derck Reijers, door Jan Vos in pacht gebruikt...) | |||
vanaf 26-04-1724 | Boedelscheiding - Sijbilla de Greeff (ORA Herwen en Aerdt 26-4-1724: Boedelscheiding van de nalatenschap van Sijbilla de Greeff door Melchert Reijers weduwnaar en boedelhouder en door haar (klein)kinderen uit twee huwelijken: - de onmondige kinderen van Jan Brants (overleden) en Ida Mutters: Trijke, Nieske, Geertje, Sybilla, Coenraet en Evert (voogden: Jasper Hogenrijnder, Otto Brants en Ida Mutters) en - Enneken Brans met haar voogd Rijck Kuijpers - Crijn Jacobsen de Moij als gevolmachtigde van Derck Bus, weduwnaar van Janneken Brants - Gerrit Reijers en zijn vrouw Janna Peters. In de nalatenschap, inboedel, huisraad, have en vee, een huis, hof en boomgaart op ’t Tolhuijs, alsmede Reijers hofstede met de weijkens te Aert, gepacht door Jan Vos, ook een schuur op Den Ossenwaert.) |
|||
vanaf 16-05-1724 | Lening met onderpand (ORA Herwen en Aerdt 22-5-1724: Melchert Reijers is vanaf 16-5-1724 1000 gld. schuldig aan de heer ontfanger Walraven Wijnen. Onderpand te Aerdt: een boomgaard met de buitendijkse weiden uit de nalatenschap van zijn vader; tevens een hofstede, bestaande uit een huis, hof en boomgaardje, groot ca. 2 hont, die hij van zijn broer Aernt Reijers en diens vrouw Jenneken Gijsberts heeft gekocht en is gepacht door Jan Vos. De schuld is voldaan op 7-11-1729.) |
|||
vanaf 10-08-1725 | Geschil tussen vader en zoon (10-8-1725 is staat van inventaris ingediend. Gerrit was de enige zoon, die zonder daarvoor betaald te zijn , veel werk heeft gedaan voor zijn vader. De vader wil hem niet de helft van de pacht geven. Uiteindelijk geeft de vader aan geen dispuut met zijn zoon te willen bijleggen. Melchert was weduwnaar en boedelhouder van Sibilla de Greef, eerst getrouwd met Evert Brants. Zij had 3 voorkinderen. Zaak is afgehandeld op 2 juli 1726. Er werd een boete van 50 gulden opgelegd. Melchert was inwoner van Herwen. In de nalatenschap een Hofstede te Aerdt, genaamd Reijers Hofstad, gebruikt door pachter Jan Vos.) |
|||
vanaf 06-07-1726 | Verklaring over Reijers Hofstad te Herwen (ORA Herwen en Aerdt 6-7-1726: Melgert Reijers ’oirkont gerechtsl. tot verborginge des appels in sake tegen sijn soon Gerrit Reijers verbonden sijne gerede en ongerede goederen en in specie desselfs portien in een Hofstede onder Aert, Reijers Hofstadt genamt’...) | |||
vanaf 27-08-1728 | Beslaglegging in verband met borgtocht (ORA Herwen en Aerdt 27-8-1728: Otto Brants, ook voor zijn huisvrouw Anna Reijers, heeft besaat gedaan (beslag/onderpand?) op goederen van Melchert Reijer, om verzekerd te zijn van een borgtocht, d.d. 26-8-1728 voor pacht over de jaren 1726 en 1727 van ’seeckere bouwinge Den Ossenweert genaemt’, toebehorend aan den Heere Derck Singendonck. Op 17-10-1729 werden de pachten voldaan.) |
![]() |
12 1632 Ossenwaard |
vanaf 15-02-1683 | Verkoop land ’Gents Kuijl’ te Herwen (ORA Herwen en Aerdt 23-1-1684: Het echtpaar Evert Brants en Sibilla de Greeff legt een verklaring af over een verkoop voor 150 gld. d.d. 15-2-1683. Zij verkopen aan Henrick Philipsen en zijn vrouw Sophia Kempermans, 2/3 deel van een perceel bouwland te Herwen, genaamd Gents Kuijl, groot ca. 1 morgen. Het andere derde deel is van hun broeder Derck Brants...) | |||
vanaf 13-03-1683 | Afhandeling nalatenschap Jenneken Winters (ORA Herwen fol. 158 13-3-1683: overeenkomst over de nalatenschap van Jenneken Winters tussen Hendrick Copraeij, weduwnaar van Jenneken en de voogden (mombairen) van de onmondige dochters van zaliger Jan Rijcken de Greeff en Jenneken Winters, in haar leven echtelieden: Willem Barten, Claes Huijsmans, Bernardt de Meijer en Maas Reiniers. De onmondige dochters zijn Helena en Mechtelt de Greeff. De voogden handelen ook voor het onmondige kind van Jenneken Winters en Hendrick Copraeij: Neesken Copraeij. Evert Brants handelt voor zijn vrouw Sibilla de Greeff. De voogden en Evert Brants verkopen voor 9898 gulden aan Hendrick Copraeij een huis, bergh, schuur en bakhuis met toebehoren, staand op het goed van Ed. moogende heeren van de Reeckeninge in Gelderlant. Ook paarden, beesten, varkens, huisraad als stoven, banken, kuipen, kommen, bouwgereedschap e.a. Er is rekening gehouden met geld dat Hendrick voor zijn huwelijksgoed zou inbrengen. Van de resterende nalatenschap moet Hendrick nog 231 gld. aan de 4 kinderen uitkeren. Aan Hendrick is ten deel gevallen zijn erf, een huis, hof, boomgaard met bouwland genaamd Bouwmans Hoffstadt, groot ca. 4,5 mergen, in den kerspel Herwen, waar Gerrit? ter Beeck tegenwoordig woont. De helft van het land dat van Jan Rijcken komt gaat naar zijn 3 kinderen. De andere helft van de landerijen wordt over de 4 kinderen verdeeld. Het gaat om 3 mergen bouwland op de Nielenden?, 1 morgen bouwland op de Goris, alsmede DamenCamp, 2 morgen, met huis en hoffstadt te Herwen, Luijcas Hoffstadt genaemt, groot 1 morgen en 3 hont, met 1 morgen land genaamd Grevepoel, nog een hoffstadt, Wouters Hoffstadt geheten, groot 2? hont tot Aert gelegen met 2 morgen bouwland te Aert, nog bouwland te Huissen en 2 percelen land te Lobith, een perceel land in Lanimmerbroeck e.a. De meubelen en huisraad zijn tussen de partijen gedeeld. In een daaropvolgende akte wordt bepaald welk onroerend goed naar wie gaat.) |
|||
vanaf 02-04-1684 | Lening met onderpand te Herwen (ORA Herwen en Aerdt 15-6-1684: Het echtpaar Evert Brants en Sibilla de Greeff is sinds 2-4-1684 900 gld. schuldig aan Gisbert Vermeer en zijn vrouw Judith Rijnen. Onderpand 1/3 deel van 3 mergen bouwland op de Hennekingen gelegen. Oostwaarts Hendrick Brants, zuid de crediteuren zelf.... Nog een kempken bouwland, groot een halve mergen ook op de Hennekingen... westwaarts de Heuvelingsen wegh... Nog een huis en hofstede groot ongeveer 1,5 mergen, Leutjens hofstede genaamd Bij de Pastorien van Herwen... west en noord de gemeine straet. En nog een mergen bouwland op den Coevert te Herwen. Voldaan op 22-12-1693) |
|||
vanaf 23-08-1687 | Verkoop land te Herwen en Aerdt (ORA Herwen en Aerdt 23-8-1687: Het echtpaar Evert Brants en Sibilla de Greef heeft op 15-7-1687 voor 250 gld verkocht aan Hermen Bügens en zijn vrouw Catharina Janssen de helft van 10 hondt buitendijks bouwland op de Goris onder Herwen, uit de erfenis van haar ouders Jan Rijcken de Greeff en Jenneken Winters ...) | |||
vanaf 11-04-1688 | Verkoop land te Herwen (ORA Herwen en Aerdt 11/21-4-1688: Het echtpaar evert Brants en Sibilla de Greeff verkoopt voor 300 gld. aan de heer Matthias Planckerman en zijn vrouw Judith Maria van Rijswijck een perceel bouwland van 1 mergen op de Couvert te Herwen.) | |||
vanaf 28-08-1688 | Erfenis van Mechtelt de Greeff (ORA Herwen en Aerdt 28-8-1688: Hendrick & Evert Brandts, als mannen en voogden van hun huisvrouwen Sibilla en Helena de Greeff, Hendrick Copraeij als vader van de onmonidge Niesken Copraeij, samen de erfgenamen van Mechtelt de Greeff hebben voor de helft geërfd een huis en hofstadt met de daartoe behorende bouw- als weilanden, groot ca. 5,5 morgen te Herwen, zowel binnen- als buitendijks gelegen, genaamd Bouwmans Hoffstadt. En nog een perceel bouwland, groot ca. 3 morgen in de Lobberden te Herwen.) | |||
vanaf 10-03-1693 | Verkoop Leugens Hofstede te Herwen (ORA Herwen en Aerdt 10-3-1693: Het echtpaar Evert Brants en Sibilla de Greeff verkoopt voor 954 gld. aan de rechter Gijsbert Vermeer en zijn vrouw Judith Wijnen, hun hofstede en huis, hof, boomgaard en bouwland op 16-1-1682 uit een nalatenschap verkregen. De hofstede heet Leugens (Lucas) Hofstede en ligt te Herwen. oost en noord gemeene straet. Groot ongeveer zeven morgen en vier hondt.) | |||
vanaf 12-04-1693 | Overdracht onroerend goed te Herwen (ORA Herwen en Aerdt 12-4-1693: Het echtpaar Evert Brants en Sibilla de Greeff legt een verklaring af over een transactie (ingevolge permutatie / uitwisseling) met de kinderen van hun zwager en zuster Hendrick Brants en Helena de Greeff zaliger: De onmondige kinderen Jenneken en Ermken Brantsen en de voorkinderen, Otto, Hesster en Cornelis Brants. Betreft overdracht aan de kinderen van een morgen bouwland - 1/3 deel van 3 morgen - of liever de helft van de Lange Voor van Derck Brants land op de Hemelinge, welke helft door een landmeter zal worden opgemeten. Nog een kempken bouwland aan het eind van het voorschreven land, groot ongeveer 2 hondt, ’als ’t selve haar wegens haar zaliger vader en moeders Jan Brants en Jantjen Reijers zaliger versterff bij erffdeling is aengecomen op de Hemelingh in den Kerspel Herwen’, getaxeerd op 500 gld. Ruil tegen en voor 1/3 deel van de hofstede met buiten- en binnendijks bouwland, genaamd Bouwmans Hoffstede. 12-4-1693 Claes Huijsman (man van Beleke de Greef) als oom en voogd van Jenneken en Ermken, de 2 onmondige nagelaten kinderen van Hendrick Brants en zijn laatste echtgenote Helena de Greeff; Otto Brants en zijn vrouw Anna Reijers; Hendrick Spaen en zijn vrouw Hester Brants; Cornelis Brants, wettige voorkinderen van Hendrick Brants zaliger. In de akte wordt de hierboven vermelde ’uitwisseling’ bevestigd. Bouwmans Hoffstadt te Herwen komt uit de nalatenschap van Mechtelt de Greeff (verdeeld tussen Hendrick Brants en Hendrick Goris) 12-4-1693: Evert Brants en Sibilla de Greeff lenen de hierboven vermelde 500 gld. van Florens Ewolts en zijn vrouw Jenneken Aelberts. Deze schuld is voldaan op 19-4-1694. Op 14-8-1693 / 21-6-1693 verkopen Evert Brandt en Claes Huijsman, als voogden van Jenneken en Ermken Brandt voor 1.215 gld. aan Hendrick Wijnen, weduwnaar van Sophia Vermeer, 2 percelen bouwland op de Hemelingen te Herwen. Op 8-9-1693 / 21-6-1693 verkopen zij voor 740 gld. aan Derck Jurris en zijn vrouw Grietjen Lubberts, 3/4 deel van 2 morgen bouwland te Aerdt, waarvan Otto Brants het andere deel toekomt.) |
|||
van 11-11-1693 tot 23-12-1693 | Beslagleggingen (ORA Herwen en Aerdt 11-11-1693: Evert Brandts wordt op 11-11-1693 ter instantie van Johan Roukens als gemachtigde van de heer Johan Baron van Heuckelom en als rentmeester van deeses lantschaps besaet gedaen (beslag gelegd?). Beslaglegging ongedaan gemaakt op 23-12-1693. 17-11-1693: Sibilla de Greeff, weduwe van Evert Brandts, wordt ter instantie van Albert Gerrits tot Pannerden besaet gedaen. Geroyeerd op 23-12-1693) |
|||
van 06-12-1693 tot 19-01-1694 | Schuld in en verkopen uit nalatenschap (ORA Herwen en Aerdt 12-12-1693: Sibilla de Greef weduwe van Evert Brandts met Jacob Vermeer en Huijbert Brandts, Derck Brandts, Albert Gerrits, voogden van de kinderen zijn op 6-12-1693 400 gld. schuldig aan Derck van Wijlick. Onderpand 2/3 deel van een hofstadt, in het geheel 6 morgen groot, met binnen- en buitendijks wei- en bouwland, genaamd Bouwmans Hoffstadt. De schuld is voldaan op 8-11-1694. 22-12-1693: Sibilla de Greeff weduwe van Evert Brants met haar stiefvader Hendrick Copraaij, met Hubert Brandts en Derck Brandts als omen en bloedvoogden van de vier onmondige kinderen van Evert en Sibilla: Jan, Neesken, Jenneken en Anneken Brandts, hebben op 21-12-1693 voor 360 gld. verkocht aan Hendrick Wijnen, weduwnaar van Sophia Vermeer, een perceel bouwland met de grint (grient?) buiten de Bandijck op de Couvert van Herwen ... west over de Waelbandijck tot in de Swarte Cuijl. 19-1-1694: Sibilla de Greeff wed. van Evert Brants met Claes Huijsman, Huijbert Brandts en Derck Brants als omen en voogden van Jan, Neesken, Jenneken en Anneken Brandts, de 4 onmondige kinderen van Evert en Sibilla hebben op 16-1-1694 voor 1.200 gld. verkocht aan Hendrick Copraaij en zijn vrouw Margarita Speet 2/3 deel van Bouwmans Hofsteede te Herwen, een hofstad met bijbehorend binnen- als buitendijks land, huis, boomgaard en een perceel bouwland aan de zuidzijde van de boomgaard etc.) |
|||
vanaf 24-01-1721 | Onderpand pachtpenningen (ORA Herwen en Aerdt 24-1-1721: Het echtpaar Melgert Reijers en Sibilla de Greef, stellen als onderpand voor verschuldigde pachtpenningen: een boomgaard met twee weides te Aert, buitendijks aan de rijnkant gelegen. Betreft land uit de nalataenschap van Derck Reijers, door Jan Vos in pacht gebruikt...) | |||
vanaf 26-04-1724 | Boedelscheiding - Sijbilla de Greeff (ORA Herwen en Aerdt 26-4-1724: Boedelscheiding van de nalatenschap van Sijbilla de Greeff door Melchert Reijers weduwnaar en boedelhouder en door haar (klein)kinderen uit twee huwelijken: - de onmondige kinderen van Jan Brants (overleden) en Ida Mutters: Trijke, Nieske, Geertje, Sybilla, Coenraet en Evert (voogden: Jasper Hogenrijnder, Otto Brants en Ida Mutters) en - Enneken Brans met haar voogd Rijck Kuijpers - Crijn Jacobsen de Moij als gevolmachtigde van Derck Bus, weduwnaar van Janneken Brants - Gerrit Reijers en zijn vrouw Janna Peters. In de nalatenschap, inboedel, huisraad, have en vee, een huis, hof en boomgaart op ’t Tolhuijs, alsmede Reijers hofstede met de weijkens te Aert, gepacht door Jan Vos, ook een schuur op Den Ossenwaert.) |
vanaf 23-09-1656 | Vermeld in boeken weeskamer Voorburg (Weeskamer Voorburg 16-2-1656: Staat en verdeling van de boedel van wijlen Lenaert Joosten van Zuijtwijck ten behoeve van de 3 weeskinderen geprocreert bij Maertje Jansdr. Lenaert woonde te Voorbrug. De overleden Ghijsbrecht Joosten van Zuijtwijck te Delft was een oom van vaderszijde. Ter weeskamer gebracht door Willem Joosten van Zuijtwijck en Corn. Joosten Sijburch, omen van de knderen op 23-9-1656. Joost Lenaerts van Zuijtwijck, Jan Lenaertsz van Zuijtwijck en Jannitge Lenaerts van Zuijtwijck, mondige kinderen van Lenaert Joosten van Zuijtwijck verklaren op 27-5-1665 het bedrag van 385 gld. van de weesmeesters te Voorburg ontvangen te hebben.) |
vanaf 12-07-1637 | Verkoop uit nalatenschap (ORA Voorburg 12-7-1637: Verkoper: Jan Adriaensz Catterwijck, Jan Jansz van Pomeren, bakker, gehuwd met Maertgen Ariaensdr en Jan Jansz Vermeer, gehuwd met Crijntgen Ariaensdr en de voorn. personen als oom en voogden van het nagelaten weeskind van Geertgen Ariaensdr zaliger en Jacob Ariaensz van Dijck, allen nagelaten kinderen en erfgenamen van wijlen Adriaen Dircxz Catterwijck en Annitge Jansdr Koper: Bartholomeus van Reijnterghem, dienaar van het Goddelijk Woord van de Hoog Duitse sprake te Den Haag Betreft: Huis alwaar uithangt ‘t Fortuijn Locatie: Herenstraat zuidzijde Som: ƒ 600,-) |
|||
van 1649 tot 1692 | Leen te Zoeterwoude (Leen van de Hofstad te Hontshol Zoeterwoude: leen 119B 4 morgen, 2 hond 67 roede 10 voet 9 duim land te Stompic 2-12-1597: Jan van Surendael en draagt het leen over aan Leenderts Govertsz. te Stompwijc. 27-3-1612: Jan Vranck Hemen te Stompwijc 13-1-1614: Ariaentge Jansdochter, moeder Aefgen Leendertsdochter, voogd: Jan Adriaensz. van Myerop, secretaris te Stompwijc, bij dode van haar vader Jan Vranck Hemen en draagt het leen over aan Leenert Govertsz. 23-5-1639: Jan Leendertsz. van der Meer bij dode van Leendert Govertsz. 16-2-1647: Symon Symonsz. Meyster na overdracht door Jan Leendertsz. van der Meer. 20-5-1649: Jan Jansz. van der Meer te Leytsendam bij vonnis van schepenen te Stompwijk. 20-1-1673: Adam Janse van der Meer, mede namens zijn moeder Trijntje Arent en zijn broers en zusters Cornelis -, Baertje -, Annetje -, Neeltje - en Geertje Jans van der Meer, bij dode van zijn vader Jan Jansz. van der Meer. 3-9-1680: Annetje - en Neeltje Jans van der Meer na scheiding van de boedel van hun ouders Jan Jansz. van der Meer en Trijntje Ariens. 11-3-1692: Engel Ariens Bonenburgh na overdracht) |
|||
vanaf 18-04-1661 | Excecuteur (ONA Stompwijk 18-4-1661: In het testament van Arie Pietersz van der Meer en Annetje Pieters van der Meer benoemen zij hun neef Jan Jans van de Meer als excecuteur. Trijntje Matheusdr (moeder van de kinderen van Pieter Leendertsz van der Meer) vermeldt in haar testament Jan Jansz van der Meer als zoon van de broer van haar overleden eerste man) |
|||
vanaf 13-07-1672 | Schuldbekentenis (ONA Stompwijk 13.7.1672 - schuldbekentenis - f. 44 Pieter Jansz van Swieten, gezeid: bakker wonende aan de Leidschendam en Leendert Jansz van Swieten wonende te Bleiswijk verschijnen voor de notaris vanwege het opmaken van een schuldbekentenis. De eerste is hoofdschuldenaar, de tweede medeprincipaal schuldenaar aan Trijntje Ariensdr weduwe van Jan Jansz van der Meer voor een bedrag van 45 gld) | |||
vanaf 20-03-1680 | Machtiging voor verkoop (ONA Leidschendam 20-3-1680: Bastiaen Jacobs van Dullecom getrouwd met Baertge Jansdr van der Meer; Louris Matheus van der Meer getrouwd met Maertge Dirks Noordermeer, eerder weduwe en boedelhoudster van Cornelis Jansz van der Meer. Zij wonen op den Leijtsendam en zijn samen medekinderen en erfgenamen van Jan Jansz van der Meer, overleden op den Leijtsendam. Zij machtigen Heijndrik Arents van Leeuwen om uit hun naam voor schout en schepenen van ’s-Gravenhage en van Wassenaar te verkopen aan de ed. heer Philips Doublet, heer van St. Anneland, hun gedeelte in twee partijen wei- en geestland gelegen in ’s-Gravenhage en in Wassenaar, samen groot ca. 8 mergen en 2 hondt, benevens de verdere kinderen en mede-erfgenamen van Jan Jansz van der Meer. Getuigen zijn Pieter Maertensz van der Werf en Claes Dirksen Noordermeer.) |
vanaf 12-07-1637 | Verkoop uit nalatenschap (ORA Voorburg 12-7-1637: Verkoper: Jan Adriaensz Catterwijck, Jan Jansz van Pomeren, bakker, gehuwd met Maertgen Ariaensdr en Jan Jansz Vermeer, gehuwd met Crijntgen Ariaensdr en de voorn. personen als oom en voogden van het nagelaten weeskind van Geertgen Ariaensdr zaliger en Jacob Ariaensz van Dijck, allen nagelaten kinderen en erfgenamen van wijlen Adriaen Dircxz Catterwijck en Annitge Jansdr Koper: Bartholomeus van Reijnterghem, dienaar van het Goddelijk Woord van de Hoog Duitse sprake te Den Haag Betreft: Huis alwaar uithangt ‘t Fortuijn Locatie: Herenstraat zuidzijde Som: ƒ 600,-) |
|||
van 1649 tot 1692 | Leen te Zoeterwoude (Leen van de Hofstad te Hontshol Zoeterwoude: leen 119B 4 morgen, 2 hond 67 roede 10 voet 9 duim land te Stompic 2-12-1597: Jan van Surendael en draagt het leen over aan Leenderts Govertsz. te Stompwijc. 27-3-1612: Jan Vranck Hemen te Stompwijc 13-1-1614: Ariaentge Jansdochter, moeder Aefgen Leendertsdochter, voogd: Jan Adriaensz. van Myerop, secretaris te Stompwijc, bij dode van haar vader Jan Vranck Hemen en draagt het leen over aan Leenert Govertsz. 23-5-1639: Jan Leendertsz. van der Meer bij dode van Leendert Govertsz. 16-2-1647: Symon Symonsz. Meyster na overdracht door Jan Leendertsz. van der Meer. 20-5-1649: Jan Jansz. van der Meer te Leytsendam bij vonnis van schepenen te Stompwijk. 20-1-1673: Adam Janse van der Meer, mede namens zijn moeder Trijntje Arent en zijn broers en zusters Cornelis -, Baertje -, Annetje -, Neeltje - en Geertje Jans van der Meer, bij dode van zijn vader Jan Jansz. van der Meer. 3-9-1680: Annetje - en Neeltje Jans van der Meer na scheiding van de boedel van hun ouders Jan Jansz. van der Meer en Trijntje Ariens. 11-3-1692: Engel Ariens Bonenburgh na overdracht) |
|||
vanaf 13-07-1672 | Schuldbekentenis (ONA Stompwijk 13.7.1672 - schuldbekentenis - f. 44 Pieter Jansz van Swieten, gezeid: bakker wonende aan de Leidschendam en Leendert Jansz van Swieten wonende te Bleiswijk verschijnen voor de notaris vanwege het opmaken van een schuldbekentenis. De eerste is hoofdschuldenaar, de tweede medeprincipaal schuldenaar aan Trijntje Ariensdr weduwe van Jan Jansz van der Meer voor een bedrag van 45 gld) |
van 1649 tot 1692 | Leen te Zoeterwoude (Leen van de Hofstad te Hontshol Zoeterwoude: leen 119B 4 morgen, 2 hond 67 roede 10 voet 9 duim land te Stompic 2-12-1597: Jan van Surendael en draagt het leen over aan Leenderts Govertsz. te Stompwijc. 27-3-1612: Jan Vranck Hemen te Stompwijc 13-1-1614: Ariaentge Jansdochter, moeder Aefgen Leendertsdochter, voogd: Jan Adriaensz. van Myerop, secretaris te Stompwijc, bij dode van haar vader Jan Vranck Hemen en draagt het leen over aan Leenert Govertsz. 23-5-1639: Jan Leendertsz. van der Meer bij dode van Leendert Govertsz. 16-2-1647: Symon Symonsz. Meyster na overdracht door Jan Leendertsz. van der Meer. 20-5-1649: Jan Jansz. van der Meer te Leytsendam bij vonnis van schepenen te Stompwijk. 20-1-1673: Adam Janse van der Meer, mede namens zijn moeder Trijntje Arent en zijn broers en zusters Cornelis -, Baertje -, Annetje -, Neeltje - en Geertje Jans van der Meer, bij dode van zijn vader Jan Jansz. van der Meer. 3-9-1680: Annetje - en Neeltje Jans van der Meer na scheiding van de boedel van hun ouders Jan Jansz. van der Meer en Trijntje Ariens. 11-3-1692: Engel Ariens Bonenburgh na overdracht) |
|||
vanaf 15-08-1679 | Voogd van de kinderen van broer Cornelis Jansz van der Meer | |||
vanaf 1681 | Vermeld op de gaarlijst (zout e.a.) te Stompwijk (Adam Jans van der Meer wed(uwe), halve kapitalist, bouvrouw, 1 meid, 2 knechten 2 kinderen jonger dan 4 jaar, 1 kind jonger dan 8 jaar, 1 kind jonger dan 10 jaar) | |||
vanaf 12-05-1688 | Benoeming voogden (ONA Leiden 12-5-1688: Jan Dirxz Noordermeer wonend te Valkenburch verklaart dat hij bij testament van zaliger Cornelis Jansz van der Meer tot voogd is benoemd over de kinderen van Cornelis Jansz van der Meer en Maertgen Dirx Noordermeer. Nu de andere voogd, Adam Jansz van der Meer is overleden, benoemt hij in zijn plaats Bastiaen Jacobs van Dulkom wonend in Veur en Henrick van Leeuwen wonende aen den Dam.) |
vanaf 1681 | Bouwvrouw |
vanaf 1681 | Vermeld op de gaarlijst (zout e.a.) te Stompwijk (Adam Jans van der Meer wed(uwe), halve kapitalist, bouvrouw, 1 meid, 2 knechten 2 kinderen jonger dan 4 jaar, 1 kind jonger dan 8 jaar, 1 kind jonger dan 10 jaar) |
van 1649 tot 1692 | Leen te Zoeterwoude (Leen van de Hofstad te Hontshol Zoeterwoude: leen 119B 4 morgen, 2 hond 67 roede 10 voet 9 duim land te Stompic 2-12-1597: Jan van Surendael en draagt het leen over aan Leenderts Govertsz. te Stompwijc. 27-3-1612: Jan Vranck Hemen te Stompwijc 13-1-1614: Ariaentge Jansdochter, moeder Aefgen Leendertsdochter, voogd: Jan Adriaensz. van Myerop, secretaris te Stompwijc, bij dode van haar vader Jan Vranck Hemen en draagt het leen over aan Leenert Govertsz. 23-5-1639: Jan Leendertsz. van der Meer bij dode van Leendert Govertsz. 16-2-1647: Symon Symonsz. Meyster na overdracht door Jan Leendertsz. van der Meer. 20-5-1649: Jan Jansz. van der Meer te Leytsendam bij vonnis van schepenen te Stompwijk. 20-1-1673: Adam Janse van der Meer, mede namens zijn moeder Trijntje Arent en zijn broers en zusters Cornelis -, Baertje -, Annetje -, Neeltje - en Geertje Jans van der Meer, bij dode van zijn vader Jan Jansz. van der Meer. 3-9-1680: Annetje - en Neeltje Jans van der Meer na scheiding van de boedel van hun ouders Jan Jansz. van der Meer en Trijntje Ariens. 11-3-1692: Engel Ariens Bonenburgh na overdracht) |
|||
vanaf 11-08-1670 | Testament (ONA Stompwijk 11.8.1670 - testament - f. 113 Bastiaan Jacobsz van Dulcum en Baartje Jans van der Meer, echtelieden, wonende te Veur aan de Leidschendam, zijnde enigszins onpasselijk, testament op langstlevende, waarbij aangetekend wordt dat de ouders, mochten ze nog in leven zijn, ook meedelen.) | |||
vanaf 20-03-1680 | Machtiging voor verkoop (ONA Leidschendam 20-3-1680: Bastiaen Jacobs van Dullecom getrouwd met Baertge Jansdr van der Meer; Louris Matheus van der Meer getrouwd met Maertge Dirks Noordermeer, eerder weduwe en boedelhoudster van Cornelis Jansz van der Meer. Zij wonen op den Leijtsendam en zijn samen medekinderen en erfgenamen van Jan Jansz van der Meer, overleden op den Leijtsendam. Zij machtigen Heijndrik Arents van Leeuwen om uit hun naam voor schout en schepenen van ’s-Gravenhage en van Wassenaar te verkopen aan de ed. heer Philips Doublet, heer van St. Anneland, hun gedeelte in twee partijen wei- en geestland gelegen in ’s-Gravenhage en in Wassenaar, samen groot ca. 8 mergen en 2 hondt, benevens de verdere kinderen en mede-erfgenamen van Jan Jansz van der Meer. Getuigen zijn Pieter Maertensz van der Werf en Claes Dirksen Noordermeer.) |
vanaf 11-08-1670 | Testament (ONA Stompwijk 11.8.1670 - testament - f. 113 Bastiaan Jacobsz van Dulcum en Baartje Jans van der Meer, echtelieden, wonende te Veur aan de Leidschendam, zijnde enigszins onpasselijk, testament op langstlevende, waarbij aangetekend wordt dat de ouders, mochten ze nog in leven zijn, ook meedelen.) | |||
vanaf 20-03-1680 | Machtiging voor verkoop (ONA Leidschendam 20-3-1680: Bastiaen Jacobs van Dullecom getrouwd met Baertge Jansdr van der Meer; Louris Matheus van der Meer getrouwd met Maertge Dirks Noordermeer, eerder weduwe en boedelhoudster van Cornelis Jansz van der Meer. Zij wonen op den Leijtsendam en zijn samen medekinderen en erfgenamen van Jan Jansz van der Meer, overleden op den Leijtsendam. Zij machtigen Heijndrik Arents van Leeuwen om uit hun naam voor schout en schepenen van ’s-Gravenhage en van Wassenaar te verkopen aan de ed. heer Philips Doublet, heer van St. Anneland, hun gedeelte in twee partijen wei- en geestland gelegen in ’s-Gravenhage en in Wassenaar, samen groot ca. 8 mergen en 2 hondt, benevens de verdere kinderen en mede-erfgenamen van Jan Jansz van der Meer. Getuigen zijn Pieter Maertensz van der Werf en Claes Dirksen Noordermeer.) |
|||
vanaf 09-02-1686 | Verklaring over verkoop huis (ONA Leiden 9-2-1686: Het echtpaar Jan Dircksz Noordermeer en Yffgen Pieters wonend te Valkenburgh legt een verklaring af op verzoek van Louris van der Meer. Zij waren op 11-1-1686 bij Louris thuis, waar Bastiaen van Dulkom was, die met zijn zwager sprak over de verkoop van zijn regtshuijs staande aan de dam naast Henrick van Leeuwen, bakker...) | |||
vanaf 12-05-1688 | Benoeming voogden (ONA Leiden 12-5-1688: Jan Dirxz Noordermeer wonend te Valkenburch verklaart dat hij bij testament van zaliger Cornelis Jansz van der Meer tot voogd is benoemd over de kinderen van Cornelis Jansz van der Meer en Maertgen Dirx Noordermeer. Nu de andere voogd, Adam Jansz van der Meer is overleden, benoemt hij in zijn plaats Bastiaen Jacobs van Dulkom wonend in Veur en Henrick van Leeuwen wonende aen den Dam.) |
van 1649 tot 1692 | Leen te Zoeterwoude (Leen van de Hofstad te Hontshol Zoeterwoude: leen 119B 4 morgen, 2 hond 67 roede 10 voet 9 duim land te Stompic 2-12-1597: Jan van Surendael en draagt het leen over aan Leenderts Govertsz. te Stompwijc. 27-3-1612: Jan Vranck Hemen te Stompwijc 13-1-1614: Ariaentge Jansdochter, moeder Aefgen Leendertsdochter, voogd: Jan Adriaensz. van Myerop, secretaris te Stompwijc, bij dode van haar vader Jan Vranck Hemen en draagt het leen over aan Leenert Govertsz. 23-5-1639: Jan Leendertsz. van der Meer bij dode van Leendert Govertsz. 16-2-1647: Symon Symonsz. Meyster na overdracht door Jan Leendertsz. van der Meer. 20-5-1649: Jan Jansz. van der Meer te Leytsendam bij vonnis van schepenen te Stompwijk. 20-1-1673: Adam Janse van der Meer, mede namens zijn moeder Trijntje Arent en zijn broers en zusters Cornelis -, Baertje -, Annetje -, Neeltje - en Geertje Jans van der Meer, bij dode van zijn vader Jan Jansz. van der Meer. 3-9-1680: Annetje - en Neeltje Jans van der Meer na scheiding van de boedel van hun ouders Jan Jansz. van der Meer en Trijntje Ariens. 11-3-1692: Engel Ariens Bonenburgh na overdracht) |
van 1649 tot 1692 | Leen te Zoeterwoude (Leen van de Hofstad te Hontshol Zoeterwoude: leen 119B 4 morgen, 2 hond 67 roede 10 voet 9 duim land te Stompic 2-12-1597: Jan van Surendael en draagt het leen over aan Leenderts Govertsz. te Stompwijc. 27-3-1612: Jan Vranck Hemen te Stompwijc 13-1-1614: Ariaentge Jansdochter, moeder Aefgen Leendertsdochter, voogd: Jan Adriaensz. van Myerop, secretaris te Stompwijc, bij dode van haar vader Jan Vranck Hemen en draagt het leen over aan Leenert Govertsz. 23-5-1639: Jan Leendertsz. van der Meer bij dode van Leendert Govertsz. 16-2-1647: Symon Symonsz. Meyster na overdracht door Jan Leendertsz. van der Meer. 20-5-1649: Jan Jansz. van der Meer te Leytsendam bij vonnis van schepenen te Stompwijk. 20-1-1673: Adam Janse van der Meer, mede namens zijn moeder Trijntje Arent en zijn broers en zusters Cornelis -, Baertje -, Annetje -, Neeltje - en Geertje Jans van der Meer, bij dode van zijn vader Jan Jansz. van der Meer. 3-9-1680: Annetje - en Neeltje Jans van der Meer na scheiding van de boedel van hun ouders Jan Jansz. van der Meer en Trijntje Ariens. 11-3-1692: Engel Ariens Bonenburgh na overdracht) |
van 1649 tot 1692 | Leen te Zoeterwoude (Leen van de Hofstad te Hontshol Zoeterwoude: leen 119B 4 morgen, 2 hond 67 roede 10 voet 9 duim land te Stompic 2-12-1597: Jan van Surendael en draagt het leen over aan Leenderts Govertsz. te Stompwijc. 27-3-1612: Jan Vranck Hemen te Stompwijc 13-1-1614: Ariaentge Jansdochter, moeder Aefgen Leendertsdochter, voogd: Jan Adriaensz. van Myerop, secretaris te Stompwijc, bij dode van haar vader Jan Vranck Hemen en draagt het leen over aan Leenert Govertsz. 23-5-1639: Jan Leendertsz. van der Meer bij dode van Leendert Govertsz. 16-2-1647: Symon Symonsz. Meyster na overdracht door Jan Leendertsz. van der Meer. 20-5-1649: Jan Jansz. van der Meer te Leytsendam bij vonnis van schepenen te Stompwijk. 20-1-1673: Adam Janse van der Meer, mede namens zijn moeder Trijntje Arent en zijn broers en zusters Cornelis -, Baertje -, Annetje -, Neeltje - en Geertje Jans van der Meer, bij dode van zijn vader Jan Jansz. van der Meer. 3-9-1680: Annetje - en Neeltje Jans van der Meer na scheiding van de boedel van hun ouders Jan Jansz. van der Meer en Trijntje Ariens. 11-3-1692: Engel Ariens Bonenburgh na overdracht) |
vanaf 1656 | Croosheemraad te Valkenburg |
van 1642 tot 1652 | Onroerend goed transacties Valkenburg (ORA Valkenburg Scan 123, fol. 3v: 30-4-1642: Thomas Jansz Weijman smid verklaart verkocht te hebben aan Dirck Gerritsz Noordermeer een huis, erf en smidshuis zonder zijn gereedschap, in het dorp van Valkenburg aan het Marktveld, belend O: de Heerweg, Z: het Buurpad van het Marktveld, W: Dr. Cornelis Wesep, N: Jan Maertensz van Langevelt. Betaald met 900 g. in gereed geld. Scan 208, fol. 30v: 13-3-1652: de heer Marcus du Tour verklaart verkocht te hebben aan Dirck Gerritsz Noordermeer een schone, plezante, welgelegen woning met grote paardenstalling, met een schuur, barg, potinge, plantinge met landhop, groot 2 morgen 4 hont 55 roeden met in het voorste stuk 6,5 hont goede steenplaatsersaarde met uitzicht op het Marktveld, belend O: de Lijdtweg, Z: de koper, W: het convent van Tetrode of St. Stevensklooster, N: de erfgenamen van Reijer Evertsz van Camersvelt en het voorn. convent, belast met een rente van 12 g. sjaars, een opstal van 30 st. sjaars tbv de kerk van Valkenburg, en een opstal van 18 st. sjaars tbv de commandeur tot Katwijk. Koper moet nog een jaar huur aanvaarden aan Cornelis Reijnsz voor 179 g., en onder condities van de opdrachtbrief van 3-12-1650. Betaald met een schuldbrief van 5055 g. Scan 210, fol. 33: 18-3-1652: Dirck Gerritsz Noordermeer verklaart verkocht te hebben aan Mr. Jacob van den Eijnden chirurgijn in Rijnsburg 1 morgen 2 hont 45 roeden wei- of hooiland gelegen bij de Brouckweg in Valkenburg, belend N: de koper, O: Cors Hasius tot Leiden, Z en W: Gillis van Heussen, met condities van oude waarbrieven en brief van scheiding [geen datum]. Betaald met 1300 g. in gereed geld.) |
|||
vanaf 05-03-1650 | Testament (ONA Leiden 5-3-1650: Langstlevende-testament van het echtpaar Dirck Gerrtisz Noorddermeer en Jannetgen Jansdr van Elsthuijn wonend te Valkenburg met voorwaarden voor opvoeding en onderhoud van de kinderen. Bij huwelijk of volwassenheid krijgen de kinderen een som van 800 gulden. Als zij zonder kinderen komen te overlijden dan is zijn erfgenaam, zijn vader Gerrit Noordermeer. Het echtpaar ondertekent met Dirck Gerrit en Jannetgen Jansdr. Op dezelfde dag regelen zij de voogdij voor de onmondige kinderen. Zij benoemen tot voogden haar broers Cornelis Jansz van Elsthuijn en Pieter Jansz van Elsthuijn te Valkenburg.) |
|||
van 1651 tot 1654 | Verschuldigde losrente (ONA Leiden 19-4-1651 en 2-5-1654: Dirck Gerijtsz Noordermeer, wonend op t dorp (aan het Marctveld)van Valckenburch is een losrente schuldig aan joffr. Catarina Sniers, weduwe van Jan Jansz van der Vecht. Zijn zwager Cornelis Jansz Elstuijn te Valckenburch is borg.) | |||
vanaf 28-02-1651 | Getuige (ONA Leiden 28-2-1651: Dirck Gerijtsz Noordermeer, wonend te Valckenburch op ’t Marctvelt oud ca. 36 jaar, schoozoon van Jan Backer ... Valckeburch. Dirck getuigt op verzoek van Gijsbrecht Florisz van der Mij over de koop van magere ossen.) | |||
vanaf 1653 | Mede-pachter van 9 morgen en 238 roeden land te Valkenburg | |||
vanaf 08-01-1656 | Getuige (ONA Leiden 8-1-1656: Jacob Jacobsz van der Marc, en Dirc Gerijts Noordermeer 40 jaar, croosheemraden, getuigen op verzoek van Adriaen Lourisz van Noort, bijgenaamd Couwenhoven, over een waarneming tijdens de schouw van de grote Wateringe van Valckenburg In latere jaren (tot en met 30-12-1662) is Dirck ook nog vermeld als getuige.) |
|||
vanaf 29-10-1668 | Boedelafhandeling (ONA Leiden 29-10-1668: Dirck Gerritsz Noordermeer, weduwnaar van Jannetge Jansdr van Elstuijn, wonende aan de Leijtschendam ter eenre en aderzijds: Cornelis Jansz van der Meer getrouwd met Maertgen Dircxdr Noordermeer, mede wonend te Leijtschendam met de broers Cornelis en Pieter Jansz Elstuijn als omen en bloedvoogden over Jan en Claes Dircxzn Noordermeer, alle drie nagelaten kideren van Jannetgen Jansdr van Elstuijn. Dirck had een inventaris van de boedel gemaakt na het overlijden van Jannetge. Partijen sluiten een overeenkomst over de boedelverdeling van de moederlijke erfenis. Dirck betaalt de kinderen een som van 600 gulden, hun moeder aangekomen door het overlijden van haar broeder Aernt Jansz van Elstuijn. Er worden voorwaarden gesteld aan het moment van uitbetalen en voldoening van de schulden door Dirck.) |
vanaf 1623 | Hoofdgeld Valkenburg 1623 (Jan Cornelisz Backer, veerman ende Maritgen Willemsdr sijn huijsvr met Cornelis, Arent, Pieter, Geertgen, Trijntgen, Jannetgen ende Trijntgen (!) hare kinderen - 9 hoofden) |
|||
vanaf 05-03-1650 | Testament (ONA Leiden 5-3-1650: Langstlevende-testament van het echtpaar Dirck Gerrtisz Noorddermeer en Jannetgen Jansdr van Elsthuijn wonend te Valkenburg met voorwaarden voor opvoeding en onderhoud van de kinderen. Bij huwelijk of volwassenheid krijgen de kinderen een som van 800 gulden. Als zij zonder kinderen komen te overlijden dan is zijn erfgenaam, zijn vader Gerrit Noordermeer. Het echtpaar ondertekent met Dirck Gerrit en Jannetgen Jansdr. Op dezelfde dag regelen zij de voogdij voor de onmondige kinderen. Zij benoemen tot voogden haar broers Cornelis Jansz van Elsthuijn en Pieter Jansz van Elsthuijn te Valkenburg.) |
|||
vanaf 23-05-1650 | Verkoop uit nalatenschap (ORA Hazerswoude 26-531 23-5-1650: Cornelis Jansz en Pieter Jansz Elstuijn, Claes Jansz Boon, getrouwd met Trijntgen Jans, Dirck Gerrits Noordermeer, getrouwd met Jannetgen Jansdr Elstuijn alle wonend tot Valkenburgh, Krijn Lenerts Cruijswegt wonend te Catwijk getrouwd met (niet leesbaar) ... voor Cornelis Cornelisz Cuijlenburgh getrouwd met Trijntgen Jansdr Elstuijn wonend tot Maeslantsluijs, zijn alle kinderen en erfgenamen van Jan Cornelis Backer in zijn leven gewoond hebbend tot Valckenburgh. Zij verkopen voor 1.412 gld. aan Claes Roetsz wonend te Hazerswoude 8,5 hond elst- als slagturfland of water gelegen buiten het ambacht van Hazerswoude. Z de Nieuwevaert. Volgt een schuldbrief) |
|||
vanaf 20-05-1653 | Testament 3 broers (ONA Leiden 20-5-1653: Testament van de broers Cornelis, Arent (ziekelijk) en Pieter Jansz Elstuijn wonend op ’t Veer tot Valckenburch. Zij verklaren dat de twee langstlevenden, als zij ongetrouwd blijven, de goederen erven van de eerststervende. En vervolgens ook de langstlevende van de twee. Het gaat om roerende en onroerende goederen, actien en crediten, goud, zilver. Er worden voorwaarden gesteld in geval van trouwen. Als verdere erfgenamen worden genoemd: hun zusters Geertje Jans van Elstuijn, Jannetje Jans van Elstuijn, de kinderen van hun overleden zuster, oude Trijntje Jansdr van Elstuijn gewonen bij Claes Janszn ..., de kinderen van hun overleden zuster jonge Trijntje Jansdr van Elstuijn gewonnen bij Cornelis Cornelisz van Cuijlenburch. Geertje had een dochter Lijsbeth Dircx die verloofd was met Thonis Cornelis wonend bij t Haechse Schou. Thonis is ook een legaat toebedeeld.) | |||
vanaf 29-10-1668 | Boedelafhandeling (ONA Leiden 29-10-1668: Dirck Gerritsz Noordermeer, weduwnaar van Jannetge Jansdr van Elstuijn, wonende aan de Leijtschendam ter eenre en aderzijds: Cornelis Jansz van der Meer getrouwd met Maertgen Dircxdr Noordermeer, mede wonend te Leijtschendam met de broers Cornelis en Pieter Jansz Elstuijn als omen en bloedvoogden over Jan en Claes Dircxzn Noordermeer, alle drie nagelaten kideren van Jannetgen Jansdr van Elstuijn. Dirck had een inventaris van de boedel gemaakt na het overlijden van Jannetge. Partijen sluiten een overeenkomst over de boedelverdeling van de moederlijke erfenis. Dirck betaalt de kinderen een som van 600 gulden, hun moeder aangekomen door het overlijden van haar broeder Aernt Jansz van Elstuijn. Er worden voorwaarden gesteld aan het moment van uitbetalen en voldoening van de schulden door Dirck.) |
vanaf 29-10-1668 | Boedelafhandeling (ONA Leiden 29-10-1668: Dirck Gerritsz Noordermeer, weduwnaar van Jannetge Jansdr van Elstuijn, wonende aan de Leijtschendam ter eenre en aderzijds: Cornelis Jansz van der Meer getrouwd met Maertgen Dircxdr Noordermeer, mede wonend te Leijtschendam met de broers Cornelis en Pieter Jansz Elstuijn als omen en bloedvoogden over Jan en Claes Dircxzn Noordermeer, alle drie nagelaten kideren van Jannetgen Jansdr van Elstuijn. Dirck had een inventaris van de boedel gemaakt na het overlijden van Jannetge. Partijen sluiten een overeenkomst over de boedelverdeling van de moederlijke erfenis. Dirck betaalt de kinderen een som van 600 gulden, hun moeder aangekomen door het overlijden van haar broeder Aernt Jansz van Elstuijn. Er worden voorwaarden gesteld aan het moment van uitbetalen en voldoening van de schulden door Dirck.) |
|||
van 1673 tot 25-11-1706 | Testamenten (ONA Leiden 25-11-1706: langstlevende-testament van het echtpaar Jan Dircxzn Noordermeer, kleermaker en Eva Pietersdr van der Plas, wonend tot Catwijck op den Rijn. Hun zoon Cornelis Jansz Noordermeer erft het huis en erf gelegen aan het veerhuijs tot Valckenburch, waar hij tegenwoordig woont. Het testament bevat bepalingen met betrekking tot het onderhoud en opvoeding van hun kinderen. Mede-voogden zijn hun zoon Pieter Jansz Noordermeer en Cornelis Wouters van Eg, haar swager Eerder maakten zij een testament op 19-08-1673. Zij woonden toen te Rijnsburg en Eva wordt dan als Iefge vermeld en tekent met E.P. Een eventuele legitieme porte gaat naar de moeder van Iefge, Trijntgen Leenderts die weduwe is van Pieter Jacobsz van der Plas.) |
|||
vanaf 19-08-1673 | Kleermaker | |||
vanaf 01-05-1676 | Borg voor Cornelis Jansz Elsthuijn | |||
vanaf 15-08-1679 | Voogd van de kinderen van zus Maertge Dircksdr Noordermeer | |||
vanaf 21-01-1683 | Verkoop uit nalatenschap (ORA Katwijk 89. 21-01-1683. Jan Dirkszn. Noordermeer wonende Valkenburg verkoopt Hendrik Abrahamszn. Achtersoon wonende te Catwijk op de Rijn de helft van het land genaamd het Graafveld, daarvan de wederhelft toekomt aan Jacob Pieterszn. van der Plas, belend het verkochte O Jacob Pieterszn. van der Plas, Z Elisabeth van der Tocht, W Willem Dirkszn. Blinckenbergh en N de Grafelijkheid, de verkoper aangekomen door erfenis van zijn vrouws vader Pieter Jacobszn. van der Plas, voor 220 gulden alsmede een custingbrief van 200 gulden. 90. 28-01-1683. Volgt schuldbrief met hypotheek op het gekochte.) |
|||
vanaf 10-09-1684 | Koop uit nalatenschap (ORA Katwijk 115v. 10-09-1684. Jacob Pieterszn. van der Plas wonende te Catwijk aan de Rijn verkoopt Jan Dirkszn. Noordermeer wonende Valkenburg zijn zwager 1 morgen 1 1/2 hond elstland. zijnde de helft van het graafveld, de verkoper aangekomen bij erfenis van zijn vader, het verkochte belend O het voetpad, Z de erfgenamen van Willem Dirkszn., W de erfgenamen van Hendrik Abrahamszn. en N de Grafelijkheid, voor 400 gulden.) | |||
vanaf 09-02-1686 | Getuigenverklaring (ONA Leiden 9-2-1686: Het echtpaar Jan Dircksz Noordermeer en Yffgen Pieters wonend te Valkenburgh legt een verklaring af op verzoek van Louris van der Meer. Zij waren op 11-1-1686 bij Louris thuis, waar Bastiaen van Dulkom was, die met zijn zwager sprak over de verkoop van zijn regtshuijs staande aan de dam naast Henrick van Leeuwen, bakker...) | |||
vanaf 12-05-1688 | Benoeming voogden (ONA Leiden 12-5-1688: Jan Dirxz Noordermeer wonend te Valkenburch verklaart dat hij bij testament van zaliger Cornelis Jansz van der Meer tot voogd is benoemd over de kinderen van Cornelis Jansz van der Meer en Maertgen Dirx Noordermeer. Nu de andere voogd, Adam Jansz van der Meer is overleden, benoemt hij in zijn plaats Bastiaen Jacobs van Dulkom wonend in Veur en Henrick van Leeuwen wonende aen den Dam.) | |||
vanaf 1697 | Verkoop en koop onroerend goed te Katwijk (ORA Katwijk 80. 09-05-1697. Jan Dirkszn. Noordermeer wonende te Catwijk op de Rijn verkoopt Martinus van Eyk 1 morgen 1 1/2 hond teelland (de helft van het graafveld, daarvan de wederhelft aan de koper toekomt) belend O het voetpad, Z de erfgenamen van Willem Dirkszn., W de koper en N de Grafelijkheid, voor 180 gld. 86. 18-07-1697 Huibert Huigenszn. van der Bent verkoopt Jan Noordermeer een huis en erf gelegen te Catwijk op de Rijn, belend O de kinderen van Cornelis Biltman, Z en W de Heerweg en N Annetje den Dekker, voor 275 gld) |
|||
vanaf 1702 | Transacties in nalatenschap (ORA Katwijk 239. 17-05-1702. Jan Noordermeer gehuwd met Iefge Pietersdr. van der Plas, Maartie Cornelisdr. van Dijcxheul en Teunis Harteveld gehuwd met Neeltie Cornelisdr. van Dijcxheul, kinderen en erfgenamen van Trijntje Leendertsdr., item Jan Noordermeer en Cornelis van Nes als voogden over de kinderen en erfgenamen van Pieter Corneliszn. van Dijcxheul en Quirijntje Jacobsdr. van Hooghduijn verkopen Ary Pieterszn. Nijgh 3 morgen wei- of hooiland onder Catwijk, belend NO de Heerweg, ZO juffrouw de Ruysscher, ZW Gijsbrecht Roelenzn. van Duijnen en Teunis van Leeuwen met bruikwaar en NW Teunis van Leeuwen met bruikwaar en de Ruigelaan, voor 1330 gld. 251. 01-07-1702. Jacob van der Plas ter eenre en Jan Dirkszn. Noordermeer gehuwd met Iefje Pietersdr. van der Plas eerst voor hen zelve en nog benevens Cornelis van Es als voogden over de minderjarige kinderen en erfgenamen van Pieter Corneliszn. Dijcxheul en Crijntie Jacobsdr. van Hoochduyn en de laatste twee nog voor Teunis Harteveld gehuwd met Neeltie Cornelisdr. Dijcxheul en Maartje Cornelisdr. Dijcxheul, allen kinderen en kleinkinderen van Trijntje Leendertsdr. overleden alhier ter andere verwijzen naar het testament van Trijntje Leendertsdr. gepasseerd op 30-12-1690 voor notaris Jacob van Leeuwen te Voorburg en komen overeen dat Jacob Pieterszn. van der Plas wordt aanbedeeld 2 morgen teelland gelegen alhier, belend O, W, Z en N de Grafelijkheid van Holland tegen overname van alle schulden.) |
van 1673 tot 25-11-1706 | Testamenten (ONA Leiden 25-11-1706: langstlevende-testament van het echtpaar Jan Dircxzn Noordermeer, kleermaker en Eva Pietersdr van der Plas, wonend tot Catwijck op den Rijn. Hun zoon Cornelis Jansz Noordermeer erft het huis en erf gelegen aan het veerhuijs tot Valckenburch, waar hij tegenwoordig woont. Het testament bevat bepalingen met betrekking tot het onderhoud en opvoeding van hun kinderen. Mede-voogden zijn hun zoon Pieter Jansz Noordermeer en Cornelis Wouters van Eg, haar swager Eerder maakten zij een testament op 19-08-1673. Zij woonden toen te Rijnsburg en Eva wordt dan als Iefge vermeld en tekent met E.P. Een eventuele legitieme porte gaat naar de moeder van Iefge, Trijntgen Leenderts die weduwe is van Pieter Jacobsz van der Plas.) |
|||
vanaf 21-01-1683 | Verkoop uit nalatenschap (ORA Katwijk 89. 21-01-1683. Jan Dirkszn. Noordermeer wonende Valkenburg verkoopt Hendrik Abrahamszn. Achtersoon wonende te Catwijk op de Rijn de helft van het land genaamd het Graafveld, daarvan de wederhelft toekomt aan Jacob Pieterszn. van der Plas, belend het verkochte O Jacob Pieterszn. van der Plas, Z Elisabeth van der Tocht, W Willem Dirkszn. Blinckenbergh en N de Grafelijkheid, de verkoper aangekomen door erfenis van zijn vrouws vader Pieter Jacobszn. van der Plas, voor 220 gulden alsmede een custingbrief van 200 gulden. 90. 28-01-1683. Volgt schuldbrief met hypotheek op het gekochte.) |
|||
vanaf 10-09-1684 | Koop uit nalatenschap (ORA Katwijk 115v. 10-09-1684. Jacob Pieterszn. van der Plas wonende te Catwijk aan de Rijn verkoopt Jan Dirkszn. Noordermeer wonende Valkenburg zijn zwager 1 morgen 1 1/2 hond elstland. zijnde de helft van het graafveld, de verkoper aangekomen bij erfenis van zijn vader, het verkochte belend O het voetpad, Z de erfgenamen van Willem Dirkszn., W de erfgenamen van Hendrik Abrahamszn. en N de Grafelijkheid, voor 400 gulden.) | |||
vanaf 09-02-1686 | Getuigenverklaring (ONA Leiden 9-2-1686: Het echtpaar Jan Dircksz Noordermeer en Yffgen Pieters wonend te Valkenburgh legt een verklaring af op verzoek van Louris van der Meer. Zij waren op 11-1-1686 bij Louris thuis, waar Bastiaen van Dulkom was, die met zijn zwager sprak over de verkoop van zijn regtshuijs staande aan de dam naast Henrick van Leeuwen, bakker...) | |||
vanaf 1702 | Transacties in nalatenschap (ORA Katwijk 239. 17-05-1702. Jan Noordermeer gehuwd met Iefge Pietersdr. van der Plas, Maartie Cornelisdr. van Dijcxheul en Teunis Harteveld gehuwd met Neeltie Cornelisdr. van Dijcxheul, kinderen en erfgenamen van Trijntje Leendertsdr., item Jan Noordermeer en Cornelis van Nes als voogden over de kinderen en erfgenamen van Pieter Corneliszn. van Dijcxheul en Quirijntje Jacobsdr. van Hooghduijn verkopen Ary Pieterszn. Nijgh 3 morgen wei- of hooiland onder Catwijk, belend NO de Heerweg, ZO juffrouw de Ruysscher, ZW Gijsbrecht Roelenzn. van Duijnen en Teunis van Leeuwen met bruikwaar en NW Teunis van Leeuwen met bruikwaar en de Ruigelaan, voor 1330 gld. 251. 01-07-1702. Jacob van der Plas ter eenre en Jan Dirkszn. Noordermeer gehuwd met Iefje Pietersdr. van der Plas eerst voor hen zelve en nog benevens Cornelis van Es als voogden over de minderjarige kinderen en erfgenamen van Pieter Corneliszn. Dijcxheul en Crijntie Jacobsdr. van Hoochduyn en de laatste twee nog voor Teunis Harteveld gehuwd met Neeltie Cornelisdr. Dijcxheul en Maartje Cornelisdr. Dijcxheul, allen kinderen en kleinkinderen van Trijntje Leendertsdr. overleden alhier ter andere verwijzen naar het testament van Trijntje Leendertsdr. gepasseerd op 30-12-1690 voor notaris Jacob van Leeuwen te Voorburg en komen overeen dat Jacob Pieterszn. van der Plas wordt aanbedeeld 2 morgen teelland gelegen alhier, belend O, W, Z en N de Grafelijkheid van Holland tegen overname van alle schulden.) |
|||
van 1714 tot 1717 | Getuige te Leiden (Tr. Leiden 30 dec 1714 Louis Bono x Marytje Noordermeer getuige Eva Pieters van der Plas moeder van de bruid.won.Catwijk a de Rijn Ged. Leiden 11 aug 1717 Joannes zn van Ludovicus Bonnoy en Maria Noordermeer. S.S. Dirrick Noordermeer en Eva van der Plas.) |
vanaf 1681 | Trekker (Arbeider die in de lage veenderij werkte. Hij baggelde het veen van onder de waterspiegel uit.) |
vanaf 29-10-1668 | Boedelafhandeling (ONA Leiden 29-10-1668: Dirck Gerritsz Noordermeer, weduwnaar van Jannetge Jansdr van Elstuijn, wonende aan de Leijtschendam ter eenre en aderzijds: Cornelis Jansz van der Meer getrouwd met Maertgen Dircxdr Noordermeer, mede wonend te Leijtschendam met de broers Cornelis en Pieter Jansz Elstuijn als omen en bloedvoogden over Jan en Claes Dircxzn Noordermeer, alle drie nagelaten kideren van Jannetgen Jansdr van Elstuijn. Dirck had een inventaris van de boedel gemaakt na het overlijden van Jannetge. Partijen sluiten een overeenkomst over de boedelverdeling van de moederlijke erfenis. Dirck betaalt de kinderen een som van 600 gulden, hun moeder aangekomen door het overlijden van haar broeder Aernt Jansz van Elstuijn. Er worden voorwaarden gesteld aan het moment van uitbetalen en voldoening van de schulden door Dirck.) |
|||
vanaf 20-03-1680 | Getuige bij machtiging door zus Maertge e.a. | |||
vanaf 1681 | Vermeld in de gaarlijst van Stompwijk (zoutgeld e.a.) (Claas Dirksz Noordermeer trekker (man en vrouw - geen kinderen)) | |||
vanaf 10-09-1681 | Testament (ONA Leidschendam 10-9-1681: langstlevende-testament van het echtpaar Claes Dirksz Noordermeer en Maria Pellenaersdr van Aelenburgh, wonend te Leidschendam. Maria ligt ziekelijk te bedde. Zij hebben 1 kind, dat bij huwelijk een som van 80 gld. zal krijgen.) |
vanaf 10-09-1681 | Testament (ONA Leidschendam 10-9-1681: langstlevende-testament van het echtpaar Claes Dirksz Noordermeer en Maria Pellenaersdr van Aelenburgh, wonend te Leidschendam. Maria ligt ziekelijk te bedde. Zij hebben 1 kind, dat bij huwelijk een som van 80 gld. zal krijgen.) |
![]() |
13 1656 huis Jan Gijsbertsz van Sonnevelt |
vanaf 1623 | Timmerman |
van 1627 tot 1628 | Heilige Geestmeester van Voorhout |
vanaf 20-04-1600 | Boedelverdeling (ORA Voorhout 72. 20-4-1600. Aefgen Cornelisdr. weduwe van Gijsbert Dirckszn. van Zonnevelt met Philips Corneliszn. haar broer als haar gekoren voogd en Jan Dirckszn. van Zonnevelt oom en Louris Corneliszn. neef en bloedvoogden over Cornelis 10 jr, Jan 5 jr en Haesge 10 jr delen de boedel. De moeder behoudt alles en zal de kinderen bij 20 jaar 12 gulden uitreiken alsmede een uitzet. Zij stelt tot waarborg haar huis en barg, belend ZW Philip Joostenzn., NW Pieter Corneliszn. decker met bruikwaar, O Claes Pieterszn. Havick en Z op het smalst snepeyndeeken Philip Joostenzn. voorsz.) | |||
van 1623 tot 1669 | Transacties onroerend goed e.a. te Voorhout (ORA Voorhout: 20v. 9-5-1623. Jan Gijsbertszn. van Sonnevelt timmerman verkoopt Cornelis Janszn. houtkoper te Sassenheim een huis en erf alles volgens de oude brief. Voldaan door overdracht van een huis en erf te Sassenheim. 53. 1-7-1625. Claes Gerritszn. Room verkoopt Jan Gijsbertszn. van Sonnevelt een leeg erf gelegen aan de Heerweg, breed 6 roe en achter 8 roe, daarop de koper getimmerd heeft, belend ZO de Heerweg, ZW Jan Corneliszn., NW de Schouwbare watering en NO Jan Gerritszn. schoemaker, belast met 250 gulden tbv Jan Willemszn. Cortswager daarvan de koper 3 jr rente moet betalen de penning 20 en daarna aflossen, voor 225 gulden. 53v. 1-7-1625. Jan Gijsbertszn. van Sonnevelt verkoopt Adriana Adriaensdr. weduwe van Jan Dirckszn. Sonnevelt een leegstaand erf daarop de koopster een huisje heeft getimmerd, belend ZO de verkoper en de Heerweg, ZW de verkoper, NW de Schouwbare watering en NO Jan Gerritszn. schoemaker, belast met 60 gulden tbv Jan Willemszn. Cortswager, voor 122 gulden boven de belasting. 8v. 12-1-1630. Schuldbrief bij overzetting tbv Jan Gijsbertszn. van Sonnevelt met hypotheek op het gekochte. 13v. 11-6-1630. Jan Gijsbertszn. van Sonnevelt verkoopt Huych Corneliszn. zijn zwager een huis en erf, belend ZO de Heerweg, ZW Jan Corneliszn., NW Adriaen Adriaensdr. weduwe van Jan Dirckszn. van Sonnevelt en de schouwbare watering en NO de voorsz. weduwe, voor 720 gulden. 35. 14-2-1632. Pieter Ambrosiuszn. van Brunsdorp, Adriaen Quirijnszn. van Paddenpoel, Pieter Hollebeecke en Anthonis Pieterszn. van Diemen aalmoezeniers of meesters van de gemene huisarmen te Leiden verkopen Jan Gijsbertszn. van Sonnevelt 5 hond 66 roe teelland, belend NO Jr Guislain van der Laen, ZO en ZW Joriaen Pieterszn. van Veen met bruikwaar en ZW Cornelis van Rijn en Cornelis Zegerszn. van Outshoorn. Voldaan met een schuldbrief van 780 gulden. 133v. 8-12-1635. Gerrit Corneliszn. van Rijn wonende Rijnsburg verkoopt Jan Gijsbertszn. van Sonnevelt 7 hond tijnsbaar weiland zoals het de verkoper opgekomen is uit de boedel van Cornelis Zegerszn. van Outshoorn zijn schoonvader, belend O en N koper met bruikwaar, Z Jacob Adriaenszn. Luck, en W Cornelis Corneliszn. Houckman. Voldaan met een schuldbrief van 1400 gulden. 174. 25-5-1638. Jan Gijsbertszn. van Sonnevelt verkoopt Cors Corneliszn. van Elstgeest 2 1/2 hond land gelegen op de Hogelantdorp, belend ZO de Heerweg, ZW de koper, NW de Abdij van Rijnsburg en NO de heer van de Uytterbuurt, voor 340 gulden. 191. 23-4-1640. Jan Gijsbertszn. van Sonnevelt schuldig aan de Heilige Geest van Voorhout 22 gulden 10 st per jr met hypotheek op 7 hond weiland, belend O en N de schuldenaar met bruikwaar, Z JacobAdriaenszn. Luck en W Cornelis Corneliszn. Houckman. Afgelost 17-5- 1663. 2v. 11-3-1643. Jan Janszn. van der Vecht wonende Leiden als gemachtigde van Jhr Gerard Ingenuland ambtman tot Angeroort bejaarde zoon en mede-erfgenaam van Jhr Johan lngenuland bij joffr Alijdt van Assendelft beiden overleden en als mede-prelegateris van wijlen joffr. Dieuwer van der Laen zijn grootmocder die weduwe was van Jhr Hendrick van Assendelft verkoopt Jan Gijsbertszn. van Sonnevelt een zeer vermakelijke en welgelegen woning als huis, schuur, barg en boomgaard met de laan, gronden en landen daartoe behorende, groot 2 morgen 520 roe gelegen aan de Dinsdagse watering, gemerkt met de letters A, D en F, belend NO voorbij de weg Dirck Dirckszn. van Elstgeest, daaraan de voorsz. Dinsdagse watering en daaraan Jonkvrouwe van Soutelande, ZO de kinderen van Jan Dirckszn., Jan Pieterszn. Schouten en de koper met de navolgende partij, ZW de partijen gemerkt D en E, item Jan Dirckszn. kinderen voorsz. en de koper en NW voor Dirck Dirckszn. van Elstgeest met een gedeelte van de laan en daaraan Jan Dirckszn. kinderen, een partij land gelegen rechl achter de voorsz. woning en landen gemerkt Fgroot 224 roe, belend NO Jan Pieterszn. Schouten, ZO de heer tot Voorhout en ZW en NW de partijen G en F. Voldaan met een schuldbrief van 4275 gulden. 5v. 11-3-1643. Schuldbrief door Jan Gijsbertszn. van Sonnevelt van 4275 gulden met hypotheek op het gekochte. Borgen Dirck Dirckszn. van Elstgeest en Gerrit Janszn. van Wassenaer. Afgelost 10-7-1645. 45. 13-6-1645. Jacob Janszn. van Warmont verkoopt Jan Gijsbertszn. van Sonnevelt 376 roe teel- of weiland, belend NO de koper, ZO de koper en Cornelis van der Schuyr, ZW Jacob Adriaenszn. Lock en NW Cornelis Corszn. van der Cluft, voor 650 gulden. 37v. 18-5-1655. Jan Gijsbertszn. van Sonnevelt geeft in erfpacht uit aan Lenaert Janszn. timmerman die zulks aanvaardt 100 roe land gelegen ten zuidwesten van de boomgaard van Nicolaes van Dijck, belend NO Willem Schaep en Johan Schaep, strekkende van de Heerweg af tot aan Jacob Eeuwoutszn. kuipcroft, belast met 10 gulden erfpacht per jr tbv de heer Johan Schaep voorsz 66. 3-5-1657. Jan Gijsbertszn. van Sonnevelt schuldig aan de Heilige Geest van Noordwijk op Zee 80 gulden per jr met hypotheek op zijn woning als huis en erf met schuur, bargen en boomgaard alsmede 2 morgen 521 roe land gelegen aan de Dinsdagse watering, belend NO voorbij de weg Jacob Dirckszn. van Elstgeest daaraan de Dinsdagse watering en daaraan Jr van Soutelande, ZO Cooyman, de Kerk en de schuldenaar met de volgende partij, ZW Cornelis Corszn. en de erfgenamen van Claes Dirckszn., de schuldenaar, de weduwe en kinderen van Jan Pieterszn. Vogelesangh en Cornelis Corszn. voorsz. en NW voor de voorsz. Jacob Dirckszn. en de schuldenaar, 224 roe land gelegen recht achter de voorsz. woning, belend NO Jeronimus Cooyman voorsz., ZO de Kerk van Voorhout en ZW en NW de voorsz. woning. Afgelost 29-10-1663. 112. 1-11-1662. Jan Gijsbertszn. van Sonnevelt verkoopt Cornelis Janszn. Moeyenkint wonende Wassenaar een woning als huis, schuur en barg alsmede 5 morgen wei- of teelland, belend NO de Dinsdagse schouwbare watering, Jacob Dirckszn. van Elstgeest en de heer van Warmenhuysen, ZO dezelfde heer van Warmenhuysen, de Kerk van Voorhout, Cornelis Corszn. van der Cluft en juffrouw Maria van Outshoorn, ZW Cornelis Dirckszn. Lock met bruikwaar, Cornelis Corszn. van der Cluft, Jan Janszn. Vogelesangh, juffrouw Maria van Outshoorn en de nieuwe Trekweg en NW de koper, Cornelis Corszn. van der Cluft en Jan Janszn. Vogelesangh, voor 6505 gulden. 36v. 12-4-1669. Jan Gysbertszn. van Sonnevelt verkoopt Cornelis Janszn. Moeyenkint zeker hoekje land van 70 roe gelegen in en aan de woning van de koper, belend ZO de koper, ZW Dammas Lenaertszn. Schuyl, NW Jacob Dirckszn. Elstgeest en NO de Dinsdagse watering, voor 300 gulden.) |
|||
vanaf 1623 | Hoofdgeld (Hoofdgeld Voorhout 1623: Jan Gijsbertsz van Sonnevelt ende Grietgen Corsdr zijn huijsvrouwe met Lijsbet heur kint ende Floris Cornelisz haer knecht - 4 hoofden) |
|||
van 1627 tot 1664 | Pachter van de abdij Leeuwenhorst (Voorhout: Jan Gijsbertsz. Zonneveld te Voorhout 1627 – 1661 landhuur: 2 percelen weiland, het ene 805 roeden en het andere 10 hond, samen 3 morgen 5 roeden. 1627 – 1651 ƒ 30-0-0 1652 – 1661 ƒ 42-0-0 vorige pachter: Cornelis Cornelisz. in de Hoek. Jan Gijsbertsz. Zonneveld timmerman 1630 – 1664 landhuur: 369 roeden weiland zonder akker 1630 – 1644 ƒ 8-0-0 1645 – 1649 ƒ 9-0-0 1650 – 1654 ƒ 12-0-0 1655 – 1664 ƒ 13-0-0 vorige pachter:? ?) |
|||
vanaf 17-03-1628 | Verkoop land te Voorhout - ’s-Gravendam (ORA Voorhout 79v. 17-3-1628. Cornelis Gijsbertszn. van Sonnevelt en Jan Gijsbertszn. van Sonnevelt broers elk voor hen zelve en als last en procuratie hebbende van Adriaen Jacobszn. van Egmont wonende Soeterwoude aan de Hoge Rijndijk gehuwd met Haesge Gijsbertsdr. van Sonnevelt verkopen Dirck Symonszn. 4 hond land gelegen aan ’s-Gravendam, belend NW Jeroen Jacobszn. Sprockenburch, NO de heer van Staveren, ZO Zeger Janszn. Meynen en Cornelis Zegerszn. en ZW ’s-Gravendam. Voldaan met een penningbrief.) | |||
vanaf 21-03-1628 | Verkoop land te Voorhout (ORA Voorhout 78. 21-3-1628. Aefge Cornelisdr. weduwe van Adriaen Adriaenszn. met Jan Gijsbertszn. van Sonnevelt haar zoon en gekoren voogd verkoopt Zeger Janszn. Meynen 1 morgen land gelegen aan ’s-Gravendam, belend NO de voorsz. ’s-Gravendam, ZO en ZW Claes Philipszn. en NW Cornelis Meeszn. in de Sack, alles volgens de oude brieven, voor 615 gulden.) | |||
van 1632 tot 1668 | Vermeld als belender te Voorhout (10-6-1632, 9-5-1636, 11-3-1643, 3-5-1645, 27-1-1648, 24-1-1648, 2-4-1648, 3-6-1653, 10-4-1654, 7-5-1655, 2-11-1655, 6-5-1659, 16-3-1660, 2-2-1661, 6-4-1663, 5-6-1663, 17-5-1667, 23-5-1668: Jan Gijsbertszn van Sonnevelt (o.a. van weiland op het Hogelantdorp, land in de Binckhorsterpolder, land in de Elstgeesterpolder en van land over de Woonsdagse watering)) | |||
vanaf 10-02-1635 | Verkoop uit nalatenschap (ORA Valkenburg fol. 138: 10-2-1635: Gerrit Corsz van der Clucht, Claes Corsz van der Clucht, Cor Corsz van der Clucht, Jan Gijsbertsz van Sonnevelt als getrouwd hebbende Grietge Cors, voor henzelf en namens Claes Dircksz Noortwijck getrouwd hebbende Barbetgen Corsdr wonende tot Oudeschie volgens procuratie van 21-1-1635 voor schepenen van Oudeschie in de heerlijkheid van de stad Delft; Huich Cornelisz als getrouwd hebbende Huijbertge Cors wonende alle tot Voorhout, behalve Claes Corsz tot Warmond, alle broeders en zwagers van za. Jan Corsz van der Cluft, en daarmee diens erfgenamen voor een zesde part, uit eigen hoofde en uit renunciatie van de erfenis door Willem Sijmonsz wonende tot Sassenheim getrouwd hebbende Trijntge Garbrantsdr tevoren weduwe van Cors Gerritsz van der Clucht, hun moeder. De renunciatie van 10-6-1634 voor notaris Adriaen Paets wordt letterlijk geciteerd. Comparanten verklaren verkocht te hebben aan E. Cornelis Corsz van der Aer burger binnen Leiden een stuk weiland gelegen in Valkenburg, belend O: de kerk van Valkenburg, Z: de Brouckweg, W: de heer van Warmond, N: de weduwe en erfgenamen van Jan Cornelisz Backer veerman, onder conditie van de jongste waarbrief van 7-2-1632, betaald met 1350 in gereed geld en 9 rijksdaalders [hulde].) | |||
vanaf 08-12-1635 | Voogd voor nicht Engeltge Jansdr van Sonnevelt | |||
van 1642 tot 1665 | Vermeld in diverse notariële akten te Leiden (ONA Leiden 6-12-1642: Overeenkomst tussen jonkheer Gerardt Ingenulandt, amptman als eigenaar en een woning en landen in Voorhout bij de Nagelen Brugge aan de Dienstdaechse Wateringe en Jan Gijsberts van Sonnevelt als pachter van de voorschr. woning en landen. Er was enige onenigheid over betaling van de intrest, de betimmeringen die Jan aan de woning heeft gedaan, het vernieuwen van de watermolen en andere. Door tussenspreken van de advocaat Mr Frans van Warnevelt is overeenstemming bereikt. 13-2-1644: Jan Gijsbrechts van Sonnevelt, wonend te Voorhout bekent 400 gld. schuldig te zijn aan Maritge Matheus jonge dcohter van Voorhout. De akte is doorgehaald in 1659. 24-10-1654: Jan Gijsbertsz van Sonnevelt wonend te Voorhout is 200 gld. schuldig aan Adriaentge Magnusdr van Rhijn laatst weduwe van Herman Thonisz, schipper. 1-5-1655: Jan Gijsbrechtsz van Sonnevelt en Jan Cornelisz van der Wouw, als borg, beide wonend te Voorhout, zijn 200 gld. schuldig aan Bartholomeus Buijs. 8-4-1662: Cornelis Corss van der Cluft wonend te Voorhout is 300 schuldig aan Cornelis Jacobsz als vader en voogd van zijn drie kinderen gewonnen bij Annetge Pieters. Jan Gijsberts van Sonnevelt en Evert Leenderts Remmerswael, wonend te Voorhout, zijn borg. 16-5-1665: Cors Huijgens van Sijlhoff wonend te Voorhout en Jan Ghijsberts van Sonnevelt, wonend te Voorhout, als borg met Andries Philps backer, zijn 500 gulden schuldig aan Cornelis de Hap? rentmeester) |
|||
vanaf 18-01-1661 | Verkoop land te Voorhout (ORA Voorhout 18-1-1661: 98. 18-1-1661. Cors Janszn. van Sonnevelt als speciale last hebbende van Jan Gijsbertszn. van Sonnevelt zijn vader wonende Voorhout verkoopt de Diaconie Armen van Voorhout 3 hond 5 roe teelland gelegen op Hogelanddorp aan de Heerweg, belend NO de kinderen van Abraham Willemszn. van Egmont, ZO de Abdij van Rijnsburg, ZW het Gasthuis te Catwijk op de Rijn en Cornelis Hanneman bakker te Noordwijk en NW de Heerweg met waarborg 7 hond land gelegen achter zijn woning, belend NO de verkoper, ZO Cornelis Corszn. van der Cluft, ZW de Abdij van Rijnsburg en Cornelis Dirckszn. Lock met bruikwaar en NW de weduwe van Jan Pieterszn. Vogelesangh, voor 280 gulden.) | |||
vanaf 25-04-1665 | Schuldverklaring (ONA Leiden 25-4-1665: Cors Jans van Sonnevelt met zijn vader Jan Gijsbertsz van Sonnevelt als borg, beide wonend te Voorhout, verklaren 400 gld. schuldig te zijn aan Abraham Copla, koopman.) | |||
vanaf 15-06-1677 | Verkoop land te Voorhout (ORA Voorhout 138v. 139. 15-6-1677. Grietje Corsdr. weduwe van Jan Gijsbertszn. van Sonnevelt met Jacob Janszn. haar zoon verkoopt Cors Janszn. van Sonnevelt 2 hond wei- of hooiland gelegen in de Elstgeesterpolder, belend ZO het scheid van Sassenheim en Voorhout, ZW de heer van Warmenhuysen, NW Cornelis Janszn. Moeyenkint en NO de Dinsdagse watering, voor 130 gulden.) |
vanaf 1623 | Hoofdgeld (Hoofdgeld Voorhout 1623: Jan Gijsbertsz van Sonnevelt ende Grietgen Corsdr zijn huijsvrouwe met Lijsbet heur kint ende Floris Cornelisz haer knecht - 4 hoofden) |
|||
vanaf 30-06-1623 | Overdracht land te Sassenheim (ORA Sassenheim 72. 30-6-1623. Gerrit Corszn. voor hem zelve en Jan Gijsbertszn. man en voogd van Grietge Corsdr. in die kwaliteit mede voor hem zelve verkopen Willem Symonszn. hun stiefvader 7 hond land gemeen met nog andere twee 7 honden land, daarvan Cornelis Jacobszn. te Sassenheim komt 10 1/2 hond en Jan Corszn. hun broer 3 1/2 hond, zijnde een gedeelte van het land genaamd de Hoochcamp, belend in zijn geheel, ZW Barthout van der Wyburch en Cornelis Jacobszn., ZO Marytge Huybertsdr. weduwe van Jan Diertszn., NO Cleypoel en NW de Kerk van Sassenheim, belast met 1/3 van van 10 gulden per jr tbv de Kerk voorsz., welk verkochte land in de boedelscheiding van Cors Gerritszn. hun za vader en schoonvader op 18- 6-1615 gepasseerd voor Dirck Wolphertszn. notaris daarvan een extract authentiek aan de acte is gehecht, benevens hun andere broers en zusters met elkaar in het gemeen aangedeeld zijn geweest en dat daarna op 11-11-1618 de verkopers met Jan Corszn. hun broer tezamen aangedeeld is de voorsz. Hoochcamp groot 10 1/2 hond daarvan de voorsz. 7 1/2 hond 2/3 delen van zijn, blijvende het laatste 1/3e gedeelte in handen van Jan Corszn. volgens de akte onder de hand met hun broers en assistentie van Pieter Maertenszn., Jan Willemszn. schipper, Dammas Gerritszn. en Cornelis Gerritszn. hun omen, voor 1500 gulden.) | |||
vanaf 10-02-1635 | Verkoop uit nalatenschap (ORA Valkenburg fol. 138: 10-2-1635: Gerrit Corsz van der Clucht, Claes Corsz van der Clucht, Cor Corsz van der Clucht, Jan Gijsbertsz van Sonnevelt als getrouwd hebbende Grietge Cors, voor henzelf en namens Claes Dircksz Noortwijck getrouwd hebbende Barbetgen Corsdr wonende tot Oudeschie volgens procuratie van 21-1-1635 voor schepenen van Oudeschie in de heerlijkheid van de stad Delft; Huich Cornelisz als getrouwd hebbende Huijbertge Cors wonende alle tot Voorhout, behalve Claes Corsz tot Warmond, alle broeders en zwagers van za. Jan Corsz van der Cluft, en daarmee diens erfgenamen voor een zesde part, uit eigen hoofde en uit renunciatie van de erfenis door Willem Sijmonsz wonende tot Sassenheim getrouwd hebbende Trijntge Garbrantsdr tevoren weduwe van Cors Gerritsz van der Clucht, hun moeder. De renunciatie van 10-6-1634 voor notaris Adriaen Paets wordt letterlijk geciteerd. Comparanten verklaren verkocht te hebben aan E. Cornelis Corsz van der Aer burger binnen Leiden een stuk weiland gelegen in Valkenburg, belend O: de kerk van Valkenburg, Z: de Brouckweg, W: de heer van Warmond, N: de weduwe en erfgenamen van Jan Cornelisz Backer veerman, onder conditie van de jongste waarbrief van 7-2-1632, betaald met 1350 in gereed geld en 9 rijksdaalders [hulde].) | |||
vanaf 02-05-1650 | Verkoop uit nalatenschap (ORA Noordwijk 218. 2-5-1650. Jannetje Garbrantsdr. en Maertje Garbrantsdr. met Claes Janszn. Admirael hun gekoren voogd elk voor 1/3e mitsgaders Gerrit Corszn., Cornelis Corszn., Dirck Dirckszn., Jan Gijsbertszn. zo voor hem zelve en vervangende Barbara Corsdr. weduwe Claes Dirckszn. en de weeskinderen van Claes Corszn., allen kinderen van Trijntje Garbrantsdr. tezamen voor 1/3e allen als erfgenamen van Gijsbert Garbrantszn. verkopen Lenaert Philipszn. wonende alhier op de Nes 7½ hond land gelegen op de Nes, belend NO Pieter Hendrickszn. van ‘s-Gravendijck met bruikwaar, ZO Jan Franszn., ZW Dirck Symonszn. met bruikwaar en NW Thonis Janszn. Smith, voor 950 gulden contant.) | |||
vanaf 14-05-1676 | Procuratie te Voorhout (130v. 14-5-1676. Corstiaen van der Cluft en Jacob Janszn. van Sonnevelt als last en procuratie hebbende van Huybertge Corsdr. weduwe van Dirck Dirckszn. van Elstgeest haar broer en zusters zoon verkoopt Cornelis Pieterszn. van Bourgoigne een woning als huis en barghuis met koestal alsmede een boomgaard, belend ZO de Heerweg, ZW Dirck Corneliszn. van Campen, NW de Dinsdagse watering en NO de uitgang van het achterste huis, voor 690 gulden.) | |||
vanaf 15-06-1677 | Verkoop land te Voorhout (ORA Voorhout 138v. 139. 15-6-1677. Grietje Corsdr. weduwe van Jan Gijsbertszn. van Sonnevelt met Jacob Janszn. haar zoon verkoopt Cors Janszn. van Sonnevelt 2 hond wei- of hooiland gelegen in de Elstgeesterpolder, belend ZO het scheid van Sassenheim en Voorhout, ZW de heer van Warmenhuysen, NW Cornelis Janszn. Moeyenkint en NO de Dinsdagse watering, voor 130 gulden.) |
vanaf 1662 | Schrijver | |||
vanaf 1666 | Afslager van vis te Noordwijk |
vanaf 17-07-1653 | Koop huis en erf te Noordwijk (ORA Noordwijk 78v. 17-7-1653. Cornelis Corneliszn. Erffort alias Cornelis Pier Neven als vader en voogd over Jannetje Cornelisdr. verkoopt Jacob Janszn. van Sonnevelt de helft van een huis en erf gelegen te Noordwijk op Zee, waarvan de koper de wederhelft toekomt, ‘t voorsz. kind opgekomen bij erfenis van Jannetje Garbrantsdr., belend NO de verkoper, ZO Maritje de Roth en Harman Corneliszn., ZW het Dorpsplein of de buiert en NW Neeltje Claesdr. en de Zeewerf. Voldaan met een schuldbrief. 79. 17-7-1653. Volgt schuldbrief van 375 gulden met hypotheek op het gekochte) |
|||
vanaf 29-12-1661 | Overdracht huis en erf te Noordwijk (ORA Noordwijk 163. 29-12-1661. Cornelis Corneliszn. van Erffort als erfgenaam van Jannetje Garbrantsdr. overleden te Noordwijk op Zee had verkocht Adriaen Volckertszn. bijgenaemt Soldaet en nu bij naasting door Jacob Janszn. van Sonnevelt wonende te Noordwijk op Zee draagt op aan dezelfde een huis en erf gelegen aan de Buurdwarsweg en aan de werf of strand, gelegen te Noordwijk op Zee, voor 100 gulden contant.) | |||
vanaf 15-04-1662 | Verkoop huis te Noordwijk (ORA Noordwijk 25. 15-4-1662. Jacob Janszn. van Sonnevelt schrijver wonende te Noordwijk op Zee verkoopt Dirck Janszn. Buns mede wonende aldaar een huis en erf gelegen aldaar, belend NO de weduwe van Adriaen Dirckszn., ZO de weg, ZW de verkoper met zijn aangehouden erf van dit huis en NW de Zeestraat, voor 160 gulden contant alsmede 4 gulden 6 st voor t gelach.) | |||
vanaf 13-02-1666 | Borgstelling (13-2-1666: Gijsbrecht Jans van Sonnevelt, wonend te Oestgeest en Cors Jansz van Sonnevelt, wonend te Voorhout zijn borgen voor hun broer Jacob Jans van Sonnevelt, afslager van de vis te Noordwijk) | |||
vanaf 06-06-1669 | Verkoop uit nalatenschap (ORA Noordwijk 76. 6-6-1669. Jan Jacobszn. van Sonnevelt gehuwd met Leentje Harmansdr., Item Jacob Janszn. Sonnevelt man en voogd van Trijntje Harmansdr., Job Jacobszn. gehuwd met Annetje Harmansdr., allen kinderen van Harman Corneliszn. Moeyman overleden alhier stellen dat Harman Corneliszn. in zijn leven met Jan Jacobszn. beiden voorsz hadden verkocht en dat zij nu opdragen aan Jacob Bancraszn. van Uyttenhoven wonende te Noordwijk op Zee een huis en erf gelegen aldaar aan het Plein, belend ZO de kinderen van Trijntje Arentsdr. en NW Jacob Janszn. van Sonnevelt, strekkende voor van het dorpsplein voorsz. tot aan Maertje Jansdr. de Rot, alles volgens de oude brieven de jongste van 31-5-1621, voor 225 gulden contant. De koper verklaart dat hij nog is overeengekomen dat hij in het huis geen publieke nering van tappen of verkopen van bier of wijn of een herberg zal vestigen) | |||
vanaf 14-05-1676 | Procuratie te Voorhout (130v. 14-5-1676. Corstiaen van der Cluft en Jacob Janszn. van Sonnevelt als last en procuratie hebbende van Huybertge Corsdr. weduwe van Dirck Dirckszn. van Elstgeest haar broer en zusters zoon verkoopt Cornelis Pieterszn. van Bourgoigne een woning als huis en barghuis met koestal alsmede een boomgaard, belend ZO de Heerweg, ZW Dirck Corneliszn. van Campen, NW de Dinsdagse watering en NO de uitgang van het achterste huis, voor 690 gulden.) | |||
vanaf 15-06-1677 | Verkoop land te Voorhout (ORA Voorhout 138v. 139. 15-6-1677. Grietje Corsdr. weduwe van Jan Gijsbertszn. van Sonnevelt met Jacob Janszn. haar zoon verkoopt Cors Janszn. van Sonnevelt 2 hond wei- of hooiland gelegen in de Elstgeesterpolder, belend ZO het scheid van Sassenheim en Voorhout, ZW de heer van Warmenhuysen, NW Cornelis Janszn. Moeyenkint en NO de Dinsdagse watering, voor 130 gulden.) | |||
vanaf 21-11-1680 | Verkoop huis en erf met kaatsbaan te Noordwijk (ORA Noordwijk 161. 21-11-1680. Jacob Janszn. van Sonnevelt wonende te Noordwijk op Zee verkoopt Paulus Jacobszn. Sonnevelt een huis en erf met kaatsbaan alsmede de inboedel gelegen te Noordwijk op Zee, belend NO Claes Dirckszn. Cruys-hoeck, ZO Jacob Bancraszn. van Uyttenhoven, ZW het Dorpsplein of de Buurt en NW Engel Claeszn. en de Zeewerf, alles volgens de oude waarbrieven, daarvan de jongste is van 17-7-1653, voor 700 gulden contant en voor de meubels 185 gulden contant) | |||
vanaf 23-12-1682 | Borg voor Paulus Jacobszn van Sonnevelt | |||
vanaf 01-05-1692 | Verkoop huis en erft te Noordwijk (ORA Noordwijk 223. 1-5-1692. Jacob Janszn. van Sonnevelt wonende te Noordwijk op Zee verkoopt Leendert Willemszn. Kelderman wonende aldaar een huis en erf gelegen op het Plein of de Buurt aldaar, belend NO de weduwe van Huygh Cor-neliszn. Hennevanger, ZO het Plein of de Buurt voorsz., ZW Cornelis Pieterszn. Berendregt en NW Willem Pieterszn. van der Mij en de Grafelijkheids wildernis, alles volgens de oude waarbrieven, daarvan de jongste is van 12-12-1684, voor 70 gulden contant) |
vanaf 06-06-1669 | Verkoop uit nalatenschap (ORA Noordwijk 76. 6-6-1669. Jan Jacobszn. van Sonnevelt gehuwd met Leentje Harmansdr., Item Jacob Janszn. Sonnevelt man en voogd van Trijntje Harmansdr., Job Jacobszn. gehuwd met Annetje Harmansdr., allen kinderen van Harman Corneliszn. Moeyman overleden alhier stellen dat Harman Corneliszn. in zijn leven met Jan Jacobszn. beiden voorsz hadden verkocht en dat zij nu opdragen aan Jacob Bancraszn. van Uyttenhoven wonende te Noordwijk op Zee een huis en erf gelegen aldaar aan het Plein, belend ZO de kinderen van Trijntje Arentsdr. en NW Jacob Janszn. van Sonnevelt, strekkende voor van het dorpsplein voorsz. tot aan Maertje Jansdr. de Rot, alles volgens de oude brieven de jongste van 31-5-1621, voor 225 gulden contant. De koper verklaart dat hij nog is overeengekomen dat hij in het huis geen publieke nering van tappen of verkopen van bier of wijn of een herberg zal vestigen) |
vanaf 13-06-1677 | Verkoop land te Voorhout (ORA Voorhout 138v. 13-6-1677. Jan Janszn. van Sonnevelt gehuwd met Trijntge Symonsdr. wonende Noordwijk in die kwaliteit gerechtigd tot 1/6 van na te noemen land verkoopt Pieter Dirckszn. van Elstgeest wonende Amsterdam 1/6 van 17 hond land genaamd het Noordwijkerland, belend ZO de Dinsdagse watering, ZW Willem Gerritszn. met bruikwaar, NW de Heerweg en NO Wouter Janszn. van der Meer en Cornelis Dirckszn. Achthoven met bruikwaar, alles volgens de oude brieven daarvan de jongste is van 31-3-1674, voor 375 gulden.) |
vanaf 13-06-1677 | Verkoop land te Voorhout (ORA Voorhout 138v. 13-6-1677. Jan Janszn. van Sonnevelt gehuwd met Trijntge Symonsdr. wonende Noordwijk in die kwaliteit gerechtigd tot 1/6 van na te noemen land verkoopt Pieter Dirckszn. van Elstgeest wonende Amsterdam 1/6 van 17 hond land genaamd het Noordwijkerland, belend ZO de Dinsdagse watering, ZW Willem Gerritszn. met bruikwaar, NW de Heerweg en NO Wouter Janszn. van der Meer en Cornelis Dirckszn. Achthoven met bruikwaar, alles volgens de oude brieven daarvan de jongste is van 31-3-1674, voor 375 gulden.) |
vanaf 13-02-1666 | Borgstelling (13-2-1666: Gijsbrecht Jans van Sonnevelt, wonend te Oestgeest en Cors Jansz van Sonnevelt, wonend te Voorhout zijn borgen voor hun broer Jacob Jans van Sonnevelt, afslager van de vis te Noordwijk) | |||
van 1682 tot 1687 | Stukken over voogdijschap over Pieter Gijsen van Sonnevelt (ONA Leiden 23-6-1685: Cors Jans van Sonnevelt wonend te Voorhout als voogd van Pieter Gijsen van Sonnevelt, minderjarige zoon van zijn overleden broer Gijs Jans van Sonnevelt heeft ontvangen een som van 600 gld. tegen een jaarlijkse rente. ONA Leiden 12-11-1682: Pieter Cornelisz Slobbe wonende ’inden Ambachte van Oestgeest’ verkoopt vee aan Cors Jansz van Sonnevelt, zijn zwager: een bijz. blaerde koe van drie kalven, 40 gld; een rode koe met enig wit van vijf kalven, 43 gld.; een rode dito met een gremel hoofd van drie kalven, 36 gld. etc. In totaal koopt Cors voor 1.538 gld. 18 koeien/vaarsen/kalven, 1 paard, 1 merrie, tarwe, haver, bonen, erwten, hooi, 2 wagens, eggen, ploegen en touwen, knollen staand op 2 morgen land, turf, 5 ketels en 3 wrong kuipen, 7 boter- en kaasvaten, 2 karen (karnen?) en enige mouwen, 6 emmers, hooirieken, schoppen e.a.m 2 kasten, 2 banken met enig linnen en wol, 4 bedden met toebehoren, 1 klokje met gewicht, 1 schelf hooi staande op de werf, 4 kuipen bostel (afvalproduct bier/veevoer) In de marge: staand op de woning van Cleijn Endegeest en de landen, door de koper van de heer van Endegeest in huur gebruikt. De koper zal o.a. landhuur betalen aan de heer van Woestwesel Endegeest. 418 gld. is voor Pieter Gijsberts van Sonnevelt, nagelaten weeskind van Gijsbert Jans van Sonnevelt en Nelletge Cornelis Slobbe, beide overleden. Dit bedrag gaat in mindering op de schuld van 800 gld. die Pieter Cornelis Slobbe sinds 1679 als voogd schuldig is aan het weeskind. ONA Leiden 5-6-1687: Kors Jans Sonneveld, wonend te Voorhout en Pieter Gijsen Sonneveld wonend te Oestgeest, geven te kennen dat tussen hen een ongedecideerd proces voor de Hove van Holland hangende was. Ter voorkoming van verwijdering en ongenoegen komen zij het volgende overeen: Kors Jans Sonneveld zal binnen 6 weken aan Pieter Ghijsz Sonneveld een som van 400 gld. betalen, die hij uit het vaderlijk goed tegoed had van zijn voogden Pieter Cornelis Slobbe en Kors Jans. Er speelt ook nog een restitutie aan Kors van 200 gld. voor onkosten m.b.t. Pieter Cornelis Slobbe of de heer van Endegeest. Klaas Dirks Klinckenbergh te Voorhout is borg voor Kors. Op dezelfde dag tekent Kors Jans Sonneveld een schuldverklaring voor 200 gld. aan Klaas Dirks Klinckenberg, getrouwd met Elsgen Willems van Pelsteijn, te voren weduwe van Huijbert Jans Brelofs. Met nog een som van 398 gld over landhuur met verponding en morgengeld, omdat Klaas Dirks zich borg heeft gesteld voor 400 gld. Ter voldoening en zekerstelling verkoopt Kors vee, goederen en huisraad aan Klaas. Hij mag de goederen echter wel blijven gebruiken.) |
vanaf 1623 | Hoofdgeld (Hoofdgeld Voorhout 1623: Jan Gijsbertsz van Sonnevelt ende Grietgen Corsdr zijn huijsvrouwe met Lijsbet heur kint ende Floris Cornelisz haer knecht - 4 hoofden) |
vanaf 16-10-1681 | Vermeld in de boeken van de weeskamer te Voorburg (Weeskamer Voorburg 16-10-1681: Regeling voor het weeskind tussen: Lenaert Jansz van der Laen, weduwnaar van Trijntge Cornelis van ’t Slot wonende op de Binnepolders Watermolen te Voorburg en Lenaert Corn. van ’t Slot wonende aan ’t Haechse Schouw onder Voorschoten als oom en bloedvoogd over Geertruijt Leenderts, 4,5 jaar oud, dochter van Trijntge Cornelis.) |
vanaf 16-10-1681 | Vermeld in de boeken van de weeskamer te Voorburg (Weeskamer Voorburg 16-10-1681: Regeling voor het weeskind tussen: Lenaert Jansz van der Laen, weduwnaar van Trijntge Cornelis van ’t Slot wonende op de Binnepolders Watermolen te Voorburg en Lenaert Corn. van ’t Slot wonende aan ’t Haechse Schouw onder Voorschoten als oom en bloedvoogd over Geertruijt Leenderts, 4,5 jaar oud, dochter van Trijntge Cornelis.) |
vanaf 1623 | Rietdekker |
vanaf 1623 | Hoofdgeld Rijnsburg (Hoofdgeld Rijnsburg - 1623. Campvierendeel: cornelis pietersz [hoogervorst, riet]decker, en jorisgen jansdr, man en wijf, met trijntgen en ermpgen, hare kinderen - 4.) |
|||
vanaf 1673 | Notariële verklaringen te Leiden (Leiden, notaris Justus Gerstecoren, 22-4-1673: Cornelis Pieters Hogervorst Decker out 78 jaren wonend tot Rijnsburch ende Pieter Woustersz Hogergeest out 70 jaeren wonende tot Oegtsgeest verklaarden ter zake van Willeboord Gerbrantsz van Paridon ende Willem Willmsz Pasveer getrout met Sijtgen Juriaens van Paridon, wel heeft gekent de personen van Simon & Pieter Gerbrantsz, gebroeders van Grietgen Gerbrants. Grietgen had verklaard dat haer vaeder niet meer als drie kinderen had. Simon is overleden te Oegstgeest in de Poelgeest buijrt in zijn eigen huisje naast het slot van Out Alkemade en te Oegstgeest begraven. Pieter Gerbrants is overleden te Rijnsburch in sijn eijgen huis op de hoeck van de Koestraet en te Rijnsburg begraven. Leiden, notaris Herman van den Bosch, 23-9-1673: Cornelis Pietersz Hogervorst Decker out 78 jaeren wonend tot Rijnsburch, Pieter Wouters Hogergeest out 70 jaeren wonende tot Oegstgeest op verzoek van de kintskinderen van wijlen Simon & Pieter Gerbrants. Zij leggen een verklaring af over de nakomelingen van Simon en Pieter.) |
vanaf 1623 | Hoofdgeld Rijnsburg (Hoofdgeld Rijnsburg - 1623. Campvierendeel: cornelis pietersz [hoogervorst, riet]decker, en jorisgen jansdr, man en wijf, met trijntgen en ermpgen, hare kinderen - 4.) |
vanaf 1623 | Hoofdgeld Rijnsburg (Hoofdgeld Rijnsburg - 1623. Campvierendeel: cornelis pietersz [hoogervorst, riet]decker, en jorisgen jansdr, man en wijf, met trijntgen en ermpgen, hare kinderen - 4.) |
vanaf 1623 | Hoofdgeld Rijnsburg (Hoofdgeld Rijnsburg - 1623. Campvierendeel: cornelis pietersz [hoogervorst, riet]decker, en jorisgen jansdr, man en wijf, met trijntgen en ermpgen, hare kinderen - 4.) |
![]() |
14 Rijnsburg-Oegstgeest-Rustenburg |
vanaf 1623 | Hoofdgeld Rijnsburg (Hoofdgeld Rijnsburg - 1623. Dorp vierendeel: willem pietersz van veen [van paridon, bouwman] en grietgen sijmonsdt [thoflant], man en wijf, met pieter, fijtgen, haesgen, gerrit en frans, hare kinderen - 7.) |
|||
vanaf 16-08-1642 | Verkoop jaarlijkse rente (Leiden, notaris Pieter Dircxz van Leeuwen, 16-8-1642: Frans Willemsz van Veen woonachtich tot Rijnsburch als Principael en zijn vader Willem Pietersz van Veen als borg, woonachtich tot Rhijnsburch, hebben verkocht aan Cors? Pietersz bijnaem? Jan Meess Schipper tot Rhijnsburch een ewige ende erffelijcke rente van 21 guldens...) | |||
vanaf 1652 | Weerbare man te Rijnsburg (Frans Willemsz. Veen een pieck) | |||
vanaf 23-05-1655 | Obligatie (Leiden, notaris Jacob Jansz de Haes, 23-5-1655: Frans Willemsz van Veen wonend te Reijnsburch, is 400 gld. schuldig aan Pieter Huijbertszn Duijndam mede wonend tot Reijnsburch. Gerrit Willemsz Heer, wonend te Reijnsburch is broer, borg en mede-principaal.) | |||
vanaf 19-10-1655 | Testament (Leiden, notaris Jacob Jansz de Haes, 19-10-1655: testament van Frans Willemsz van Veen, Jonghman woonend tot Reijnsburch. Tot zijn algehele universele erfgenamen worden genoemd Jannetgen Dircksz van der Leth, zijn, testateurs dienstmaecht, zijn toekoomende huijsvrouw, voor de ene helft en het kind of kinderen voor de andere helft. Het testament is ondertekend door Frans Willemsz Veen en Jannetgen Dirckx van Leth) |
|||
vanaf 03-06-1656 | Obligatie (Leiden, notaris Jacob Jansz de Haes, 3-6-1656: Frans Willemsz van Veen wonend te Reijnsburch, is 300 gld. schuldig aan Jan Govertsz Langevelt (zwager) wonend tot Rijnsburg, Heere Adriaen de Knotter woonende te Leiden) | |||
vanaf 26-05-1669 | Obligatie (Leiden, notaris Johan van Noort, 26-5-1669: Frans Willemszn Veen, woonende omtrent Rustenburgh inden Ambachte van Oestgeest als principaal, en Mr. Philps van Loon, Chirugin, woonende tot Rijnsburgh als borg en medeprinsipaaal, zijn schuldig aan Pieter Jansz van Couwenhoven mede woonende tot Rijnsburch een som van 100 car. gld.) | |||
vanaf 19-07-1670 | Obligatie (Leiden, notaris Nicolaes van Leeuwen, 19-7-1670: Frans Willemsz van Veen, woonende aende Hogemorsch, onder de heerlickheijdt van Oestgeest, is 705 gld. schuldig aan de hr. Adriaen Witterts, wonende tot Leijden, voor paarden, melkkoeien, vaarsen, paardewagens, hooi, tarwe, gerst op het veld.) |
vanaf 19-10-1755 | Testament (Leiden, notaris Jacob Jansz de Haes, 19-10-1655: testament van Frans Willemsz van Veen, Jonghman woonend tot Reijnsburch. Tot zijn algehele universele erfgenamen worden genoemd Jannetgen Dircksz van der Leth, zijn, testateurs dienstmaecht, zijn toekoomende huijsvrouw, voor de ene helft en het kind of kinderen voor de andere helft. Het testament is ondertekend door Frans Willemsz Veen en Jannetgen Dirckx van Leth) |
vanaf 20-11-1720 | Regeling weeskinderen (Weeskamer Rijnsburg 20.11.1720. Elisabet Simons van Crimpen verklaart dat haar man Abraham [Samuelsz] Buijtenom in Oostindien is overleden zonder in de voogdij te hebben voorzien over zijn kinderen Saartje (15 j) en Lijsje (3 j). Op haar voorstel benoemt de weeskamer haar oom Simon van Leeuwen, warmoezier te Leiden tot voogd. Met hem regelt zij op 12.9.1722 de uitkoop en het vaderlijk bewijs van Saartje. Zij zal 3 gld ontvangen. De weduwe gaat hertrouwen met Jan Fransz van Veen) | |||
vanaf 18-02-1724 | Getuige bij doop kleinkind Geertje de Graaf (Rijnsburg) (Ook vermeld op 18-2-1725) | |||
vanaf 1733 | Vermeld in register verponding Rijnsburg (In de Kerkstraat: Jan Franse van Veen, 2.25) |
vanaf 20-11-1720 | Regeling weeskinderen (Weeskamer Rijnsburg 20.11.1720. Elisabet Simons van Crimpen verklaart dat haar man Abraham [Samuelsz] Buijtenom in Oostindien is overleden zonder in de voogdij te hebben voorzien over zijn kinderen Saartje (15 j) en Lijsje (3 j). Op haar voorstel benoemt de weeskamer haar oom Simon van Leeuwen, warmoezier te Leiden tot voogd. Met hem regelt zij op 12.9.1722 de uitkoop en het vaderlijk bewijs van Saartje. Zij zal 3 gld ontvangen. De weduwe gaat hertrouwen met Jan Fransz van Veen) |
vanaf 1674 | Herbergier te Leytschendam |
vanaf 30-11-1647 | Koop land te Leidschendam (Stompwijk, 3-12-1648: Jan Corn.s Huijbertsz van Veen wonend aan den Hoorn aan den Leijtschendam in de Banne van Stompwijck verklaart op 30-11-1647 voor 430 gld. verkocht te hebben aan Leendert en Bastiaen Barthoutszn van der Clau, gebroeders wonend in de heerlijkheid van Veur, een partij heel veenland, gelegen achter den Leijtschendam in de polder van Tedingerbrouck in de Banne van Stompwijk.) | |||
vanaf 23-02-1670 | Afhandeling nalatenschap (Leendert en Bastiaan Barthoutsz van der Claauw voor henzelf alsmede Cornelis Pietersz van Veen getrouwd hebbende Leentje Barthouts van der Claauw en Annetje Barthouts van der Claauw en Harman en Cornelis Pietersz van der Claauw voor henzelf en voorn Leendert en Bastiaan als voogden over Neeltje, Beatrix en Maartje Pieters van der Claauw, nagelaten minderjarige kinderen van za Pieter Barthoutsz van der Claauw, alle (kinds)kinderen van za Leentje Pieters weduwe van Barthout Cornelis van der Claauw wonende aan de Leidschendam te Stompwijk en te Veur. Verdeling stukken land met de belendingen) |
vanaf 1681 | Kuiper (Was in 1681 getrouwd en had een kind jonger dan 4 jaar) |
vanaf 1679 | Bouwman |
vanaf 24-11-1671 | Ambachtswaarder van Voorburg |
van 09-05-1664 tot 24-11-1671 | Eigenaar huis aan de Herenstraat te Voorburg (Transportakte Voorburg, 9-5-1664: Jan Cornelisz Colijn gehuwd met Geertge Cornelis van Rhijn, verkoopt voor f 1.650,- aan Jacob Waellinghsz Veen een huis aan de zuidzijde van de Herenstraat. O en Z: Huijch Pietersz Verboon; W: Matheus Pietersz Hofflant; N: Herenstraat Op 24-11-1671 wordt het huis voor f 1.300 verkocht aan Jan van der Wilde, bode. Jacob Waellingsz is dan vermeld als ambachtsbewaarder.) |
|||
vanaf 01-04-1670 | Koop land aan de Lage Burch te Voorburg (Transportakte Voorburg, 1-4-1670: Johan van Wassenaer, heer van Warmond, Hazerswoude etc., verkoopt voor f 530,- aan Jacob Waellinghsz Veen een croft teelland, groot 3 hont; was in huur Jacob Waellinghsz Veen Locatie: Lage Burch) |
|||
vanaf 23-05-1679 | Schuldeiser (Transportakte Voorburg, 23-5-1679: Pieter Cornelisz Versijden, meesterschoenmaker leent f 300,- van Jacob Waellinghsz Veen, bouwman. Onderpand een huis aan de zuidzijde van de Herenstraat. Op 24-4-1685 leent Maertge Ariens Gerdijn, weduwe van Lenaert Jans Router, f 500,- van Jacob Walings Veen. Onderpand: een croft weiland, groot 2 morgen, aan het Westeinde noordzijde) |
|||
vanaf 10-05-1684 | Koop huis aan de Kerklaan te Voorburg (Transportakte Voorburg, 10-5-1684: Pieter Jansz Oosterkerck, wagenmaker verkoopt voor f 500,- aan Jacob Walinghsz Veen een huis, door verkoper verkregen van zijn vader Jan Jansz Soeten, aan de oostzijde van de Kerklaan. O: Buursloot; Z: Arijen Jansz van der Cleij; W: Heerstraat [Kerklaan]; N: Weduwe van Jan Gerritsz Schout) |
|||
vanaf 14-08-1694 | Regeling weeskind (Weeskamer Voorburg, 14-8-1694: Enerzijds: Ariaantje Jansz van Veen, weduwe van Cornelis Jacobsz van Veen, geassisteert met Dirk Jansz Veen, haar broer. Anderzijds: Jacob Walingsz Veen, grootvader en Waling Jacobsz Veen, oom, als voogden over Gerrebrand Cornelisz van Veen, enige nagelaten zoon van Cornelis Jacobsz. Zij regelen de opvoeding en onderhoud van het weeskind en de scheiding van de boedel.) | |||
vanaf 06-05-1695 | Verkoop uit nalatenschap (Transportakte Voorburg, 6-5-1695: Jan van Burgende [Burcheijnde], marktschipper van Den Haag naar Amsterdam voor hemzelf, Lena Cornelis Burgende, bejaarde ongehuwde dochter, Aalbert van Loenen, gehuwd met Maria Cornelis Burgende, samen kinderen van Cornelis Krijnen Burgenden; Arijen Huijbregtsz van Tol, mede voor hemzelf en Rutger Heijermans, gehuwd met Maria Huijbregts van Tol, beiden nagelaten kinderen van Pleuntjen Krijnen Burgende, samen vervangend en de rato caverende voor Barthout Burgende, wonende in Engeland; samen broers en zusters, kinderen van Gerrebrand Krijnen Burgende [Crijnen Burcheijnde] voor de ene helft; Jacob Walings Veen voor hemzelf, Dirck Isaacksz van Veen, Aagjen Isaacks van Veen, vrouw van Frederik Eerbeek, tegenwoordig in Oost-Indie, en Cornelis Jansz Noordveen, gehuwd met Ariaantje Isaacks van Veen, kinderen van Isaack Walings van Veen, Jacob Dircksz de Zeeu, Klaas en Cornelis Dircksz de Zeeu, en Kasper van de Berg als testamentaire voogd van Waling Willemsz van Egond, nog minderjarig; Samen kinderen van Leuntje Walings van Veen zaliger, door Dirck Cornelisz de Zeeu en Willem van Egmond verwekt; samen voor de andere helft. Zij zijn samen erfgenamen van Gerrebrand Krijnen Burgende, hun oom en oudoom en van Annitje Walings van Veen, beiden zaliger, hun zuster en moei. De erfgenamen verkopen voor f 250,- aan Jacobus van der Vugt, oud-schepen, glasmaker een huis aan de Herenstraat zuidzijde tegenover de kerk) |
vanaf 14-05-1654 | Verkoop uit nalatenschap (Voorburg 14-5-1654: Cornelis Cornelisz Tedingerbroeck voor hemzelf, Maerten Leenaertsz Lusthofs, gehuwd met Jopie Cornelisdr, Barent Dammisz Jonge Coninck, gehuwd met Petronella Cornelis, Jan Oloffsz van Leeuwen, gehuwd met Aechge Cornelisdr, Cornelis Cornelisz, dekker, gehuwd met Maertgen Cornelisdr en Jacob Waellingsz Veen, gehuwd met Beatrix Cornelis Tedingerbroeck, de voorn. Cornelis Cornelisz Tedingerbroeck en Maerten Lenaertsz Lusthofs als oom en voogden van de nagelaten kinderen van Neeltge Cornelisdr en Wouter Jans Pruijs, zijn nagelaten kinderen en kindskinderen van wijlen Cornelis Claesz Tedingerbroeck en wijlen Jannetge Cornelisdr. Zij verkopen voor f 2.543,- aan Leonora Coijmans, weduwe van Samuel Timmerman 2 morgen teelland aan de Hoge Burch en nog land in Tedingerbroeck.) |
|||
vanaf 13-10-1675 | Getuigenverklaring te Leiden (Leiden, Notaris Gerrit van Kerkhem, 13-10-1675: Beatrix Cornelis van Tedingerbrouk, 56 jaar oud, wonend te Voorburg, verklaarde ter verzekering van Jan van Teteringen, dat haar moeder, geheten Jannetge Cornelisdr, getrouwd is geweest met Cornelis Claesz van Teijlingerbroeck (sic! Tedingerbroeck). Jannetge Cornelisdr, was een dochter van zaliger Maertge Dircxs gewonnen bij Cornelis Louwerens ..., overleden te Voorburg. Beatrix heeft gekend Aeltje Joris haer nicht, die getrouwd was met Jan van Pomeren. Hun kinderen waren Adriaentje Jans van Pomeren, tegenwoordig wonend te Delft en Jan Jansz van Pomeren, ...bakker overleden te Voorburg. Beatrix weet dat Aeltge Joris, Adriaentge Jans en Jan Jans van Pomeren, haar grootmoeder Maertge Dircxs verscheidene malen hebben bezocht.) |
vanaf 14-08-1694 | Regeling weeskind (Weeskamer Voorburg, 14-8-1694: Enerzijds: Ariaantje Jansz van Veen, weduwe van Cornelis Jacobsz van Veen, geassisteert met Dirk Jansz Veen, haar broer. Anderzijds: Jacob Walingsz Veen, grootvader en Waling Jacobsz Veen, oom, als voogden over Gerrebrand Cornelisz van Veen, enige nagelaten zoon van Cornelis Jacobsz. Zij regelen de opvoeding en onderhoud van het weeskind en de scheiding van de boedel.) |
vanaf 14-08-1694 | Regeling weeskind (Weeskamer Voorburg, 14-8-1694: Enerzijds: Ariaantje Jansz van Veen, weduwe van Cornelis Jacobsz van Veen, geassisteert met Dirk Jansz Veen, haar broer. Anderzijds: Jacob Walingsz Veen, grootvader en Waling Jacobsz Veen, oom, als voogden over Gerrebrand Cornelisz van Veen, enige nagelaten zoon van Cornelis Jacobsz. Zij regelen de opvoeding en onderhoud van het weeskind en de scheiding van de boedel.) |
vanaf 14-08-1694 | Regeling weeskind (Weeskamer Voorburg, 14-8-1694: Enerzijds: Ariaantje Jansz van Veen, weduwe van Cornelis Jacobsz van Veen, geassisteert met Dirk Jansz Veen, haar broer. Anderzijds: Jacob Walingsz Veen, grootvader en Waling Jacobsz Veen, oom, als voogden over Gerrebrand Cornelisz van Veen, enige nagelaten zoon van Cornelis Jacobsz. Zij regelen de opvoeding en onderhoud van het weeskind en de scheiding van de boedel.) | |||
vanaf 02-04-1717 | Verkoop land te Voorburg (Transportakte Voorburg 2-4-1717: Walingh Jacobsz Veen verkoopt voor f 418,- aan Sophia van Tol, weduwe van Adriaan van Overvelt 3 hond teelland aan de Lage Burch) | |||
vanaf 01-05-1724 | Lening met onderpand (Transportakte Voorburg 1-5-1724: Walingh Jacobsz van Veen leent f 800,- van Hendrik Berlinkhoff, med. doctor. Onderpand huis aan de Kerklaan oostzijde) | |||
vanaf 10-04-1726 | Verkoop huis te Voorburg (Transportakte Voorburg, 10-4-1726: Waling Jacobsz van Veen verkoopt aan Harmen van Velsen een huis aan de Kerklaan oostzijde; O: Buursloot; Z: Jan Wenneker; W: Kerklaan; N: Thomas Lucas Som: Belast met ƒ 800,- t.b.v. Hendrik Berlinkhoff d.d. 01-05-1724; nog ƒ 550,-) |
vanaf 1674 | Bouwman te Veur |
vanaf 19-04-1626 | Uitkoop in nalatenschap (ORA Stompwijk f. 43v d.d. 19-4-1626(!) [alleen voor schout en schepenen te Voorburg]: Neeltgen Bastiaensdr. voor deze weduwe van Pieter Cornelisz. Veen anders genaamd Pieter Huijgensz. wonende in Voorburg geassisteerd met Pieter Davitsz. haar tegenwoordig man en voogd ter eenre, Cornelis Cornelisz. Veen, Jacob Cornelisz. Veen en Sijmon Corsz. omen en bloedvoogden van Cornelis Pietersz. oud 12 jaar, Pieter Pietersz. oud 9 jaar, Maertgen oud 6 jaar, Annetgen oud 4 jaar en Jannetgen Pietersdr. oud Pasen 1626 voorleden 3 jaar, alle nagelaten weeskinderen van voorn. Pieter Cornelisz. geprocreëerd bij voorn. Neeltgen Bastiaensdr. etr andere zijde zijn met elkaar geaccordeerd over de uitkoop als volgt etc. Tot waarborg stelt de weduwe haar woning als huis, schuur, barg en geboomte met omtrent 4 hodn teelland daaraan gelegen in Voorburg, idem nog een perceeltje hooiland in Tedingerbroek groot omtrent 1 morgen land.) | |||
vanaf 09-05-1652 | Verstrekking van leningen met onderpand (Transportakte Voorburg 9-5-1652: Claes Arentsz de jonge leent f 200,- van Pieter Pietersz van Veen. Onderpand een nieuw getimmerd huis aan de zuidzijde van het Oosteinde Op 5-2-1658 leent Pieter f 355,- aan Jacob Arentsz Duijvesteijn met een huis aan de zuidzijde van het Oosteinde als onderpand.) |
|||
van 05-02-1661 tot 30-04-1683 | Eigenaar huis aan het Oosteinde van Voorburg (Transportakte Voorburg 5-2-1661: Jacob Arentsz Duijvesteijn, schipper, verkoopt voor f 525,- aan Pieter Pietersz Veen in de polder van Tedingerbroek een huis aan de zuidzijde van het Oosteinde. O: Johan van Couwenberch; Z: Vliet; W: Kinderen van Lenaert Adriaensz Vergou; N: Gemene uitpad tot op de Heerweg Op 30-4-1683 wordt het huis voor f 780,- verkocht aan Lenaert Jansz Starre) |
vanaf 1623 | Vermeld in Hoofdgeld Stompwijk, Wilsveen en Leidschendam (onvermogent Pieter Aelwijns; Maritgen Lenaertsdr, sijn wijff; Jan, Cornelis, Adriana, Cornelis ende Pleuntgen Pieters zoonen ende dochteren- 7 hoofden) |
|||
vanaf 1653 | Woonde te Wilsveen |
vanaf 28-04-1652 | Benoeming als voogd (Leiden, notaris Jan van Caerdekamp, 28-4-1652: Reijn Claesz van Lelivelt en Trijntgen Meesdr van Witsenburch, echtelieden wonend te Stompwijck, maken een langstlevende testament. Jan Claesz van Lelivelt, testateurs broeder en Willem Meeszn van Wistenburch, haar broer, worden tot voogden benoemd.) | |||
vanaf 22-09-1661 | Vermeld in testament (Willem Pietersz van Rijn en zijn huisvrouw Hillegond Cornelis Outshoorn wonende te Stompwijk, beiden kloek en gezond, maken testament op, waarin genoemd worden Reijn Cornelisz Outshoorn en Jan Claasz van Lelieveld. Getuigen Leendert Arendsz van Veen en Gerrit Pietersz Colen) | |||
vanaf 17-04-1673 | Vermeld in akte boedelscheiding notaris Croeser (Claes Reijne Lelievelt wordt gemeld als ouder van Jan Claes Lelijvelt) | |||
vanaf 13-06-1677 | Boedelbeschrijving en -verdeling (Leiden 13-6-1677: Inventaris van de boedel van het echtpaar Jan Claese Lelievelt (overleden) en Neeltje Jorisdr van der Horst, geassisteerd met Leendert Matheus van der Meer, haar tegenwoordige man en voogd. In tegenwoordigheid van Claes Jochemsz Lelievelt en Maerten Joris van der Horst. Jan Jansz Lelievelt is overleden. Maertje en Claesje Jansdr Lelievelt worden als minderjarige kinderen vermeld. Onroerend goed: - Een huis opstal met schuur en toebehoren In het Oosteinde van Stompwijk, ca. 11 morgen, 3 hond land plus 11 morgen 3 hond weiland,plus 5 morgen 5 hond land gelegen in de Zoetermeerse Meer. Welke goederen uit de boedel van haar overleden man zijn aangekomen van Jannetje Cornelisdr. van Rhijn, volgens de scheiding gepasseerd voor Notaris Adriaen Croeser op 17-4-1673. - nog een derdepart in een stuk land van 2 morgen en vier hond gelegen in Stompwijk bij de Kuijplaen? - nog twee hond quaet …lant gelegen in Stompwijk Roerende goederen: - 4 gouden ringen, 4 zilveren lepels - Gemunt goud en zilver 83:5:- - 14 koeien, een vaars, een paard o.a. een paardenwagen, 2 kruiwagens, diverse gereedschappen, varkenstroggen, een schijnschip met zeil, een ..schuit, een kaaspers, een kaarn, een wringtobbe, 3 tobbens, 3 vloten, melkemmers etc. - onder de huisraad en inboedel, een kleerkast: een etenskast, 2 kleerbanken, een trecktafel, een glazenkast, een kamerbord, een etenstafel, een set banken, 16 stoelen - koper o.a.: 5 koelketels, 1 vispan, 1 blaker - tinnen bestek en fles - een slachtbijl, tang, asschop, rooster, ijzeren potten - aardewerk: 20 plattieke, 5 kas? kommen, potten, pannen, koppen e.a. - enig vlees en spek in de schoorsteen - Wol:3 bedden met toebehoren, mans kleren bestaende in een broek, een rack, een hemdrok en een mantel - linnen: 25 slaaplakens, 15 paar kussenslopen, 2 servetten, 12 neusdoeken etc. - Inneschulden: Jan leenderts Vergauw 93:10:-; Maerten Joris van der Horst 6:10:-; een vierdepart in de obligatie tot laste van Sijmon P. Alewijnen 200:-:-; een vierdepart in een lijfrente van Cornelis Claese Lelievelt, 25:-:- - Lasten van de Boedel: Evert Cornelis van Nierop 2000:-:-; Leentgen Claes 200:-:-; Cornelis Claes Lelijvelt, 200:-:- + 340:-:-; Betje Prs., de dienstmaeght 60:-:-; Dirck Corse, knecht, 50:-:-; Leuntge Dirckx, landhuur 43:-:-, Willem Prs, scheepmaker 30:-:-; Ewout Cornelis van Nierop 23:12:-; Collecteur van de verpondingen 101:15:4 etc. Boedelverdeling op 19-6-1677) |
vanaf 21-05-1670 | Testament (Joris Jansz van der Horst en Trijntje Willems van Noord, echtelieden, beiden gezond, wonende te Stompwijk, maken testament. Vermeld haar drie voorkinderen uit haar eerste huwelijk met Cornelis Pietersz Outshoorn: Willem Cornelis Oudshoorn, Leuntje en Jopje Cornelis Oudshoorn. Ook genoemd Jan Claasz Lelieveld als getrouwd hebbende Neeltje Joris en Dirk Leenderts Droog gehuwd met Aaltje Joris en Maartje en Jannetje Joris) | |||
vanaf 13-06-1677 | Boedelbeschrijving en -verdeling (Leiden 13-6-1677: Inventaris van de boedel van het echtpaar Jan Claese Lelievelt (overleden) en Neeltje Jorisdr van der Horst, geassisteerd met Leendert Matheus van der Meer, haar tegenwoordige man en voogd. In tegenwoordigheid van Claes Jochemsz Lelievelt en Maerten Joris van der Horst. Jan Jansz Lelievelt is overleden. Maertje en Claesje Jansdr Lelievelt worden als minderjarige kinderen vermeld. Onroerend goed: - Een huis opstal met schuur en toebehoren In het Oosteinde van Stompwijk, ca. 11 morgen, 3 hond land plus 11 morgen 3 hond weiland,plus 5 morgen 5 hond land gelegen in de Zoetermeerse Meer. Welke goederen uit de boedel van haar overleden man zijn aangekomen van Jannetje Cornelisdr. van Rhijn, volgens de scheiding gepasseerd voor Notaris Adriaen Croeser op 17-4-1673. - nog een derdepart in een stuk land van 2 morgen en vier hond gelegen in Stompwijk bij de Kuijplaen? - nog twee hond quaet …lant gelegen in Stompwijk Roerende goederen: - 4 gouden ringen, 4 zilveren lepels - Gemunt goud en zilver 83:5:- - 14 koeien, een vaars, een paard o.a. een paardenwagen, 2 kruiwagens, diverse gereedschappen, varkenstroggen, een schijnschip met zeil, een ..schuit, een kaaspers, een kaarn, een wringtobbe, 3 tobbens, 3 vloten, melkemmers etc. - onder de huisraad en inboedel, een kleerkast: een etenskast, 2 kleerbanken, een trecktafel, een glazenkast, een kamerbord, een etenstafel, een set banken, 16 stoelen - koper o.a.: 5 koelketels, 1 vispan, 1 blaker - tinnen bestek en fles - een slachtbijl, tang, asschop, rooster, ijzeren potten - aardewerk: 20 plattieke, 5 kas? kommen, potten, pannen, koppen e.a. - enig vlees en spek in de schoorsteen - Wol:3 bedden met toebehoren, mans kleren bestaende in een broek, een rack, een hemdrok en een mantel - linnen: 25 slaaplakens, 15 paar kussenslopen, 2 servetten, 12 neusdoeken etc. - Inneschulden: Jan leenderts Vergauw 93:10:-; Maerten Joris van der Horst 6:10:-; een vierdepart in de obligatie tot laste van Sijmon P. Alewijnen 200:-:-; een vierdepart in een lijfrente van Cornelis Claese Lelievelt, 25:-:- - Lasten van de Boedel: Evert Cornelis van Nierop 2000:-:-; Leentgen Claes 200:-:-; Cornelis Claes Lelijvelt, 200:-:- + 340:-:-; Betje Prs., de dienstmaeght 60:-:-; Dirck Corse, knecht, 50:-:-; Leuntge Dirckx, landhuur 43:-:-, Willem Prs, scheepmaker 30:-:-; Ewout Cornelis van Nierop 23:12:-; Collecteur van de verpondingen 101:15:4 etc. Boedelverdeling op 19-6-1677) |
|||
vanaf 1678 | Genoemd als erfgenaam van Joris Jansz van der Horst |
vanaf 1677 | Genoemd als erfgename van haar vader |
vanaf 09-04-1633 | Getuigenverklaring (ONA Leiden, 9-4-1633: Verklaring van Jacob Corneliszn vd Berch oud ca. 20 jaar wonend te Rijnsburg op verzoek van de deken en hoofdman van het brouwersgilde. Hij was op 4 april met zijn meester Jan Corneliszn in Haarlem geweest in de Brouwerij van de Drie Lelijen, waar zijn meester bier heeft geladen, waarna zij naar Rijnsburg zijn gevaren.) |
vanaf 1623 | Hoofdgeld Rijnsburg (1623: guille [Willem jacobsz] van wetteren en dieuwertgen dircxdr, man en wijf, met jannetgen, maritgen, fransgen en jacob, hare kinderen - onv - 6.) |
vanaf 06-01-1693 | Benoeming voogden (Weeskamer Rijnsburg 06.01.1693. Govert Claesz van Berckel verklaart dat eerst zijn huisvrouw Dieuwertje Jacobs van den Bergh en later zijn tweede huisvrouw Adriaentje Jans van Egmondt is overleden, zonder voogdijregelingen te hebben getroffen. Hij stelt voor Jacob [Jacobsz] van den Bergh en Cornelis Smacker, broeders van zijn eerste vrouw, tot voogden te benoemen over Jan (22 j), kind uit zijn eerste huwelijk, en Maertje (19 j) en Dieuwertje (17 j), kinderen uit zijn tweede huwelijk. Hij regelt met hen de boedelverdeling. Op 15.7.1695 deponeren deze voogden de penningen, die Maertje en Dieuwertje, krachtens de boedelscheiding dd. 29.6.1695 voor schepenen van Rijnsburg [ORA 23, nr 45] toekomen. Maertje licht haar erfportie op 18.4.1698; Dieuwertje op 19.9.1699.) |
vanaf 06-01-1693 | Benoeming voogden (Weeskamer Rijnsburg 06.01.1693. Govert Claesz van Berckel verklaart dat eerst zijn huisvrouw Dieuwertje Jacobs van den Bergh en later zijn tweede huisvrouw Adriaentje Jans van Egmondt is overleden, zonder voogdijregelingen te hebben getroffen. Hij stelt voor Jacob [Jacobsz] van den Bergh en Cornelis Smacker, broeders van zijn eerste vrouw, tot voogden te benoemen over Jan (22 j), kind uit zijn eerste huwelijk, en Maertje (19 j) en Dieuwertje (17 j), kinderen uit zijn tweede huwelijk. Hij regelt met hen de boedelverdeling. Op 15.7.1695 deponeren deze voogden de penningen, die Maertje en Dieuwertje, krachtens de boedelscheiding dd. 29.6.1695 voor schepenen van Rijnsburg [ORA 23, nr 45] toekomen. Maertje licht haar erfportie op 18.4.1698; Dieuwertje op 19.9.1699.) |
vanaf 1678 | Bouwman te Rijnsburg |
van 1631 tot 1666 | Schepen van Rijnsburg |
vanaf 16-01-1619 | Onderpand moederlijke erfenis (ORA Oegstgeest 9 fol. 159v 16-1-1619: Cornelis Cornelisz van Rhijn, buurman te Rijnsburg, onderpand voor zijn 3 kinderen moederlijke erfenis ad 2.000 gld.: 2 partijen land van 4 morgen elk, te Oegstgeest genaamd de Voorweijde en de Kickerscamp.) | |||
vanaf 1623 | Hoofdgeld Rijnsburg (1623: cornelis cornelisz van rijn [alias huijsman, bouwman] en willempgen dircxdr [van der made, weduwe van dirck willemsz van egmont], man en wijf, met gerrit en aeltgen, kinderen; jacob cornelisz, van zoetermeer, dienstknecht - 5.) | |||
vanaf 07-01-1626 | Boedelscheiding (ORA Oegstgeest 11 fol. 186 7-1-1626: Ghijsbert en Gerrit Corneliszn van Rhijn, voljaarde zonen elk voor hen zelf voor 2/3 deel en Wouter Warbouts, buurman te Rijnsburg als oom en voogd van Aeltgen Cornelisdr van Rhijn, nog minderjarig. Zij zijn kinderen en erfgenamen van Cornelis Cornelis van Rhijn, hun zal. vader, die laatst getrouwd is geweest met Willempgen Dircxdr, alsnog in leven zijnd. Zij verklaren dat na het overlijden van Cornelis de boedel is gescheiden tussen de erfgenamen en Willempgen volgen scheijcedullen van 4-11-1625. In de boedel een morgen teelland te Oegstgeest bij ’t Morspadt (O), W de Valckenburgerwech.) | |||
vanaf 30-05-1628 | Overdracht land te Voorhout (ORA Voorhout 89. 30-5-1628. Gerrit Corneliszn. van Rijn wonende Rijnsburg man en voogd van Jannetge Cornelisdr, verkoopt Cors Corneliszn. van Elstgeest zijn zwager 6 1/2 hond weiland, belend ZO Woonsdagse schouwbare watering, ZW de Abdij Van Leeuwenhorst, NW Neeltge Jansdr. weduwe van Philips Dirckszn. Wassenaer en NO Jan Claeszn. van Lodesteyn, voor 900 gulden.) | |||
vanaf 08-12-1635 | Verkoop land te Voorhout (133v. 8-12-1635. Gerrit Corneliszn. van Rijn wonende Rijnsburg verkoopt Jan Gijsbertszn. van Sonnevelt 7 hond tijnsbaar weiland zoals het de verkoper opgekomen is uit de boedel van Cornelis Zegerszn. van Outshoorn zijn schoonvader, belend O en N koper met bruikwaar, Z Jacob Adriaenszn. Luck, en W Cornelis Corneliszn. Houckman. Voldaan met een schuldbrief van 1400 gulden.) | |||
van 1638 tot 1640 | Pachter van land te Noordwijk (Rijnlandse pachters van de abdij Leeuwenhorst te Noordwijk: Gerrit Cornelisz. van Rijn te Rijnsburg 1638 – ca. 1640 landhuur: 2 morgen 166 roeden land uit 3 morgen 116 roeden 1638 – ca. 1640 ƒ 34-4-0) |
|||
vanaf 17-04-1642 | Verkoop land te Voorhout (ORA Voorhout 214v. 17-4-1642. Gerrit Corneliszn. van Rijn wonende Rijnsburg verkoopt dezelfde 12 1/2 hond land de verkoper opbestorven namens zijn huisvrouw uit de boedel van za Cornelis Segerszn. van Outshoorn zijn schoonvader, belend ZO Jeronimus Coeymans en jonge Dirck Dirckszn. van Elstgeest met bruikwaar, ZW de Abdij van Leeuwenhorst, NW de erfgenamen van Jan Dirckszn. Alleman met bruikwaar en NO de Noordwijkseweg, voor 3200 gulden.) | |||
vanaf 1652 | Vermeld in het register weerbare mannen te Rijnsburg (Gerredt Cornelisz. van Rijn een roer.) | |||
vanaf 1654 | Vermeld in kohier 1000e penning te Rijnsburg (Gerrit [Cornelisz] van Rijn - 7) | |||
vanaf 1664 | Vermeld in de morgenboeken van Rijnsburg (Gebruiker van Landen: - gelegen tusschen de Buijtewech ende de Koestraet, genaemt zijnde de Woert - gelegen tusschen de Langewaert ende de Rhijnweijden genaemt de Cortewaert - gelegen tusschen de Doelwegh ende de Cortewaert, genaemt de Middelmorsch) |
|||
vanaf 06-05-1676 | Schuldbekentenis (ORA Oegstgeest 25 fol. 207v 6-5-1676: Gerrit Cornelis van Rijn is 400 gld. schuldig aan Jan Splinters van Driebergen wonend in Den Haag. Onderpand een stuk weiland te Oegstgeest.) | |||
vanaf 29-11-1678 | Testament en schuldbekentenis (ONA Leiden, 29-11-1678: Uiterste wil van het echtpaar Gerrit Cornelisz van Rhijn en Jannetge Cornelisdr van Outshoorn te Rhijnsburch, met hun hoge ouderdom tamelijk gezond. Zij hebben eerder een testament gemaakt op 11-6-1655. De langstlevende is de enige universele erfgenaam. De langstlevende heeft weer als erfgenamen hun kinderen elk voor 1/6 deel: Cornelis Gerritsz van Rhijn, Nelletge Cornelisdr. van Rhijn, Beateris Cornelisdr van Rhijn en Elisabeth Cornelisdr van Rhijn met - in hun vaders of moeders plaats - het kind of kinderen van Cornelis Gerrits van Rhijn en het kind of kinderen van Geertge Cornelisdr van Rhijn. (Bij diverse kinderen is abusievelijk het patroniem Cornelis in plaats van Gerrits gebruikt) Op dezelfde dag heeft Gerrit Cornelisz van Rhijn, bouwman wonend te Rijnsburg, verklaard dat hij 1.950 gld. schuldig is aan zijn zoon Cornelis Gerritsz van Rhijn) |
|||
vanaf 10-04-1680 | Verkoop uit nalatenschap (ORA Oegstgeest 26 fol. 42v 10-4-1680: Cornelis Gerritsz van Rhijn, Willem Dircxsz van Nierop getrouwd met Nelletge Gerritsdr van Rhijn, Joris van Adrichem getrouwd met Beatricx Gerrits van Rhijn, en Jacob Jacobsz van den Berch getrouwd met Lijsbeth Gerrits van Rhijn, voor hun zelf en voorn. Cornelis Gerritsz van Rhijn en Willem Dircxsz van Nierop als voogden over Cornelis, Willem ende Gerrit Cornelis soons van Rhijn en nog over Neeltge en Dieuwertge Corns. drs. van Duijndam, gewonnen bij Geertge Gerritsdr van Rhijn, zijn alle kinderen en kindskinderen en erfgenamen van zal. Gerrit Cornelisz van Rhijn en Jannetge Cornelis van Outshoorn. Zij verkopen voor 3.000 gld. aan Sijmon Cornelisz Hoflant te Rijnsburch een partij weiland van 3 morgen en 2 hond gelegen in de Osschepolder te Oegstgeest, genaamd de Kickerscamp.) |
vanaf 30-05-1628 | Overdracht land te Voorhout (ORA Voorhout 89. 30-5-1628. Gerrit Corneliszn. van Rijn wonende Rijnsburg man en voogd van Jannetge Cornelisdr, verkoopt Cors Corneliszn. van Elstgeest zijn zwager 6 1/2 hond weiland, belend ZO Woonsdagse schouwbare watering, ZW de Abdij Van Leeuwenhorst, NW Neeltge Jansdr. weduwe van Philips Dirckszn. Wassenaer en NO Jan Claeszn. van Lodesteyn, voor 900 gulden.) | |||
vanaf 13-01-1635 | Boedelverdeling (ONA Leiden - Op 13-1-1635 verdelen Seger en Pieter Cornelisz. van Outshoorn, Jan Pietersz. Schouten getr. met Grietgen Cornelisdr. van Outshoorn, Cors Cornelisz. van Elstgeest getr. met Lijsbeth Cornelisdr. van Outshoorn, Willem Willemsz. Kolff getr. met Maritgen Cornelisdr. van Outshoorn, Arent Jorisz. van Vliet getr. met Fijtgen Cornelisdr. van Outshoorn en Gerrit Cornelisz. van Rhijn getr. met Jannetgen Cornelisdr. van Outshoorn, alle kinderen en erfgenamen van Cornelis Segersz. van Outshoorn, in zijn leven gewoond hebbende en overleden tot Voorhout, diens boedel.) | |||
vanaf 25-04-1635 | Verkoop uit nalatenschap (ORA Voorhout 121v. 25-4-1635. Zeger Corneliszn. van Outshoorn wonende Rijnsburg, Pieter Corneliszn. van Outshoorn wonende Warmond, beiden voor haar zelve, Jan Pieterszn. Schouten wonende Voorhout, man en voogd van Grietge Cornelisdr. van Outshoorn, Cors Corneliszn. van Elstgeest mede wonende Voorhout, man en voogd van Lijsbeth Cornelisdr. van Outshoorn, Willem Willemszn. Colff wonende Rijnsburg man en voogd van Maritge Cornelisdr. van Outshoorn, Gerrit Corneliszn. van Rijn mede wonende Rijnsburg man en voogd van Jannetge Cornelisdr. van Outshoorn, allen kinderen en erfgenamen van Cornelis Zegerszn. van Outshoorn in zijn leven gewoond hebbende te Voorhout verkopen Aernt Joriszn. van Vliet man en voogd van Fijtge Cornelisdr. van Outshoorn hun mede-erfgenaam 6/7 van een woning als huis, twee bargen en twee schuren alsmede 10 morgen land gelegen rondom de voorsz. woning uitgezonderd 2 1/2 hond wei- of maailand gelegen achter de woning van Jan Pieterszn. Schouten, waarvan de koper 1/7 toekomt, zijnde de woning en landen daar rondom gelegen met 4 morgen land welke de koper vanwege zijn huisvrouwen moederlijk erfdeel toekomen, belend in zijn geheel ZO de Heerweg en Jan Pieterszn. Schouten, NO de Kerk van Voorhout, Cornelis Corneliszn. Houckman en Adriaen Mees Doesen met bruikwaar, NW het Clooster te Noordwijk en ZW de koper met een gedeelte van zeker perceel in Noordwijk, de ontvanger Doubleth in den Hage, Pieter Corneliszn. van Outshoorn en Jan Pieterszn. Schouten en de verdere 3 1/2 hond, belend ZO, ZW en NW Nicolaes van Lodensteyn en NO Jan Pieterszn. Schouten, belast het huis en erf met 20 st per jr tbv de Abdij van Leeuwenhorst. Voldaan met een schuldbrief van 11828 gulden 11 st.) |
|||
vanaf 08-12-1635 | Verkoop land te Voorhout (133v. 8-12-1635. Gerrit Corneliszn. van Rijn wonende Rijnsburg verkoopt Jan Gijsbertszn. van Sonnevelt 7 hond tijnsbaar weiland zoals het de verkoper opgekomen is uit de boedel van Cornelis Zegerszn. van Outshoorn zijn schoonvader, belend O en N koper met bruikwaar, Z Jacob Adriaenszn. Luck, en W Cornelis Corneliszn. Houckman. Voldaan met een schuldbrief van 1400 gulden.) | |||
vanaf 17-04-1642 | Verkoop land te Voorhout (ORA Voorhout 214v. 17-4-1642. Gerrit Corneliszn. van Rijn wonende Rijnsburg verkoopt dezelfde 12 1/2 hond land de verkoper opbestorven namens zijn huisvrouw uit de boedel van za Cornelis Segerszn. van Outshoorn zijn schoonvader, belend ZO Jeronimus Coeymans en jonge Dirck Dirckszn. van Elstgeest met bruikwaar, ZW de Abdij van Leeuwenhorst, NW de erfgenamen van Jan Dirckszn. Alleman met bruikwaar en NO de Noordwijkseweg, voor 3200 gulden.) | |||
vanaf 29-11-1678 | Testament en schuldbekentenis (ONA Leiden, 29-11-1678: Uiterste wil van het echtpaar Gerrit Cornelisz van Rhijn en Jannetge Cornelisdr van Outshoorn te Rhijnsburch, met hun hoge ouderdom tamelijk gezond. Zij hebben eerder een testament gemaakt op 11-6-1655. De langstlevende is de enige universele erfgenaam. De langstlevende heeft weer als erfgenamen hun kinderen elk voor 1/6 deel: Cornelis Gerritsz van Rhijn, Nelletge Cornelisdr. van Rhijn, Beateris Cornelisdr van Rhijn en Elisabeth Cornelisdr van Rhijn met - in hun vaders of moeders plaats - het kind of kinderen van Cornelis Gerrits van Rhijn en het kind of kinderen van Geertge Cornelisdr van Rhijn. (Bij diverse kinderen is abusievelijk het patroniem Cornelis in plaats van Gerrits gebruikt) Op dezelfde dag heeft Gerrit Cornelisz van Rhijn, bouwman wonend te Rijnsburg, verklaard dat hij 1.950 gld. schuldig is aan zijn zoon Cornelis Gerritsz van Rhijn) |
|||
vanaf 10-04-1680 | Verkoop uit nalatenschap (ORA Oegstgeest 26 fol. 42v 10-4-1680: Cornelis Gerritsz van Rhijn, Willem Dircxsz van Nierop getrouwd met Nelletge Gerritsdr van Rhijn, Joris van Adrichem getrouwd met Beatricx Gerrits van Rhijn, en Jacob Jacobsz van den Berch getrouwd met Lijsbeth Gerrits van Rhijn, voor hun zelf en voorn. Cornelis Gerritsz van Rhijn en Willem Dircxsz van Nierop als voogden over Cornelis, Willem ende Gerrit Cornelis soons van Rhijn en nog over Neeltge en Dieuwertge Corns. drs. van Duijndam, gewonnen bij Geertge Gerritsdr van Rhijn, zijn alle kinderen en kindskinderen en erfgenamen van zal. Gerrit Cornelisz van Rhijn en Jannetge Cornelis van Outshoorn. Zij verkopen voor 3.000 gld. aan Sijmon Cornelisz Hoflant te Rijnsburch een partij weiland van 3 morgen en 2 hond gelegen in de Osschepolder te Oegstgeest, genaamd de Kickerscamp.) |
tot 1689 | Bouwman |
vanaf 29-11-1678 | Testament en schuldbekentenis (ONA Leiden, 29-11-1678: Uiterste wil van het echtpaar Gerrit Cornelisz van Rhijn en Jannetge Cornelisdr van Outshoorn te Rhijnsburch, met hun hoge ouderdom tamelijk gezond. Zij hebben eerder een testament gemaakt op 11-6-1655. De langstlevende is de enige universele erfgenaam. De langstlevende heeft weer als erfgenamen hun kinderen elk voor 1/6 deel: Cornelis Gerritsz van Rhijn, Nelletge Cornelisdr. van Rhijn, Beateris Cornelisdr van Rhijn en Elisabeth Cornelisdr van Rhijn met - in hun vaders of moeders plaats - het kind of kinderen van Cornelis Gerrits van Rhijn en het kind of kinderen van Geertge Cornelisdr van Rhijn. (Bij diverse kinderen is abusievelijk het patroniem Cornelis in plaats van Gerrits gebruikt) Op dezelfde dag heeft Gerrit Cornelisz van Rhijn, bouwman wonend te Rijnsburg, verklaard dat hij 1.950 gld. schuldig is aan zijn zoon Cornelis Gerritsz van Rhijn) |
|||
vanaf 10-04-1680 | Verkoop uit nalatenschap (ORA Oegstgeest 26 fol. 42v 10-4-1680: Cornelis Gerritsz van Rhijn, Willem Dircxsz van Nierop getrouwd met Nelletge Gerritsdr van Rhijn, Joris van Adrichem getrouwd met Beatricx Gerrits van Rhijn, en Jacob Jacobsz van den Berch getrouwd met Lijsbeth Gerrits van Rhijn, voor hun zelf en voorn. Cornelis Gerritsz van Rhijn en Willem Dircxsz van Nierop als voogden over Cornelis, Willem ende Gerrit Cornelis soons van Rhijn en nog over Neeltge en Dieuwertge Corns. drs. van Duijndam, gewonnen bij Geertge Gerritsdr van Rhijn, zijn alle kinderen en kindskinderen en erfgenamen van zal. Gerrit Cornelisz van Rhijn en Jannetge Cornelis van Outshoorn. Zij verkopen voor 3.000 gld. aan Sijmon Cornelisz Hoflant te Rijnsburch een partij weiland van 3 morgen en 2 hond gelegen in de Osschepolder te Oegstgeest, genaamd de Kickerscamp.) | |||
vanaf 1686 | Vermeld op de gaarlijst van de asman te Rijnsburg anno 1686 (Cornelis Gerritsen van Rhijn zijn huijs, 0. 1. 0) | |||
vanaf 11-01-1689 | Benoeming voogd (Weeskamer Rijnsburg 11.01.1689. Willem Dircksz van Nierop, bouwman, is door zijn huisvrouw Nelletje Gerrits van Rijn [‡ 19.9], bij testament samen met Cornelis Gerritsz van Rijn tot voogd gesteld. Beiden verklaren de voogdij te accepteren. Uit het extract van het testament blijkt, dat Van Nierop van zijn kant Claes Dircksz van Nierop als voogd had aangewezen.) | |||
vanaf 04-04-1690 | Benoeming voogden na overlijden (Weeskamer Rijnsburg 010. 04.04.1690. Jacob van den Bergh, Cornelis Arisz Cromhout en Joris Cornelisz van Adrichem verklaren dat Cornelis Gerritsz van Rhijn, bouwman, op 1.6.1689 is overleden [‡ 6.6]. De overledene had bij testament - dd. 31.8.1680 voor notaris Cornelis van Alckemade te Leiden - zijn vrouw als voogdes aangesteld. Zij is op 9.2.1690 overleden [‡ 14.2], zonder in de voogdij over haar 6 ½ j. zoon [Gerrit] te hebben voorzien. Op 1.3.1690 had Adriaentje Willems van Reijnsover, weduwe van Claes Cornelisz van der Codde en grootmoeder van moederszijde van het kind, schout en gerecht verzocht hen, als ooms, tot voogden aan te stellen. Van den Bergh wordt aangewezen als administrerende en Cromhout en Van Adrichen als toeziende voogden.) | |||
vanaf 13-04-1692 | Verkoop uit nalatenschap |
vanaf 04-04-1690 | Benoeming voogden na overlijden (Weeskamer Rijnsburg 010. 04.04.1690. Jacob van den Bergh, Cornelis Arisz Cromhout en Joris Cornelisz van Adrichem verklaren dat Cornelis Gerritsz van Rhijn, bouwman, op 1.6.1689 is overleden [‡ 6.6]. De overledene had bij testament - dd. 31.8.1680 voor notaris Cornelis van Alckemade te Leiden - zijn vrouw als voogdes aangesteld. Zij is op 9.2.1690 overleden [‡ 14.2], zonder in de voogdij over haar 6 ½ j. zoon [Gerrit] te hebben voorzien. Op 1.3.1690 had Adriaentje Willems van Reijnsover, weduwe van Claes Cornelisz van der Codde en grootmoeder van moederszijde van het kind, schout en gerecht verzocht hen, als ooms, tot voogden aan te stellen. Van den Bergh wordt aangewezen als administrerende en Cromhout en Van Adrichen als toeziende voogden.) | |||
vanaf 13-04-1692 | Verkoop uit nalatenschap |
vanaf 29-11-1678 | Testament en schuldbekentenis (ONA Leiden, 29-11-1678: Uiterste wil van het echtpaar Gerrit Cornelisz van Rhijn en Jannetge Cornelisdr van Outshoorn te Rhijnsburch, met hun hoge ouderdom tamelijk gezond. Zij hebben eerder een testament gemaakt op 11-6-1655. De langstlevende is de enige universele erfgenaam. De langstlevende heeft weer als erfgenamen hun kinderen elk voor 1/6 deel: Cornelis Gerritsz van Rhijn, Nelletge Cornelisdr. van Rhijn, Beateris Cornelisdr van Rhijn en Elisabeth Cornelisdr van Rhijn met - in hun vaders of moeders plaats - het kind of kinderen van Cornelis Gerrits van Rhijn en het kind of kinderen van Geertge Cornelisdr van Rhijn. (Bij diverse kinderen is abusievelijk het patroniem Cornelis in plaats van Gerrits gebruikt) Op dezelfde dag heeft Gerrit Cornelisz van Rhijn, bouwman wonend te Rijnsburg, verklaard dat hij 1.950 gld. schuldig is aan zijn zoon Cornelis Gerritsz van Rhijn) |
|||
vanaf 10-04-1680 | Verkoop uit nalatenschap (ORA Oegstgeest 26 fol. 42v 10-4-1680: Cornelis Gerritsz van Rhijn, Willem Dircxsz van Nierop getrouwd met Nelletge Gerritsdr van Rhijn, Joris van Adrichem getrouwd met Beatricx Gerrits van Rhijn, en Jacob Jacobsz van den Berch getrouwd met Lijsbeth Gerrits van Rhijn, voor hun zelf en voorn. Cornelis Gerritsz van Rhijn en Willem Dircxsz van Nierop als voogden over Cornelis, Willem ende Gerrit Cornelis soons van Rhijn en nog over Neeltge en Dieuwertge Corns. drs. van Duijndam, gewonnen bij Geertge Gerritsdr van Rhijn, zijn alle kinderen en kindskinderen en erfgenamen van zal. Gerrit Cornelisz van Rhijn en Jannetge Cornelis van Outshoorn. Zij verkopen voor 3.000 gld. aan Sijmon Cornelisz Hoflant te Rijnsburch een partij weiland van 3 morgen en 2 hond gelegen in de Osschepolder te Oegstgeest, genaamd de Kickerscamp.) | |||
vanaf 11-01-1689 | Regeling voogdij (Weeskamer Rijnsburg 11.01.1689. Willem Dircksz van Nierop, bouwman, is door zijn huisvrouw Nelletje Gerrits van Rijn [‡ 19.9], bij testament samen met Cornelis Gerritsz van Rijn tot voogd gesteld. Beiden verklaren de voogdij te accepteren. Uit het extract van het testament blijkt, dat Van Nierop van zijn kant Claes Dircksz van Nierop als voogd had aangewezen.) |
vanaf 1689 | Bouwman |
vanaf 11-01-1689 | Regeling voogdij (Weeskamer Rijnsburg 11.01.1689. Willem Dircksz van Nierop, bouwman, is door zijn huisvrouw Nelletje Gerrits van Rijn [‡ 19.9], bij testament samen met Cornelis Gerritsz van Rijn tot voogd gesteld. Beiden verklaren de voogdij te accepteren. Uit het extract van het testament blijkt, dat Van Nierop van zijn kant Claes Dircksz van Nierop als voogd had aangewezen.) |
vanaf 29-11-1678 | Testament en schuldbekentenis (ONA Leiden, 29-11-1678: Uiterste wil van het echtpaar Gerrit Cornelisz van Rhijn en Jannetge Cornelisdr van Outshoorn te Rhijnsburch, met hun hoge ouderdom tamelijk gezond. Zij hebben eerder een testament gemaakt op 11-6-1655. De langstlevende is de enige universele erfgenaam. De langstlevende heeft weer als erfgenamen hun kinderen elk voor 1/6 deel: Cornelis Gerritsz van Rhijn, Nelletge Cornelisdr. van Rhijn, Beateris Cornelisdr van Rhijn en Elisabeth Cornelisdr van Rhijn met - in hun vaders of moeders plaats - het kind of kinderen van Cornelis Gerrits van Rhijn en het kind of kinderen van Geertge Cornelisdr van Rhijn. (Bij diverse kinderen is abusievelijk het patroniem Cornelis in plaats van Gerrits gebruikt) Op dezelfde dag heeft Gerrit Cornelisz van Rhijn, bouwman wonend te Rijnsburg, verklaard dat hij 1.950 gld. schuldig is aan zijn zoon Cornelis Gerritsz van Rhijn) |
|||
vanaf 10-04-1680 | Verkoop uit nalatenschap (ORA Oegstgeest 26 fol. 42v 10-4-1680: Cornelis Gerritsz van Rhijn, Willem Dircxsz van Nierop getrouwd met Nelletge Gerritsdr van Rhijn, Joris van Adrichem getrouwd met Beatricx Gerrits van Rhijn, en Jacob Jacobsz van den Berch getrouwd met Lijsbeth Gerrits van Rhijn, voor hun zelf en voorn. Cornelis Gerritsz van Rhijn en Willem Dircxsz van Nierop als voogden over Cornelis, Willem ende Gerrit Cornelis soons van Rhijn en nog over Neeltge en Dieuwertge Corns. drs. van Duijndam, gewonnen bij Geertge Gerritsdr van Rhijn, zijn alle kinderen en kindskinderen en erfgenamen van zal. Gerrit Cornelisz van Rhijn en Jannetge Cornelis van Outshoorn. Zij verkopen voor 3.000 gld. aan Sijmon Cornelisz Hoflant te Rijnsburch een partij weiland van 3 morgen en 2 hond gelegen in de Osschepolder te Oegstgeest, genaamd de Kickerscamp.) |
vanaf 29-11-1678 | Testament en schuldbekentenis (ONA Leiden, 29-11-1678: Uiterste wil van het echtpaar Gerrit Cornelisz van Rhijn en Jannetge Cornelisdr van Outshoorn te Rhijnsburch, met hun hoge ouderdom tamelijk gezond. Zij hebben eerder een testament gemaakt op 11-6-1655. De langstlevende is de enige universele erfgenaam. De langstlevende heeft weer als erfgenamen hun kinderen elk voor 1/6 deel: Cornelis Gerritsz van Rhijn, Nelletge Cornelisdr. van Rhijn, Beateris Cornelisdr van Rhijn en Elisabeth Cornelisdr van Rhijn met - in hun vaders of moeders plaats - het kind of kinderen van Cornelis Gerrits van Rhijn en het kind of kinderen van Geertge Cornelisdr van Rhijn. (Bij diverse kinderen is abusievelijk het patroniem Cornelis in plaats van Gerrits gebruikt) Op dezelfde dag heeft Gerrit Cornelisz van Rhijn, bouwman wonend te Rijnsburg, verklaard dat hij 1.950 gld. schuldig is aan zijn zoon Cornelis Gerritsz van Rhijn) |
|||
vanaf 10-04-1680 | Verkoop uit nalatenschap (ORA Oegstgeest 26 fol. 42v 10-4-1680: Cornelis Gerritsz van Rhijn, Willem Dircxsz van Nierop getrouwd met Nelletge Gerritsdr van Rhijn, Joris van Adrichem getrouwd met Beatricx Gerrits van Rhijn, en Jacob Jacobsz van den Berch getrouwd met Lijsbeth Gerrits van Rhijn, voor hun zelf en voorn. Cornelis Gerritsz van Rhijn en Willem Dircxsz van Nierop als voogden over Cornelis, Willem ende Gerrit Cornelis soons van Rhijn en nog over Neeltge en Dieuwertge Corns. drs. van Duijndam, gewonnen bij Geertge Gerritsdr van Rhijn, zijn alle kinderen en kindskinderen en erfgenamen van zal. Gerrit Cornelisz van Rhijn en Jannetge Cornelis van Outshoorn. Zij verkopen voor 3.000 gld. aan Sijmon Cornelisz Hoflant te Rijnsburch een partij weiland van 3 morgen en 2 hond gelegen in de Osschepolder te Oegstgeest, genaamd de Kickerscamp.) |
vanaf 29-11-1678 | Testament en schuldbekentenis (ONA Leiden, 29-11-1678: Uiterste wil van het echtpaar Gerrit Cornelisz van Rhijn en Jannetge Cornelisdr van Outshoorn te Rhijnsburch, met hun hoge ouderdom tamelijk gezond. Zij hebben eerder een testament gemaakt op 11-6-1655. De langstlevende is de enige universele erfgenaam. De langstlevende heeft weer als erfgenamen hun kinderen elk voor 1/6 deel: Cornelis Gerritsz van Rhijn, Nelletge Cornelisdr. van Rhijn, Beateris Cornelisdr van Rhijn en Elisabeth Cornelisdr van Rhijn met - in hun vaders of moeders plaats - het kind of kinderen van Cornelis Gerrits van Rhijn en het kind of kinderen van Geertge Cornelisdr van Rhijn. (Bij diverse kinderen is abusievelijk het patroniem Cornelis in plaats van Gerrits gebruikt) Op dezelfde dag heeft Gerrit Cornelisz van Rhijn, bouwman wonend te Rijnsburg, verklaard dat hij 1.950 gld. schuldig is aan zijn zoon Cornelis Gerritsz van Rhijn) |
|||
vanaf 10-04-1680 | Verkoop uit nalatenschap (ORA Oegstgeest 26 fol. 42v 10-4-1680: Cornelis Gerritsz van Rhijn, Willem Dircxsz van Nierop getrouwd met Nelletge Gerritsdr van Rhijn, Joris van Adrichem getrouwd met Beatricx Gerrits van Rhijn, en Jacob Jacobsz van den Berch getrouwd met Lijsbeth Gerrits van Rhijn, voor hun zelf en voorn. Cornelis Gerritsz van Rhijn en Willem Dircxsz van Nierop als voogden over Cornelis, Willem ende Gerrit Cornelis soons van Rhijn en nog over Neeltge en Dieuwertge Corns. drs. van Duijndam, gewonnen bij Geertge Gerritsdr van Rhijn, zijn alle kinderen en kindskinderen en erfgenamen van zal. Gerrit Cornelisz van Rhijn en Jannetge Cornelis van Outshoorn. Zij verkopen voor 3.000 gld. aan Sijmon Cornelisz Hoflant te Rijnsburch een partij weiland van 3 morgen en 2 hond gelegen in de Osschepolder te Oegstgeest, genaamd de Kickerscamp.) | |||
vanaf 13-03-1692 | Verkoop uit nalatenschap (ORA Katwijk 227v. 13-03-1692. Cornelis Ariszn. Cromhout gehuwd met Dieuwertje Claasdr. van der Codde, item dezelfde benevens Claas Jacobszn. Keth en Joris Corneliszn. van Adrichem als voogden over het minderjarig kind van Cornelia Claasdr. van der Codde bij Cornelis Gerritszn. van Rijn en nog over Gerrit Corneliszn. van Rijn, Gijsbert en Jan Louriszn. van Groenendijck minderjarige kinderen van Leentje Claasdr. van der Codde gewonnen zo bij Cornelis Gerritszn. van Rijn de jonge als bij Louris Gijsenzn. van Groenendijk, nog dezelfde Cromhout, van Adrichem en Louris Gijssenzn. van Groenendijk als bij schout en gerechte van Rijnsburg gestelde voogden over de voorsz. Gerrit Corneliszn. van Rijn en Gijsbert en Jan Louriszn. van Groenendijck als erfgenamen van Willem Corneliszn. van Rijn, welke mede een zoon was van de voorsz. Leentie Claasdr. van der Codde en tezamen kind en kindskinderen en erfgenamen ex testamento van Adriaantje Willemsdr. van Rijnhoven weduwe van Claas Corneliszn. van der Codde verkopen Jan Claaszn. Berendrecht, Hendrik Gerritszn. van der Plas en Claas Corneliszn. Crul als gasthuismeesters van Catwijk op de Rijn 2 1/2 hond teelland gelegen in Catwijk over de hoge brugge aan de Lagedijk, belend O Jacob de duinmeier met bruikwaar, N de Heerweg, W Steven Swanenburgh en Z de schout van Boskoop, voor 150 gulden.) |
vanaf 13-03-1692 | Verkoop uit nalatenschap (ORA Katwijk 227v. 13-03-1692. Cornelis Ariszn. Cromhout gehuwd met Dieuwertje Claasdr. van der Codde, item dezelfde benevens Claas Jacobszn. Keth en Joris Corneliszn. van Adrichem als voogden over het minderjarig kind van Cornelia Claasdr. van der Codde bij Cornelis Gerritszn. van Rijn en nog over Gerrit Corneliszn. van Rijn, Gijsbert en Jan Louriszn. van Groenendijck minderjarige kinderen van Leentje Claasdr. van der Codde gewonnen zo bij Cornelis Gerritszn. van Rijn de jonge als bij Louris Gijsenzn. van Groenendijk, nog dezelfde Cromhout, van Adrichem en Louris Gijssenzn. van Groenendijk als bij schout en gerechte van Rijnsburg gestelde voogden over de voorsz. Gerrit Corneliszn. van Rijn en Gijsbert en Jan Louriszn. van Groenendijck als erfgenamen van Willem Corneliszn. van Rijn, welke mede een zoon was van de voorsz. Leentie Claasdr. van der Codde en tezamen kind en kindskinderen en erfgenamen ex testamento van Adriaantje Willemsdr. van Rijnhoven weduwe van Claas Corneliszn. van der Codde verkopen Jan Claaszn. Berendrecht, Hendrik Gerritszn. van der Plas en Claas Corneliszn. Crul als gasthuismeesters van Catwijk op de Rijn 2 1/2 hond teelland gelegen in Catwijk over de hoge brugge aan de Lagedijk, belend O Jacob de duinmeier met bruikwaar, N de Heerweg, W Steven Swanenburgh en Z de schout van Boskoop, voor 150 gulden.) |
![]() |
15 Santhorst Wassenaar |
Verweijer te Voorschoten |
vanaf 28-04-1647 | Verkoop land te Wassenaar (ORA Wassenaar 24. 28-4-1647. Garbrand Floriszn. van Noort, Jacob Floriszn. van Noort en Willem Floriszn. van Noort, kinderen van Maartje Garbrandsdr. weduwe van Floris Willemszn. van Noort hen sterk makende voor hun moeder verkopen Jacob Garbrandszn. van Haasbroeck en Garbrand Jacobszn. van Haasbroeck 4 hond land of crogt, belend O Jacob Garbrandszn. voorsz. en Mr Michiel, Z de Heerweg, W Pieter Janszn. van der Cley oud schout met bruikwaar en N Isbrand Janszn. bakker. Voldaan met een custingbrief van 300 gulden. 25. 28-4-1647. Volgt schuldbrief met hypotheek op het gekochte.) |
|||
vanaf 06-01-1680 | Testament (ONA Leiden, notaris N van Leeuwen 6-1-1680: Langstlevende-testament van het echtpaar Willem Florisz van Noort en Grietje Nannings, wonend op de huijse van Santhorst gelegen onder Wassenaar. De langstlevende is erfgenaam van de roerende en onroerende goederen, actien en credieten, geld, goud, zilver, gemunt en ontgemunt, onder voorwaarde van onderhoud en opvoeding van hun kinderen tot hun mondigheid of huwelijk. De kinderen krijgen een uitkering van 25 gulden. De weeskamer wordt uitgesloten.) |
vanaf 06-01-1680 | Testament (ONA Leiden, notaris N van Leeuwen 6-1-1680: Langstlevende-testament van het echtpaar Willem Florisz van Noort en Grietje Nannings, wonend op de huijse van Santhorst gelegen onder Wassenaar. De langstlevende is erfgenaam van de roerende en onroerende goederen, actien en credieten, geld, goud, zilver, gemunt en ontgemunt, onder voorwaarde van onderhoud en opvoeding van hun kinderen tot hun mondigheid of huwelijk. De kinderen krijgen een uitkering van 25 gulden. De weeskamer wordt uitgesloten.) |
vanaf 1650 | Bakker aan de Kerklaan te Voorburg |
Testeert Voorburg 8-1656 | ||||
vanaf 17-02-1644 | Schuldbrieven te Voorburg (Voorburg 17-2-1644: Sijmon Cornelisz van Meurs heeft twee schuldbrievan van ƒ 800,- en ƒ 700,- op Pieter Sijmonsz van Meurs Op 14-5-1645 is Pieter Cornelisz van der Boon, metselaar, f 100,- schuldig aan Pieter Sijmonsz van Meurs. (ook vermeld met f 150,- op 8-11-1648; met f 250,- op 7-7-1652) Op die dag Koop Pieter Sijmonsz van Meurs ook een schuldbiref van f 200 ten laste van Adriaen Govertsz van der Weert Op 23-6--1647 is Pieter Sijmonsz f 200, schuldig aan Cornelis Cornelisz Kuij, mr timmerman. Onderpand zijn huis aan de Kleine Laan te Voorburg Op 31-7-1650 is Lenaert Joosten Zuijtwijck f 160,- schuldig aan Pieter Sijmonsz Meurs, bakker, wegens een lening en geleverd brood Op 17-12-1650 is Aelbrecht Jacobsz Veen, schipper, f 100,- schuldig aan Pieter, wegens een lening en geleverd brood met huis (Hoge Burch) als onderpand) |
|||
vanaf 07-07-1651 | Assisteert bij verkoop (Voorburg 7-7-1651: Leuntge Pietersdr, weduwe van Jan Lenaertsz Cocxhoren, geassisteerd door Pieter Sijmonsz van Meurs, haar neef verkoopt voor f 900,- aan Neeltge Jans, weduwe van Thonis Willemsz Outshoren, haar dochter, een huis aan de oostzijde v an de Kerklaan 3-10-1661: Pieter Sijmonsz van Meurs, bakker, met volmacht van Jannitge Bouwensdr, weduwe van Huijch Lenaertsz, zandman verkoop voor f 450,- aan Lenaert Pietersz van der Croes, schipper, een huis aan de Kleine Laan) |
|||
vanaf 26-08-1651 | Koop erf te Voorburg (Jan Maertensz verkoopt voor f 404,- aan Pieter Sijmonsz van Meurs, bakker een erf annex huis van Pieter Sijmonsz van Meurs, aan de westzijde van de Kerklaan. O: Pieter Sijmonsz van Meurs; Z: Cornelis Cornelisz van der Haes; W: Over de sloot Jan Maertensz; N: Juffr. Schortis, Theus Pietersz [Theus of Matheus Pietersz Hofflant], Willem Claesz Bodegraven en Samuel Jansz Vengier, tuinman) |
|||
vanaf 1652 | Weerbare man te Voorburg (Piecken) | |||
vanaf 02-10-1653 | Koop huis te Voorburg (Pieter Cornelisz van der Boon, metselaar verkoopt voor f 1.100,- aan Pieter Sijmonsz van Meurs, bakker een huis, met poort aan de westzijde in het Westeinde van het dorp, O: Weduwe van Otto Jacobsz van der Mij, rietdekker; Z: Heerweg; W: Cornelis Claesz van Bodegraven; N: Francois van Halewijn, heer van Werve) |
|||
vanaf 27-01-1657 | Verkoop huis te Voorburg (Pieter Sijmonsz van Meurs, bakker veroopt voor f 975,- aan Jan Cornelisz Veen, alias Cocq een huis aan de noordzijde van de Herenstraat, O: Weduwe en kinderen van Otto Jacobsz van der Mij, rietdekker; Z: Heerweg; W: Cornelis Claesz Bodegraven; N: Francois van Halewijn heer van Werve) |
|||
vanaf 26-07-1662 | Nalatenschap van Maertgen Aelbrechtsdr (Voorburg 26-7-1662: Harman Dircxz van der Speck, korenmolenaar, weduwnaar van Maertgen Aelbrechtsdr, geassisteerd door Pieter Sijmonsz van Meurs ter eenre; Maerten Adriaensz Cocxhooren, gehuwd met Maria Thonis van Rhijn, en Dirck Dircxz van Adrichem, gehuwd met Thonisge Thonis van Rhijn, beiden nagelaten kinderen van voorn. Maertgen Aelbrechtsdr en Thonis Claesz van Rhijn, haar eerste man, Claes Aelbrechtsz Boorman, wonend te Berckel, en Gerrit Arentsz van Dijck te Monster, nomine uxoris ooms van moederskant over Dirck Harmansz van der Speck, nu oud omtrent 3 jaar, nagelaten zoon van de voorsz Maritge Aelberts en voorn. Harman Dircxz van der Speck, eerste comparant, Cornelis Claesz Bodegraven, Cornelis Jacobsz van Offwegen, en Pieter Mathijsz Backer, kleermaker, weesmeesters als oppervoogden van het voorsz minderjarige kind ter andere zijde: De kinderen krijgen ƒ 1.350,-, een gouden ring, een zilveren lepel en een zilveren kroonsdaalder. Voor het nakomen van de erfenis dient 4 morgen land in de Zoetermeerse Meer aan de Kruisweg als onderpand) |
|||
vanaf 26-05-1668 | Verkoop uit nalatenschap (Voorburg 26-5-1668: Maertge Cornelis, weduwe van Sijmon Corsz van Meurs, geassisteerd door Jan Sijmonsz van Meurs, korenmolenaar te Den Haag, haar zoon en als oom en voogd over de nagelaten minderjarige kinderen van Pieter Sijmonsz van Meurs en Innetge Ariens van Cocxhooren, beiden overleden verkoopt aan Cors Sijmonsz van Meurs, haar zoon, broer en oom resp. 3/4e deel van een huis met tuin of boomgaard met sloot ten westen; huis gekomen van Adriaen Govertsz van der Waert en de sloot van Jan Maertensz; ander 1/4e deel is van koper. Locatie: Kerklaan westzijde Som: ƒ 300,- voor de weduwe en Jan Sijmonsz en de voogden van de kinderen van Pieter Sijmonsz elk ƒ 300,- daarboven nog ƒ 300,-) |
|||
vanaf 31-05-1679 | Lening in erfenis (Voorburg 31-5-1679: Arijen Pietersz van Meurs voor zichzelf, Leuntge Pieters van Meurs, bejaarde dochter, Alewijn Cornelisz Cleijwech, gehuwd met Aeltge Pieters van Meurs en Lijsbet Pieters van Meurs, mede bejaarde dochter elk voor zichzelf, Cors Simonsz en Jan Simonsz van Meurs, oom en voogden van vaderskant, Jacob Cornelisz Starre, gesurrogeerde voogd in plaats van wijlen Jacob Henricksz van Daelen, in zijn leven testamentair voogd van moederskant over Jan en Simon Pietersz van Meurs, nog minderjarig; nagelaten kinderen van Pieter Simonsz van Meurs en Immetgen Ariens van Cocxhoorn, beiden overleden Zij zijn vermeld bij een lening van f 400,- door Aeffge Balthens van der Rhuijt, innocente dochter van Balthen Ariensz van der Rhuijt en Leuntge Jacobs, beide overleden. Betreft een lening met een huis aan de westzijde van de Kerklaan als onderpand.) |
|||
vanaf 16-06-1683 | Verkoop uit nalatenschap (Voorburg 16-6-1683: Willem Jansz Outshoorn, gehuwd met Trijntge Pieters van Meurs, Claes Thonisz van der Meer gehuwd met Leuntge Pieters, Crijn Willemsz van Noort gehuwd met Lijsbet Pieters, Alewijn Cornelisz Cleijwech gehuwd met Aeltge Pieters van Meurs, Jan Simonsz van Meurs als testamentaire voogd van Jan Pietersz en Simon Pietersz van Meurs, nog minderjarig, zijn samen nagelaten kinderen en erfgenamen van Pieter Simonsz van Meurs en Jannetge Ariens van Cocxhooren, beiden overleden. Zij verkopen aan Arien Pietersz van Meurs, hun broer en zwager, 6/7e deel van huis, schuur en erf met eigendom van de Buursloot naast het erf aan de westijde van de Kerklaan) |
vanaf 07-07-1651 | Assisteert bij verkoop (Voorburg 7-7-1651: Leuntge Pietersdr, weduwe van Jan Lenaertsz Cocxhoren, geassisteerd door Pieter Sijmonsz van Meurs, haar neef verkoopt voor f 900,- aan Neeltge Jans, weduwe van Thonis Willemsz Outshoren, haar dochter, een huis aan de oostzijde v an de Kerklaan) | |||
vanaf 26-05-1668 | Verkoop uit nalatenschap (Voorburg 26-5-1668: Maertge Cornelis, weduwe van Sijmon Corsz van Meurs, geassisteerd door Jan Sijmonsz van Meurs, korenmolenaar te Den Haag, haar zoon en als oom en voogd over de nagelaten minderjarige kinderen van Pieter Sijmonsz van Meurs en Innetge Ariens van Cocxhooren, beiden overleden verkoopt aan Cors Sijmonsz van Meurs, haar zoon, broer en oom resp. 3/4e deel van een huis met tuin of boomgaard met sloot ten westen; huis gekomen van Adriaen Govertsz van der Waert en de sloot van Jan Maertensz; ander 1/4e deel is van koper. Locatie: Kerklaan westzijde Som: ƒ 300,- voor de weduwe en Jan Sijmonsz en de voogden van de kinderen van Pieter Sijmonsz elk ƒ 300,- daarboven nog ƒ 300,-) |
|||
vanaf 31-05-1679 | Lening in erfenis (Voorburg 31-5-1679: Arijen Pietersz van Meurs voor zichzelf, Leuntge Pieters van Meurs, bejaarde dochter, Alewijn Cornelisz Cleijwech, gehuwd met Aeltge Pieters van Meurs en Lijsbet Pieters van Meurs, mede bejaarde dochter elk voor zichzelf, Cors Simonsz en Jan Simonsz van Meurs, oom en voogden van vaderskant, Jacob Cornelisz Starre, gesurrogeerde voogd in plaats van wijlen Jacob Henricksz van Daelen, in zijn leven testamentair voogd van moederskant over Jan en Simon Pietersz van Meurs, nog minderjarig; nagelaten kinderen van Pieter Simonsz van Meurs en Immetgen Ariens van Cocxhoorn, beiden overleden Zij zijn vermeld bij een lening van f 400,- door Aeffge Balthens van der Rhuijt, innocente dochter van Balthen Ariensz van der Rhuijt en Leuntge Jacobs, beide overleden. Betreft een lening met een huis aan de westzijde van de Kerklaan als onderpand.) |
|||
vanaf 16-06-1683 | Verkoop uit nalatenschap (Voorburg 16-6-1683: Willem Jansz Outshoorn, gehuwd met Trijntge Pieters van Meurs, Claes Thonisz van der Meer gehuwd met Leuntge Pieters, Crijn Willemsz van Noort gehuwd met Lijsbet Pieters, Alewijn Cornelisz Cleijwech gehuwd met Aeltge Pieters van Meurs, Jan Simonsz van Meurs als testamentaire voogd van Jan Pietersz en Simon Pietersz van Meurs, nog minderjarig, zijn samen nagelaten kinderen en erfgenamen van Pieter Simonsz van Meurs en Jannetge Ariens van Cocxhooren, beiden overleden. Zij verkopen aan Arien Pietersz van Meurs, hun broer en zwager, 6/7e deel van huis, schuur en erf met eigendom van de Buursloot naast het erf aan de westijde van de Kerklaan) |
vanaf 16-06-1683 | Verkoop uit nalatenschap (Voorburg 16-6-1683: Willem Jansz Outshoorn, gehuwd met Trijntge Pieters van Meurs, Claes Thonisz van der Meer gehuwd met Leuntge Pieters, Crijn Willemsz van Noort gehuwd met Lijsbet Pieters, Alewijn Cornelisz Cleijwech gehuwd met Aeltge Pieters van Meurs, Jan Simonsz van Meurs als testamentaire voogd van Jan Pietersz en Simon Pietersz van Meurs, nog minderjarig, zijn samen nagelaten kinderen en erfgenamen van Pieter Simonsz van Meurs en Jannetge Ariens van Cocxhooren, beiden overleden. Zij verkopen aan Arien Pietersz van Meurs, hun broer en zwager, 6/7e deel van huis, schuur en erf met eigendom van de Buursloot naast het erf aan de westijde van de Kerklaan) |
vanaf 16-06-1683 | Verkoop uit nalatenschap (Voorburg 16-6-1683: Willem Jansz Outshoorn, gehuwd met Trijntge Pieters van Meurs, Claes Thonisz van der Meer gehuwd met Leuntge Pieters, Crijn Willemsz van Noort gehuwd met Lijsbet Pieters, Alewijn Cornelisz Cleijwech gehuwd met Aeltge Pieters van Meurs, Jan Simonsz van Meurs als testamentaire voogd van Jan Pietersz en Simon Pietersz van Meurs, nog minderjarig, zijn samen nagelaten kinderen en erfgenamen van Pieter Simonsz van Meurs en Jannetge Ariens van Cocxhooren, beiden overleden. Zij verkopen aan Arien Pietersz van Meurs, hun broer en zwager, 6/7e deel van huis, schuur en erf met eigendom van de Buursloot naast het erf aan de westijde van de Kerklaan) |
vanaf 1685 | Bakker |
vanaf 31-05-1679 | Lening in erfenis (Voorburg 31-5-1679: Arijen Pietersz van Meurs voor zichzelf, Leuntge Pieters van Meurs, bejaarde dochter, Alewijn Cornelisz Cleijwech, gehuwd met Aeltge Pieters van Meurs en Lijsbet Pieters van Meurs, mede bejaarde dochter elk voor zichzelf, Cors Simonsz en Jan Simonsz van Meurs, oom en voogden van vaderskant, Jacob Cornelisz Starre, gesurrogeerde voogd in plaats van wijlen Jacob Henricksz van Daelen, in zijn leven testamentair voogd van moederskant over Jan en Simon Pietersz van Meurs, nog minderjarig; nagelaten kinderen van Pieter Simonsz van Meurs en Immetgen Ariens van Cocxhoorn, beiden overleden Zij zijn vermeld bij een lening van f 400,- door Aeffge Balthens van der Rhuijt, innocente dochter van Balthen Ariensz van der Rhuijt en Leuntge Jacobs, beide overleden. Betreft een lening met een huis aan de westzijde van de Kerklaan als onderpand.) |
|||
vanaf 16-06-1683 | Verkoop uit nalatenschap (Voorburg 16-6-1683: Willem Jansz Outshoorn, gehuwd met Trijntge Pieters van Meurs, Claes Thonisz van der Meer gehuwd met Leuntge Pieters, Crijn Willemsz van Noort gehuwd met Lijsbet Pieters, Alewijn Cornelisz Cleijwech gehuwd met Aeltge Pieters van Meurs, Jan Simonsz van Meurs als testamentaire voogd van Jan Pietersz en Simon Pietersz van Meurs, nog minderjarig, zijn samen nagelaten kinderen en erfgenamen van Pieter Simonsz van Meurs en Jannetge Ariens van Cocxhooren, beiden overleden. Zij verkopen aan Arien Pietersz van Meurs, hun broer en zwager, 6/7e deel van huis, schuur en erf met eigendom van de Buursloot naast het erf aan de westijde van de Kerklaan) |
|||
vanaf 13-06-1685 | Leningen met onderpand (voorburg 13-6-1685: Arijen Pietersz van Meurs, bakker leent f 150,- van de minderjarige kinderen van Catharina Louris van der Houve zaliger, verwekt door Jan Thomasz den Drijver Onderpand zijn huis aan de westzijde van de Kerklaan 1-12-1687: Arijen Pietersz van Meurs, bakker als principaal, Simon Pietersz van Meurs, broer, en Jobje Janss van der Burch, zijn schoonzuster, onbehuwde bejaarde dochter, beiden wonende op de Leijtschendam als borg. Arijen leent f 300,- van Machtelt Ariens Streng, weduwe van Arij Jorisz van der Quack, en Sara Ariens Streng jongedochter, zusters Onderpand zijn huis aan de Westzijde van de Kerklaan; O: Heerstraat; Z: Arij van Sprang; W: Buursloot; N: Erasmus Maju) |
|||
vanaf 02-06-1694 | Verkoop huis te Voorburg (Voorburg 2-6-1694: Arijen Pietersz van Meurs verkoopt aan Jacobus van der Cijs, beschuitbakker een huis en schuur en grondeigendom van de Buursloot aan de westzijde van de Kerklaan O: Heerstraat; Z: Arijen Gijsbrechtsz van Sprang; W: Over de Buursloot Pieter Willemsz van Wormer; N: Erasmus Maju en Thonis Noorderbaan Belast met ƒ 500 toekomend Pieternelle Aalbregts van der Meulen, weduwe van Cornelis Jacobsz van Offwegen; daarboven nog ƒ 500,-) |
vanaf 31-05-1679 | Lening in erfenis (Voorburg 31-5-1679: Arijen Pietersz van Meurs voor zichzelf, Leuntge Pieters van Meurs, bejaarde dochter, Alewijn Cornelisz Cleijwech, gehuwd met Aeltge Pieters van Meurs en Lijsbet Pieters van Meurs, mede bejaarde dochter elk voor zichzelf, Cors Simonsz en Jan Simonsz van Meurs, oom en voogden van vaderskant, Jacob Cornelisz Starre, gesurrogeerde voogd in plaats van wijlen Jacob Henricksz van Daelen, in zijn leven testamentair voogd van moederskant over Jan en Simon Pietersz van Meurs, nog minderjarig; nagelaten kinderen van Pieter Simonsz van Meurs en Immetgen Ariens van Cocxhoorn, beiden overleden Zij zijn vermeld bij een lening van f 400,- door Aeffge Balthens van der Rhuijt, innocente dochter van Balthen Ariensz van der Rhuijt en Leuntge Jacobs, beide overleden. Betreft een lening met een huis aan de westzijde van de Kerklaan als onderpand.) |
|||
vanaf 16-06-1683 | Verkoop uit nalatenschap (Voorburg 16-6-1683: Willem Jansz Outshoorn, gehuwd met Trijntge Pieters van Meurs, Claes Thonisz van der Meer gehuwd met Leuntge Pieters, Crijn Willemsz van Noort gehuwd met Lijsbet Pieters, Alewijn Cornelisz Cleijwech gehuwd met Aeltge Pieters van Meurs, Jan Simonsz van Meurs als testamentaire voogd van Jan Pietersz en Simon Pietersz van Meurs, nog minderjarig, zijn samen nagelaten kinderen en erfgenamen van Pieter Simonsz van Meurs en Jannetge Ariens van Cocxhooren, beiden overleden. Zij verkopen aan Arien Pietersz van Meurs, hun broer en zwager, 6/7e deel van huis, schuur en erf met eigendom van de Buursloot naast het erf aan de westijde van de Kerklaan) |
vanaf 31-05-1679 | Lening in erfenis (Voorburg 31-5-1679: Arijen Pietersz van Meurs voor zichzelf, Leuntge Pieters van Meurs, bejaarde dochter, Alewijn Cornelisz Cleijwech, gehuwd met Aeltge Pieters van Meurs en Lijsbet Pieters van Meurs, mede bejaarde dochter elk voor zichzelf, Cors Simonsz en Jan Simonsz van Meurs, oom en voogden van vaderskant, Jacob Cornelisz Starre, gesurrogeerde voogd in plaats van wijlen Jacob Henricksz van Daelen, in zijn leven testamentair voogd van moederskant over Jan en Simon Pietersz van Meurs, nog minderjarig; nagelaten kinderen van Pieter Simonsz van Meurs en Immetgen Ariens van Cocxhoorn, beiden overleden Zij zijn vermeld bij een lening van f 400,- door Aeffge Balthens van der Rhuijt, innocente dochter van Balthen Ariensz van der Rhuijt en Leuntge Jacobs, beide overleden. Betreft een lening met een huis aan de westzijde van de Kerklaan als onderpand.) |
|||
vanaf 16-06-1683 | Verkoop uit nalatenschap (Voorburg 16-6-1683: Willem Jansz Outshoorn, gehuwd met Trijntge Pieters van Meurs, Claes Thonisz van der Meer gehuwd met Leuntge Pieters, Crijn Willemsz van Noort gehuwd met Lijsbet Pieters, Alewijn Cornelisz Cleijwech gehuwd met Aeltge Pieters van Meurs, Jan Simonsz van Meurs als testamentaire voogd van Jan Pietersz en Simon Pietersz van Meurs, nog minderjarig, zijn samen nagelaten kinderen en erfgenamen van Pieter Simonsz van Meurs en Jannetge Ariens van Cocxhooren, beiden overleden. Zij verkopen aan Arien Pietersz van Meurs, hun broer en zwager, 6/7e deel van huis, schuur en erf met eigendom van de Buursloot naast het erf aan de westijde van de Kerklaan) |
![]() |
16 1643 Korenmolen Voorburg |
vanaf 01-12-1684 | Korenmolenaar (Voorburg 1-12-1684: Alewijn Cornelisz Cleijwech, korenmolenaar, gehuwd met Aeltge Pieters van Meurs leent f 6.000,- van: Cunera Kerckhoven, weduwe van Cornelis Abberdaen Betreft: Lening vanwege hetzelfde bedrag dat door juffr. Abberdaen is betaald aan Adriaen Kerckhoven, houtkoper en meestermolenmaker te Leiden voor het maken van een nieuwe stenen windkorenmolen in Voorburg) |
vanaf 10-11-1676 | Afstand van eigendomsrecht windmolen door Neeltge Daniels (Voorburg 10-11-1676: Erflater: Gerrit Jan Diertsz Schouten Erfgenamen: Neeltge Daniels, weduwe van Gerrit Jan Diertsz Schouten te Nieuweveen, geassisteerd door Dirck Gerritsz Schouten, haar mondige zoon Jan Gerritsz Schouten, anders genaamd Jan Diertsz, haar zoon, en Alewijn Cornelisz Cleijwech, weduwnaar van Ariaentge Gerrits Schouten, zwager van Neeltge Betreft: Donatie inter vivos van elk de gerechte helft van de windkorenmolen staand in het ambacht van Voorburg, malende met twee paar stenen, die haar man van Cornelis Meesz Witteman had gekocht. Neeltge doet afstand van haar eigendomsrecht Locatie: Ten noordwesten van het dorp op de grond van Francois van Halewijn) |
|||
vanaf 10-11-1676 | Overdracht windkorenmolen te Voorburg (Transportakte Voorburg 10-11-1676: Overdracht uit nalatenschap van Gerrit Jan Diertsz Schouten Erfgenamen: Neeltge Daniels, weduwe van Gerrit Jan Diertsz Schouten te Nieuweveen, geassisteerd door Dirck Gerritsz Schouten, haar mondige zoon, Jan Gerritsz Schouten, anders genaamd Jan Diertsz, haar zoon, en Alewijn Cornelisz Cleijwech, weduwnaar van Ariaentge Gerrits Schouten, zwager (schoonzoon) van Neeltge Betreft: Donatie inter vivos van elk de gerechte helft van de windkorenmolen staand in het ambacht van Voorburg, malende met twee paar stenen, die haar man van Cornelis Meesz Witteman had gekocht. Neeltge doet afstand van haar eigendomsrecht Locatie: Ten noordwesten van het dorp op de grond van Francois van Halewijn) |
|||
vanaf 31-05-1679 | Lening in erfenis (Voorburg 31-5-1679: Arijen Pietersz van Meurs voor zichzelf, Leuntge Pieters van Meurs, bejaarde dochter, Alewijn Cornelisz Cleijwech, gehuwd met Aeltge Pieters van Meurs en Lijsbet Pieters van Meurs, mede bejaarde dochter elk voor zichzelf, Cors Simonsz en Jan Simonsz van Meurs, oom en voogden van vaderskant, Jacob Cornelisz Starre, gesurrogeerde voogd in plaats van wijlen Jacob Henricksz van Daelen, in zijn leven testamentair voogd van moederskant over Jan en Simon Pietersz van Meurs, nog minderjarig; nagelaten kinderen van Pieter Simonsz van Meurs en Immetgen Ariens van Cocxhoorn, beiden overleden Zij zijn vermeld bij een lening van f 400,- door Aeffge Balthens van der Rhuijt, innocente dochter van Balthen Ariensz van der Rhuijt en Leuntge Jacobs, beide overleden. Betreft een lening met een huis aan de westzijde van de Kerklaan als onderpand.) |
|||
vanaf 13-05-1683 | Koop helft wind-korenmolen (Voorburg 13-5-1683: Jan Gerritsz Schout [Schouten], anders genaamd Jan Diertsz, korenmolenaar verkoopt voor f 900,- aan Alewijn Cornelisz Cleijwech, korenmolenaar, zwager, de helft van een stander-wind-korenmolen, eerder gepasseerd op 25-06-1677, met tal van gereedschap en werktuigen Locatie: Op de grond van de heer van Werve) |
|||