top deco

Aleid van der Made

Vrouwelijk 1319 - 1350  (31 jaar)


Generaties:      Standaard    |    Compact    |    Verticaal    |    Alleen tekst    |    Register    |    Tabellen    |    PDF

Generatie: 1

  1. 1.  Aleid van der Made is geboren in 1319 in Delft; is gestorven in jan 1350 in Vrijenban.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: Lenen Hofstede Paddenpoel

    Aantekeningen:

    vermelding:
    Van de hofstede Paddenpoel te Oegstgeest, zelf leenroerig aan de burcht van Leiden hing een gering aantal lenen af. Deze erfden met het huwelijk van Aleid van der Made met Jan van Hodenpijl aan de lenen van Hodenpijl. Zij zijn daar door retroacta op naam herkenbaar.

    Aleid is getrouwd met Jan van Hodenpijl in 1340 (civil) in Delft. Jan (zoon van Arnout Dircksz van Hodenpijl en Meijne Florisdr van den Doortoge) is geboren circa 1315 in Delft; is gestorven na 1390. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Kinderen:
    1. 2. Dirk Jansz van Hodenpijl  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren in 1342 in Overschie; is gestorven in 1406.
    2. 3. Alijd van Hodenpijl  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren circa 1343 in Overschie; is gestorven vóór 6 mrt 1433; is begraven in Delft, Oude kerk.
    3. 4. Margriet van Hodenpijl  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren circa 1345 in Overschie.
    4. 5. Willem van Hodenpijl  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren circa 1347 in Overschie.


Generatie: 2

  1. 2.  Dirk Jansz van Hodenpijl Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (1.Aleid1) is geboren in 1342 in Overschie; is gestorven in 1406.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • functie: Ridder
    • vermelding: van 1381 tot 1403; Onroerend goed
    • vermelding: van 1381 tot 1476; Vermeld in de bezittingen rond Rotterdam van de St. Paulus-abdij
    • functie: van 1391 tot 1399; Hoogheemraad van Delfland
    • vermelding: van 1396 tot 1398; Deelname veldtochten
    • functie: van 1402; Rentmeester van Noord-Holland
    • vermelding: tot 1435; Leen te Maasland

    Aantekeningen:

    Ridder, heemraad van Delftland, rentmeester van Noord-Holland, vermeld 1360-1406.Hij was gegoed o.a. onder Maasland en te Rodenrijs, waar hij de "woning tot Rodenrise" in leen hield van Brederode. In 1398 moet Dirk van Hodenpijl, ridder, met zijn vijf gewapende mannen graaf Albert te hulp komen tegen de Friezen. Zijn zegel: geschuinbalkt van 6 stukken (1398).

    vermelding:
    bezit een woning te Rodenrijs in leen 1381
    draagt zijn woning te Rijswijk op met 24 morgen land aan hertogin Margaretha 1384
    beleend met een tiend te Nieuwerkerk aan de Alm 25-6-1403

    vermelding:
    19. De tienden te Zevenhuzen
    19A. Een vierde deel van de tienden
    30- 5-1381: Dirc van Hodenpijl zoals zijn vader het leen hield (A, folio 62).
    22- 3-1407: Johan van Hodenpijl bij dode van zijn vader heer Dirc van Hodenpijl (A, folio 258’3.
    20- 8-1411: Heer Jan van Hodenpijl tocht zijn vrouw Lysbet van Haemstede aan het leen LA, folio 292).
    5 4-1424: Heer Jan van Hodenpijl, ridder, met ledige hand (B, folio 3391.
    5 7-1476: Aelbrecht, heer tot Stagen, ridder, .bii dode van zijn moeder Johanna van Hodenpijl, vrouwe tot Stagen met een vierde deel van de tienden en het lastgeld en bij dode van jonkvrouwe Volken (Volkwijl van Zevenbergen met een vierde deel van de drie doyts en de tienden (B, folio 3851.

    functie:
    inv. 284 Den Haag 20-11-1391 Hertog Albrecht van Beieren maakt bekend dat Filips van Pollanen, Gerrit van Egmond, Willem van Naaldwijk, Dirk van Hodenpijl ende Dirk van Katendijk voor het leven zijn benoemd tot hoogheemraad van Delfland, dat zij in de toekomst zelf een opvolger mogen kiezen die minsten 50 morgen land binnen Delfland moet bezitten en in het gebied woonachtig moet zijn en een klerk, bode en schutters mogen benoemen en tevens wordt bevolen dat hun keuren en besluiten door iedereen moeten worden opgevolgd, waarbij ook de baljuw of een dijkgraaf aanwezig moet zijn.

    vermelding:
    Nam deel aan de veldtocht tegen de Friezen 1396.
    Moet met vijf gewapende mannen graaf Aelbrecht te hulp komen tegen de Friezen 3-5-1398

    vermelding:
    Repertorium op de grafelijke lenen in Maasland
    6 morgen land tussen de Schije en de Polrevaart. 12 morgen land in Schijepolder, genaamd de Gemeene Camp, waarvan de helft aan de abdis van Reynsburch toebehoort.
    .-.-.: Heer Dirc van Hodenpijl (vermeld 14-11-1402, Wassenaar, register B, f 22).
    .-.-.: Heer Jan van Hodenpijl 0.h. 281, f 309).
    31-12-1420: Heer Jan van Hodenpijl (1.h. 62, f 18).
    29-3-1430: Dirc van Hodenpijl, bij dode van zijn vader heer Jan van Hodenpijl 0.h. 62, f 76 vl.
    12-8-1435: Jan van Hoedenpijl na overdracht door zijn broer Dirck van Hoedenpijl 1l.h. 114, f 33 v).

    Overleden:
    Overleden mei/november 1406

    Dirk is getrouwd met Machteld (heer Gerritsdr.) van Heemstede in 1376 (civil). Machteld (dochter van Gerrit van Heemstede en Maria van Polanen) is geboren circa 1348 in Heemstede; is gestorven na 1384. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Kinderen:
    1. 6. NN van Hodenpijl  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is gestorven vóór 6 mrt 1434; is begraven in Delft.
    2. 7. Jan van Hodenpijl  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren circa 1380; is gestorven op 13 jan 1426 in Brouwershaven.

  2. 3.  Alijd van Hodenpijl Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (1.Aleid1) is geboren circa 1343 in Overschie; is gestorven vóór 6 mrt 1433; is begraven in Delft, Oude kerk.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 6 mrt 1433; Overdracht uit nalatenschap

    Aantekeningen:

    vermelding:
    brief d.d. 6-3-1433: Vranck en Jacob Lambrechs zonen, geseit van der Meer hebben land geërfd van hun moeder Alijt van Hodenpijl en dragen dit over aan hun halfbroer Boudijn Hert Boudijnszn

    Overleden:
    Begraven in het midden bij de preekstoel

    Gezin/Partner: Lambrecht van Tol (van der Meer). Lambrecht is geboren circa 1340 in Delft; is begraven in Delft, Oude kerk. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Kinderen:
    1. 8. Jacob Lambregtsz van der Meer  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is gestorven na 1445.
    2. 9. Vranck Lambrechtsz van der Meer  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren circa 1374; is gestorven vóór 10 nov 1447.

    Gezin/Partner: Boudijn van der Woerd. Boudijn is gestorven vóór mrt 1434; is begraven in Delft. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  3. 4.  Margriet van Hodenpijl Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (1.Aleid1) is geboren circa 1345 in Overschie.

    Margriet is getrouwd met Dirk van Sprangen in 1366 (civil). Dirk is geboren circa 1330 in Overschie. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  4. 5.  Willem van Hodenpijl Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (1.Aleid1) is geboren circa 1347 in Overschie.


Generatie: 3

  1. 6.  NN van Hodenpijl Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (2.Dirk2, 1.Aleid1) is gestorven vóór 6 mrt 1434; is begraven in Delft.

    Gezin/Partner: Dirck Heynricksz. van den Hoorn. Dirck (zoon van Heijnrick van den Hoorn) is geboren circa 1375; is gestorven vóór 8 mei 1457. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Kinderen:
    1. 10. Adriaen Dircxz van den Hoorn  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren circa 1398; is gestorven in 1484.
    2. 11. Machteld Dircksdr. van den Hoorn (Hodenpijl)  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren circa 1400; is gestorven na 18 jul 1465; is begraven in Delft, Oude kerk.

  2. 7.  Jan van Hodenpijl Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (2.Dirk2, 1.Aleid1) is geboren circa 1380; is gestorven op 13 jan 1426 in Brouwershaven.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 1381 tot 1476; Vermeld in de bezittingen rond Rotterdam van de St. Paulus-abdij
    • functie: van 1405; Schildknaap
    • vermelding: van 12 okt 1407; Opgeroepen de graaf te dienen bij Woudrichem met 2 man
    • vermelding: van 1409 tot 1430; Leen te Maasland
    • vermelding: van 9 aug 1421; Ruil van land
    • vermelding: van 1422; Vermeld als zwager van Dirck van den Hoorn
    • functie: van 1424; Ridder
    • vermelding: van 19 apr 1430; Huwelijkse voorwaarden
    • vermelding: tot 1435; Leen te Maasland

    Aantekeningen:

    Ridder, heer van Heemstede, goederen na zijn sneuvelen verbeurd verklaard. Weduwe kocht ze terug.

    vermelding:
    19. De tienden te Zevenhuzen
    19A. Een vierde deel van de tienden
    30- 5-1381: Dirc van Hodenpijl zoals zijn vader het leen hield (A, folio 62).
    22- 3-1407: Johan van Hodenpijl bij dode van zijn vader heer Dirc van Hodenpijl (A, folio 258’3.
    20- 8-1411: Heer Jan van Hodenpijl tocht zijn vrouw Lysbet van Haemstede aan het leen LA, folio 292).
    5 4-1424: Heer Jan van Hodenpijl, ridder, met ledige hand (B, folio 3391.
    5 7-1476: Aelbrecht, heer tot Stagen, ridder, .bij dode van zijn moeder Johanna van Hodenpijl, vrouwe tot Stagen met een vierde deel van de tienden en het lastgeld en bij dode van jonkvrouwe Volken (Volkwijl van Zevenbergen met een vierde deel van de drie doyts en de tienden (B, folio 3851.

    functie:
    In het familiearchief van Matenesse wordt Jan van Hodenpijl vermeld als knape.
    Familiewapen: rechts geschuinbalkt van 6 stukken; schildhouders: 2 mannen.

    vermelding:
    12-10-1407: Hertog Willem, Graaf van Holland...
    Lieve, ende ghetrouwe, wij bidden u, ende manen op sulc leen, als ghij van ons houdt, dat ghij ons comt dienen, of drie uwe goeder ghewapende mannen sendt binnen Woudrichem, dair wij mede bewairt zij, alsoo dat sij dair zijn op en Dinxdaech naestcomende, om onse stede, ende palen aldair te helpen houden, dair wife leveren, ende doen zullen, dat wij schuldigh zijn te doen, dit en laet niet...
    Jan van Hodenpijl, II man
    ...
    NB: het betreft hier één van de conflicten tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten. Uiteindelijk werd 1412 te Wijk bij Duurstede een vrede gesloten, waarbij Gorinchem voorgoed aan Holland bleef mèt het gehele land van Arkel en de Lede.

    vermelding:
    Repertorium op de grafelijke lenen in Maasland
    Een: koren- en smaltiende binnendijks, genaamd heer Daneelstiende, strekkende van de kerk tot aan de Maesdijk.
    14-9-1409: Heer Jan van Hodenpijl, ridder, na overdracht door jonkvrouwe Margriet van der Steyne en van der Merwede, gehuwd met Willem van Brederode (1.h. 54, f 57 vl.
    2-8-1414: Jan van Hoempijl tocht zijn vrouw Liisbeth van Haemstede (1.h. 54, f 119 vl.
    31-12-1420: Heer Jan van Hodenpijl (1.h. 62, f 2).
    29-3-1430: Dirc van Hodenpijl, bij dode van zijn ‘vader heer Jan van Hodenpijl (1.h. 62, f 76 vl.
    12-8-1433: Jan van Hoedenpijl na overdracht door zijn broer Dyrck van Hoedenpiil (1.h. 114, f 33 vl.
    15-7-1469: Jan van Hoedenpijl, heer van Haemstede, machtigt Jan van Zwieten, schout van Leyden, het leen te belasten met 316 rijns gulden van 40 groten Vlaams, wegens de schuld, die hij aan hem heeft (1.h. 118, cap. N.H., f 101.
    .-.-.: Jonkvrouwe Otte van Egmond, gehuwd met Adriaen van Swieten, na verkoop bii executie van de leengoederen van Jan van Hodenpijl (circa 1470, thans verdwenen blad in 1.h. 118, cap. N.H., bii f 23).

    vermelding:
    Vermeld in het archief van het Karthuizerklooster "Het Hollandse Huis" te Geertruidenberg
    9-8-1421: Heer Jan van Hodenpijl, ridder, staat aan het convent van de Sartroysen bij Sente Geerdenberghe af 3,5 morgen land in Maseslant, gepacht door Koeyaert, belend ten westen: het klooster van der Leede en heer Gherriit van den Zijl, ten oosten: de pastoor in de Lier, ten noorden, de heerweg, ten zuiden: de Bordiicschen weg, alleen belast met tijns.
    Hij ontvangt hiervoor in ruil terug 3,5 morgen land in Rijswijc, n.1. een vierde deel van 10 morgen land, die hij zelf in huur heeft, gemeen met Andries Michielsz., belend ten westen: Aernt Touwe die goutsmyt, ten oosten: jonkvrouwe Lijsbeth, de weduwe van Jan Willemsz., ten noorden: de Vlyet, ten zuiden: de Vaert. En nog 1 morgen land aldaar, waarop hii zelf woont, belend ten westen: de kanunniken uit den Hagh,e, ten oosten: hij zelve, ten noorden: de voetakker, ten zuiden: de Vlyet.

    vermelding:
    In een afschrift van een oorkonde uit 1422 is sprake van een verkoop aan Dirc van der Hoorn: "ende noch heb ick vercoft anderhalff morgen landts gelegen in Hodenpijl gemengeder aerde ende gemeenre vuer met Dirck van den Hoorn voirs. ende met Jan van Hodenpijl zijnen zwager ende Cornelis Gijsbrechts wijff" (GA Delft, archief van het Oude en Nieuwe Gasthuis, nr. 517, fol. 65v).

    vermelding:
    Wij Elysabet van Haemstede, vrouwe van Hodenpijl ende Willem die Bastairt van Hollant Heer van Schagen, maken huwelijksvoorwaarden, tusschen Willem voornoemd en Johanna van Hodenpijl, dochter van Elisabeth boven-vermeld. Int jair ons Heeren Dusent vier hondert ende dertich Gode ter eeren negenthien dage in Aprill.
    Authentiek afschrift op papier, uitgegeven door den Notaris J. Versijl te 's-Gravenhage. 20 Augustus 1665 (Inv. N". 3.)

    vermelding:
    Repertorium op de grafelijke lenen in Maasland
    6 morgen land tussen de Schije en de Polrevaart. 12 morgen land in Schijepolder, genaamd de Gemeene Camp, waarvan de helft aan de abdis van Reynsburch toebehoort.
    .-.-.: Heer Dirc van Hodenpijl (vermeld 14-11-1402, Wassenaar, register B, f 22).
    .-.-.: Heer Jan van Hodenpijl 0.h. 281, f 309).
    31-12-1420: Heer Jan van Hodenpijl (1.h. 62, f 18).
    29-3-1430: Dirc van Hodenpijl, bij dode van zijn vader heer Jan van Hodenpijl 0.h. 62, f 76 vl.
    12-8-1435: Jan van Hoedenpijl na overdracht door zijn broer Dirck van Hoedenpijl 1l.h. 114, f 33 v).

    Gezin/Partner: Elisabeth van Haemstede. Elisabeth is geboren circa 1397 in Zierikzee; is gestorven na 1439. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Kinderen:
    1. 12. Gillisje van Hodenpijl  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven
    2. 13. Johanna van Hodenpijl  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren circa 1412; is gestorven vóór 5 jul 1476; is begraven in Schagen, grote kerk.

  3. 8.  Jacob Lambregtsz van der Meer Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (3.Alijd2, 1.Aleid1) is gestorven na 1445.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 6 mrt 1433; Overdracht uit nalatenschap
    • predikaat: van 1445; Schepen van Delft

    Aantekeningen:

    vermelding:
    brief d.d. 6-3-1433: Vranck en Jacob Lambrechs zonen, geseit van der Meer hebben land geërfd van hun moeder Alijt van Hodenpijl en dragen dit over aan hun halfbroer Boudijn Hert Boudijnszn

    Gezin/Partner: Ide Tou Claesdr. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  4. 9.  Vranck Lambrechtsz van der Meer Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (3.Alijd2, 1.Aleid1) is geboren circa 1374; is gestorven vóór 10 nov 1447.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: Eigenaar van graf in de Oude kerk te Delft
    • vermelding: Vermeld op grafzerk in de Oude kerk van Delft
    • functie: van 1422 tot 1437; Schepen van Delft
    • vermelding: van 1433 tot 1436; getuige te Delft
    • vermelding: van 6 mrt 1433; Overdracht uit nalatenschap
    • vermelding: van 31 jan 1436; Verkoop rente
    • vermelding: van 10 nov 1447; Vermeld als belender te Maasland

    Aantekeningen:

    vermelding:
    Tneghenste pleyn (H, blz. 18).
    Graf 3. Niet geteyckent in t gravenboec (H).
    1420/70: Gekocht door Vranck Lambrechtsz. (MtP).

    vermelding:
    Grafzerk in de Oude kerk te Delft
    graf 201. Twintig wapens uitgekapt, volgens Timareten van de hierna te noemen personen; het opschrift is vrijwel onleesbaar.
    Hier leggen begraven deze anboren ende meer hunne nacomers, Jan? Franck getr. met Catrijn van Foreest, oudste zoon van Lambert van Tol en Alyd van Hodenpijl zijn wijf zedert genaamt Van der Meer nu mede Van Berendrecht
    Arent Frankensz. schout deser stad, bailjeu en dijkgraeff van Delfland, die dit graf maken dede, starf ao. 1503 met Jacomyne Claesdr. ambagtsvr. in Pendrecht sijn wijff st. 1509.
    Pieter Arentsz. starf 1479 met Ledewije de Wilt van Bleiswijk Jacobsdr. sijn wijff.
    Jacob Arentsz. starf op de jacht 1482 wiens wijff was Rus van Alkemade.
    Lodewijk Arentsz. starf in den oorlog tot Overschie onder het gebied zijns vaders 1488 wiens wijve was Margaretha van Tettrode.
    Franck Pieter Arendsz schout en na burgemeester deser stad eerst bailjeu, dijkgr. en hoogheemraad van Delfland starf 1554 met Clara van Berendrecht sijn wijf 1558.
    Joost Franckensz. starf 1585; zijn wijff was Magteld van der Dussen Cornelisdr. starf 1560.
    Mr. Arend Frankensz. licentiaet in de regten, hoogheemraad van Delfland en secretaris deser stad, die het vernieuwe dede starf 1596. Zijn wijf was Clara van Sparwoude Jansdr.
    Willem Frankensz. secretaris des Konings in den Hove van Holland starff 1594 zijn wijff was Anna Sandeling Arentsdr. starf 1568.

    functie:
    vermeld in 1422, 1423, 1434, 1436, 1437

    vermelding:
    Vranck Lambrechtsz is vermeld als getuige te Delft en zet zijn zegels op charters d.d. 1-10-1433, 1-9-1436, 9-4-1437 (schepen van Delft)

    vermelding:
    brief d.d. 6-3-1433: Vranck en Jacob Lambrechs zonen, geseit van der Meer hebben land geërfd van hun moeder Alijt van Hodenpijl en dragen dit over aan hun halfbroer Boudijn Hert Boudijnszn

    vermelding:
    Regesten St Agnieten Zusterhuis te Rotterdamfo. 57 Delft in dat Suyteynde; Die wielmaker int Suyteynde in dat slop als men eerst in coemt van Rotterdam an die rechterhant 40 scelling;
    31-1-1436: Vranck Lambrechts zoen en Adriaen Eelyaens zoen, schepenen in Delft, oorkonden, dat Claes Everts zoen voor hen heeft verkocht en opgedragen Claes Willems zoen den goutsmit een rente van 40 schelling hollands 's jaars, staande op zijn huis en erf, gelegen in het slop in het Zuyteynde naast het huis en erf van Pieter Jan Danels zoen aan de noordzijde en huis en erf van Claes van der Leden aan de zuidzijde, waarmede Claes Evers zoen verklaart Claes Willems zoen te vrijwaren. Int jaer ons Heren M CCCC ses ende dertich tsdincxdaghes na sinte Pouwelsdach conversio.

    vermelding:
    10-11-1447: Lijsbeth, weduwe van Jan Willem Moersz., verkoopt 7 morgen land te Maeslant gemeen met de Oude Kerck te Delff. Bij de belenders worden ook vermeld Mary, weduwe van Vranc Lambrechtsz. en Gerijt Willem Stormsz (schoonzoon van Vranck Lambrechtsz)

    Overleden:
    Overleden tussen 6-11-1438 en 10-11-1447

    Vranck is getrouwd met Catharina Jansdr van Foreest circa 1400 (civil). Catharina (dochter van Jan Herpersz van Foreest en Vrouwe Ida Cuser van Oosterwijck) is geboren circa 1378. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Kinderen:
    1. 14. Marie Vranckendr van der Meer  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is gestorven na 4 feb 1481.
    2. 15. Arent Vranckensz. van der Meer  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren circa 1409; is gestorven op 7 aug 1503.

    Vranck is getrouwd met Marij NN vóór 1447 (civil). [Gezinsblad] [Familiekaart]



Generatie: 4

  1. 10.  Adriaen Dircxz van den HoornAdriaen Dircxz van den Hoorn Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (6.NN3, 2.Dirk2, 1.Aleid1) is geboren circa 1398; is gestorven in 1484.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • functie: Veertigraad, schepen en burgemeester van Delft
    • vermelding: van 1464 tot 1465; Koop land van moeder
    • vermelding: van 1 mrt 1483; Koop rente

    Aantekeningen:

    functie:
    schepen van Delft 1473-1476, 1481, 1483, veertigraad aldaar 1476,
    burgemeester 1477, 1478, zegelde als arbiter in een geschil 16 november 1477, overl. 1484.
    Een veertigraad is een gezelschap van de veertig rijkste burgers van een stad die een voordracht mochten doen aan de heerser voor de benoeming van hun burgemeesters en schepenen.

    vermelding:
    OV 1984- cartularium Oude Gasthuis te Delft - inv. 517:
    1422: Willem Hugensz. van den Horn verkoopt aan zijn pachter Dirrick van den Hoorn Henricxz. 1/8 van 15 morgen land met huis, berg en geboomte, waarin deze woont en dat de verkoper is aangekomen door zijn huwelijk met Alijt, de weduwe van Jacob Hugenz.; en 1,5 morgen land te Hodenpijl gemeen met de koper en diens zwager Jan van Hodenpijl en de vrouw van Cornelis Ghijsbrechtsz. Het land is belast met tijns en de vrouw van Cornelis Ghysbrechts heeft op 5 hond land 1 rijns gulden lijftocht. Bezegeld door Jan Doen Willemsz. (fo. 65v).
    14-5-1465: Katrijn, weduwe van Dirc van den Hoorn, verkoopt aan Adriaen Dircxz. van den Hoorn 1,5 morgen in Hodenpijl gemeen met de koper en Cornelis Ghijsbrechtsz., belast met tijns en 10 stuiver op 3 morgen.
    6-4-1464: Katrijn, weduwe van Dirc van der Horn verkoopt aan Adriaen Dirricxz. van den Horn 1 morgen land op de Horn op de Harnasch gemeen met de verkoopster, de koper en Cornelis Gijsbrechtsz.
    15-6-1464: Katrijn, weduwe van Dirc van den Horn verkoopt aan Adriaen Dircxz. van den Horn 1 morgen land op de Horn op de Harnas gemeen met de verkoopster, de koper en Cornelis Gijsbrechtsz.
    14-5-1465: Katrijn, weduwe van Dirc van den Horn verkoopt aan Adriaen Dircxz. van den Horn 0,5 morgen land op de Horn op de Harnasch, gemeen met de koper en Cornelis Gijsbrechtsz.

    vermelding:
    De regeringen van Dordrecht, Haarlem, Delft, Leiden en Gouda verkopen aan Adriaen van den Horn Dircxz.
    een rente van 5 pond Vlaamsch jaarlijks, losbaar met de penning 12, d.d. 1 maart 1483

    Gezin/Partner: Lucie Vranckendr. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  2. 11.  Machteld Dircksdr. van den Hoorn (Hodenpijl) Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (6.NN3, 2.Dirk2, 1.Aleid1) is geboren circa 1400; is gestorven na 18 jul 1465; is begraven in Delft, Oude kerk.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 3 mrt 1445; Belofte over erfenis
    • vermelding: van 18 okt 1453 tot 18 jul 1465; Koop en verkoop land
    • vermelding: van 22 mrt 1457; Overeenkomst nalatenschap Jan Symonsz

    Aantekeningen:

    Ook bekend onder de naam Hodenpijl.
    Verkoopt land op de Harnas in Woudambacht 18-07-1465.

    vermelding:
    Regesten Sint Maria in Galilea 3-3-1445 [Regest 19]: Symon Jansz, en Margriet Jan Symonsz dochter, vrouw van Aem Heynrycx zoon, verklaren, dat hunne zuster Alijt, dochter van huns vaders eerste vrouw, en hunne zusters Alijt en Maritgen, dochters van huns vaders tweede vrouw, Machtelt, conventualen in het klooster St. Elizabeth in den Haag, zullen mededeelen in de nalatenschap van hun vader, en de beide laatstgenoemde zusters ook in haar moeders erfenis.

    vermelding:
    Klooster St Agatha te Delft, inv. 134
    18-10-1453: Pieter Jansz. verkoopt aan Jan Symonsz., zijn neef, 3 morgen land, gelegen in het Wout ambacht op de Harnas.

    18-7-1465: Machtelt Jan Symonsz. wed. verkoopt aan Pieter Gerytsz. 3 morgen land, vermeld in den brief d.d. 1453 October 18, waardoor deze gestoken is

    vermelding:
    Regesten Sint Maria in Galilea 22-3-1457: [22-3-1457: Mater en convent van Sint Elysabettenklooster in den Hage ter eenre zijde en Machtelt, weduwe van Jan Symonsz., met haar zoon Symon Jansz., tevens als voogd van zijn broer en zuster Pieter en Machteld en als voogd van zijn zoon Claes, Aem Heynricxz. als voogd van zijn vrouw, Symon Symonsz. Als voogd van zijn vrouw, Gerijt Symonsz. en Danyel Claesz., haar kinderen, anderzijds scheiden de goederen van wijlen Jan Symonsz., omdat 3 van diens kinderen, n.1. Alijt en Maritge, waarvan moeder is Machtelt, en Alijt, waarvan moeder was Margriete, diens eerste vrouw, hier non zijn. De twee eersten zullen de 300 schilden in de boedel inbrengen, die zij in het klooster hadden ingebracht, de andere Alijt niet, omdat zij haar moeders erfenis aan het klooster heeft vermaakt. Voor hun vaderlijke erfenis krijgen zij tweederde - en eenderde deel van 4 morgen land bij Delf op die Scye, gemeen met Geryt Symonsz. na de dood van Oude Alyt komen hiervan 2 morgen aan de overige erfgenamen en na de dood van beide anderen ook de andere 2 morgen. Het convent ontvangt 14 pond hollands aan gereed geld, na de dood van Alijt de Oude komt hiervan 9 pond aan de erfgenamen en na de dood van Jonge Alijt en Maritgen nog 2½ pond hollands. Bezegeld door Willem van Swieten, procureur generaal van Hollant, en door Willem Ridder. Boven de acte: “van de kinder van ‘t Wout” (inv. nr. 1, f. 1).

    Overleden:
    In de middenkerk: Machtelt Jan Symonsz. X1, 9.

    Machteld is getrouwd met Jan Sijmonsz vóór 1425 (civil). Jan is geboren circa 1400; is gestorven circa 1455; is begraven in 't Woudt. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Kinderen:
    1. 16. Margriet Jan Sijmonsdr  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren circa 1425; is gestorven op 31 jul 1479 in 't Woudt; is begraven in 't Woudt, kerk.
    2. 17. Symon Jansz  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren circa 1426.
    3. 18. Maritgen Jan Sijmonsdr  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren circa 1427.
    4. 19. Alijt (de jonge) Jan Sijmonsdr  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren circa 1428.
    5. 20. Pieter Jan (Oom Pier) Sijmonsz  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren circa 1445 in Dijkshoorn / klooster Sion; is gestorven vóór 5 nov 1505; is begraven in Delft, Oude kerk.

  3. 12.  Gillisje van Hodenpijl Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (7.Jan3, 2.Dirk2, 1.Aleid1)

  4. 13.  Johanna van Hodenpijl Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (7.Jan3, 2.Dirk2, 1.Aleid1) is geboren circa 1412; is gestorven vóór 5 jul 1476; is begraven in Schagen, grote kerk.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 1381 tot 1476; Vermeld in de bezittingen rond Rotterdam van de St. Paulus-abdij
    • vermelding: van 19 apr 1430; Huwelijkse voorwaarden

    Aantekeningen:

    vermelding:
    19. De tienden te Zevenhuzen
    19A. Een vierde deel van de tienden
    30- 5-1381: Dirc van Hodenpijl zoals zijn vader het leen hield (A, folio 62).
    22- 3-1407: Johan van Hodenpijl bij dode van zijn vader heer Dirc van Hodenpijl (A, folio 258’3.
    20- 8-1411: Heer Jan van Hodenpijl tocht zijn vrouw Lysbet van Haemstede aan het leen LA, folio 292).
    5 4-1424: Heer Jan van Hodenpijl, ridder, met ledige hand (B, folio 3391.
    5 7-1476: Aelbrecht, heer tot Stagen, ridder, .bii dode van zijn moeder Johanna van Hodenpijl, vrouwe tot Stagen met een vierde deel van de tienden en het lastgeld en bij dode van jonkvrouwe Volken (Volkwijl van Zevenbergen met een vierde deel van de drie doyts en de tienden (B, folio 3851.

    vermelding:
    Wij Elysabet van Haemstede, vrouwe van Hodenpijl ende Willem die Bastairt van Hollant Heer van Schagen, maken huwelijksvoorwaarden, tusschen Willem voornoemd en Johanna van Hodenpijl, dochter van Elisabeth boven-vermeld. Int jair ons Heeren Dusent vier hondert ende dertich Gode ter eeren negenthien dage in Aprill.
    Authentiek afschrift op papier, uitgegeven door den Notaris J. Versijl te 's-Gravenhage. 20 Augustus 1665 (Inv. N". 3.)

    Johanna is getrouwd met Willem (die Bastairt) van Beijeren circa 19 apr 1430 (civil). Willem is geboren in 1387; is gestorven in 1473; is begraven in Schagen, grote kerk. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  5. 14.  Marie Vranckendr van der Meer Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (9.Vranck3, 3.Alijd2, 1.Aleid1) is gestorven na 4 feb 1481.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 4 feb 1481; Vermeld als belender

    Aantekeningen:

    vermelding:
    In een cartularium van het oude gasthuis te delft op 4-2-1481 vermeld als 'Marie, weduwe van Gerijt Storm' (belender van land in de Vrijenban bij de Overslach)

    Gezin/Partner: Gerijt Willemsz Storm. Gerijt is gestorven vóór 27 nov 1464. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  6. 15.  Arent Vranckensz. van der MeerArent Vranckensz. van der Meer Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (9.Vranck3, 3.Alijd2, 1.Aleid1) is geboren circa 1409; is gestorven op 7 aug 1503.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: Eigenaar van graf in de Oude kerk te Delft
    • vermelding: Grafzerk in de Oude Kerk te Delft
    • vermelding: van 1420 tot 1470; Eigenaar van graf in de Oude kerk te Delft
    • vermelding: van 11 jul 1432; Vermeld als belender te Delft
    • functie: van 1461; Waard van 's Heeren Herberg te Delft (Oude Delft 139-141 te Delft)
    • Beroep: van 1471 tot 1496; Schout van Delft
    • vermelding: van 1473 tot 1504; Leen te Overschie
    • vermelding: van 1486 tot 1499; Leen te Brielle met toestemming om te bedijken
    • vermelding: van 1487 tot 1491; Leen van de Heerlijkheid en het goed te Pendrecht
    • vermelding: van 1488; Betrokken bij de slag te Overschie
    • vermelding: van 30 jun 1494; Vermeld als getuige
    • vermelding: van 28 jan 1523; Overeenkomst over nagelaten onroerend goed

    Aantekeningen:

    bijgenaamd 'quaet Aertje"

    Geboorte:
    Is op 30-6-1494

    vermelding:
    Graf M.XVI in de middenkerk:
    Arent Vranckenz., Pieter Arent Vranckenz., Jacob Arent Vranckenz., Lodewijck Arent Vranckenz. en Jacopmijn, wed. van Arent Vranckenz. - onder bank (vr)

    vermelding:
    Grafzerk in de Oude kerk te Delft
    graf 201. Twintig wapens uitgekapt, volgens Timareten van de hierna te noemen personen; het opschrift is vrijwel onleesbaar.
    Hier leggen begraven deze anboren ende meer hunne nacomers, Jan Franck getr. met Catrijn van Foreest, oudste zoon van Lambert van Tol en Alyd van Hodenpijl zijn wijf zedert genaamt Van der Meer nu mede Van Berendrecht
    Arent Frankensz. schout deser stad, bailjeu en dijkgraeff van Delfland, die dit graf maken dede, starf ao. 1503 met Jacomyne Claesdr. ambagtsvr. in Pendrecht sijn wijff st. 1509.
    Pieter Arentsz. starf 1479 met Ledewije de Wilt van Bleiswijk Jacobsdr. sijn wijff.
    Jacob Arentsz. starf op de jacht 1482 wiens wijff was Rus van Alkemade.
    Lodewijk Arentsz. starf in den oorlog tot Overschie onder het gebied zijns vaders 1488 wiens wijve was Margaretha van Tettrode.
    Franck Pieter Arendsz schout en na burgemeester deser stad eerst bailjeu, dijkgr. en hoogheemraad van Delfland starf 1554 met Clara van Berendrecht sijn wijf 1558.
    Joost Franckensz. starf 1585; zijn wijff was Magteld van der Dussen Cornelisdr. starf 1560.
    Mr. Arend Frankensz. licentiaet in de regten, hoogheemraad van Delfland en secretaris deser stad, die het vernieuwe dede starf 1596. Zijn wijf was Clara van Sparwoude Jansdr.
    Willem Frankensz. secretaris des Konings in den Hove van Holland starff 1594 zijn wijff was Anna Sandeling Arentsdr. starf 1568.

    vermelding:
    Tviertiende pleyn (H, blz. 23).
    graf 10 1420/70: Gekocht door Aernt Vranck Lambrechtsz. en Jacopmijne Jacob Claeszoonsdr. zijn vrouw (P).
    na 1470: Aernt Vranck Lambrechtsz., de schout van Delft, en Jacobmijn Jacob Claeszoonsdr. zijn vrouw (Mt).

    graf 11 na 1470: Aernt Vranck Lambrechtsz., de schout van Delft, en Jacobmijn Jacob Claeszoonsdr. zijn vrouw (ML).

    vermelding:
    zuidbelending Jacob Gerritsstraat, Aernt Vrancksz

    functie:
    In de 14de en 15de eeuw verbleven de graven van Holland veelvuldig in Delft. De huizen waar zij en hun gevolg zich ophielden werden ’s Heeren Herberg genoemd. Het gebruik van de huizen werd, als ze afwezig waren, afgestaan aan een bewoner, ook wel de waard genoemd. Deze waard had als taak om de logies te verzorgen tijdens het oponthoud van de Heer en zijn gevolg. Meestal waren deze waarden invloedrijke personen binnen de stad.
    Arent Vrancksz van der Meer (1425-1503) was zo’n waard. Hij was schout en werd in 1461 als waard benoemd door graaf Philips de Goede. Omdat de herberg, die op dat moment in gebruik was, niet meer voldeed kocht Van der Meer twee huizen aan de Oude Delft, op de plek waar nu Oude Delft 139-141 staat.
    Arent was een gunsteling van keizer Maximiliaan van Oostenrijk (die door een huwelijk in de Nederlanden de machthebber werd), en die zelfs bij hem op bezoek schijnt te zijn geweest in Delft.
    De schout schonk het complex in 1484 aan Maximiliaan van Oostenrijk, als voogd van Philips de Schone (toen nog te jong om graaf van Holland te zijn). De keizer gaf het hem vervolgens in volle eigendom terug.
    Na 1485 bleef het huis lang in het bezit van de familie van der Meer. Het huis was in de 15e eeuw het belangrijkste huis van de stad.

    Beroep:
    vermeld in 1487, 1491
    Tijdens zijn afwezigheid in 1488 (slag bij Overschie) was Dirk Jans Sonck plaatsvervangend schout
    'Hij stierf 7 Aug. 1503, nadat alvorens, ontrent den jare 1497 van het Schout-Ampt voor zyn zoonszoon had gedesisteert.'

    Vermeld op 1 van de 8 gevelstenen op de toren van de Nieuwe kerk te Delft:
    "In 't Noort-West
    Arent Vranck was schout van deser Stede,
    Doe met dit werk maecte dat is claer,
    Hy regierde Delff in pays ende vrede,
    Ende hadde doen Schout geweest 39 Jaer,
    Ende bleef nog Schout dats kennelijck en waer,
    Want tGod beliefde tot hem de doot ontrieffde."

    vermelding:
    Leen van de Hofstad Arkel
    leen 35. 4 morgen land in een perceel van 11½ morgen te Ouderschie (1639: in de Blijdorpse polder), gemeen met de Heilige Geest alaaar en de graaf van Hollant. Belend ten oosten: de heer van Brederode en Jacob Aelbrechtsz., ten zuiden: de stad Delff , ten noorden: de Bridorpwatering, ten westen: de heer van Egmond, de stad Delff en Symon Philipsz. (1639: strekkende van Pieter Willemsz. tot aan de Havendijk).
    4-2-1473: Margriet Martijnsdochter, hulde door Aernt Spierinc, bij dode van haar broers onmondige zoon Martijn Willemsz. en draagt het leen over aan Aernt Vranckenz., schout te Delft (L.H. 118, cap. N.H., fol. 29).
    17-3-1504: Vranck Pietersz. bij dode van zijn grootvader Aernt Vranckenz. (L.H. 122, cap. N.H., fol. 49).
    13-9-1521: Meester Joost Sasbout, raad ordinaris in het Hof van Hollandt, na overdracht door Vranck Pietersz. (L.H. 124, cap. Arckel, fol. 33v).
    29-7-1543: Jonkvrouwe Anna Sasbout, gehuwd met meester Cornelis de Jonge, na overdracht door haar vader meester Joost Sasbout, kanselier van het land van Gelre, op 11-6-1543 (L.H. 126, cap. Arckel, fol. 47).
    17-3-1596: Meester Cornelis de Jongh, heer van Baertwijck, bij dode van zijn moeder jonkvrouwe Anna Sasbout (L.H. 139, fol. 7v).

    vermelding:
    Leen van de hofstede Voorne
    Brielle
    Leen 202. Het gors, genaamd Struyt, in het land van Voorne, zuid: de kanunniken van Oostvoorne met een gors achter Pieter Jacabsz., zuidwest: de Vlake, west: de kanunniken van Oostvoorne met Layenaal, noord: de Hellevoetse dijk.
    (2-7-1486: Arnout Frankenz., schout van Delft, mag bedijken tegen een erfpacht van 16 pond Vlaams, LRK 94 fol. 63v-64).
    10-2-1499: Dirk Hein Touw bij overdracht door Arnout Frankenz., schout van Delft, LRK 94 fol. 64v.

    vermelding:
    Leen van de Graaf van Holland
    leen 13. 1476: Het goed te Pendrecht.
    5-7-1487: Aernt Vranckenz., schout van Delff, na overdracht door Jan van Nieuwenrode (L.H. 120, cap. Z.H., fol. 13).
    Het leen 13 is gesplitst in 13A en 13B.

    13A. De helft van de heerlijkheid en het goed van Pendrecht.
    17-7-1491: Frans van Roden, onmondig, jongste zoon van Pieter van Roden, die hulde doet, na overdracht door Aernt Vranckenz., schout van Delff (L.H. 120, cap. Z.H. fol. 28).

    13B. De helft van de heerlijkheid en het goed van Pendrecht.
    17-7-1491: Katherine Pieter Aerntszoonsdochter, gehuwd met Symon Pietersz., na overdracht door haar grootvader paternel Aernt Vranckenz., schout van Delff (L.H. 120, cap. Z.H., fol. 28).
    Het leen 13B is gesplitst in 13C en 13D

    13C. De helft van de heerlijkheid en het goed van Pendrecht, belast met een jaarrente van 16 pond groot Vlaams, tevens verzekerd op de goederen van Rode.
    27-3-1520: Pieter, heer van Rode, na overdracht door Katherine Pietersdochter, gehuwd met meester Joest Sasbout (L.H. 124, cap. Z.H. fol. 17v).

    vermelding:
    "Arent Vrankensz van der Meer, hij trok 1488 als Overste met de burgeren van Delft, tegen Jonkheer Frans van Brederode, die Rotterdam ingenomen had, en verloor den slag bij Overschie, daar zyn zoon Lodewijk van der Meer sneuvelde".
    (Hoekse en Kabeljauwse twisten)

    vermelding:
    De stad Delft
    30-6-1494: Arent Vranckenz., schout, oud 85 jaar; Jan Claesz. oud 67 jaar, Willem Grijp oud 45 jaar, Vranck Gerritsz. oud 68 jaar en Dammas Symonsz. oud 52 jaar, burgemeesters; Pieter Aerntsz. oud 73 jaar (gezien het leeftijdsverschil moet dit een andere persoon zijn, dan de zoon van Arent Vranckenz), van Andel oud 67 jaar, Daniel Gerrijt Colensz. oud 55 jaar, Costijn Jansz. oud 66 jaar, Cornelis Engebrechtsz. oud 55 jaar, en Jacob Ghijsbrechtsz. oud 35 jaar, schepenen attesteren.

    vermelding:
    Charter te Delft 28-1-1523: Vranck Pietersz, poorter van Delft, belast met vijf kinderen, geeft te kennen dat zijn oude vader (opa) wijlen Arent Vranckensz, binnen zijn leven schout van Delft, in het jaar 1485 opgedragen heeft zijn huis en erve aan de Oude Delft te Delft. Het huis zou voortaan 's-Graven Herberge heten en zou een open huis zijn voor graven en gravinnen van Holland in de plaats van een ander huis met dezelfe naam staande bij den Craen te Delft. Zijn oude vader had dit in eigendom. Hij droeg dit op met een woning te Voorburg en met 19 margen land te Voorburg. De voorschreven woning en land zijn toegekomen aan Vranck Pietersz, maar het was te groot om voor zijn vijf kinderen te behouden. Er wordt een overeenkomst gesloten over het gebruik e.a. van het huis op de Oude Delft, en het onroerend goed in Voorburg met leen te betalen van de rentmeester van Noord-Holland.

    Arent is getrouwd met Jacomina Claesdr van Ruijven circa 1432 (civil). Jacomina is geboren circa 1415; is gestorven op 22 sep 1509; is begraven in Delft, Oude kerk. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Kinderen:
    1. 21. Jacob Arent Vranckenz van der Meer  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is gestorven in 1482; is begraven in Delft, Oude kerk.
    2. 22. Lodewijck Arent Vranckenz van der Meer  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is gestorven in 1488; is begraven in Delft, Oude kerk.
    3. 23. Pieter Arends van der Meer  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren circa 1434 in Delft; is gestorven circa 1479 in Delft.




Over deze website

Heb je aanvullingen, verbeteringen, vragen en/of foto's? Neem contact op. Wij horen graag van je!
Je kunt gegevens overnemen van de site als je de bron vermeldt.
Vanwege het auteursrecht op diverse documenten kun je afbeeldingen niet overnemen.