Teetje Willems Luijten

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 27 dec 1654; Vermeld in boedelscheiding
• vermelding: van 11 okt 1658; Testament willem Luijten
• vermelding: van 17 aug 1671; Schuldbekentenis
• vermelding: van 9 apr 1676; Afhandeling in boedel Jacob Heijnrickszn Verlaen en Teetgen Willems

Aantekeningen:

Dochter van Willem Luijten en Marrichgen Cornelisdr

vermelding:
27-12-1654: Na het overlijden van Marrichgen Cornelisdr, de vrouw van Willem Luijten en de moeder van Teetje Willems wordt de boedel gescheiden.
Haar broers erven landerijen, schuren, koeien en paarden in Oud Kamerik en Spengen. Met haar zus erft Teetje Willems rentebrieven en obligaties. Jacob Hendricx Verlaen wordt als voogd en man van Teetje Willems vermeld.

vermelding:
Testament, aktenummer: 52, Datum: 11-10-1658, Notaris: J. VAN SNELDERWEERT
Personen:
Testateur: Willem Luyten, Woonplaats: Out-Camerick
Erfgenamen: Hillichgen Willems Luyten, dochter, Jan Willemss Luyten, zoon, Henrick Willemss Luyten, zoon; kinderen van Teetgen Willems, dochter
Bijzonderheden: Teetgen Willems gehuwd met Jacob Henricxss Verlaen krygt vruchtgebruik van portie van haar kinderen, indien zy bezwaar maakt krygt zy legitieme portie
Toegangsnummer: 34-4 Notarissen in de stad Utrecht 1560-1905
Inventarisnummer: U046a002

vermelding:
17-8-1671 - Voor notaris Hubert van Gorcum te Camerijck: Jan Mathijsz. Bijstervelt en Aeghjen Jacobs, echtelieden wonende op s-Gravenslooth gaven te kennen hoe dat Jacob Hendricxsen Verlaen, schoonvader en vader aan haar ‘ernstigen (ver)soecke (ver)scheijde capitalen op intrest heeft gedaen ende oock borgh voor een cap.l van vijfhondert gulden voor haer compt(abel)en was gewooden(?geboden?)’ en dat het hun niet wel mogelijk is de verschillende kapitalen aan de voornoemde Jacob Hendricxse Verlaen te restitueren en hem van de borgtocht te bevrijden.
Zij waren echter genegen de boedel van hun (schoon)vader niet te ‘vercorten’ noch? daardoor meerder te genieten en profiteren dan hun andere gehele en halve broeders en zusters. Zij verklaarden toe te staan dat alle voor- en nakinderen van hun (schoon)vader, hun gehele en halve broeders en zusters, eerst ieder voor hun portie uit de na de laten boedel van hun (schoon)vader zullen trekken en dat zij een schuld hebben aan de boedel. Etc.
De akte is opgemaakt ‘inden Dorpe van Camerik ten huijse van Johan Freser, schout’. Getuigen Johannes van Aecken, klerk.

vermelding:
Woerden 9-4-1676: Jacob Jacobsen Verlaen voor hemzelf en als voogd over zijn minderjarige broers en zusters, kinderen van Jacob Hendrickse Verlaen en Teetgen Willems, geassisteert met de schout en gerechte van Teccop maakt een overeenkomst met crediteuren en schuldeisers van de nagelaten boedel van Jacob Hendricks Verlaen en Teetgen Willems
Op 19-2-1677 Verkoopt Jacob Jacobsen 32 morgen land met betimmeringen te Teccop

Teetje is getrouwd met Jacob Heijndrickszn Verlaen circa 1650 (civil). Jacob (zoon van Hendrick Jacobsz Verlaen en Merrichje Cornelisdr) is geboren circa 1625; is gestorven vóór 9 apr 1676. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1676; Voogdijschap
• vermelding: van 30 jun 1687; Schuldbekentenis
• vermelding: van 19 jun 1694; Koper bij openbare verkoping

Aantekeningen:

vermelding:
NA Woerden 8551/163, 9-4-1676, scan 236: Jacob Jacobs Verlaen, voogd over de minderjarige kinderen Jacob Hendricks Verlaen en Teetje Willems.

NA Woerden 8551/176, 8-7-1676, scan 256: Jacob Jacobsz Verlaen, broeder en voogt vover de oude en jonge Merrigje Jacobs Verlaen, Hendrick en Willem Jacobs Verlaen, zijne minderjarige zusters en broeders.

vermelding:
NA Woerden, 30 juni 1687 8554/119 scan 151 (JP Ouweltjes)
Jan Jansz Bosch en Merrigjen Jacobs Verlaen int gemeen met haere broeders Heijnderick [Jacobs] en Willem Jacobsz hadden gepossideert ende beseten aghtien koeijen, twee pincken, vier varckens, mitsgaders al het bouwgereetschap en molcke goet hetwelck sij op seeckere hoffstede van twee en dertich mergen gelegen in Teccop voornoemt noodigh hebben ghehadt, en dat sij comparanten vermits sij nu met den anderen inden houwelijcken state waeren getreden met de voornoemde Hendrick en Willem Jacobsz Verlaen met adsistentie van haren oom Jacob Jacobsz Verlaen [?,halfbroer?] waren overcomen [=overeengecomen?], dat sij comparanten souden behouden in eijgendom blijven besitten de voorseijde beesten bouwgereetschap en molcke goet als dat sij daer vooren aenden voornoemde haren broeders soude uijtkeeren een somma van ses hondert gulden, [..] soo bekent sij schuldig te zijn aan haren broeders een bedrag van 600 gulden.

vermelding:
Samenvatting: diverse percelen gewassen te velde te 's Gravensloot en Grote Houdyk
Notaris: J. BOTH
Personen: Verkoper: erven Daniel Swaardecroon en Engeltie van der Straten, in leven egteluyden
Gemachtigde: Hendrick van Hees
Beroep: procureur geregte van Utregt
Koper: Jan Swanicken
Borg: Tys Joosten van Eyk
assistent: Adrianus Freser
Koper: Hendrick Gysberts Geestdorp
Koper: Jan Aartsen Ploy
Borg: Hendrick Gysberts Geestdorp
Koper: Elbert Aartsen Byl
Koper: Cornelis Tymensen van Campen
Koper: Willem Jacobsen Verlaan
Borg: Hendrik Gysberts Geestdorp
assistent: Gerrit Mertens Verlaan
Koper: Gerrit Meertens Verlaan
Koper: Claas Aartsen Geestdorp
Borg: Mattheus Bom

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1676; Voogdijschap
• vermelding: van 30 jun 1687; Schuldbekentenis

Aantekeningen:

vermelding:
NA Woerden 8551/163, 9-4-1676, scan 236: Jacob Jacobs Verlaen, voogd over de minderjarige kinderen Jacob Hendricks Verlaen en Teetje Willems.

NA Woerden 8551/176, 8-7-1676, scan 256: Jacob Jacobsz Verlaen, broeder en voogt vover de oude en jonge Merrigje Jacobs Verlaen, Hendrick en Willem Jacobs Verlaen, zijne minderjarige zusters en broeders.

vermelding:
NA Woerden, 30 juni 1687 8554/119 scan 151 (JP Ouweltjes)
Jan Jansz Bosch en Merrigjen Jacobs Verlaen int gemeen met haere broeders Heijnderick [Jacobs] en Willem Jacobsz hadden gepossideert ende beseten aghtien koeijen, twee pincken, vier varckens, mitsgaders al het bouwgereetschap en molcke goet hetwelck sij op seeckere hoffstede van twee en dertich mergen gelegen in Teccop voornoemt noodigh hebben ghehadt, en dat sij comparanten vermits sij nu met den anderen inden houwelijcken state waeren getreden met de voornoemde Hendrick en Willem Jacobsz Verlaen met adsistentie van haren oom Jacob Jacobsz Verlaen [?,halfbroer?] waren overcomen [=overeengecomen?], dat sij comparanten souden behouden in eijgendom blijven besitten de voorseijde beesten bouwgereetschap en molcke goet als dat sij daer vooren aenden voornoemde haren broeders soude uijtkeeren een somma van ses hondert gulden, [..] soo bekent sij schuldig te zijn aan haren broeders een bedrag van 600 gulden.

Merrichje is getrouwd met Jan Jansz Bosch vóór 1687 (civil). [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1676; Voogdijschap
• vermelding: van 30 jun 1687; Schuldbekentenis

Aantekeningen:

vermelding:
NA Woerden 8551/163, 9-4-1676, scan 236: Jacob Jacobs Verlaen, voogd over de minderjarige kinderen Jacob Hendricks Verlaen en Teetje Willems.

NA Woerden 8551/176, 8-7-1676, scan 256: Jacob Jacobsz Verlaen, broeder en voogt vover de oude en jonge Merrigje Jacobs Verlaen, Hendrick en Willem Jacobs Verlaen, zijne minderjarige zusters en broeders.

vermelding:
NA Woerden, 30 juni 1687 8554/119 scan 151 (JP Ouweltjes)
Jan Jansz Bosch en Merrigjen Jacobs Verlaen int gemeen met haere broeders Heijnderick [Jacobs] en Willem Jacobsz hadden gepossideert ende beseten aghtien koeijen, twee pincken, vier varckens, mitsgaders al het bouwgereetschap en molcke goet hetwelck sij op seeckere hoffstede van twee en dertich mergen gelegen in Teccop voornoemt noodigh hebben ghehadt, en dat sij comparanten vermits sij nu met den anderen inden houwelijcken state waeren getreden met de voornoemde Hendrick en Willem Jacobsz Verlaen met adsistentie van haren oom Jacob Jacobsz Verlaen [?,halfbroer?] waren overcomen [=overeengecomen?], dat sij comparanten souden behouden in eijgendom blijven besitten de voorseijde beesten bouwgereetschap en molcke goet als dat sij daer vooren aenden voornoemde haren broeders soude uijtkeeren een somma van ses hondert gulden, [..] soo bekent sij schuldig te zijn aan haren broeders een bedrag van 600 gulden.