Jan Dircksz (de jonge) Oscamp

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 4 dec 1617; Deel nalatenschap bestemoeder
• vermelding: van 1628; Kwestie met dienstbode Celichgen Pieters
• vermelding: van 1629 tot 1631; Opeising van schuld

Aantekeningen:

vermelding:
ORA Meerkerk 4-12-1617: Dirck Adriaensz Oscamp vader, Adriaen, Claes en Cornelis Dirck Oschampszonen en hun zwager Willem Adriaensz voor hun zelf en vervangende hun broer Jan Dircksz Oscamp, won in Zeeland, en ook voor hun onm broer Jan Dircksz Oscamp, in presentie v/d schout als oppervoogd, en v/h onm kind van hun broer za Buergert Dircksz Oscamp X Metken dochter van za Adriaen Petersz, te eenre en Adriaen Petersz als vader, Laurens en Herber Jansz timmerman, te andere, beroerende de goederen ’t voorn kind aangekomen van zijn za vaders goederen, dwz 1½m en 100 daalders, die de vader van zijn bestemoeders wege aangekomen is, etc.

vermelding:
ORA Meerkerk 1-1-1628: Willem Otten won te Hagestein doet vanwege Celichgen Pietersdr gewesene dienstbode van Dirck Adriaensz Oscamp, arresteren onder Claes Dircksz Oscamp alle penningen die bij hem berusten en komende zijn v/d verkochte goederen van za Jan Dircksz Oscamp
21-2-1628: Jan Michielsz Ruijter bierdrager te Gorcum, doet arresteren onder Willem Adriaensz Schick (gehuwd met Floortje ircks Oscamp) won Meerkerkerbroek, alle penningen die deze op rente heeft v/d dienstmaagd van za Dirck Adriaensz Oscamp.

vermelding:
ORA Meerkerk 17-5-1629: Adriaen en Cornelis Dircksz Oscamp broers vervangende de andere erfgenamen van hun za broer Jan Dircksz Oscamp arresteren onder hun zwager Willem Adriaensz Schick, alle penningen die hij Willem Otten won te Hagestein met de andere erfgenamen van za hun bestemoeder Aeltien Claes schuldig is.
27-1-1631: Adriaen en Cornelis Dircksz Oscamp broers vervangende hun broer Jan Dircksz Oscamp en de verdere erfgenamen van za Jan Dircksz Oscamp de Jonge, doen onder hun zwager Willem Adriaensz Schick, arresteren, wat deze schuldig is aan Willem Otten Raeijmaeker te Hagestein en aan Celichgen Peters.