Cornelis Ruijghaver

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 30 mei 1704; Nalatenschap Cornelia Festus

Aantekeningen:

vermelding:
ONA Delft 30-5-1704: Inventaris van de boedel en goederen van Lambertus Ruijghaver en zijn overleden huisvrouw Cornelia Festus, die op 9 maart 1704 in de Corte (Nieuwe) Molstraat te Den Haag is overleden. Zij heeft nagelaten vier kinderen: Johannes van Lammeren, ca 22 jaar; Maerten Ruijghaver, 14 jaar; Cornelis Ruijghaver 11 jaar; Floris Ruijghaver, 6 jaar.
Lambertus Ruijghaver en Cornelia Festus hadden op 28-8-1687 huwelijkse voorwaarden gemaakt, waarbij bedongen was dat er geen gemeenschap van goederen zou zijn. Lambertus heeft na het overlijden van Cornelia recht op een kindsdeel.
Bij testament van 11-2-1688 voor notaris Pieter Verstraten te Den Haag, kreeg Lambertus naast de helft van de boedel een kindsgedeelte toebedeeld. In dat testament worden haar kinderen uit haar eerste huwelijk, Johannes en Cornelia van Lammeren genoemd. Daniel de Rave (gehuwd met Jannetien van Lammeren) wonend te Delft wordt als voogd over die kinderen genoemd.
In de boedel o.a.:
- twee huijsingen en erven met een grutmolen daarachter aan de zuidzijde van de Nieuwe Molstraat in Den Haag met een uitgang in de Rosemarijnstraat, belend ten zuiden en noorden Heerestraten... alles d.d. 20-5-1699 t.b.v. Lambertus Ruijghaver gepasseerd. Het westelijkste huis en erf met de grutmolen werd door Lambertus Ruijghaver zelf bewoond en gebruikt, en daar is de overledene gestorven. Het oostelijke huis en erf is verhuurd aan Jacob Capiteijn voor 80 gld. per jaar.
- roerende goederen waaronder meubelen en huisraad, wol- en linnengoed.
- Cornelia had veel kleding, zoals 33 vrouwe hemden; 18 witte-, 1 gebloemd-, en 3 blauwe schortecleden; handschoenen, 29 paar mouwen met en zonder kant, 17 mopmutsen met kant en 8 zonder kant. Ook had zij neusdoeken, 2 fontanie mutsen met kant en 10 kuijffmutsen met kant etc. Ook van Lambertus worden veel kleren vermeld.
- juwelen, zoals 3 gouden ringen met diamanten steentjes, gouden houpringen, een gouden ketting, een gouden haarnaald, een zilver hoofdijzer met gouden stiften en meer juwelen.
- zilveren zoutvat en mosterdpot met lepeltje; 13 zilveren lepels, zilveren kinderbel met ketting en een kleinere zonder ketting, etc.
- eiken meubels, ledikant, spiegel met zwarte lijst, toelen, bedden, kasten, kookgerijk etc.
- een schilderij, zijnde het portret van de overledene met haar eerste man zaliger en twee kinderen.
- 4 schilderijtjes
- 1 duitse bijbel
- het wapen van Johannes van Lammeren
- een zwarte merrie van 10 jaar en een van 7 jaar, een chaise met tuig en zitkussen.
- In de 19 pagina's tellende boedelbeschrijving zijn de volgende ruimtes vermeld: achterkamer, bovenzolder, keuken aan het voorhuis, bottelerij, voorhuis, achterkeuken, de gang, de plaats, grutterij, stal, zolders, achterbovenzolder boven de achterkeuken, de molen.
- In het voorhuis 3 zakken grutten, 1 zak gort, 4 zakken meel, 150 pond gepelde garst, 150 pond witte bonen, 1 agtendeel erwten, 1 agtendeel hoender gerst. In de molen 2 lasten en 20 zakken boekweit, 2 zakken grutten etc.
- Het contant geld bedraagt 1580:9:2.
- Er zijn nog diverse tegoeden en schulden
- In het overzicht van schulden staat ook een bedrag voor Jannetie Ruijghaver, die de winkel en huishouden heeft waar genomen.
Waarde van de boedel: f 8542:2:10; Lasten van de boedel f 6528:10:10.
Lambertus Ruijghaver krijgt de helft en een kindsdeel: f 1027:6:-
De kinderen krijgen het zilver, juwelen ter waarde van 395:16:8 en de wollen en linnen klederen ad 329:10:0, een prelegaat van 250:0:0. Elk een vierde deel ad 264:6:12.

Begraven:
4e kl. f 3,-