| 5. |  Pieter Jaspersz van der Harch  (3.Jasper3, 2.Cornelis2, 1.Jasper1) is geboren circa 1627; is gestorven na 14 mrt 1697. Andere gebeurtenis soorten en attributen:
- vermelding: van 13 jun 1657; Eigenaar van land te Zouteveen
- vermelding: van 2 aug 1658; Benoeming voogden
- vermelding: van 11 mei 1663; Boedelinventaris
- vermelding: van 21 jun 1686; Schuldbekentenis
- vermelding: van 11 mei 1690; Schuld in nalatenschap
Aantekeningen:
Geboorte:
Is in 1658 nog minderdjarig
vermelding:
Giftboek Zouteveen folio 36v. d.d. 13-06-1657: Bastiaan Leendersz. en Adriaen Leendersz., beiden testamentaire voogden van moederszijde over het nagelaten kind van Adriaen Corsz. Storm en Maertgen Leenders, beiden zaliger, vervangende Cornelis Corsz. Storm en Bastiaen Gerbrandtsz. Hensbrouck, beide voogden mede ex testamento van vaderszijde, hebben verkocht aan Pieter Jaspersz. van der Harck onze tegenwoordige inwoner, een woning als huis, schuur, bargen en geboomte met 11 morgen 1 hond 75 roeden vrij patrimoniaal land op de Oostveen, waarvan 8 morgen 3 hond 25 roeden gemeen zijn gelegen in een kamp van 36 morgen toekomende de erfgenamen van Mr. Jacob Lasson. Strekkende van de Zwet af noordwaarts op tot de Slinksloot, belend ten O: Jacob Jansz. de Vette c.s., ten W: Jan Tou met 4 morgen, Joris Ariensz. met 2 morgen, het Weeshuis van Delft met 10 hond en Pieter Pouwelsz. met 3 morgen. De resterende 16½ hond zijn gelegen op zichzelf, belend ten O: Pieter Jansz. de Jonge, ten Z: Leendert Cornelisz., ten W: Isbrant Willemsz. van Rijt en ten N: de Slinksloot. Vrij en niet belast. De koper zal nog volgen de toegift van 10 morgen 25 roeden land, toekomende de erfgenamen van de voorn. Mr. Jacob Lasson, mitsgaders al het hooi in de barg, partijen bekend. Met alle vrijdommen en servituiten volgens de 2 oude opdrachtbrieven, de jongste in dato 21-06-1651. Prijs f 7.700, contant geld. De woning en landen zijn in het geheel getaxeerd op f 6.081-05-00.
vermelding:
Weeskamer Maasland 20-8-1658: Comp. [voor Adriaen de Bije not. te Maassluis] Jasper Cornelisz. van der Harch wonende in de Zuidbuurt van Maasland wedr. van Trijntgen Arijens. Stelt tot voogden over de minderjarigen en toezichtbehoevenden onder zijn erfgenamen Arent Jaspersz. en Jan Jaspersz. zijn zonen en Maerten Joorisz. van der Gaech zijn zwager.
vermelding:
Schiedam: Inventaris gedaen maecken bij Cornelis Jaspersz. den Outsten, Jan Jaspersz., Pieter Jaspersz., Cornelis Jaspersz. de Jonghste, Arijen Arijensz. Berckel in huijwelijck hebbende Maertge Jaspersdr., meerderjarige kinderen van za. Jasper Cornelisz., Joris Maertensz. ende Arijen Maertensz. van der Gaech meerderjarige kinderen van za. Magdaleentge Jaspersdr., noch den voornoemden Jan en Pieter Jaspersz. en Joris Maertensz. van der Gaech te samen gestelde voochden ex testamento van de drie onmondige kinderen van de voornoemde Magdaleentge Jaspersdr. ende van de ses onmondige kinderen van Arent Jaspersz. za., te samen Erffgenamen van den voornoemden Jasper Cornelisz. van der Harch, overleden ende gewoont hebbende inde Suijtbuijrt van Maeslandt, ende dat van den geheelen boedel ende goederen, roerende ende onroerende, acteien ende crediten, met in ende uijtschulden sulcx de selve bij den voornomden Jasper Cornelisz. metter door ontraijmt ende naergelaten sijn, in dato 11 mei 1663.
Op 23-6-1663 en 22-2-1664 worden rekeningen en bewijs opgemaakt
vermelding:
Giftboek Zouteveen folio 152 d.d. 21-06-1686. Pieter Jasperse van der Hargh wonende op de Oostveen is schuldig aan Willem Jansz. van der Burgh armenmeester van Zouteveen t.b.v. de armen aldaar, de somme van f 700 carolus van 40 gr. het stuk, ter zake van geleend geld. Hij verbindt hieraan 2 morgen 4 hond 15 roeden land op de Oostveen, belend ten W: Cornelis Vrancken Slobbe en ten O: de kinderen van Pieter Jansz. de Jonge, strekkende van de Slinksloot af zuidwaarts tot het land van Burger Pouwelsz. van Dijck. Kanttekening: Op 15-05-1729 is de originele schuldbrief door Cornelis Ouwerkerk en Gerrit Poot armenmeesters van Zouteveen, voldaan en geroijeerd.
vermelding:
Giftboek Zouteveen folio 172v. d.d. 11-05-1690. Pieter Jaspersz. van der Harch voor zichzelf en als vader en voogd van Annetie Pieters zijn minderjarige dochter, mitsgaders Catharina Pieters van der Harch, Willem Pietersz. van der Harch, Magdaleentie Pieters van der Harch en Maritie Pieters van der Harch, allen benevens de voorn. Annetie Pieters van der Harch, kinderen en erfgenamen van Maritie Vrancken hun overleden moeder en gewezene huisvrouw van voorn. Pieter Jaspersz. van der Harch, zijn schuldig aan Theunis Arentsz. van Roij wonende te Schiedam, de somme van f 1.200 carolus van 40 gr. Vlaams het stuk, spruitende uit geleend geld, geëmploieerd tot afdoening van enige lasten van de boedel van Pieter Jaspersz. en zijn overleden huisvrouw. De lening mag niet binnen 10 jaar worden opgezegd. De voorn. comparanten verbinden hieraan hun woning als huis, schuur, bargen en geboomte met 8½ morgen land waarop de woning, timmerage en plantage is staande, aan de noordzijde van de Oostveenseweg. Strekkende van de voorn. weg noordwaarts op tot in de Slinksloot en voorts belend ten O: Trijntie Jacobs de Vette met eigen en Philps van der Mij met bruikwaar en ten W: de weduwe van Arij Pieters van der Polder en anderen.
Kanttekening: Op 16-05-1709 heeft Willem Pietersz. van der Hargh de originele schuldbrief vertoond, met daarop getekend een kwitantie door Willemina Hooghwerff weduwe Theunis Arents van Roijen en Gerrit Joppen van Velden en Marcellis Verwij, voogden van het nagelaten kind van de voorn. van Roijen, in dato 09-05-1709, die bekenden dat de brief is voldaan.
Pieter is getrouwd met Maertie Vranckendr van Rijt vóór 5 sep 1658 (civil). Maertie (dochter van Vranck Willemse van Rijt en Annetje Jansdr de Vette) is gestorven vóór 11 mei 1690. [Gezinsblad] [Familiekaart]
|
ca. 1515 -