top deco

Aeltgen Ghijsbrechtsdr

Vrouwelijk ca. 1550 - vóór 1598  (< 48 jaar)


Generaties:      Standaard    |    Verticaal    |    Compact    |    Box    |    Alleen tekst    |    (Uitgebreide)kwartierstaat    |    Voorouderwaaier    |    Media    |    PDF

Generatie: 1

  1. 1.  Aeltgen Ghijsbrechtsdr is geboren circa 1550 (dochter van Ghijsbrecht Pietersz Ghijsz en Annetgen Pietersdr); is gestorven vóór 31 jan 1598.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 12 dec 1580; Verkoop onroerend goed

    Aantekeningen:

    vermelding:
    ORA Monster-109 12-12-1580: Anna Pieters, weduwe van Ghijsbrecht Pieters, geassisteerd met Pieter Ghijsbrechts, haar zoon en voogd in deze zaak, Pieter Ghijsbrechts voor hemzelf en Aernt Ghijsbrechts, Adriaen Cornelis in de Poeldijck, gehuwd met Aeltge Ghijsbrechts, mede voor Gerrit Gerrits, gehuwd met Trijntge Ghijsbrechts, en het weeskind van Maritgen Ghijsbrechts zijn allen erfgenamen van Ghijsbrecht Pieters. Zij verkopen aan Jan Adriaens Houck alias Jan Pieters zaliger geprocreert bij Olivier Pieters een woning en landen te West-Escamp bij Loosduinen, te weten een huis met schuren, bergen en geboomte op grond van het convent van Loosduinen, een bakhuis op eigen grond, 18 morgen aan de Loosduijnse Laen en 16 morgen IV2 hond in diverse percelen, en nog 6 percelen pachtgrond ter grootte van 37 morgen 4 hond, voor een schuldbrief van 7725 Car. Gld

    Gezin/Partner: Willem Corsz in de Poel. Willem is geboren circa 1548; is gestorven vóór 1580. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Aeltgen is getrouwd met Adriaen Cornelisz in den Dortwech vóór 12 dec 1580 (civil). Adriaen (zoon van Cornelis Jonge Jacobsz Dortwegh en Niesgen Claesdr van der Valck) is geboren in 1530; is begraven op 17 aug 1620 in Monster. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Kinderen:
    1. Niesgen Adriaensdr in den Dortwech
    2. Cornelis Adriaensz in den Dortwech is geboren circa 1580; is begraven op 24 jan 1634 in Monster.
    3. Machteld Adriaensdr op den Dortwech is geboren circa 1585; is gestorven na 21 sep 1640.

Generatie: 2

  1. 2.  Ghijsbrecht Pietersz GhijszGhijsbrecht Pietersz Ghijsz (zoon van Pieter Gijsbrechtsz); is gestorven vóór 28 feb 1575.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • Beroep: Bouwman onder Eijkenduijnen, Haagambacht
    • vermelding: tot 7 jun 1540; Transacties met het Heilig Kruisgilde en de kerk te Eikenduinen
    • vermelding: van 29 nov 1540; Verkoop losrente
    • vermelding: van 24 feb 1542; Vermeld als zwager van Arent Pietersz
    • vermelding: van 23 mei 1542; Assisteert schoonmoeder bij grafelijk leen te Monster
    • vermelding: van 1556 tot 1561; 10e penning Eikenduinen
    • vermelding: van 8 jul 1562; Proces bij Hof van Holland
    • vermelding: van 3 dec 1567; Verkoop onroerend goed
    • vermelding: van 1571; Vermeld in Heilige Geest Cartularium van Scheveningen
    • vermelding: van 1573; Vermeld als buur te Eyckenduynen
    • vermelding: van 9 okt 1573; Vermeld in akte over geschil salarisregeling
    • vermelding: van 28 feb 1575; Verklaring over lening
    • vermelding: van 1579; Vermeld in register geestelijke goederen kantoor Delft
    • vermelding: van 12 dec 1580; Verkoop onroerend goed
    • vermelding: van 6 apr 1596; Vermeld in geschil over patronaatschap

    Aantekeningen:

    Ook vermeld als Ghijs Pier Ghijsen

    vermelding:
    29-6-1539: Kors Pieters zoon van der Beeck en Huych Adriaens zoon van der Velde, schepenen in Den Hage, oorkonden dat Ghijsbrecht Pieters zoon te Eyckenduynen overgedragen heeft aan de kerk te Eyckenduynen de rente, vermeld in de brief, d.d. 1531 maart 8, waardoor deze gestoken is. (zie reg. no. 17,1)

    Regesten Eikenduinen 8-3-1540 [Regest 20]: Gijsbrecht Pietersz, wonende tot Eikenduinen, draagt voor Huych Adriaensz van den Velde en Cornelis Vredericxsz, schepenen van Den Haag, over aan de kerk te Eikenduinen de rentebrief van 5 pond 6 schelling 8 penning Hollands per jaar, d.d. 20-12-1525

    Regesten Eikenduinen 7-6-1540 [Regest 21]: Gijsbrecht Pietersz, wonende te Eikenduinen, ruilt voor Huych Adriaensz en mr.Aernt Huygensz, schepenen van Den Haag met de kerk van Eikenduinen de helft van een woning met 7 morgen land, gelegen in Eikenduinen, tegen 4 morgen land gelegen op de Mient aldaar. Naar deze akte wordt verwezen in een uitspraak van het Hof van Holland d.d.20-11-1543 in een zaak tussen Pieter Aerntsz, inwoner van Eikenduinen, tegen Jacob Jansz, Jan Aemsz, Joris Gerritsz en Vincent Pietersz, kerkmeesters van Eikenduinen, naar aanleiding van deze ruil. Pieter Aerntsz bezit de andere helft van de woning met 7 morgen en had van Gijsbrecht Pietersz en diens voorzaten de andere helft in huur. Pieter Aerntsz wou bij de ruil de helft van Gijsbrecht Pietersz naasten en dat was door het gerecht van Den Haag afgewezen. De kerk van Eikenduinen was een landkerk, los staande van de huizen, die gemakkelijk te beroven is, hetgeen in de laatste twee jaar voor deze uitspraak is gebeurd. Er zijn nu sloten om gegraven en er moeten mensen bij wonen die toezicht kunnen houden. [Blijkbaar was dat de reden van de ruil]. Er staan geen belendingen bij.

    Regesten Eikenduinen 7-6-1540 [Regest 22]: Huych Adriaenz van den Velde en mr.Aernt Huygensz, schepenen van Den Haag, oorkonden dat Gijsbrecht Pietersz, wonende te Westerbeek in het Westambacht van Den Haag, verkoopt aan de kerkmeesters van Eikenduinen een rente van 7 Carolusguldens 10 stuivers per jaar, verzekerd op 4 morgen land op de Mient in Eikenduinen. Ook deze akte is opgenomen in voornoemde uitspraak van het Hof van Holland d.d.20-11-1543 [regest 21] en ook hier ontbreken de belendingen.

    vermelding:
    RA Den Haag-447 fol 90 29-11-1540: Gillis Pieters wonend opte Meer in Eijckenduijnen verkoopt aan Willem Dircxs een jaarlijkse losrente van 12 kar. guldens, met een hypotheek op 8 margen land te Eijckenduijnen. Piet Claes zijn vader en Gijsbt. Pieters zijn schoonbroeder zijn waarborgen.

    vermelding:
    Ghijsbrecht Pietersz. het regest van 24 februari 1542 en bij Arent Pietersz. die van 17 april 1542 en 21 maart 1545. Daaruit blijkt dat Arent Pietersz. te Wateringen, wiens weduwe met Jan Hendricxz. zou hertrouwen, een zwager was van Ghijsbrecht Pietersz.

    vermelding:
    Ghys Pietersz woenende te Westerbeeck brengt an zyn huys ende erve mit berch ende boemte getauxeert op 9 pond compt voor den Xe penninck 18 schelling.
    Daarnaast brengt hij nog verschillende stukken land aan:
    ca. 43 mergen, gedeeltelijk eigen land en gedeeltelijk belast met penningen voor de kerk van Eikenduinen e.a.

    1561: Cornelis Pietersz Groen woonende tEijckenduijnen opte Beeck op Ghijs Pieterszs wooninge bruijct 2 mergen hoijlants toebehoerende die kercke tEijckenduijnen ende huijert dieselve met zijnre wooninge in eene huijere hiernae int XXIIIe weer fo 26 angebrocht ergo hier nijet [In marge] Bij eede verclaert.

    Ook gebruikt Cornelis Pietersz Groen diverse stukken land van of met Ghijs Pietersz.

    tXVIIIe weer
    [Bij eede verclaert] Ghijs Pietersz woonende tEijckenduijnen bruijct 16 hont weijlant toebehoerende deen helft die kerck tEijckenduijnen ende dander helft tOude Gasthuijs tot Delft beginnende ande Leijwech ende geeft in huijere tsamen 15 Lb compt den IIIe deel van den thienden penninck 10 sc Dselve bruijct noch 11 hont hoijlant.
    Daarnaast gebruikt Ghijs Pietersz nog andere stukken land, eigen en in huur, zoals land aan de Loserlaen, opten Nijeuwensloot. Hij heeft daar in eigendom een huis, schuur, berch en geboomte.

    vermelding:
    Sententies Hof van Holland 535/524 8-7-1562 in de zaak hangende voor dit hof tussen lodewijck van der binchorst baljuw van ’s gravenzande impt. omme executie gedecerneert te hebben op zekere 2 verwinnen ofte vonnissen der verscr. stede, beide dd. 13-1-1560 sc. contra ghijs pier ghijssen won. omtrent loosduinen gede...

    vermelding:
    3-12-1567 Ghijsbrecht Pieter Pietersz. wonend tot Westerbeeck,.en Annetgen Pieters transporteren hun gehele bezit aan Jan Apersz. won. tot Delft:
    a. een woning met huijs, schuijr, bargen ende groot omtrent 45 morgen bij ’t Westerbeek, groot omtrent 45 morgen bij ‘t Westerbeek. Belend O de Moerweg, Z de koewey mede behoorende aan voorn, woning, W Pouwels Jacobsz. te Eikenduinen, N mijn vrouwe van der Leede;
    b. noch een stuck lants groot omtrent 6 morgen genaamd de Koeweij. Belend W de Moerweg, Z Willem Daniëls met ‘t hoecklaenken, W de erfgenamen van Adam Claesz. Westerbeeck, N de geest van voorn, woning;
    c. noch een hoge geest genaemt die houck ende bovenswoninge, met een weijken bezuijden die hoeck, groot omtrent 9 mergen lants, zuytwest van de bovengenoemde koewey. Belend W ‘t Convent van de arme susteren alhier, Z Willem Danielsz. met bruikwaar en Comelis Jan Thonisz., W voorn. Comelis Jan Thonisz., N Pouwels Jacobsz. te Eikenduinen en de erfgenamen van Adam Claesz.;
    d. noch omtrent 6 morgen een hont weijlants, genoemd die coemen bezijden voorn, woninge. Belend O de Moerweg, Z de Heilige Geest, in Den Haag, alsmede de erfgenamen van Coppier en Comelis Pancraesz., als bruikwaar, W de Heilige Geest te Scheveningen, met Comelis Jansz., N de Kerk te Eikenduinen met ‘t Bethlehem o f -arme zusterhuis te Den Haag;
    e. noch suijtwaerts een stuck weijlants groot omtrent 3 morgen een hot. Belend W de moerweg, Z mijn vrouwe van Loosduinen, W de middelwatering, N Adriaen Heijndricx., met de Leprozen buiten Den Haag;
    f. noch suijtwaerts een stuck weijlants, groot omtrent 6 morgen 5 hondt streckende van den Moerweg over de wateringhe. Belend O de Moerweg. Z ‘t Cappelrij’s landt, van Lodewijck Hendricsz. possesseur, daar bruiker aff es Comelis Pancraesz., Mr. Willem Vermeer, mitsgaders Pouwels Jacobsz. en Pieter Pietersz. te Eikenduinen, N Joost Jansz., Cent Maertensz. en ‘t Convent ter Leede;
    g. noch een stuck weij ende geestlandt, genaemt de Myente, groot omtrent 1'h morgen benoorden den weg. Belend O Mr. Willem van der Meer, Z de Noordweg, W ’t Heilig Kruisgilde te Eikenduinen, N ‘t Arme Susterhuis; h. noch een stuck weij- en geestland groot omtrent 3'A morgen westwaarts [gelegen]. Belend W ’t Heilig Kruisgilde, te Eikenduinen, Z de Noordweg, W de Kerk te Eikenduinen, N voorm. Mr. Pancras.
    Koopprijs een custingbrief van 687 car. gld. Het huis en erf met de geestlanden daar bezijden aangelegd zijn groot omtrent 8 morgen 5 hont, in welke geestlanden omtrent 15 hont toekomt aan de Vrouwe van den Leede. Deze percelen zijn belast met 50 ponden 14 schellingen 4 penn. Holl. ‘s jaars toekomende verschillende personen. Tot waarborg strekt het thans door de verkopers bewoonde huis met bargen en geboomte, in West-Escamp in Eikenduinen met nog 36 morgen eigen lands, ten zuiden van het huis gelegen in voorn, polder, belend N de Vrouwe van Loosduinen, O de nieuwe sloot, Z Comelis Jacobsz. Fabry van Schiedam, daer bruijcker aff is Jan Claesz. Hogewerff, de wed. van Jacob Symonsz. te Scheveningen en de Kelderije te Middelburg, W Loosduinerlaan.

    vermelding:
    1571 Jan Apersz. brouwer tot Delft wooninge leggende over Westerbeeck gecomen van Ghijs Pier Ghijsz. ende voor hem van Willem Couck sonder brieff, verschenen Lamberti 13 st.

    Landtrenten in Eijckenduijnen ende Haechambacht.
    Up Ghijs Pietersz. offgebroecken wooninge bij Westerbeeck gecomen van Willem Couck, verschijnende Lambertij 13 st.

    vermelding:
    Vermeld in de ordonantie van den nachtwacht (Scheveningen - Katwijk)

    vermelding:
    Oud archief Den Haag-6214 9-10-1573: Dijkgraaf en hoogheemraden oorkonden, dat er een accoord gesloten is tussen Willem Moenssen, burgemeester, Jacob van Dorp en Vrenick Vericxs, schepenen van Den Haag, vervangende het gehele college van de magistraat enerzijds en Joris Huygensz., ambachtsbewaarder van Westescamp, Ghijs Pietersz., Aris Cornelisz., Gerrit Janssen en Jan Aemssen, ingelanden aldaar, Cornelis Pancraesz., ambachtsbewaarder van Oestescamp, Joost Janssen, Louris Pietersz., Jan Claesz. Heynrick Adriaenssen van Rijn, Pouwels Jacobsz. en jonge Pieter Pietersz. ingelanden aldaar, vervangende tezamen de ambachtsbewaarders en buren van Zegbrouck anderzijds, over de salarisregeling van schout, burgemeesters, schepenen, secretaris en bode, aanwezig ten schouwdage, en over de vergoeding van andere kosten.

    vermelding:
    RA Den Haag-333 fol 288v 28-2-1575: Annitgen Pietersdr weduwe van Gijsbrecht Pieters wonend in de Ambachte van Eijckenduijnen met Mathijs Bentinck haar voogd in deze zaak en Pieter Gijsbrechts voor hem zelf en vervangend zijn andere zusters en broeders verklaren over een lening omtrent 16 jaar geleden door Gijsbrecht Pieters van 16 ponden en de overdracht van een jaarlijkse losrente.

    vermelding:
    Landtrentges. In Eijckenduijen ende Haechambocht
    (1579) Op wijlen Ghijs Pietersz. woninghe over die kerck/beeck, nu Jan Apersz. tot Delff, tsiaers ende alhijer in ontfang een rentge van £ 0-05-03. Daervan resteerden totten jaeren achtendetzeventich incluijs zeven jaeren, blijft affgetoghen drie jaeren quijtscheldinghe volgende zijn recognitie noch vijer jaeren die beloopen ter somme van 21 st.

    Jan Heijndricx straet ende voorts opte Laen.
    Op Nelle Gerrits van Geels dochters huijs in Jan Heijndricx straet naest Jacob de timmerman, tsiaers een rentge verschijnende den eersten meij van 5 st. Welcke rentge betaelt werdt bijde weduwe van wijlen Ghijs Pier Ghijsz. tot Eijckenduijnen deur dien haeren overleden man in zijn leven tvoornoemde huijsken zonder de laste van tzelve rentge vercocht heeft gehadt. Compt alhijer gelijcke 6 st.

    In Eijckenduijnen ende Loosduijnen.
    Opte woninghe ende landen van Ghijs Pier Ghijsz., nu Jan Pietersz. als dese woninghe gecocht hebbende geleghen zuijdtoost van Loosduijnen, gecommen van Pieter Claesz. wijfs vader tsiaers een rente van £ 2-05-00, verschijnende ultima januarij. Daervan alhijer verandtwoordt werdt tjaer ’79 tot gelijcke £ 2-05-00.

    vermelding:
    ORA Monster-109 12-12-1580: Anna Pieters, weduwe van Ghijsbrecht Pieters, geassisteerd met Pieter Ghijsbrechts, haar zoon en voogd in deze zaak, Pieter Ghijsbrechts voor hemzelf en Aernt Ghijsbrechts, Adriaen Cornelis in de Poeldijck, gehuwd met Aeltge Ghijsbrechts, mede voor Gerrit Gerrits, gehuwd met Trijntge Ghijsbrechts, en het weeskind van Maritgen Ghijsbrechts zijn allen erfgenamen van Ghijsbrecht Pieters. Zij verkopen aan Jan Adriaens Houck alias Jan Pieters zaliger geprocreert bij Olivier Pieters een woning en landen te West-Escamp bij Loosduinen, te weten een huis met schuren, bergen en geboomte op grond van het convent van Loosduinen, een bakhuis op eigen grond, 18 morgen aan de Loosduijnse Laen en 16 morgen IV2 hond in diverse percelen, en nog 6 percelen pachtgrond ter grootte van 37 morgen 4 hond, voor een schuldbrief van 7725 Car. Gld

    vermelding:
    Regesten Delfland:
    Geschil over uitoefening van het patronaatschap (Wateringen). Twee familieleden betwisten elkaar dit recht, terwijl ook de ontvanger van het geestelijk kantoor te Delft, Cornelis van Coolwijck, er ambtshalve aanspraak op maakt.
    De Hoge Raad van Holland doet uiteindelijk uitspraak:
    6-4-1596: De eerste partij is Annetge Pietersdochter, weduwe van Ghijsbrecht Pietersz., geassisteerd door haar zoon Pieter Ghijsbrechtsz. te Eyckenduynen. Zij verklaren dat Jacob Arlewijnsz., gehuwd met Catarina, de oudste zoon van de stichters, welke stichting op 1-10- 1512 door de bisschop van Utrecht is geapprobeerd, patroon was en o.a. een dochter Maritgen naliet, gehuwd met Pieter Claesz., die als patrones Jan Adriaensz. benoemde. Haar dochter Anna Pietersdochter stelde als patrones Cornelis Jansz. Boutesteyn aan, die in juni 1586 overleed, waarna zij op 27-6-1586 haar kleinzoon Gijsbert Pietersz. benoemde, welke benoeming op 16-7-1587 werd geconfirmeerd en voor wie, daar hij onmondig is, zijn vader Pieter Gijsbertsz. als voogd optreedt.
    De tweede partij is Machteld Adriaensdochter, weduwe van Adriaen Arlewijnsz. van der Made, brouwer te Delft, optredend namens haar minderjarige zoon Arlewijn Adriaensz. Een dochter van de stichters was Arent (lees Aleyt!) Arlewijnsdochter, gehuwd met Pieter Arent Touwenz. Uit dit huwelijk o.a. 3 kinderen: 1. Arlewijn Pietersz. Tou, schoonvader van de tweede partij, wiens zoon de prebende confereerde op Cornelis Jansz. Boutesteyn, schout van Wateringen, die in 1586 na genoemde patroon overleed. Hierna confereerde Machtelt Adriaensdochter de prebende op 4-4-1587 op Pieter Cornelisz. van der Burch, die van de bloede van de stichters was. 2. Jannetje Pietersdochter, die een zoon Pieter Cornelisz. naliet. 3. Marietge Pietersdochter, gehuwd met Jan Carstiaensz., die naliet Jan Jan Castiaensz. op ’t Wout en Crijntge Jansdochter.
    Beide partijen worden in het ongelijk gesteld en de prebende wordt aan de ontvanger
    toegewezen (een en ander aangevuld uit: Hoge Raad van Holland, inv. 689, d.d. 6-4-1596).
    29-3-1597: Gecommitteerde raden van de Staten van Hollandt en Westvrieslandt geven gezien het vonnis van de Hoge Raad van Hollandt d.d. 6-4-1596 omtrent de inkomsten uit 5½ morgen land, dat vroeger van het gilde van Onser Lieve Vrouwe te Wateringen was, op verzoek van Machtelt Adriaensdochter, weduwe van Adriaen Arlewijnsz. van der Made, deze aan haar over tegen betaling van 120 pond van 40 gr. aan Cornelis van Coolwijck, ontvanger van de geestelijke goederen, wegens de niet betaalde opbrengst over de jaren 1586 tot en met 1590 en de proceskosten.

    Ghijsbrecht is getrouwd met Annetgen Pietersdr vóór 29 nov 1540 (civil). Annetgen (dochter van Pieter Claesz en Maritgen Jacobsdr) is geboren circa 1524; is gestorven vóór 14 aug 1601. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  2. 3.  Annetgen PietersdrAnnetgen Pietersdr is geboren circa 1524 (dochter van Pieter Claesz en Maritgen Jacobsdr); is gestorven vóór 14 aug 1601.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 29 nov 1540; Verkoop losrente
    • vermelding: van 3 dec 1567; Verkoop onroerend goed
    • vermelding: van 28 feb 1575; Verklaring over lening
    • vermelding: van 10 apr 1576; getuige te Monster voor schoonzoon
    • vermelding: van 12 dec 1580; Verkoop onroerend goed
    • vermelding: van 6 sep 1593; Akte van vrijwaring
    • vermelding: van 6 apr 1596; Vermeld in geschil over patronaatschap
    • vermelding: van 14 aug 1601; Verkoop uit boedel Anna Pieters

    Aantekeningen:

    Geboorte:
    was op 15-6-1587 ca. 63 jaar en op 10-4-1576 ca. 50 jaar

    vermelding:
    RA Den Haag-447 fol 90 29-11-1540: Gillis Pieters wonend opte Meer in Eijckenduijnen verkoopt aan Willem Dircxs een jaarlijkse losrente van 12 kar. guldens, met een hypotheek op 8 margen land te Eijckenduijnen. Piet Claes zijn vader en Gijsbt. Pieters zijn schoonbroeder zijn waarborgen.

    vermelding:
    3-12-1567 Ghijsbrecht Pieter Pietersz. wonend tot Westerbeeck,.en Annetgen Pieters transporteren hun gehele bezit aan Jan Apersz. won. tot Delft:
    a. een woning met huijs, schuijr, bargen ende groot omtrent 45 morgen bij ’t Westerbeek, groot omtrent 45 morgen bij ‘t Westerbeek. Belend O de Moerweg, Z de koewey mede behoorende aan voorn, woning, W Pouwels Jacobsz. te Eikenduinen, N mijn vrouwe van der Leede;
    b. noch een stuck lants groot omtrent 6 morgen genaamd de Koeweij. Belend W de Moerweg, Z Willem Daniëls met ‘t hoecklaenken, W de erfgenamen van Adam Claesz. Westerbeeck, N de geest van voorn, woning;
    c. noch een hoge geest genaemt die houck ende bovenswoninge, met een weijken bezuijden die hoeck, groot omtrent 9 mergen lants, zuytwest van de bovengenoemde koewey. Belend W ‘t Convent van de arme susteren alhier, Z Willem Danielsz. met bruikwaar en Comelis Jan Thonisz., W voorn. Comelis Jan Thonisz., N Pouwels Jacobsz. te Eikenduinen en de erfgenamen van Adam Claesz.;
    d. noch omtrent 6 morgen een hont weijlants, genoemd die coemen bezijden voorn, woninge. Belend O de Moerweg, Z de Heilige Geest, in Den Haag, alsmede de erfgenamen van Coppier en Comelis Pancraesz., als bruikwaar, W de Heilige Geest te Scheveningen, met Comelis Jansz., N de Kerk te Eikenduinen met ‘t Bethlehem o f -arme zusterhuis te Den Haag;
    e. noch suijtwaerts een stuck weijlants groot omtrent 3 morgen een hot. Belend W de moerweg, Z mijn vrouwe van Loosduinen, W de middelwatering, N Adriaen Heijndricx., met de Leprozen buiten Den Haag;
    f. noch suijtwaerts een stuck weijlants, groot omtrent 6 morgen 5 hondt streckende van den Moerweg over de wateringhe. Belend O de Moerweg. Z ‘t Cappelrij’s landt, van Lodewijck Hendricsz. possesseur, daar bruiker aff es Comelis Pancraesz., Mr. Willem Vermeer, mitsgaders Pouwels Jacobsz. en Pieter Pietersz. te Eikenduinen, N Joost Jansz., Cent Maertensz. en ‘t Convent ter Leede;
    g. noch een stuck weij ende geestlandt, genaemt de Myente, groot omtrent 1'h morgen benoorden den weg. Belend O Mr. Willem van der Meer, Z de Noordweg, W ’t Heilig Kruisgilde te Eikenduinen, N ‘t Arme Susterhuis; h. noch een stuck weij- en geestland groot omtrent 3'A morgen westwaarts [gelegen]. Belend W ’t Heilig Kruisgilde, te Eikenduinen, Z de Noordweg, W de Kerk te Eikenduinen, N voorm. Mr. Pancras.
    Koopprijs een custingbrief van 687 car. gld. Het huis en erf met de geestlanden daar bezijden aangelegd zijn groot omtrent 8 morgen 5 hont, in welke geestlanden omtrent 15 hont toekomt aan de Vrouwe van den Leede. Deze percelen zijn belast met 50 ponden 14 schellingen 4 penn. Holl. ‘s jaars toekomende verschillende personen. Tot waarborg strekt het thans door de verkopers bewoonde huis met bargen en geboomte, in West-Escamp in Eikenduinen met nog 36 morgen eigen lands, ten zuiden van het huis gelegen in voorn, polder, belend N de Vrouwe van Loosduinen, O de nieuwe sloot, Z Comelis Jacobsz. Fabry van Schiedam, daer bruijcker aff is Jan Claesz. Hogewerff, de wed. van Jacob Symonsz. te Scheveningen en de Kelderije te Middelburg, W Loosduinerlaan.

    vermelding:
    RA Den Haag-333 fol 288v 28-2-1575: Annitgen Pietersdr weduwe van Gijsbrecht Pieters wonend in de Ambachte van Eijckenduijnen met Mathijs Bentinck haar voogd in deze zaak en Pieter Gijsbrechts voor hem zelf en vervangend zijn andere zusters en broeders verklaren over een lening omtrent 16 jaar geleden door Gijsbrecht Pieters van 16 ponden en de overdracht van een jaarlijkse losrente.

    vermelding:
    ORA Monster-102 10-4-1576: Gerrit Pieters de Waert, ca 32 jaar, Pieter Ghijsbrechts, ca. 35 jaar en Annetie Pieters, ca. 50 jaar leggen een verklaring af ten behoeve van Olivier Pieters te Loosduinen.

    vermelding:
    ORA Monster-109 12-12-1580: Anna Pieters, weduwe van Ghijsbrecht Pieters, geassisteerd met Pieter Ghijsbrechts, haar zoon en voogd in deze zaak, Pieter Ghijsbrechts voor hemzelf en Aernt Ghijsbrechts, Adriaen Cornelis in de Poeldijck, gehuwd met Aeltge Ghijsbrechts, mede voor Gerrit Gerrits, gehuwd met Trijntge Ghijsbrechts, en het weeskind van Maritgen Ghijsbrechts zijn allen erfgenamen van Ghijsbrecht Pieters. Zij verkopen aan Jan Adriaens Houck alias Jan Pieters zaliger geprocreert bij Olivier Pieters een woning en landen te West-Escamp bij Loosduinen, te weten een huis met schuren, bergen en geboomte op grond van het convent van Loosduinen, een bakhuis op eigen grond, 18 morgen aan de Loosduijnse Laen en 16 morgen IV2 hond in diverse percelen, en nog 6 percelen pachtgrond ter grootte van 37 morgen 4 hond, voor een schuldbrief van 7725 Car. Gld

    vermelding:
    ORA Monster-21 6-9-1593: Anna Pieters, weduwe van Ghijsbrecht Pieters, wonend te Loosduinen, met Pieter Ghijsbrechts, haar zoon en gekoren voogd. Pieter Ghijsbrechts, voor hemzelf, wonend in Haagambacht en Gerrit Gerrits te Haagambacht, als man en voogd van Trijntgen Ghijsbrechts, beloven Jan Adriaens Houck alias Jan Pieters te Scheveningen de woning en landerijen te Haagambacht te vrijwaren die Anna Pieters hem verkocht op 12-12-1580. Pieter Ghijsbrechts verbindt hiervoor 17 hond land in West-Escamp in Eikenduinen, Anna Pieters haar huis en erf in Loosduinen in Monsterambacht en Adriaen Comelis Willems zijn huis, schuur en gevolg aan de Dortwech.

    vermelding:
    Regesten Delfland:
    Geschil over uitoefening van het patronaatschap (Wateringen). Twee familieleden betwisten elkaar dit recht, terwijl ook de ontvanger van het geestelijk kantoor te Delft, Cornelis van Coolwijck, er ambtshalve aanspraak op maakt.
    De Hoge Raad van Holland doet uiteindelijk uitspraak:
    6-4-1596: De eerste partij is Annetge Pietersdochter, weduwe van Ghijsbrecht Pietersz., geassisteerd door haar zoon Pieter Ghijsbrechtsz. te Eyckenduynen. Zij verklaren dat Jacob Arlewijnsz., gehuwd met Catarina, de oudste zoon van de stichters, welke stichting op 1-10- 1512 door de bisschop van Utrecht is geapprobeerd, patroon was en o.a. een dochter Maritgen naliet, gehuwd met Pieter Claesz., die als patrones Jan Adriaensz. benoemde. Haar dochter Anna Pietersdochter stelde als patrones Cornelis Jansz. Boutesteyn aan, die in juni 1586 overleed, waarna zij op 27-6-1586 haar kleinzoon Gijsbert Pietersz. benoemde, welke benoeming op 16-7-1587 werd geconfirmeerd en voor wie, daar hij onmondig is, zijn vader Pieter Gijsbertsz. als voogd optreedt.
    De tweede partij is Machteld Adriaensdochter, weduwe van Adriaen Arlewijnsz. van der Made, brouwer te Delft, optredend namens haar minderjarige zoon Arlewijn Adriaensz. Een dochter van de stichters was Arent (lees Aleyt!) Arlewijnsdochter, gehuwd met Pieter Arent Touwenz. Uit dit huwelijk o.a. 3 kinderen: 1. Arlewijn Pietersz. Tou, schoonvader van de tweede partij, wiens zoon de prebende confereerde op Cornelis Jansz. Boutesteyn, schout van Wateringen, die in 1586 na genoemde patroon overleed. Hierna confereerde Machtelt Adriaensdochter de prebende op 4-4-1587 op Pieter Cornelisz. van der Burch, die van de bloede van de stichters was. 2. Jannetje Pietersdochter, die een zoon Pieter Cornelisz. naliet. 3. Marietge Pietersdochter, gehuwd met Jan Carstiaensz., die naliet Jan Jan Castiaensz. op ’t Wout en Crijntge Jansdochter.
    Beide partijen worden in het ongelijk gesteld en de prebende wordt aan de ontvanger
    toegewezen (een en ander aangevuld uit: Hoge Raad van Holland, inv. 689, d.d. 6-4-1596).
    29-3-1597: Gecommitteerde raden van de Staten van Hollandt en Westvrieslandt geven gezien het vonnis van de Hoge Raad van Hollandt d.d. 6-4-1596 omtrent de inkomsten uit 5½ morgen land, dat vroeger van het gilde van Onser Lieve Vrouwe te Wateringen was, op verzoek van Machtelt Adriaensdochter, weduwe van Adriaen Arlewijnsz. van der Made, deze aan haar over tegen betaling van 120 pond van 40 gr. aan Cornelis van Coolwijck, ontvanger van de geestelijke goederen, wegens de niet betaalde opbrengst over de jaren 1586 tot en met 1590 en de proceskosten.

    vermelding:
    RA Monster-21 fol 268 14-8-1601: Claes Dircks wonend in het ambacht van Rijswijck, weduwnaar van Marijtgen Oliviers, verklaart hoe dat Dirck Joostens, zijn vader te Wateringen borg was met betrekking tot divere schulden. Om hem van de borg te bevrijden heeft Claes voor 75 car. gulden verkopen gedaan uit de boedel van Anna Pieters, zaliger, in haar leven tot Loosduijnen en de grootmoeder van zijn voorschreven huisvrouw. Olivier Pieters te Poeldijk was de vader van zijn huisvrouw.

    Kinderen:
    1. Maritgen Ghijsbrechts is gestorven vóór 12 dec 1580.
    2. Trijntge Ghijsbrechtsdr
    3. Pieter Ghijsbrechts is geboren in 1541; is gestorven vóór 18 sep 1620.
    4. 1. Aeltgen Ghijsbrechtsdr is geboren circa 1550; is gestorven vóór 31 jan 1598.
    5. Arent Ghijsen is geboren circa 1550; is gestorven vóór 2 feb 1621.


Generatie: 3

  1. 4.  Pieter Gijsbrechtsz is geboren circa 1478 (zoon van Gijsbrecht Bertoutsz en Jannetgen NN); is gestorven vóór 27 jun 1538.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 20 dec 1525; Vordering erfpacht
    • vermelding: van 1531; Transacties met het Heilig Kruisgilde en de kerk te Eikenduinen
    • functie: van 1631; Gildemeester te Eikenduinen

    Aantekeningen:

    Geboorte:
    Pieter Gijsbertszoon oudt 35 jaeren, buur van Eyckenduynen mit half Loesduynen geeft in 1514 informatie aan het HOf van Holland en Friesland ten behoeve van de schiltaele. Ook als 35-jarige vermeld op 18-10-1514 in de regesten te Delfland

    vermelding:
    Regesten Eikenduinen 20-12-1525 [Regest 13]: Pieter Pietersz verklaart voor Adriaen Gerytsz Paert en Huych Aertsz, schepenen van Den Haag, schuldig te zijn aan Pieter Gijsbrechtsz wegens erfpacht een rente van 5 pond 6 schelling 8 penning Hollands per jaar, verzekerd op de woning en het land, bij hem in gebruik, belend ten oosten mr. Aernt Nachtegael en Cornelis Claesz, ten zuiden Claes Bette Backers en Cornelis Claesz voornoemd, ten westen Zent Pietersz en Ysbrant Jacobsz, en ten noorden Claes Martensz en Pieter Gijsbrechtsz en de kerk van Eikenduinen en Gerrit Deym voornoemd.

    vermelding:
    1-3-1531: Kors Pieters zoon van der Beeck en Marten Adriaens zoon, schepenen van den Hage, oorkonden, dat de weduwe van wijlen Marten Adriaens zoon, met haar voogd Cornelis Gerritsz, verkoopt aan Pieter Ghijsbrechts zoon en Jacop Jans zoon upte Beeck als gildemeesters te Eyckenduynen eene jaarlijkse rente van 10 pond Hollandsch, gaande uit 7 1/2 morgen land, gelegen in het Westambacht van den Hage.

    8-3-1531: Rentebrief, groot 2 pond Hollands 's jaars op een vierde deel van 3 morgen land in Eskamp 1531
    Kors Pieters zoon van der Beeck en Marten Adriaens zoon, schepenen in Den Hage, oorkonden dat Jan Thonis zoon verkocht heeft aan Pieter Ghijsbrechts zoon een rente van 2 pond Hollands 's jaars, verzekerd op een vierde deel van 3 morgen land, gelegen in Escamp.
    ... opten VIIIen dach Martij anno XVc een en dartich nae tscriven tbisdoms van Utrecht.

    Overleden:
    overl. tussen 17-1-1535 en 27-6-1538

    Kinderen:
    1. 2. Ghijsbrecht Pietersz Ghijsz is gestorven vóór 28 feb 1575.

  2. 6.  Pieter Claesz is gestorven vóór 24 feb 1542.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 2 nov 1519; Regeling voor de weeskinderen
    • vermelding: van 13 okt 1536; Leen van land te Monster
    • vermelding: van 5 okt 1538 tot 21 jan 1540; Koop losrenten
    • vermelding: van 29 nov 1540; Verkoop losrente
    • vermelding: van 24 feb 1542; Koop losrente

    Aantekeningen:

    vermelding:
    2-11-1519 bewijst Pieter Claesz. voor weesmeesters in Den Haag de vijf kinderen van zijn overleden echtgenote Maeritge Aemtsdochter hun moederlijk erfdeel, 200 pond Hollands aan ieder kind. De twee oudste kinderen, Ariaen Gillesz., 13 jaar oud, en Marritgen Gillisdochter, tien jaar oud, zijn geboren uit haar eerste huwelijk met Gillis Adriaensz. Uit het huwelijk van Pieter Claesz. en Maritgen Aemtsdochter zijn geboren de kinderen Gillis, oud 8 jaar, Aemt, oud 5 jaar, en Marritgen, oud anderhalf jaar. Pieter Claesz. neemt de opvoeding van alle kinderen op zich. Als vaderlijk erfdeel zal Pieter Claesz.. de twee voorkinderen van zijn overleden vrouw 107 pond Hollands uitkeren. Onderpand voor deze uitkeringen is de zijn ‘woninck huys berch ende boemten lant ende sant’ en voorts de nalatenschap van Judith Clemens Lambrechtsdochter als ‘vroumoer’ (= oudtante) van de kinderen, Comelis Aemtsz. als oom van de kinderen, Haddeman Claesz. als oom van de kinderen van moederszijde, en zijn huisvrouw zelf als moy (tante) van de kinderen
    Pieter Claesz. verlijdt een schuldbekentenis aan Gillis Adriaensz. en Marrygie Adriaensdr. voor schepenen van Monster met als onderpand zijn huis aan de Zwartendijk en daarbij gelegen eigen en huurpercelen onder Monster. Uit de nalatenschap van hun grootmoeder Claes Meijns huisvrouw van Gerrit van der Meer zullen de vijf kinderen bovendien 20 pond Hollands ontvangen, zo verklaart Pieter Claesz. op 2-1-1523. Ter gelegenheid van haar huwelijk met Michiel Gherytsz. ontvangt Marrigie Gillisdr. op 17-2-1526 de haar toekomende bedragen, haar broer Ariaen in 1532.

    vermelding:
    Grafelijke lenen in Monster:
    3 morgen land in Monster bij Quintsheul, oost: het klooster ter Lee, west: de kanesie van Naaldwijk, noord: de Gantel, zuid: Hendrik Dole met erfhuur.
    4-1-1527: Vincent Dammasz. auditeur van de Rekenkamer, bij overdracht door Jacob Koen Jacobsz., LRK 124 c. Nd.-Holland fol. 92v.
    13-10-1536: Pieter Klaasz. voor Katharina Jacobsdr., weduwe Jacob Arlewijnsz., zijn schoonmoeder, bij overdracht door mr. Vincent Dammasz., raad en meester van de Rekenkamer, LRK 125 c. Nd.-Holland fol. 101v.
    23-5-1542: Gijsbert Pietersz. voor Marieke Jacobsdr. bij dode van Katharina Jacobsdr., haar moeder, LRK 126 c. Nd.-Holland fol. 50.
    14-2-1547: Klaas Pieterz. voor Marieke Jacobsd, zijn vrouw, LRK 126 c. Nd.-Holland fol. 50.
    28-3-1556: Frank Dirksz. bij overdracht door Klaas Pietersz. voor Marieke Jacobsdr., diens vrouw, LRK 128 c. Nd.-Holland fol. 33.

    vermelding:
    5-10-1538 Pier Claesz., wonend tot Loesduinen, koopt van ’t Convente van ’s-Gravesande een losrente op 2 ponden VI. ’s jaars op 6 morgen 2 hont lants aen Loserlaen in Haechambacht. Belend W voorn, laan, W de Heilige Geest van ’s-Gravesande en voorn. Pieter Claes, O voorn. Pieter Claesz. en Mr Vincent ’doctoir tot Delft, Z het arme Susterhuijs in den Haag.

    21-1-1540 Pieter Claesz. wonend tot Loosduinen, in ’t Westambacht van Den Haag koopt op 21- 1-1540 van Mr. Comelis Mersch, advocaat van den Hove van Holland een losrente van 2 ponden VI. o f 12 car. gld ’s jaars op 5 morgen lants, vrij eigen lant in Haagambacht. Belend O de nieuwe sloot, Z Jorys Gerritsz., tot Eijckenduijnen, W Ghijsbrecht Jacobsz. tot Scheveningen, N zeker land dat Pieter Claesz. zelf toebehoort of in eeuwige erfpacht heeft.

    vermelding:
    RA Den Haag-447 fol 90 29-11-1540: Gillis Pieters wonend opte Meer in Eijckenduijnen verkoopt aan Willem Dircxs een jaarlijkse losrente van 12 kar. guldens, met een hypotheek op 8 margen land te Eijckenduijnen. Piet Claes zijn vader en Gijsbt. Pieters zijn schoonbroeder zijn waarborgen.

    vermelding:
    Maritge Jacobsdr. wed. Pieter Claesz., met Ghijsbrecht Pietersz. koopt op 24-2-1542 van Jacob Jansz., wantsnijder een losrente van 12 car gis ’s jaars op 5 morgen lants aen Loserlaen. Belend W voorn. Laan, Z de Proostdij, N en O voorn. Maritgen Jacobsdr.

    Pieter is getrouwd met Maritgen Jacobsdr vóór 1524 (civil). Maritgen (dochter van Jacob Arlewijns en Catharina Jacobsdr) is gestorven na 28 mrt 1556. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  3. 7.  Maritgen Jacobsdr (dochter van Jacob Arlewijns en Catharina Jacobsdr); is gestorven na 28 mrt 1556.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 13 okt 1536; Leen van land te Monster
    • vermelding: van 24 feb 1542; Koop losrente
    • vermelding: van 6 apr 1596; Vermeld in geschil over patronaatschap

    Aantekeningen:

    vermelding:
    Grafelijke lenen in Monster:
    3 morgen land in Monster bij Quintsheul, oost: het klooster ter Lee, west: de kanesie van Naaldwijk, noord: de Gantel, zuid: Hendrik Dole met erfhuur.
    4-1-1527: Vincent Dammasz. auditeur van de Rekenkamer, bij overdracht door Jacob Koen Jacobsz., LRK 124 c. Nd.-Holland fol. 92v.
    13-10-1536: Pieter Klaasz. voor Katharina Jacobsdr., weduwe Jacob Arlewijnsz., zijn schoonmoeder, bij overdracht door mr. Vincent Dammasz., raad en meester van de Rekenkamer, LRK 125 c. Nd.-Holland fol. 101v.
    23-5-1542: Gijsbert Pietersz. voor Marieke Jacobsdr. bij dode van Katharina Jacobsdr., haar moeder, LRK 126 c. Nd.-Holland fol. 50.
    14-2-1547: Klaas Pieterz. voor Marieke Jacobsd, zijn vrouw, LRK 126 c. Nd.-Holland fol. 50.
    28-3-1556: Frank Dirksz. bij overdracht door Klaas Pietersz. voor Marieke Jacobsdr., diens vrouw, LRK 128 c. Nd.-Holland fol. 33.

    vermelding:
    Maritge Jacobsdr. wed. Pieter Claesz., met Ghijsbrecht Pietersz. koopt op 24-2-1542 van Jacob Jansz., wantsnijder een losrente van 12 car gis ’s jaars op 5 morgen lants aen Loserlaen. Belend W voorn. Laan, Z de Proostdij, N en O voorn. Maritgen Jacobsdr.

    vermelding:
    Regesten Delfland:
    Geschil over uitoefening van het patronaatschap (Wateringen). Twee familieleden betwisten elkaar dit recht, terwijl ook de ontvanger van het geestelijk kantoor te Delft, Cornelis van Coolwijck, er ambtshalve aanspraak op maakt.
    De Hoge Raad van Holland doet uiteindelijk uitspraak:
    6-4-1596: De eerste partij is Annetge Pietersdochter, weduwe van Ghijsbrecht Pietersz., geassisteerd door haar zoon Pieter Ghijsbrechtsz. te Eyckenduynen. Zij verklaren dat Jacob Arlewijnsz., gehuwd met Catarina, de oudste zoon van de stichters, welke stichting op 1-10- 1512 door de bisschop van Utrecht is geapprobeerd, patroon was en o.a. een dochter Maritgen naliet, gehuwd met Pieter Claesz., die als patrones Jan Adriaensz. benoemde. Haar dochter Anna Pietersdochter stelde als patrones Cornelis Jansz. Boutesteyn aan, die in juni 1586 overleed, waarna zij op 27-6-1586 haar kleinzoon Gijsbert Pietersz. benoemde, welke benoeming op 16-7-1587 werd geconfirmeerd en voor wie, daar hij onmondig is, zijn vader Pieter Gijsbertsz. als voogd optreedt.
    De tweede partij is Machteld Adriaensdochter, weduwe van Adriaen Arlewijnsz. van der Made, brouwer te Delft, optredend namens haar minderjarige zoon Arlewijn Adriaensz. Een dochter van de stichters was Arent (lees Aleyt!) Arlewijnsdochter, gehuwd met Pieter Arent Touwenz. Uit dit huwelijk o.a. 3 kinderen: 1. Arlewijn Pietersz. Tou, schoonvader van de tweede partij, wiens zoon de prebende confereerde op Cornelis Jansz. Boutesteyn, schout van Wateringen, die in 1586 na genoemde patroon overleed. Hierna confereerde Machtelt Adriaensdochter de prebende op 4-4-1587 op Pieter Cornelisz. van der Burch, die van de bloede van de stichters was. 2. Jannetje Pietersdochter, die een zoon Pieter Cornelisz. naliet. 3. Marietge Pietersdochter, gehuwd met Jan Carstiaensz., die naliet Jan Jan Castiaensz. op ’t Wout en Crijntge Jansdochter.
    Beide partijen worden in het ongelijk gesteld en de prebende wordt aan de ontvanger
    toegewezen (een en ander aangevuld uit: Hoge Raad van Holland, inv. 689, d.d. 6-4-1596).
    29-3-1597: Gecommitteerde raden van de Staten van Hollandt en Westvrieslandt geven gezien het vonnis van de Hoge Raad van Hollandt d.d. 6-4-1596 omtrent de inkomsten uit 5½ morgen land, dat vroeger van het gilde van Onser Lieve Vrouwe te Wateringen was, op verzoek van Machtelt Adriaensdochter, weduwe van Adriaen Arlewijnsz. van der Made, deze aan haar over tegen betaling van 120 pond van 40 gr. aan Cornelis van Coolwijck, ontvanger van de geestelijke goederen, wegens de niet betaalde opbrengst over de jaren 1586 tot en met 1590 en de proceskosten.

    Kinderen:
    1. 3. Annetgen Pietersdr is geboren circa 1524; is gestorven vóór 14 aug 1601.


Generatie: 4

  1. 8.  Gijsbrecht BertoutszGijsbrecht Bertoutsz is geboren circa 1440 (zoon van Bartout Coebel en N.N.); is gestorven vóór 12 okt 1479.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 9 mei 1464; Vermeld in Regesten Heilige Geest Den Haag
    • vermelding: van 9 mei 1464; Woont achter Westerbeek aan de Moerweg onder Haagambacht
    • vermelding: van 12 okt 1479; Vermeld in Regesten Sacramentsgasthuis Den Haag

    Aantekeningen:

    vermelding:
    Den Haag 9-5-1464 [Regest 433] Schepenen van Den Haag oorkonden dat Bertout Cobel verklaart 9-5-1464 schuldig te zijn aan de H.Geest in Den Haag een jaarlijkse rente van 3 pond Holl., verzekerd op een stuk land in het Westambacht van Den Haag, geheten de Mient, belend ten W Florys Claesz en Pieter Jansz, ten N voorn. Pieter Jansz, ten O Jan Henrickzoon die backer, ten tn Z de Heerweg, en nog verzekerd op zijn woning waar nu zijn zoon Ghijsbrecht op woont, achter Westerbeek, belend ten Z Claes Bruynsz, ten W Jan Willemsz die men noemt Jan Bol, ten W het land van de abdis van Ter Lee, en ten O de Moerweg.
    Marge 1557 Ghijs voorn. [= Gijsbrecht Bertoutsz op Westerbeek RAvdSp]
    1586 Voorn. Jan Apersz.
    De woning van Gijsbrecht Bertoutsz is Oostbroek

    vermelding:
    Den Haag 12-10-1479 [Regest 69]: Schepenen in den Hage oorkonden dat Jannetgen, weduwe van Gijsbrecht Bertoutsz, verklaarde schuldig te zijn aan Pieter Bertoutsz. een jaarlijkse rente van 13 schellingen 4 penningen hollands. Deze rente verzekerde zij op 4 hont land in Aetscamp, belend: ten zuiden het klooster van Loosduynen, ten westen genoemde Jannetgen, ten noorden de erfgenamen van Jacob Martijnszoen, ten oosten de Moerwech.
    Dit betreft leden van de familie Coebel.

    Gijsbrecht + Jannetgen NN. Jannetgen is gestorven na 12 okt 1479. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  2. 9.  Jannetgen NN is gestorven na 12 okt 1479.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: Vermeld in Regesten Sacramentsgasthuis Den Haag

    Aantekeningen:

    vermelding:
    Den Haag 12-10-1479 [Regest 69]: Schepenen in den Hage oorkonden dat Jannetgen, weduwe van Gijsbrecht Bertoutsz, verklaarde schuldig te zijn aan Pieter Bertoutsz. een jaarlijkse rente van 13 schellingen 4 penningen hollands. Deze rente verzekerde zij op 4 hont land in Aetscamp, belend: ten zuiden het klooster van Loosduynen, ten westen genoemde Jannetgen, ten noorden de erfgenamen van Jacob Martijnszoen, ten oosten de Moerwech.
    Dit betreft leden van de familie Coebel.

    Kinderen:
    1. 4. Pieter Gijsbrechtsz is geboren circa 1478; is gestorven vóór 27 jun 1538.

  3. 14.  Jacob Arlewijns (zoon van Arlewijn Vranckenz en Natalie Sijmonsdr); is gestorven vóór 13 okt 1536.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 26 jan 1494 tot 20 apr 1520; Leen van land in Wateringen
    • vermelding: van 20 mrt 1501; Huur land te Monster
    • vermelding: van 19 nov 1502 tot 13 sep 1513; Leen Hofstad Wateringen
    • vermelding: van 1507; Pacht van land
    • functie: van 3 feb 1512; Baljuw van Wateringen
    • vermelding: van 14 jun 1512; Verklaring over schenking van land te Wateringen
    • vermelding: van 13 okt 1536; Leen van land te Monster
    • vermelding: van 6 apr 1596; Vermeld in geschil over patronaatschap

    Aantekeningen:

    vermelding:
    Lenen Hontshol:
    Wateringen - 1 morgen land, belend ten oosten: de vrouw van Jacob Ermgaertsz. (1494: het klooster van Lausduynen), ten zuiden: de banweg, ten westen: Alijt Vrancken te Delf (1494: Arlewijn Vrancken), ten noorden: het klooster te Lausduynen (1494: de Merendijck).
    26-1-1494: Floris Arntsz. en draagt het leen over aan Arlewijn Vranckenz. te versterven op zijn jongste zoon Symon.
    19-11-1502: Symon Arlewijnsz.
    20-3-1506: Jacob Arlewijnsz. en draagt het leen over aan zijn zuster Alijt Arlewijn Vranckenzoonsdochter, gehuwd met Pieter Arent Touwenz.
    20-4-1520: Arlewijn Pieter Touwenz., onmondige wonende op de hofstede van Pieter Touwenz. te Honshel, oom: Maertijn Aertsz., bij dode van zijn moeder Alijt Arlewijnsdochter.

    vermelding:
    Regesten Delfland:
    20-3-1501: Jacob Arlewijnsz. huurt van de commandeur van Sint Jansklooster te Haerlem voor 10 jaar met ingang van 1-1-1501 tegen 5 nobel, 5 kapoenen en alle lasten 5 morgen land te Monster, belend ten westen: Arlewijn Vranckenz. en de kinderen van Jacob Martijnsz., ten oosten: de stiefkinderen van Jorijs Pietersz. en het kapittel te Naeldwijck, ten zuiden: Monsterdijck, ten noorden: Zwaersland, zoals hij dit in pacht hield. Bezegeld door zijn vader Arlewijn Vranckenz., schout van de Wateringhe (f. 475).

    vermelding:
    Lenen van de Hofstad Wateringen
    Loosduinen: De helft van 2 morgen land
    ..-.-1...: Heynric Aerntsz. (6525, fol. 359).
    19-11-1502: Jacop Arlewijnsz. bij dode van zijn vader Arlewijn Vranckenz.
    20-3-1506: Bert Arlewynsdochter, gehuwd met Maertijn Aerntsz. na overdracht door haar broer Jacob Arlewijnsz.
    13-9-1513: Jacob Arlewijnsz. bij dode van zijn zuster Baerte Arlewijnsdochter.
    1-8-1518: Heynrick Jacobsz., voogd: Joost Gerritsz. Vos.

    vermelding:
    Regesten Delfland:
    Pacht van de Leidsche kerken:
    1507: Jacob Arlwijnsz. neemt 7 morgen land in pacht met ingang van 1507 tegen 22 pond voor 5 jaar.
    (het land ligt ten dele in Wateringen en ten dele in Monster)

    vermelding:
    Regesten Delfland:
    14-6-1512: Jacob Arlewijnsz., Aleyt Arlewijnsdochter, gehuwd met Pieter Tou Arensz., Baerte Arlewijnsdochter, gehuwd met Maertijn Arensz. en Joest Gerrit Vossen verklaren dat wijlen hun moeder Natalie Symonsdochter, weduwe van Arlewijn Vranckenz., ten behoeve van haar zieleheil en dat van haar kinderen geschonken heeft aan het Onse Lieve Vrouwengilde te Wateringen op het heilig kruisaltaar 25 pond hollants, n.l. 2 percelen land: 5½ morgen te Wateringen, belend ten oosten en noorden: het Sint Ursulen zusterhuis te Delff, ten westen: Jan Vossen, ten zuiden: de heren van Sint Jan te Haerlem, en dat tegen 21 pond hollands verpacht is aan Dirck Willemsz. ande Noortwech; en 11 hond land aldaar in de woning van Jacob Arlewijnsz. in het voorweer gemeen met het Sint Aechtenklooster te Delff, met dat van Sint Agnieten in den Haghe en met de kinderen van Arlewijn Vranckenz., belend ten oosten: de regulieren van Leyderdorp en de heerlijkheid van Naeldwijck, ten westen: het klooster Reynsburch, ten noorden: de heerweg, ten zuiden: de Swet. Dit geschiedt ten overstaan van Willem Jansz. en Cornelis Jansz. van Veen, gildemeesters van genoemd gilde.

    vermelding:
    Grafelijke lenen in Monster:
    3 morgen land in Monster bij Quintsheul, oost: het klooster ter Lee, west: de kanesie van Naaldwijk, noord: de Gantel, zuid: Hendrik Dole met erfhuur.
    4-1-1527: Vincent Dammasz. auditeur van de Rekenkamer, bij overdracht door Jacob Koen Jacobsz., LRK 124 c. Nd.-Holland fol. 92v.
    13-10-1536: Pieter Klaasz. voor Katharina Jacobsdr., weduwe Jacob Arlewijnsz., zijn schoonmoeder, bij overdracht door mr. Vincent Dammasz., raad en meester van de Rekenkamer, LRK 125 c. Nd.-Holland fol. 101v.
    23-5-1542: Gijsbert Pietersz. voor Marieke Jacobsdr. bij dode van Katharina Jacobsdr., haar moeder, LRK 126 c. Nd.-Holland fol. 50.
    14-2-1547: Klaas Pieterz. voor Marieke Jacobsd, zijn vrouw, LRK 126 c. Nd.-Holland fol. 50.
    28-3-1556: Frank Dirksz. bij overdracht door Klaas Pietersz. voor Marieke Jacobsdr., diens vrouw, LRK 128 c. Nd.-Holland fol. 33.

    vermelding:
    Regesten Delfland:
    Geschil over uitoefening van het patronaatschap (Wateringen). Twee familieleden betwisten elkaar dit recht, terwijl ook de ontvanger van het geestelijk kantoor te Delft, Cornelis van Coolwijck, er ambtshalve aanspraak op maakt.
    De Hoge Raad van Holland doet uiteindelijk uitspraak:
    6-4-1596: De eerste partij is Annetge Pietersdochter, weduwe van Ghijsbrecht Pietersz., geassisteerd door haar zoon Pieter Ghijsbrechtsz. te Eyckenduynen. Zij verklaren dat Jacob Arlewijnsz., gehuwd met Catarina, de oudste zoon van de stichters, welke stichting op 1-10- 1512 door de bisschop van Utrecht is geapprobeerd, patroon was en o.a. een dochter Maritgen naliet, gehuwd met Pieter Claesz., die als patrones Jan Adriaensz. benoemde. Haar dochter Anna Pietersdochter stelde als patrones Cornelis Jansz. Boutesteyn aan, die in juni 1586 overleed, waarna zij op 27-6-1586 haar kleinzoon Gijsbert Pietersz. benoemde, welke benoeming op 16-7-1587 werd geconfirmeerd en voor wie, daar hij onmondig is, zijn vader Pieter Gijsbertsz. als voogd optreedt.
    De tweede partij is Machteld Adriaensdochter, weduwe van Adriaen Arlewijnsz. van der Made, brouwer te Delft, optredend namens haar minderjarige zoon Arlewijn Adriaensz. Een dochter van de stichters was Arent (lees Aleyt!) Arlewijnsdochter, gehuwd met Pieter Arent Touwenz. Uit dit huwelijk o.a. 3 kinderen: 1. Arlewijn Pietersz. Tou, schoonvader van de tweede partij, wiens zoon de prebende confereerde op Cornelis Jansz. Boutesteyn, schout van Wateringen, die in 1586 na genoemde patroon overleed. Hierna confereerde Machtelt Adriaensdochter de prebende op 4-4-1587 op Pieter Cornelisz. van der Burch, die van de bloede van de stichters was. 2. Jannetje Pietersdochter, die een zoon Pieter Cornelisz. naliet. 3. Marietge Pietersdochter, gehuwd met Jan Carstiaensz., die naliet Jan Jan Castiaensz. op ’t Wout en Crijntge Jansdochter.
    Beide partijen worden in het ongelijk gesteld en de prebende wordt aan de ontvanger
    toegewezen (een en ander aangevuld uit: Hoge Raad van Holland, inv. 689, d.d. 6-4-1596).
    29-3-1597: Gecommitteerde raden van de Staten van Hollandt en Westvrieslandt geven gezien het vonnis van de Hoge Raad van Hollandt d.d. 6-4-1596 omtrent de inkomsten uit 5½ morgen land, dat vroeger van het gilde van Onser Lieve Vrouwe te Wateringen was, op verzoek van Machtelt Adriaensdochter, weduwe van Adriaen Arlewijnsz. van der Made, deze aan haar over tegen betaling van 120 pond van 40 gr. aan Cornelis van Coolwijck, ontvanger van de geestelijke goederen, wegens de niet betaalde opbrengst over de jaren 1586 tot en met 1590 en de proceskosten.

    Jacob + Catharina Jacobsdr. Catharina is gestorven vóór 23 mei 1542. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  4. 15.  Catharina Jacobsdr is gestorven vóór 23 mei 1542.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 13 okt 1536; Leen van land te Monster
    • vermelding: van 6 apr 1596; Vermeld in geschil over patronaatschap

    Aantekeningen:

    vermelding:
    Grafelijke lenen in Monster:
    3 morgen land in Monster bij Quintsheul, oost: het klooster ter Lee, west: de kanesie van Naaldwijk, noord: de Gantel, zuid: Hendrik Dole met erfhuur.
    4-1-1527: Vincent Dammasz. auditeur van de Rekenkamer, bij overdracht door Jacob Koen Jacobsz., LRK 124 c. Nd.-Holland fol. 92v.
    13-10-1536: Pieter Klaasz. voor Katharina Jacobsdr., weduwe Jacob Arlewijnsz., zijn schoonmoeder, bij overdracht door mr. Vincent Dammasz., raad en meester van de Rekenkamer, LRK 125 c. Nd.-Holland fol. 101v.
    23-5-1542: Gijsbert Pietersz. voor Marieke Jacobsdr. bij dode van Katharina Jacobsdr., haar moeder, LRK 126 c. Nd.-Holland fol. 50.
    14-2-1547: Klaas Pieterz. voor Marieke Jacobsd, zijn vrouw, LRK 126 c. Nd.-Holland fol. 50.
    28-3-1556: Frank Dirksz. bij overdracht door Klaas Pietersz. voor Marieke Jacobsdr., diens vrouw, LRK 128 c. Nd.-Holland fol. 33.

    vermelding:
    Regesten Delfland:
    Geschil over uitoefening van het patronaatschap (Wateringen). Twee familieleden betwisten elkaar dit recht, terwijl ook de ontvanger van het geestelijk kantoor te Delft, Cornelis van Coolwijck, er ambtshalve aanspraak op maakt.
    De Hoge Raad van Holland doet uiteindelijk uitspraak:
    6-4-1596: De eerste partij is Annetge Pietersdochter, weduwe van Ghijsbrecht Pietersz., geassisteerd door haar zoon Pieter Ghijsbrechtsz. te Eyckenduynen. Zij verklaren dat Jacob Arlewijnsz., gehuwd met Catarina, de oudste zoon van de stichters, welke stichting op 1-10- 1512 door de bisschop van Utrecht is geapprobeerd, patroon was en o.a. een dochter Maritgen naliet, gehuwd met Pieter Claesz., die als patrones Jan Adriaensz. benoemde. Haar dochter Anna Pietersdochter stelde als patrones Cornelis Jansz. Boutesteyn aan, die in juni 1586 overleed, waarna zij op 27-6-1586 haar kleinzoon Gijsbert Pietersz. benoemde, welke benoeming op 16-7-1587 werd geconfirmeerd en voor wie, daar hij onmondig is, zijn vader Pieter Gijsbertsz. als voogd optreedt.
    De tweede partij is Machteld Adriaensdochter, weduwe van Adriaen Arlewijnsz. van der Made, brouwer te Delft, optredend namens haar minderjarige zoon Arlewijn Adriaensz. Een dochter van de stichters was Arent (lees Aleyt!) Arlewijnsdochter, gehuwd met Pieter Arent Touwenz. Uit dit huwelijk o.a. 3 kinderen: 1. Arlewijn Pietersz. Tou, schoonvader van de tweede partij, wiens zoon de prebende confereerde op Cornelis Jansz. Boutesteyn, schout van Wateringen, die in 1586 na genoemde patroon overleed. Hierna confereerde Machtelt Adriaensdochter de prebende op 4-4-1587 op Pieter Cornelisz. van der Burch, die van de bloede van de stichters was. 2. Jannetje Pietersdochter, die een zoon Pieter Cornelisz. naliet. 3. Marietge Pietersdochter, gehuwd met Jan Carstiaensz., die naliet Jan Jan Castiaensz. op ’t Wout en Crijntge Jansdochter.
    Beide partijen worden in het ongelijk gesteld en de prebende wordt aan de ontvanger
    toegewezen (een en ander aangevuld uit: Hoge Raad van Holland, inv. 689, d.d. 6-4-1596).
    29-3-1597: Gecommitteerde raden van de Staten van Hollandt en Westvrieslandt geven gezien het vonnis van de Hoge Raad van Hollandt d.d. 6-4-1596 omtrent de inkomsten uit 5½ morgen land, dat vroeger van het gilde van Onser Lieve Vrouwe te Wateringen was, op verzoek van Machtelt Adriaensdochter, weduwe van Adriaen Arlewijnsz. van der Made, deze aan haar over tegen betaling van 120 pond van 40 gr. aan Cornelis van Coolwijck, ontvanger van de geestelijke goederen, wegens de niet betaalde opbrengst over de jaren 1586 tot en met 1590 en de proceskosten.

    Kinderen:
    1. 7. Maritgen Jacobsdr is gestorven na 28 mrt 1556.




Over deze website

Heb je aanvullingen, verbeteringen, vragen en/of foto's? Neem contact op. Wij horen graag van je!
Je kunt gegevens overnemen van de site als je de bron vermeldt.
Vanwege het auteursrecht op diverse documenten kun je afbeeldingen niet overnemen.