top deco

Jonkvrouwe Philippina Willems van der Laen

Vrouwelijk ca. 1532 - vóór 1564  (< 32 jaar)


Generaties:      Standaard    |    Verticaal    |    Compact    |    Box    |    Alleen tekst    |    (Uitgebreide)kwartierstaat    |    Voorouderwaaier    |    Media    |    PDF

Generatie: 1

  1. 1.  Jonkvrouwe Philippina Willems van der Laen is geboren circa 1532 (dochter van Willem Philipsz van der Laen en Geertruijt Engebrechtsdr van Endegeest); is gestorven vóór 16 jun 1564 in Leiden.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 1520 tot 1592; Leen van Putten
    • vermelding: van 1563 tot 1597; Leen van de hofstad Raephorst
    • vermelding: van 1564 tot 1588; Civiele zaken bij het Hof van Holland
    • vermelding: van 16 jun 1564; Legaat
    • vermelding: van 1579 tot 1633; Lenen van de Domproosdij te Utrecht
    • vermelding: van 1590; Lijfrentebrief te Leiden
    • vermelding: van 18 jul 1591; Erfeniskwestie
    • vermelding: tot 1602; Leen van Polanen
    • vermelding: van 3 mrt 1618; Getuigenis over familierelaties

    Aantekeningen:

    Ook vermeld als Philippote

    vermelding:
    PERNIS
    58A. 9 gemet 2 lijn land in de Eijfel.
    7 gemet 1 lijn 4 roede land in de Hoeck van de Eijfel.
    9 gemet land daar ten westen van gelegen.
    3½ gemet land in Roeden.
    3 lb 3 schelling hollands per jaar verzekerd op het huis dat van Voppe Boudijnsz. was te Gheervliet.
    20-11-1520: Willem van der Laen bij dode van zijn vader Phillips van der Laen (L.H. 124, cap. Noord-Holland, fol. 25v).
    22-4-1533: Jonkvrouwe Baerte van der Laen, grootvader: Engelbrecht Jacobsz. van Eijndegheest, bij dode van haar vader Willem van der Laen (L.H. 125, cap. Arckel, fol. 29v).
    Het leen 58A is gesplitst in 58C en 58D.
    Leen 58C
    19-5-1554: Jonkvrouwe Baerte van der Laen, gehuwd met Jacob Willemsz. (L.H. 125, cap. Arckel, fol. 29v).
    15-12-1557: Margriete Jacobsdochter, vader: Jacob Willemsz., bij dode van jonkvrouwe Barta van der Laen (L.H. 128, cap. Arckel, fol. 29).
    1-12-1563: Jonkvrouwe Phillipote van der Laen, Willemsdochter, gehuwd met Heyndrick van Craecken Willemsz. bij dode van haar nicht jonkvrouwe Margriete Jacobsdochter (L.H. 130, cap. Arckel, fol. 10v).
    10-7-1564: Willem van Kraecken Heyndricxz., onmondig, vader Heyndrick Willemsz. van Kraecken, bij dode van zijn moeder jonkvrouwe Phillippote van der Laen, behoudens de lijftocht van zijn vader (L.H. 130, cap. Arckel, fol. 18).
    Het leen 58C is gesplitst in 58E en 58F.
    Leen 58E. 7 gemet 1 lijn 4 roede land.
    18-9-1592: Adriaen Zegersz., dijkgraaf van IJffelsenbroeck, na overdracht door Willem Heijndricxz. van Craecken (L.H. 138, fol. 36).
    58F. De helft van 9 gemet land.
    15-7-1592: Cornelis Willemsz. den Ouden na overdracht door Willem Heyndricxz. Craecken
    van der Laen (L.H. 138, fol. 37v).
    Leen 58D
    19-5-1554: Raes van Roden Pietersz. na overdracht door jonkvrouwe Barte van der Laen, gehuwd met Jacob Willemsz. (L.H. 128, cap. Arckel, fol. 3v).

    vermelding:
    WASSENAAR
    leen 134. 13 hond land te Zuydtwijck, belend ten oosten en westen: Claes Jansz. van der Burch, ten zuiden: de heerweg, ten noorden: de bangreppel, pachter: Bartout Adriaensz.
    8-11-1563: Philpote van der Laen Willemsdochter, gehuwd met Heynrick van Craecken Willemsz. (D, blz. 38).
    29-5-1565: Willem van der Laen Heynricksz., onmondig, vader: Heynrick van Craecken Willemsz., bij dode van zijn moeder Phillipote van der Laen, behouden de lijftochten van zijn vader en van jonkvrouwe Geertruyt Engebrechtsdochter, weduwe van Willem van der Laen (D, blz. 41).
    1-2-1597: Jan Vranckensz. te Wassenaer na overdracht door Willem van Craecken van der Laen te Leyden (rep. fol. 66).

    vermelding:
    2.1.8.1.
    Civiele zaak voor het Hof van Holland
    538/342 27-3-1564 sc.
    Geschil tussen Heyndrick Willemsz van Craecken won. tot Leiden zo voor hem zelve en als vader en voogd van zijn kind Willem van der Laen verwekt bij Philippe van den Laen zijn vrouw contra jacob willemsz. mede te Leiden
    In 1550 was Jacob Willemsz gehuwd met Baertgen van der Laen, die een zuster was van de overleden huisvrouw van Heijndrick, Philippe van der Laen. Jacob en de 10 of 11 jaar geleden overleden Baertgen haden een dochter Margareeta, die de universele erfgenaam was van Baertgen. Het weeskind kreeg uiteindelijk een koffer met (waarde?-)brieven, kleinoden en juwelen. Oom Heijndrick had één van de sleutels van die koffer (berustend bij de weesmeesters van Leiden) en vader Jacob de andere sleutel. Margarete overleed op onmondige leeftijd. Op basis van de huwelijkse voorwaarden tussen Baertgen en Jacob zou dan de erfgename zijn Philippe van der Laan, huisvrouw van Heijndrick die toen nog leefde.

    541/120 31-7-1566
    Barthout Adriaensz won. tot Wassenaar en Heyndrick van Craecken als vader en voogd van zijn onmondig weeskind verwekt bij wijle Phillipe zijn vrouw gevoegde voor zijn interest impt. in reformatie contra Jacob Willemsz.
    Vervolg op het proces d.d. 27-3-1564. Barthout is betrokken als pachter, omdat hij landhuur zou moeten betalen aan Jacob Willems.

    544/108, 544/118 1-3-1574 sc.
    Heynrick van Craecken gegijzelde contra Anna Jacobsd. van der Laer impt, van gijzeling ende gerequireerde. Betreft een betaling aan een herberg te Delft

    546/95 27-11-1576
    in de zaak hangende voor dit hof tussen annetgen jansd weduwe van jacob van der laen tot leiden, impt. in raeu actie contra hendrick van craecken als curateur van wijle vincent van baerkenesse gede. in t zelfde cas.

    1058/252 16-9-1580
    in de zaak hangende voor dit hof tussen dirck van der merche won. tot rotterdam als actie ende transport hebbende van mr. jacob van der merche zijnen broeder, impt. in reformaie ter eenre ende hendrick van craecken won. tot leiden, gede. ter anderen zijde.

    559/11 28-1-1583
    in de zaak hangende voor dit hof tussen henrick van craecken won. tot leiden impt. in reformatie ende van requeste civile contra meester aernt aerntsz. won. tot haarlem gerequireerde en gede.

    575/273 2-11-1588
    in de zaak hangende voor dit hof tussen hendrik van craecken won. te leiden, impt. in cas d appel ter eenre ende jan claesz. roos mede aldaar, gede. ter anderen zijde.

    vermelding:
    Op 16-6-1564 boekt het gasthuis te Leiden een legaat voor het vrouwengasthuis van Phillpsgen van der Laen, gehuwd met Henrick Craecken

    vermelding:
    LEIDERDORP
    leen 11. 1 hoeve land in de Acht Hoven (1450: groot 16 morgen, belast met 1½ oude schild ten behoeve van de domproosdij), (1611: belend ten oosten: Pieter Claesz. Ket, ten westen: Willem Aelwijnsz. van der Woert).
    2-3-1450: Dirc Boudijnsz. van Zwieten mag, daar hij geen kinderen heeft, bij testament over het leen beschikken. (1b, fol. 36v).
    16-11-1579: Willem van Craken van der Laen, onmondig, zoon van Henrick van Kraken en wijlen Philippa van der Laen, hulde door Ysbrant Jacobsz. van der Bouchorst, gemachtigd d.d. 24-4-1570 voor weesmeesters van Leyden door diens voogden Cornelis van Noorden Jacobsz., meester Gerard Hoogstraten en Marten van Endegeest, bij dode van zijn moeders moeder jonkvrouwe Geertruyt van Endegheest, weduwe van Willem van der Laen. (2373).
    6-11-1604: Philippine van Craecken van der Laen, oom: Ysbrant Dircksz. Visser, bij dode van haar vader Willem van Craecken van der Laen (5, fol. 25v).
    15-1-1611: Claes Jansz. Bors te Leyden na overdracht door Jan Vechtersz., lijmzieder aldaar, volgens procuratie d.d. 13-1-1611 en als voogd van Philippina van der Laen, onmondige dochter van Willem van Craecken van der Laen. (5, fol. 94v).
    23-5-1619: Dirck Matheusz. doet hulde met ledige hand, volgens procuratie d.d. 16-5-1619 voor notaris Adriaen Claesz. Paedts, namens Claes Jansz. Borsch. (5, fol. 173v).
    7-6-1631: Nicolaes Jansz. Borsch verzekert 5 losrenten op het leen, nl. 85 gulden ten behoeve van Philippina van Swieten als erfgename van wijlen Philippina van Craecken van der Laen, echtgenote van wijlen Adriaen Andriesz. van Swieten; 15 gulden van Geertruydt van der Laen, gehuwd met Jan van Gheesdorp; 15 gulden van Florentina van der Laen, gehuwd met Jan van Aller, notaris te Rotterdam; 84 gulden 34 penning van Margaretha van der Laen, gehuwd met meester Stevens van der Werve, advocaat voor het Hof van Hollant; 112 gulden 10 stuiver van de weeskinderen van wijlen Machtelt Henricx Schay, gehuwd met Nicolaes Jansz. Borsch, steenbakker te Leyden. (6, fol. 26).
    10-10-1633: Clames Jansz. Borsch verzekerd ten behoeve van Gommer Gommersz., drapier te Leyden, 3803 karolus gulden op 6 morgen van het leen; afgelost op 1-5-1634. (6, fol. 69v).

    Leen 15 18 morgen land met huis en boomgaard tussen de Rijn en Achterdijk, belend ten zuiden: Dirck Jansz. van Zijl (1474: Cleymens Dirck Janszoonsdochter van Zijl, gehuwd met Lourens Wilhelmsz., 1523: de erfgenamen van Florijs van Zijil), ten noorden: het kapitel van den Hogenlande te Leyden, (1611: ten zuidwesten: de weduwe en de erfgenamen van jonkheer Pieter van der Dous, ten noordwesten: Henrick Simonsz.).
    15-1-1523: Willem van der Laen Phillipsz. na overdracht door Jacop van der Wijele. (3, fol. 197v).
    ..-.-1...: De weduwe van Willem van der Laen (vermeld 24-12-1543, Rijnland 5463).
    ..-.-1...: Margriet Jacobsdochter van der Laen te Leyden (vermeld 15-10-1558 en 3-5-1562, Staten 1012 en 1331).
    ..-.-1...: Hendrick van Craecken (vermeld 1584 en 1588, Rijnland 5464).
    ..-.-1...: Willem van Craecken van der Laen (vermeld 1600, Rijnland 5464).
    16-11-1604: Phillippina van Craecken van der Laen, oom: IJsbrant Dircksz. Visser, bij dode van haar vader Willem van Craecken van der Laen. (5, fol. 25v).
    24-2-1611: Bevestiging van de vrijwaring van de verkoop van een woning met 5 morgen 1½ hond land op de lage Morsch te Oestgeest d.d. 22-2-1611 voor notaris Salomon Lenartsz. van der Wuert aan Cors Henricksz. aldaar door Henrick Rochusz. van Lenten namens IJsbrant Dircksz. Visser als voogd van Phillippina, Geertruyt, Florentia en Margaretha, de 4 weeskinderen van Willem van Craecken van der Laen en Margareta Bijman Simon Paulsdochter. (5, fol. 95).
    23-6-1611: Thomas Jacobsz. van Swieten na overdracht door IJsbrant Dircx Visscher als oom en voogd van Phillippina Craecken van der Laen. (5, fol. 103).

    vermelding:
    Lijfrentebrief te Leiden
    1590
    Begunstigde: Hillegont Aerntsdr van Hazerswoude (dienstmaagd van Heyndrick Heerman van Craecken) leeftijd 28 jaar, wonende te Leiden, overleden op 02-08-1605; dochter van Aert van Hazerswoude wonend te Leiden
    Heffers: Willem van der Laen, wonende te Leiden; Heyndrick Heerman van Craecken wonende te Leiden (in 1592: diens erfgenamen)

    Lijfrentebrief 1587
    Begunstigde Willem van der Laen leeftijd 24 jaar, wonende te Leiden, overleden 1602
    Heffer de voogden wonende te Leiden
    Willem was een zoon van Heyndrick van Craecken (Heyndrick Willemsz. Heerman) wonende te Leiden en jonkvrouwe Philippe van der Laen te Leiden

    vermelding:
    580/180 18-7-1591
    Heynrick van Craecken tot Leiden voor hem zelve ende als voogd van Willem van Craecken ende van der Laen zijn zoon verwekt bij juffr. Phillippe van der Laen, contra Pouwels Cornelisz. voor hem zelve ende als t exploit geaccepteert hebbende voor Ysaack Cornelisz. Inzake de verkoop van land in de ban van Alphen uit de nalatenschap van Philips van der Laen. De grootvader van het kind, Willem van der Laen, had al land genoten van Adriaen Outgarens van Sonnevelt, man van Baerta van der Laen (18 margen te Leiderdorp). Willem was in het buitenland gestorven met meer schulden dan goed. Zijn kinderen Baertgen, Maritgen en Pilippotgen waren thuis gebracht bij hun grootvader Engelbrecht van Endegeest. Jacob Willems die gehuwd was met Baertgen was na processen voor het Hof van Holland en de raad van Mechelen alsnog tot erfgenaam van zijn kind benoemd. Eiser is niet ontvankelijk

    vermelding:
    HAZERSWOUDE
    Leen 16. 13 morgen land (1482: met woning; 1602: huis, berg, schuur en beplanting in 15 morgen) in Hazerswoude en Zoeterwoude, strekkend van de Rijn tot de Burgmade, oost: Jan Nikolaas Tedenz. c.s. (1569: Gerard Boudijnsz.), west: Pieter Hugenz. (1569: Jan Adriaansz.), (1569: jaarlijks 29 pond waardig, waarvan de pacht 20 jaar vaststaat), (1602: waarvan 4 morgen in Zoeterwoude, noord: Gerard de Man Jansz., waard in de Boom, west: de wetering, zuid: Dirk Nikolaasz., oost: Jacob Thomasz.).
    26-5-1435: Dirk Boudijnsz. van Zwieten bij opdracht uit eigen in ruil voor het leen Haarlem, nr. 36 (Ons Voorgeslacht, 1997, blz. 681) vermeld 1472, 6461 fol. 326v, LRK 283 fol. 117.
    15-6-1482: Pieter Andriesz. bij dode van Dirk van Zwieten, zijn oom, 6462 fol. 76.
    4-7-1482: Lijftocht van Katharina, dochter van Jacob Bernardsz., gehuwd met Pieter Andriesz., op de mindere helft, 6462 fol. 76v.
    29-7-1510: Pieter van den Zijl voor heer IJsbrand Jacobsz., priester, bij dode van Dirk Engbertsz., 6463 fol. 61.
    2-10-1510: Engbert Jacobsz. bij dode van Dirk Engbertsz., zijn oom, 6463 fol. 62v-63.
    8-3-1569: Willem, zoon van Hendrik van Kraken en Filipote van der Laan, burgeres van Leiden, bij dode van Geertruida, dochter van Engbert van Endegeest, weduwe Willem van der Laan, zijn grootmoeder, te Leiden, die aankwam van Jacob van Endegeest, haar broer, zoals Geertruida vermaakte aan Hendrik, zijn vader, LRK 289 c. Polanen fol. 2-3v, 6464 fol. 7v-11, LRK 340 fol. 26v-27.
    6-7-1597: Verpand door Willem van Kraken van der Laan voor de verkoop van 9 morgen in Hazerswoude aan Wouter Jansz., Arnout Pietersz., Nikolaas en Gerard Nikolaasz. en Nelle Dirksdr., weduwe Jan Willemsz., allen te Hazerswoude, die al huurden, 6465 fol. 198. 9
    9-9-1602: Willem van Kraken van der Laan te Leiden, 6465 fol. 193v-198v.

    vermelding:
    ONA Leiden 3-3-1618: Juffrouw Agneta van Sonnevelt, ongehuwd, wonend te Leiden getuigt op verzoek van de kinderen en erfgenamen van zal. Willem van Craecken van der Laen, dat haar vader zal. Joost van Sonnevelt, die in zijn leven getrouwd was geweest met juffr. Baerta van der Laen. Baerta was een zus van Willem van der Laen, die bij zijn vrouw juffr. Geertruijt van Endegeest geprocreert heeft Philippina van der Laen, die getrouwd was met Henric van Craecken. Uit dit huwelijk Willem Craecken van der Laen, vader van de requiranten.
    Baerta en Willem van der Laen waren weer kinderen van zal. Philips van der Laen.
    Akte opgemaakt in het huis van Agneta in de Bredestraat te Leiden
    NB: Joost van Sonnevelt is waarschijnlijk een zoon van Baerte ipv echtgenoot

    Gezin/Partner: Hendrik Willemsz van Craecken. Hendrik (zoon van Mr. Willem Jansz Schuijten en Florentia Cornelisdr van Kraken) is geboren circa 1523; is gestorven vóór 2 nov 1591. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Aantekeningen:

    Huwelijkstoestemming:
    Huwelijkse voorwaarden 28-12-1561
    Stamouders van het geslacht van Craecken van der Laen te Leiden en Den Haag.

    Kinderen:
    1. Jonkheer Willem Hendriks van Kraken van der Laan is geboren circa 1565; is gestorven op 16 nov 1603 in Leiden; is begraven in Leiden, Pieterskerk.

Generatie: 2

  1. 2.  Willem Philipsz van der Laen is geboren vóór 1496 (zoon van Philips Joostensz van der Laen en Jonkvrouwe Catharina Pieter Bouwens van Bakenesse); is gestorven vóór 3 mrt 1533 in Italië.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 1520; Beleningen na overlijden Philip van der Laan
    • vermelding: van 1520 tot 1592; Leen van Putten
    • vermelding: van 1523 tot 1579; Lenen van de Domproosdij te Utrecht
    • vermelding: van 1524 tot 1530; Leen van de hofstede Heemskerk
    • vermelding: tot vóór 1533; Vertrokken naar Italië
    • vermelding: van 1535 tot 1580; Grafelijke lenen Graaf van Holland
    • vermelding: van 11 jan 1550; Huwelijkse voorwaarden
    • vermelding: van 29 nov 1560; Onder curatele stelling
    • vermelding: van 18 jul 1591; Erfeniskwestie
    • vermelding: tot 1596; Leen van de hofstede Teilingen
    • vermelding: tot 1602; Leen van Polanen
    • vermelding: van 3 mrt 1618; Getuigenis over familierelaties

    Aantekeningen:

    vermelding:
    PERNIS
    58A. 9 gemet 2 lijn land in de Eijfel.
    7 gemet 1 lijn 4 roede land in de Hoeck van de Eijfel.
    9 gemet land daar ten westen van gelegen.
    3½ gemet land in Roeden.
    3 lb 3 schelling hollands per jaar verzekerd op het huis dat van Voppe Boudijnsz. was te Gheervliet.
    20-11-1520: Willem van der Laen bij dode van zijn vader Phillips van der Laen (L.H. 124, cap. Noord-Holland, fol. 25v).
    22-4-1533: Jonkvrouwe Baerte van der Laen, grootvader: Engelbrecht Jacobsz. van Eijndegheest, bij dode van haar vader Willem van der Laen (L.H. 125, cap. Arckel, fol. 29v).
    Het leen 58A is gesplitst in 58C en 58D.
    Leen 58C
    19-5-1554: Jonkvrouwe Baerte van der Laen, gehuwd met Jacob Willemsz. (L.H. 125, cap. Arckel, fol. 29v).
    15-12-1557: Margriete Jacobsdochter, vader: Jacob Willemsz., bij dode van jonkvrouwe Barta van der Laen (L.H. 128, cap. Arckel, fol. 29).
    1-12-1563: Jonkvrouwe Phillipote van der Laen, Willemsdochter, gehuwd met Heyndrick van Craecken Willemsz. bij dode van haar nicht jonkvrouwe Margriete Jacobsdochter (L.H. 130, cap. Arckel, fol. 10v).
    10-7-1564: Willem van Kraecken Heyndricxz., onmondig, vader Heyndrick Willemsz. van Kraecken, bij dode van zijn moeder jonkvrouwe Phillippote van der Laen, behoudens de lijftocht van zijn vader (L.H. 130, cap. Arckel, fol. 18).
    Het leen 58C is gesplitst in 58E en 58F.
    Leen 58E. 7 gemet 1 lijn 4 roede land.
    18-9-1592: Adriaen Zegersz., dijkgraaf van IJffelsenbroeck, na overdracht door Willem Heijndricxz. van Craecken (L.H. 138, fol. 36).
    58F. De helft van 9 gemet land.
    15-7-1592: Cornelis Willemsz. den Ouden na overdracht door Willem Heyndricxz. Craecken
    van der Laen (L.H. 138, fol. 37v).
    Leen 58D
    19-5-1554: Raes van Roden Pietersz. na overdracht door jonkvrouwe Barte van der Laen, gehuwd met Jacob Willemsz. (L.H. 128, cap. Arckel, fol. 3v).

    vermelding:
    20-11-1520: Willem van der Laen Philipsz is na het overlijden van zijn vader Philip beleend met
    - de helft van een thiend gelegend te Koudekerk in den Laegen Waerde die Philips verkreeg door koop van Gilles van Valckestein
    - de wederhelft van vrschr. thiend genaamd de Grieppick
    - een huijsinge geheeten dat Clockhuijs te Leijden aan de Blauwen steen
    - onder Arnt's huijs van Roeden land bij 's-Gravenambacht en bij Geervliet

    Philips van der Laen had het erfleen van het Clockuijs te Leiden op 12-1-1502 verkregen na overdracht door Machtelt van Rijswicke en Gillis van Valckenstein

    Het Clockhuys (Klokhuis) was een stenen huis in de Nederlandse stad Leiden. Het dankte zijn naam aan de klok die daar ten behoeve van de stad was opgehangen om zowel de tijd aan te geven als om geluid te worden ten tijde van brand of ander gevaar.
    In het centrum van Leiden, op de hoek van de Breestraat en de Maarsmansteeg vlak bij de Blauwe Steen, stond rond 1300 een stenen huis of toren eigendom van Willem III graaf van Holland en Zeeland. De Maarsmansteeg heette toen nog de Bruggenstraat, want die leidde naar wat toen de belangrijkste brug was. De stad had in die tijd nog geen stadhuis en kreeg van de graaf toestemming om aan de buitenzijde van het stenen huis een klok op te hangen. In 1381 was sprake van een "campana horarum", dat wil zeggen van een uurklok, die blijkbaar vooraan het huis bevestigd was. Het was geen slagwerk en wijzerplaat maar een metalen klok die door hamerslagen van de stadswachten geluid werd. Dat deden ze ook bij brand of ander gevaar om de burgerij te alarmeren.
    De functie van stadsklok werd overgenomen door het nieuwe stadhuis, maar het Clockhuys zou nog tot het midden van de 15e eeuw bestaan hebben. De plek van het Clockhuys is daarna altijd bebouwd geweest

    De Blauwe Steen is een historisch markeerpunt in het wegdek op de kruising van de Breestraat, Pieterskerkchoorsteeg en Maarsmansteeg in de binnenstad van de Nederlandse stad Leiden. De steen is een gladde zeshoekige arduinsteen (uit België) die vanwege de blauwe kleur bekendstaat als de Blauwe Steen. Naast deze steen kent Leiden ook een Rode en een Witte Steen.
    De Blauwe Steen ligt op het symbolisch middelpunt van de vier kwartieren (of vierendelen), waarin de middeleeuwse stad Leiden tot de eerste uitbreiding van 1294 verdeeld was. De namen van de kwartieren waren ontleend aan de daarin gelegen belangrijkste gebouwen: het Gasthuis, Vleeshuis, Wanthuis en Wolhuis. In 1321 wordt voor het eerst melding gemaakt van de Blauwe Steen. Niet primair als grenssteen, maar als rechtplaats.[1] De steen is waarschijnlijk in de loop der tijd meerdere malen vervangen. Zo is de steen in ieder geval bij de aanleg van de paardentram rond 1880 weggehaald. Door toedoen van de vereniging Oud Leiden is in 1910 opnieuw een steen geplaatst. De huidige steen is dus niet origineel, maar bevindt zich nog altijd op de oorspronkelijke locatie.
    De Blauwe Steen zou de gerechtsplaats zijn geweest van de gemeenten en poortersschappen.
    Van de Blauwe Steen in Leiden is bekend dat daar (dood)straffen werden uitgevoerd.

    vermelding:
    LEIDERDORP
    leen 10D. De helft van 5 morgen land, (1558: 2 morgen land), belend ten noorden: Katherijn Gherijt Mourijnsdochter (1572: Claes Vranckenz.), ten zuiden: Dirck Bouwensz. van Zweten (1572: Jan van Endegeest), (1572: gemeen in 16 morgen land, waarin Isaack Symonsz. van der Graft 8 morgen, de erfgenamen van Willem Aertsz. 2 morgen, Willem van Zijll 2 morgen en heer Foye van Zijll 2 morgen bezitten).
    1-6-1474: Lijsbeth Willem Philips Hoecksdochter, gehuwd met Joas van der Laen (1b, fol. 76v).
    15-1-1523: Jonkvrouwe Berte van der Laen, gehuwd met Adriaen van Zonneveld Noutenz., na overdracht door haar broer Willem van der Laen Philipsz. (3, fol. 198).
    10-1-1544: Willem Aertsz. (2370; vermeld op 15-10-1558 en 3-5-1562, Staten 1012 en 1331).


    leen 11. 1 hoeve land in de Acht Hoven (1450: groot 16 morgen, belast met 1½ oude schild ten behoeve van de domproosdij), (1611: belend ten oosten: Pieter Claesz. Ket, ten westen: Willem Aelwijnsz. van der Woert).
    2-3-1450: Dirc Boudijnsz. van Zwieten mag, daar hij geen kinderen heeft, bij testament over het leen beschikken. (1b, fol. 36v).
    3-6-1488: Jan Diericksz. te versterven op de nakomelingen van zijn vader Dierck Engelbrechtsz. (2a, fol. 112).
    29-9-1489: Dierck Engelbrechtsz. bij dode van zijn zoon Jan Diericksz. (2a, fol. 115).
    3-10-1495: Dierck Engelbrechtsz. tocht zijn vrouw Katherijn Willemsdochter, gemachtigde: meester Pieter Velleman, kanunnik van sint Pancraes te Leyden. (2a, fol. 125).
    3-9-1510: Engebrecht Jacobsz. bij dode van zijn oom Dirck Engbertsz., behoudens de lijftocht van diens weduwe Katrijn Willemsdochter. (2b, fol. 72v).
    ..-.-1...: Jan Engebrechtsz. te Leyden (met zijn broers, vermeld 24-12-1543, Rijnland 5463).
    ..-.-1...: Meester Jacob van Endegheest te Leyden (vermeld op 15-10-1558 en 3-5-1562,
    Staten 1012 en 1331).
    16-11-1579: Willem van Craken van der Laen, onmondig, zoon van Henrick van Kraken en wijlen Philippa van der Laen, hulde door Ysbrant Jacobsz. van der Bouchorst, gemachtigd d.d. 24-4-1570 voor weesmeesters van Leyden door diens voogden Cornelis van Noorden Jacobsz., meester Gerard Hoogstraten en Marten van Endegeest, bij dode van zijn moeders moeder jonkvrouwe Geertruyt van Endegheest, weduwe van Willem van der Laen. (2373).

    Leen 13D. De helft van 5 morgen land (1532: gemeen met Gherit van Zijll Willem Foeykensz. van Zijll).
    1-6-1474: Lijsbeth Willem Philips Hoecksdochter, gehuwd met Joes van der Laen. (1b, fol. 76v).
    15-1-1523: Jonkvrouwe Berte van der Laen, gehuwd met Adriaen van Zonnevelt Noutenz., na overdracht door haar broer Willem van der Laen Phillipsz. (3, fol. 198).

    Leen 15 18 morgen land met huis en boomgaard tussen de Rijn en Achterdijk, belend ten zuiden: Dirck Jansz. van Zijl (1474: Cleymens Dirck Janszoonsdochter van Zijl, gehuwd met Lourens Wilhelmsz., 1523: de erfgenamen van Florijs van Zijil), ten noorden: het kapitel van den Hogenlande te Leyden, (1611: ten zuidwesten: de weduwe en de erfgenamen van jonkheer Pieter van der Dous, ten noordwesten: Henrick Simonsz.).
    15-1-1523: Willem van der Laen Phillipsz. na overdracht door Jacop van der Wijele. (3, fol. 197v).
    ..-.-1...: De weduwe van Willem van der Laen (vermeld 24-12-1543, Rijnland 5463).
    ..-.-1...: Margriet Jacobsdochter van der Laen te Leyden (vermeld 15-10-1558 en 3-5-1562, Staten 1012 en 1331).
    ..-.-1...: Hendrick van Craecken (vermeld 1584 en 1588, Rijnland 5464).

    vermelding:
    ALPHEN
    8. 2 morgen land in Alphen, strekkend van de Loet tot Spoelwijk, oost: de leenman (1381: Nikolaas van Noorden; 1524: oude Beukel van der Goude), noord: Jacob die Brede (1381: Jacob van der Loet en kinderen Willem van der Loet; 1524: oude Beukel van der Goude), (1524: zuid: Fihps Nachtegaal, west: erven Jacob van Borsele).
    17-10-1510: Filips van der Laan voor Elisabeth Willemsdr., zijn moeder, bij dode van mr. Jacob Hoek, haar broer, LRK 123 c. Nd.-Holland fol. 27v-28.
    11-3-1524: Adriaan van Zonneveld voor Willem van der Laan Filipsz., zijn zwager, die buitenslands is, bij dode van Elisabeth Willemsdr., diens grootmoeder, LRK 124 c. Nd.-Holland fol. 61.
    29-12-1530: Reiner Pietersz. te Alphen bij overdracht door Willem van der Laan, LRK 125 c. Nd.-Holland fol. 31v.

    vermelding:
    Willem vertrok wegens een grote schuldenlast uit Holland. Hij liet meer schulden na dan goederen. Zijn kinderen werden bij zijn schoonouders opgevoed.

    vermelding:
    VLAARDINGEN
    leen 68 . 5 morgen land in Janscomp (1535: in de woning en bruikwaar van Clays Heyn), strekkende tot de weg met de erbij behorende dijk (1346: en met twee hofsteden: te Clattenborch op de westzijde, belend ten westen: de proost van Conincvelt, ten oosten: de weg die door de schepenen wordt geschouwd, 1535: de Hogerhucxseweg, 1578: de Baetweyde, ten zuiden: Han Evegheer, 1418: Dirc van der Hoirn, 1535: Pieter Simonsz., 1578: de Biescamp, ten noorden: Arnd Sisere, 1418: Screvel Vranckenz., 1535: Jacob Gerritsz. stierman, 1578: de Holysche weg), pachter: (1593: Adriaen Lenertsz., 1626: Claes Bastiaensz., 1628: Jan Klinckenberg).
    15-12-1535: Meester Jacob Engebrechtsz. van Eyndegheest bij dode van zijn vader Engebrecht Jacobsz. (L.H. 125, cap. N.H., fol. 95v).
    24-7-1578: Geertruy van Endegeest Engebrechtsdochter, weduwe van Willem van der Laen, hulde door Jan van Leuwen Huygensz. volgens procuratie d.d. 10-7-1578 voor notaris IJsbrant Jacobsz. van Bouchorst, bij dode van haar broer meester Jacob Engebrechtsz. van Endegeest (L.H. 134, fol. 123v).
    22-3-1580: Willem van Craeken van der Laen, onmondig, hulde door IJsbrant Jacobsz. van Bouckhorst, bij dode van Geertruyt van Endegeest Engelbrechtsdochter (L.H. 135, fol. 63)

    leen 305A. De helft van het leen, (1390: zijnde een koren- en smaltiende; 1520: in de Lage Waard in Koudekerk; 1533: gelegen buiten Leiden in de Gnepwijk).
    18-4-1502: Filips van der Laan bij overdracht door Arnout Jansz., deurwaarder, voor Gillis van Valkestein, LRK 122 c. Nd.-Holland fol. 37.
    20-11-1520: Willem van der Laan bij dode van Filips, zijn vader, LRK 124 c. Nd.-Holland fol. 25v-26.
    3-3-1533: Adriaan van Zonneveld voor Joost, zijn zoon, bij koop na de dood van Willem van der Laan, diens oom, voor 22 pond groten Vlaams aan Heineman van de Ketel, ontvanger van de épargne, LRK 125 c. Nd.-Holland fol. 55-56.

    vermelding:
    Leiden 11-1-1550: huwelijkse voorwaarden tussen:
    - Jacop Willems, wiens vader is Willem Dirccz, olijslager en zijn broer is Dirck Willems. Jan Claesz Cornelis is zijn oud oom.
    - Baertgen Willems van der Laen, met consent van haar moeder Geertruijt van Endegeest, weduwe van Willem van der Laen, en haar omen meester Jacop van Endegeest, priester en Jan van Endegeest, en haar oudoom, IJsbrant Jacops, priester en kanunnik van Sint Pancreas college te Leiden.

    Jacop Willemsz brengt in de goederen hem aangekomen uit de nalatenschap van Margriete Florijs, zijn moeder en van Geertruijt Gerijtsdr. zijn oude moeder, beide zaliger. Er volgt een uitgebreide beschrijving van de bezittingen.
    Baertgen brengt in een woning met huijsing, burgt, geboomte en beplanting en 18 morgen land en toebehoren te Leiderdorp. Ook nog andere bezittingen. etc.

    vermelding:
    29-11-1560: Hollandse leenkamer - akte van curatele
    Verzoek ingediend door vrienden en magen van Vincent van Bakenesse, gevangen op de Voorpoorte te Den Haag van den Hove van Holland. Verzoek door Philips Jacobsz van der Laen voor hem zelf en uit naam van Katrijn Jacobsdr zijn zuster, kinderen van Jacob van der Laen, die een broer was van Vincent van Bakenesse; met Heijndrick Willems van Craken uit naam van zijn huisvrouw, dochter van Willem van der Laen, ook broeder van Vincent.
    Jan en Nicolaas van Berendrecht, schout van Leiden, krijgen toezicht.
    Vincent wordt vrijgelaten maar zal te Leiden onder toezicht moeten staan.

    vermelding:
    580/180 18-7-1591
    Heynrick van Craecken tot Leiden voor hem zelve ende als voogd van Willem van Craecken ende van der Laen zijn zoon verwekt bij juffr. Phillippe van der Laen, contra Pouwels Cornelisz. voor hem zelve ende als t exploit geaccepteert hebbende voor Ysaack Cornelisz. Inzake de verkoop van land in de ban van Alphen uit de nalatenschap van Philips van der Laen. De grootvader van het kind, Willem van der Laen, had al land genoten van Adriaen Outgarens van Sonnevelt, man van Baerta van der Laen (18 margen te Leiderdorp). Willem was in het buitenland gestorven met meer schulden dan goed. Zijn kinderen Baertgen, Maritgen en Pilippotgen waren thuis gebracht bij hun grootvader Engelbrecht van Endegeest. Jacob Willems die gehuwd was met Baertgen was na processen voor het Hof van Holland en de raad van Mechelen alsnog tot erfgenaam van zijn kind benoemd. Eiser is niet ontvankelijk

    vermelding:
    OEGSTGEEST
    leen 38. De halve koren- en smaltiende (1329: van Leidermersch; 1463: buiten Leiden in Oegstgeest; 1399: gemeen met de abdis van Rijnsburg) tussen Marnedijk en Holdesclage, (1629: samen met nr. 39 f 4200,- waard).
    ...
    6-5-1484: Allard Evertsz. voor Elisabeth Andriesdr. bij dode van Dirk Andriesz. alias Poes, haar broer, binnensjaars na de dood van Pieter Andriesz., hun broer, LRK 120 c. Nd.-Holland fol. 9.
    7-5-1484: Jan Dirk Engbertszz. bij overdracht door Allard Evertsz. voor Elisabeth Andriesdr., zijn tante, LRK 120 c. Nd.-Holland fol. 9v-10.
    6-11-1487: Dirk van Boneem voor Dirk Engbertsz. bij overdracht door Jan, diens zoon, LRK 120 c. Nd.-Holland fol. 36v-37.
    7-10-1510: Engbert Jacobsz. bij dode van Dirk Engbertsz., zijn oom, LRK 123 c. Nd.-Holland fol. 27v.
    15-12-1535: Jan Engbertsz. voor mr. Jacob Engbertsz. van Endegeest, priester, zijn broer, bij dode van Engbert, diens vader, LRK 125 c. Nd.-Holland fol. 95v.
    24-7-1578: Geertruy van Endegeest Engebrechtsdochter, weduwe van Willem van der Laen, hulde door Jan van Leuwen Huygensz. volgens procuratie d.d. 10-7-1578 voor notaris Idsbrant Jacobsz. van Bouchorst, bij dode van haar broer meester Jacob Engebrechtsz. van Endegeest (1.h. 134, f 123~1.
    22-3-1580: Willem van Craeken van der Laen, onmondig, hulde door IJsbrant Jacobsz. van Bouckhorst, bij dode van Geertruyt van Endegeest Engelbrechtsdochter [I.h. 135, f ‘63). 5-5-1593: Willem van Craecken van der Laen doet zelf hulde (1.h. 135. f 631.
    15-7-1596: Maarten van Schouwen van Endegeest bij overdracht door Willem van Kraken van der Laan, LRK 139 fol. 23v-24.

    vermelding:
    HAZERSWOUDE
    Leen 16. 13 morgen land (1482: met woning; 1602: huis, berg, schuur en beplanting in 15 morgen) in Hazerswoude en Zoeterwoude, strekkend van de Rijn tot de Burgmade, oost: Jan Nikolaas Tedenz. c.s. (1569: Gerard Boudijnsz.), west: Pieter Hugenz. (1569: Jan Adriaansz.), (1569: jaarlijks 29 pond waardig, waarvan de pacht 20 jaar vaststaat), (1602: waarvan 4 morgen in Zoeterwoude, noord: Gerard de Man Jansz., waard in de Boom, west: de wetering, zuid: Dirk Nikolaasz., oost: Jacob Thomasz.).
    26-5-1435: Dirk Boudijnsz. van Zwieten bij opdracht uit eigen in ruil voor het leen Haarlem, nr. 36 (Ons Voorgeslacht, 1997, blz. 681) vermeld 1472, 6461 fol. 326v, LRK 283 fol. 117.
    15-6-1482: Pieter Andriesz. bij dode van Dirk van Zwieten, zijn oom, 6462 fol. 76.
    4-7-1482: Lijftocht van Katharina, dochter van Jacob Bernardsz., gehuwd met Pieter Andriesz., op de mindere helft, 6462 fol. 76v.
    29-7-1510: Pieter van den Zijl voor heer IJsbrand Jacobsz., priester, bij dode van Dirk Engbertsz., 6463 fol. 61.
    2-10-1510: Engbert Jacobsz. bij dode van Dirk Engbertsz., zijn oom, 6463 fol. 62v-63.
    8-3-1569: Willem, zoon van Hendrik van Kraken en Filipote van der Laan, burgeres van Leiden, bij dode van Geertruida, dochter van Engbert van Endegeest, weduwe Willem van der Laan, zijn grootmoeder, te Leiden, die aankwam van Jacob van Endegeest, haar broer, zoals Geertruida vermaakte aan Hendrik, zijn vader, LRK 289 c. Polanen fol. 2-3v, 6464 fol. 7v-11, LRK 340 fol. 26v-27.
    6-7-1597: Verpand door Willem van Kraken van der Laan voor de verkoop van 9 morgen in Hazerswoude aan Wouter Jansz., Arnout Pietersz., Nikolaas en Gerard Nikolaasz. en Nelle Dirksdr., weduwe Jan Willemsz., allen te Hazerswoude, die al huurden, 6465 fol. 198. 9
    9-9-1602: Willem van Kraken van der Laan te Leiden, 6465 fol. 193v-198v.

    vermelding:
    ONA Leiden 3-3-1618: Juffrouw Agneta van Sonnevelt, ongehuwd, wonend te Leiden getuigt op verzoek van de kinderen en erfgenamen van zal. Willem van Craecken van der Laen, dat haar vader zal. Joost van Sonnevelt, die in zijn leven getrouwd was geweest met juffr. Baerta van der Laen. Baerta was een zus van Willem van der Laen, die bij zijn vrouw juffr. Geertruijt van Endegeest geprocreert heeft Philippina van der Laen, die getrouwd was met Henric van Craecken. Uit dit huwelijk Willem Craecken van der Laen, vader van de requiranten.
    Baerta en Willem van der Laen waren weer kinderen van zal. Philips van der Laen.
    Akte opgemaakt in het huis van Agneta in de Bredestraat te Leiden
    NB: Joost van Sonnevelt is waarschijnlijk een zoon van Baerte ipv echtgenoot

    Overleden:
    Begraven in de kapel van de hertog van Frasa

    Willem is getrouwd met Geertruijt Engebrechtsdr van Endegeest circa 1525 (civil). Geertruijt (dochter van Engbert Jacobsz van Endegeest en Maria Paets van Sonneveld) is geboren op 28 jun 1504; is gestorven op 10 feb 1579 in Leiden. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  2. 3.  Geertruijt Engebrechtsdr van EndegeestGeertruijt Engebrechtsdr van Endegeest is geboren op 28 jun 1504 (dochter van Engbert Jacobsz van Endegeest en Maria Paets van Sonneveld); is gestorven op 10 feb 1579 in Leiden.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 1520 tot 1592; Leen van Putten
    • vermelding: van 1523 tot 1579; Lenen van de Domproosdij te Utrecht
    • vermelding: van 1535 tot 1580; Grafelijke lenen Graaf van Holland
    • vermelding: van 1537; Vermeld in lijfrenteregister van Leiden
    • vermelding: van na 1542; Eigenaar huis Endegeest te Oegstgeest / land te Zoeterwoude
    • vermelding: van 11 jan 1550; Huwelijkse voorwaarden
    • vermelding: van na 1577; Erfgename van broer Jacob
    • vermelding: van 1578; Vermeld als bewoner van pand in Leiden
    • vermelding: tot 1583; Leen van de hofstad Egmond
    • vermelding: van 18 jul 1591; Erfeniskwestie
    • vermelding: tot 1596; Leen van de hofstede Teilingen
    • vermelding: tot 1602; Leen van Polanen
    • vermelding: van 3 mrt 1618; Getuigenis over familierelaties

    Aantekeningen:

    vermelding:
    PERNIS
    58A. 9 gemet 2 lijn land in de Eijfel.
    7 gemet 1 lijn 4 roede land in de Hoeck van de Eijfel.
    9 gemet land daar ten westen van gelegen.
    3½ gemet land in Roeden.
    3 lb 3 schelling hollands per jaar verzekerd op het huis dat van Voppe Boudijnsz. was te Gheervliet.
    20-11-1520: Willem van der Laen bij dode van zijn vader Phillips van der Laen (L.H. 124, cap. Noord-Holland, fol. 25v).
    22-4-1533: Jonkvrouwe Baerte van der Laen, grootvader: Engelbrecht Jacobsz. van Eijndegheest, bij dode van haar vader Willem van der Laen (L.H. 125, cap. Arckel, fol. 29v).
    Het leen 58A is gesplitst in 58C en 58D.
    Leen 58C
    19-5-1554: Jonkvrouwe Baerte van der Laen, gehuwd met Jacob Willemsz. (L.H. 125, cap. Arckel, fol. 29v).
    15-12-1557: Margriete Jacobsdochter, vader: Jacob Willemsz., bij dode van jonkvrouwe Barta van der Laen (L.H. 128, cap. Arckel, fol. 29).
    1-12-1563: Jonkvrouwe Phillipote van der Laen, Willemsdochter, gehuwd met Heyndrick van Craecken Willemsz. bij dode van haar nicht jonkvrouwe Margriete Jacobsdochter (L.H. 130, cap. Arckel, fol. 10v).
    10-7-1564: Willem van Kraecken Heyndricxz., onmondig, vader Heyndrick Willemsz. van Kraecken, bij dode van zijn moeder jonkvrouwe Phillippote van der Laen, behoudens de lijftocht van zijn vader (L.H. 130, cap. Arckel, fol. 18).
    Het leen 58C is gesplitst in 58E en 58F.
    Leen 58E. 7 gemet 1 lijn 4 roede land.
    18-9-1592: Adriaen Zegersz., dijkgraaf van IJffelsenbroeck, na overdracht door Willem Heijndricxz. van Craecken (L.H. 138, fol. 36).
    58F. De helft van 9 gemet land.
    15-7-1592: Cornelis Willemsz. den Ouden na overdracht door Willem Heyndricxz. Craecken
    van der Laen (L.H. 138, fol. 37v).
    Leen 58D
    19-5-1554: Raes van Roden Pietersz. na overdracht door jonkvrouwe Barte van der Laen, gehuwd met Jacob Willemsz. (L.H. 128, cap. Arckel, fol. 3v).

    vermelding:
    LEIDERDORP
    leen 10D. De helft van 5 morgen land, (1558: 2 morgen land), belend ten noorden: Katherijn Gherijt Mourijnsdochter (1572: Claes Vranckenz.), ten zuiden: Dirck Bouwensz. van Zweten (1572: Jan van Endegeest), (1572: gemeen in 16 morgen land, waarin Isaack Symonsz. van der Graft 8 morgen, de erfgenamen van Willem Aertsz. 2 morgen, Willem van Zijll 2 morgen en heer Foye van Zijll 2 morgen bezitten).
    1-6-1474: Lijsbeth Willem Philips Hoecksdochter, gehuwd met Joas van der Laen (1b, fol. 76v).
    15-1-1523: Jonkvrouwe Berte van der Laen, gehuwd met Adriaen van Zonneveld Noutenz., na overdracht door haar broer Willem van der Laen Philipsz. (3, fol. 198).
    10-1-1544: Willem Aertsz. (2370; vermeld op 15-10-1558 en 3-5-1562, Staten 1012 en 1331).


    leen 11. 1 hoeve land in de Acht Hoven (1450: groot 16 morgen, belast met 1½ oude schild ten behoeve van de domproosdij), (1611: belend ten oosten: Pieter Claesz. Ket, ten westen: Willem Aelwijnsz. van der Woert).
    2-3-1450: Dirc Boudijnsz. van Zwieten mag, daar hij geen kinderen heeft, bij testament over het leen beschikken. (1b, fol. 36v).
    3-6-1488: Jan Diericksz. te versterven op de nakomelingen van zijn vader Dierck Engelbrechtsz. (2a, fol. 112).
    29-9-1489: Dierck Engelbrechtsz. bij dode van zijn zoon Jan Diericksz. (2a, fol. 115).
    3-10-1495: Dierck Engelbrechtsz. tocht zijn vrouw Katherijn Willemsdochter, gemachtigde: meester Pieter Velleman, kanunnik van sint Pancraes te Leyden. (2a, fol. 125).
    3-9-1510: Engebrecht Jacobsz. bij dode van zijn oom Dirck Engbertsz., behoudens de lijftocht van diens weduwe Katrijn Willemsdochter. (2b, fol. 72v).
    ..-.-1...: Jan Engebrechtsz. te Leyden (met zijn broers, vermeld 24-12-1543, Rijnland 5463).
    ..-.-1...: Meester Jacob van Endegheest te Leyden (vermeld op 15-10-1558 en 3-5-1562,
    Staten 1012 en 1331).
    16-11-1579: Willem van Craken van der Laen, onmondig, zoon van Henrick van Kraken en wijlen Philippa van der Laen, hulde door Ysbrant Jacobsz. van der Bouchorst, gemachtigd d.d. 24-4-1570 voor weesmeesters van Leyden door diens voogden Cornelis van Noorden Jacobsz., meester Gerard Hoogstraten en Marten van Endegeest, bij dode van zijn moeders moeder jonkvrouwe Geertruyt van Endegheest, weduwe van Willem van der Laen. (2373).

    Leen 13D. De helft van 5 morgen land (1532: gemeen met Gherit van Zijll Willem Foeykensz. van Zijll).
    1-6-1474: Lijsbeth Willem Philips Hoecksdochter, gehuwd met Joes van der Laen. (1b, fol. 76v).
    15-1-1523: Jonkvrouwe Berte van der Laen, gehuwd met Adriaen van Zonnevelt Noutenz., na overdracht door haar broer Willem van der Laen Phillipsz. (3, fol. 198).

    Leen 15 18 morgen land met huis en boomgaard tussen de Rijn en Achterdijk, belend ten zuiden: Dirck Jansz. van Zijl (1474: Cleymens Dirck Janszoonsdochter van Zijl, gehuwd met Lourens Wilhelmsz., 1523: de erfgenamen van Florijs van Zijil), ten noorden: het kapitel van den Hogenlande te Leyden, (1611: ten zuidwesten: de weduwe en de erfgenamen van jonkheer Pieter van der Dous, ten noordwesten: Henrick Simonsz.).
    15-1-1523: Willem van der Laen Phillipsz. na overdracht door Jacop van der Wijele. (3, fol. 197v).
    ..-.-1...: De weduwe van Willem van der Laen (vermeld 24-12-1543, Rijnland 5463).
    ..-.-1...: Margriet Jacobsdochter van der Laen te Leyden (vermeld 15-10-1558 en 3-5-1562, Staten 1012 en 1331).
    ..-.-1...: Hendrick van Craecken (vermeld 1584 en 1588, Rijnland 5464).

    vermelding:
    VLAARDINGEN
    leen 68 68. 5 morgen land in Janscomp (1535: in de woning en bruikwaar van Clays Heyn), strekkende tot de weg met de erbij behorende dijk (1346: en met twee hofsteden: te Clattenborch op de westzijde, belend ten westen: de proost van Conincvelt, ten oosten: de weg die door de schepenen wordt geschouwd, 1535: de Hogerhucxseweg, 1578: de Baetweyde, ten zuiden: Han Evegheer, 1418: Dirc van der Hoirn, 1535: Pieter Simonsz., 1578: de Biescamp, ten noorden: Arnd Sisere, 1418: Screvel Vranckenz., 1535: Jacob Gerritsz. stierman, 1578: de Holysche weg), pachter: (1593: Adriaen Lenertsz., 1626: Claes Bastiaensz., 1628: Jan Klinckenberg).
    15-12-1535: Meester Jacob Engebrechtsz. van Eyndegheest bij dode van zijn vader Engebrecht Jacobsz. (L.H. 125, cap. N.H., fol. 95v).
    24-7-1578: Geertruy van Endegeest Engebrechtsdochter, weduwe van Willem van der Laen, hulde door Jan van Leuwen Huygensz. volgens procuratie d.d. 10-7-1578 voor notaris IJsbrant Jacobsz. van Bouchorst, bij dode van haar broer meester Jacob Engebrechtsz. van Endegeest (L.H. 134, fol. 123v).
    22-3-1580: Willem van Craeken van der Laen, onmondig, hulde door IJsbrant Jacobsz. van Bouckhorst, bij dode van Geertruyt van Endegeest Engelbrechtsdochter (L.H. 135, fol. 63)

    vermelding:
    Lening aan de stad Leiden
    Jaar aankoop: In 1537 of 1538
    Rente: Lb. 0.3.4 en in 1546: Lb 0.20
    Rentepercentage: 10e penning
    Betaaldatum: 31 jan.
    Kapitaal: Lb. 0.33.4
    Begunstigden: Jan van Endegeest wonende te Leiden en zus Geertruut van Endegeest wonende te Leiden, overleden op 16-10-1581

    In 1576 wordt een gedwongen lening vermeld van fl 30,- op naam van Jacob van Endegeest wonende te Leiden met zijn (niet met name genoemde) zuster

    vermelding:
    Vermeld in het morgenboek Rijnland - Zoeterwoude - 1542
    Het huijs tEndegeest eijgenaer, Jan Dircxz. mijn lieven neef bruijcker ende is groot 3 M. 2 H. 8 R.
    Nu (geen datum) W(ille)m van Craecken van der Laen die tselve geerft heeft van jouffrou Geertruijt van der Laen, bruijcker Jacob Adriaensz.

    vermelding:
    Leiden 11-1-1550: huwelijkse voorwaarden tussen:
    - Jacop Willems, wiens vader is Willem Dirccz, olijslager en zijn broer is Dirck Willems. Jan Claesz Cornelis is zijn oud oom.
    - Baertgen Willems van der Laen, met consent van haar moeder Geertruijt van Endegeest, weduwe van Willem van der Laen, en haar omen meester Jacop van Endegeest, priester en Jan van Endegeest, en haar oudoom, IJsbrant Jacops, priester en kanunnik van Sint Pancreas college te Leiden.

    Jacop Willemsz brengt in de goederen hem aangekomen uit de nalatenschap van Margriete Florijs, zijn moeder en van Geertruijt Gerijtsdr. zijn oude moeder, beide zaliger. Er volgt een uitgebreide beschrijving van de bezittingen.
    Baertgen brengt in een woning met huijsing, burgt, geboomte en beplanting en 18 morgen land en toebehoren te Leiderdorp. Ook nog andere bezittingen. etc.

    vermelding:
    Erft de goederen van haar broer Jacob, o.a. een tiend in Oegstgeest en een hofstede te Koudekerk

    vermelding:
    8. Hoek Nieuwstraat 4 en Van der Sterrepad 11 (was Burchgracht). Openbare bibliotheek Leiden Vermeld als Burgstreng. Het huidige gebouw dateert uit 1652.
    Bij de betaling van de tiende penningen in 1558 en 1561 wordt kanunnik Jacob van Endegeest vermeld als eigenaar.
    In 1578 Lijkt Geertruijt van Endegeest daar te wonen. Zij wordt dan vermeld als buur van een naastgelegen pand.
    Vanaf 1580 is het pand verhuurd aan Mr. Gerrit Fransz van Hoogstraten.
    Bij zijn huwelijk in 1585 met Margriete Symonsdr is Willem Hendricksz van der Laen eigenaar van het huis. Het echtpaar gaat daar ook wonen. Het huis wordt in 1585 vermeld als huijs in den houc.

    vermelding:
    Leen 154. 11 hont land in Oegstgeest, waarvan 7 hont: oost: de heer van Wassenaar (1603: de wees van Willem Kortzwager Cornelisz. bij Marietje Dirksdr.), noord: Nikolaas Rijn (1603: weduwe van jonkheer Proost), west: Nikolaas Hoisken (1603: erven Dirk Cornelisz., die woonde bij de brug te Oegstgeest; 1623: de leenman, de abdij Rijnsburg en het kapittel van Hogelande te Leiden), en 4 hont: noord: de graaf van Holland (1608: Maarten van Schouwen van Endegeest; 1638: Pieter Maartensz.), west: de heerweg, zuid: de voorsteeg, oost: (1638: Nikolaas Krijnen), (1569: jaarlijks 9 pond waardig).
    7-10-1510: Engbert Jacobsz. zoals Dirk Engbertsz., fol. 465.
    15-12-1535: Jan Engbertsz. voor mr. Jacob Engbertsz., priester, zijn broer, bij dode van Engbert Jacobsz., diens vader, fol. 465.
    ..-.-1569: Hendrik van Kraken voor heer Jacob van Endegeest, kanunnik te Leiden, LRK 340 fol. 119.
    18-9-1578: Jan van Leeuwen Hugenz. voor Geertruida van Endegeest bij dode van mr. Jacob Engbertsz., haar broer, fol. 465v-466v.

    Leen 154A. 7 hont in Oegstgeest.
    13-8-1583: Willem van Kraken van der Laan bij dode van Geertruida van Endegeest, zijn grootmoeder, fol. 468v.
    27-3-1594: Maarten van Schouwen van Endegeest bij overdracht door mr. Pieter Odolfsz., organist van Alkmaar, voor Willem van Kraken van der Laan te Leiden na naasting van diens verkoop aan Willem Frankenz., fol. 468v-469v.
    154B. 4 hont in Oegstgeest.
    9-10-1582: Maarten Nikolaasz. van Endegeest bij dode van Geertruida van Endegeest, zijn nicht, fol. 466v-467.

    vermelding:
    580/180 18-7-1591
    Heynrick van Craecken tot Leiden voor hem zelve ende als voogd van Willem van Craecken ende van der Laen zijn zoon verwekt bij juffr. Phillippe van der Laen, contra Pouwels Cornelisz. voor hem zelve ende als t exploit geaccepteert hebbende voor Ysaack Cornelisz. Inzake de verkoop van land in de ban van Alphen uit de nalatenschap van Philips van der Laen. De grootvader van het kind, Willem van der Laen, had al land genoten van Adriaen Outgarens van Sonnevelt, man van Baerta van der Laen (18 margen te Leiderdorp). Willem was in het buitenland gestorven met meer schulden dan goed. Zijn kinderen Baertgen, Maritgen en Pilippotgen waren thuis gebracht bij hun grootvader Engelbrecht van Endegeest. Jacob Willems die gehuwd was met Baertgen was na processen voor het Hof van Holland en de raad van Mechelen alsnog tot erfgenaam van zijn kind benoemd. Eiser is niet ontvankelijk

    vermelding:
    OEGSTGEEST
    leen 38. De halve koren- en smaltiende (1329: van Leidermersch; 1463: buiten Leiden in Oegstgeest; 1399: gemeen met de abdis van Rijnsburg) tussen Marnedijk en Holdesclage, (1629: samen met nr. 39 f 4200,- waard).
    ...
    6-5-1484: Allard Evertsz. voor Elisabeth Andriesdr. bij dode van Dirk Andriesz. alias Poes, haar broer, binnensjaars na de dood van Pieter Andriesz., hun broer, LRK 120 c. Nd.-Holland fol. 9.
    7-5-1484: Jan Dirk Engbertszz. bij overdracht door Allard Evertsz. voor Elisabeth Andriesdr., zijn tante, LRK 120 c. Nd.-Holland fol. 9v-10.
    6-11-1487: Dirk van Boneem voor Dirk Engbertsz. bij overdracht door Jan, diens zoon, LRK 120 c. Nd.-Holland fol. 36v-37.
    7-10-1510: Engbert Jacobsz. bij dode van Dirk Engbertsz., zijn oom, LRK 123 c. Nd.-Holland fol. 27v.
    15-12-1535: Jan Engbertsz. voor mr. Jacob Engbertsz. van Endegeest, priester, zijn broer, bij dode van Engbert, diens vader, LRK 125 c. Nd.-Holland fol. 95v.
    24-7-1578: Geertruy van Endegeest Engebrechtsdochter, weduwe van Willem van der Laen, hulde door Jan van Leuwen Huygensz. volgens procuratie d.d. 10-7-1578 voor notaris Idsbrant Jacobsz. van Bouchorst, bij dode van haar broer meester Jacob Engebrechtsz. van Endegeest (1.h. 134, f 123~1.
    22-3-1580: Willem van Craeken van der Laen, onmondig, hulde door IJsbrant Jacobsz. van Bouckhorst, bij dode van Geertruyt van Endegeest Engelbrechtsdochter [I.h. 135, f ‘63). 5-5-1593: Willem van Craecken van der Laen doet zelf hulde (1.h. 135. f 631.
    15-7-1596: Maarten van Schouwen van Endegeest bij overdracht door Willem van Kraken van der Laan, LRK 139 fol. 23v-24.

    vermelding:
    HAZERSWOUDE
    Leen 16. 13 morgen land (1482: met woning; 1602: huis, berg, schuur en beplanting in 15 morgen) in Hazerswoude en Zoeterwoude, strekkend van de Rijn tot de Burgmade, oost: Jan Nikolaas Tedenz. c.s. (1569: Gerard Boudijnsz.), west: Pieter Hugenz. (1569: Jan Adriaansz.), (1569: jaarlijks 29 pond waardig, waarvan de pacht 20 jaar vaststaat), (1602: waarvan 4 morgen in Zoeterwoude, noord: Gerard de Man Jansz., waard in de Boom, west: de wetering, zuid: Dirk Nikolaasz., oost: Jacob Thomasz.).
    26-5-1435: Dirk Boudijnsz. van Zwieten bij opdracht uit eigen in ruil voor het leen Haarlem, nr. 36 (Ons Voorgeslacht, 1997, blz. 681) vermeld 1472, 6461 fol. 326v, LRK 283 fol. 117.
    15-6-1482: Pieter Andriesz. bij dode van Dirk van Zwieten, zijn oom, 6462 fol. 76.
    4-7-1482: Lijftocht van Katharina, dochter van Jacob Bernardsz., gehuwd met Pieter Andriesz., op de mindere helft, 6462 fol. 76v.
    29-7-1510: Pieter van den Zijl voor heer IJsbrand Jacobsz., priester, bij dode van Dirk Engbertsz., 6463 fol. 61.
    2-10-1510: Engbert Jacobsz. bij dode van Dirk Engbertsz., zijn oom, 6463 fol. 62v-63.
    8-3-1569: Willem, zoon van Hendrik van Kraken en Filipote van der Laan, burgeres van Leiden, bij dode van Geertruida, dochter van Engbert van Endegeest, weduwe Willem van der Laan, zijn grootmoeder, te Leiden, die aankwam van Jacob van Endegeest, haar broer, zoals Geertruida vermaakte aan Hendrik, zijn vader, LRK 289 c. Polanen fol. 2-3v, 6464 fol. 7v-11, LRK 340 fol. 26v-27.
    6-7-1597: Verpand door Willem van Kraken van der Laan voor de verkoop van 9 morgen in Hazerswoude aan Wouter Jansz., Arnout Pietersz., Nikolaas en Gerard Nikolaasz. en Nelle Dirksdr., weduwe Jan Willemsz., allen te Hazerswoude, die al huurden, 6465 fol. 198. 9
    9-9-1602: Willem van Kraken van der Laan te Leiden, 6465 fol. 193v-198v.

    vermelding:
    ONA Leiden 3-3-1618: Juffrouw Agneta van Sonnevelt, ongehuwd, wonend te Leiden getuigt op verzoek van de kinderen en erfgenamen van zal. Willem van Craecken van der Laen, dat haar vader zal. Joost van Sonnevelt, die in zijn leven getrouwd was geweest met juffr. Baerta van der Laen. Baerta was een zus van Willem van der Laen, die bij zijn vrouw juffr. Geertruijt van Endegeest geprocreert heeft Philippina van der Laen, die getrouwd was met Henric van Craecken. Uit dit huwelijk Willem Craecken van der Laen, vader van de requiranten.
    Baerta en Willem van der Laen waren weer kinderen van zal. Philips van der Laen.
    Akte opgemaakt in het huis van Agneta in de Bredestraat te Leiden
    NB: Joost van Sonnevelt is waarschijnlijk een zoon van Baerte ipv echtgenoot

    Overleden:
    Bij haar overlijden was Geertruijt van Endegeest, weduwe van Willem van der Laan

    Kinderen:
    1. Jonkvrouwe Baertgen Willemsz van der Laen is gestorven circa 1553.
    2. Maritgen van der Laen
    3. 1. Jonkvrouwe Philippina Willems van der Laen is geboren circa 1532; is gestorven vóór 16 jun 1564 in Leiden.


Generatie: 3

  1. 4.  Philips Joostensz van der Laen is geboren vóór 1437 (zoon van Joost Jacobsz van der Laen en Elisabeth Willem Philips Hoecksdr); is gestorven vóór 20 nov 1520.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 1423 tot 1512; Leen van Putten
    • vermelding: van 1454 tot 1530; Leen van de hofstede Heemskerk
    • vermelding: van 1459 tot 1510; Leen van de hofstad Poelgeest
    • functie: van 1500; Schepen van Leiden
    • vermelding: van 21 jul 1500; Vermeld in register eigendomsbewijzen
    • vermelding: van 1502; Vermogensbelasting te Leiden
    • vermelding: van 21 jan 1512; Schuldbekentenis
    • vermelding: tot 1514; Leen van Polanen
    • vermelding: van 18 sep 1516; Vermeld in register eigendomsbewijzen te Leiden
    • vermelding: van 1520; Beleningen na overlijden Philip van der Laan
    • vermelding: tot 1520; Leen van Putten
    • vermelding: van 9 jul 1528; Weeskamer Leiden
    • vermelding: van 4 dec 1536; Verkoop uit nalatenschap
    • vermelding: van 3 mrt 1618; Getuigenis over familierelaties

    Aantekeningen:

    vermelding:
    PERNIS
    leen 58. 9 gemet 2 lijn land in de Eijffel onder het huis van Arnt van Riede, (1472: jaarlijks 31 pond waarding).
    7 gemet 1 lijn 4 roede land in de hoeck van de Eijffel langs ‘s Gravenambacht.
    9 gemet land daar ten westen van gelegen.
    3½ gemet land in Roeden over de Rode.
    10 lijn 20 roede santland in het Rughesant, dat bij dit land behoort.
    9½ lijn land in de Stiefmoeder in Poortegael.
    3 gemet land aan de Nuwenweg.
    3 lb 6 schelling holland per jaar, verzekerd op het huis bij de tol te Geervliet, dat vroeger van Ghise Sausmaker was (1423: van Voppe Boudijnsz.).
    23-6-1423: Jacob IJsbrantsz. van der Laen, nadat het leen met dijkrecht verbeurd was door IJsbrant van der Laen en Willem van Boschuysen, met lijftocht van Clementia, dochter van Jacob Dirksz., zijn vrouw, op de mindere helft (144, fol. 258v).
    31-5-1436: Willem van Boschuzen bij dode van zijn vader Willem van Boschuzen met diens helft (144, fol. 273v).
    3-1-1437: Heinric Jacobsz. van der Laen, oud 15 jaar, bij dode van zijn vader Jacob IJsbrantsz. (144, fol. 274).
    28-8-1449: Willem van Assendelft na overdracht door Henric Jacobsz. van der Laen (67, fol. 1).
    8-6-1454: Henric Jacobsz. van der Laen na overdracht door Willem van Assendelft (67, fol. 11).
    31-7-1460: Henric van der Laen Jacobsz. met ledige hand (L.H. 117, 2 fol. 20).
    4-2-1463: Willem van Boshuizen niet te verzuimen (LRK 117b fol. 41).
    ..-.-1472: Hendrik van der Laan Jacobsz. te Leiden vermeld (LRK 283 fol. 191v).
    28-2-1485: Jacob van der Laen Heynricxz., bij dode van zijn vader Heynric van der Laen (L.H. 120, cap. Arckel, fol. 10).
    9-6-1512: Phillips van der Laen bij dode van zijn neef Jacob van der Laen Heynricxz. (L.H. 123, cap. Arckel, fol. 16v).

    vermelding:
    ALPHEN
    8. 2 morgen land in Alphen, strekkend van de Loet tot Spoelwijk, oost: de leenman (1381: Nikolaas van Noorden; 1524: oude Beukel van der Goude), noord: Jacob die Brede (1381: Jacob van der Loet en kinderen Willem van der Loet; 1524: oude Beukel van der Goude), (1524: zuid: Fihps Nachtegaal, west: erven Jacob van Borsele).
    24-1-1447: Willem Filipsz. voor Filips, zijn zoon, bij overdracht door Willem van Noorden, LRK 115 c. Nd.-Holland fol. 22.
    4-5-1454: Leendert Willem Filipszz. bij overdracht door Filips Willem Filipszz., zijn broer, LRK 116 c. Nd.-Holland fol. 41.
    4-11-1504: Bartholomeus Hendriksz. voor mr. Jacob Hoek, doctor in de theologie, bij dode van Leendert Willemsz., diens broer, LRK 122 c. Nd.-Holland fol. 52v.
    17-10-1510: Filips van der Laan voor Elisabeth Willemsdr., zijn moeder, bij dode van mr. Jacob Hoek, haar broer, LRK 123 c. Nd.-Holland fol. 27v-28.
    11-3-1524: Adriaan van Zonneveld voor Willem van der Laan Filipsz., zijn zwager, die buitenslands is, bij dode van Elisabeth Willemsdr., diens grootmoeder, LRK 124 c. Nd.-Holland fol. 61.
    29-12-1530: Reiner Pietersz. te Alphen bij overdracht door Willem van der Laan, LRK 125 c. Nd.-Holland fol. 31v.

    vermelding:
    KOUDEKERK
    46. Een woning tussen de Rijn en de achtersloot van de heemwerf (1459: een woning met de oude boomgaerd en beplanting te Coudekerke, tussen de gracht van het steenhuis en het land van Gherit Hoghestraet), binnen de buitenkant van de gracht (1459: van de woning).
    30-12-1459: Heer Gherit Pietersz., priester, na overdracht door Mathijs Willem Wouterszoonsz. (A, fol. 6).
    16-3-1484: Lenaert Willemsz., gehuwd met Machtelt Aelbrechtsdochter, bij dode van zijn oom heer Gherit Pietersz. (A, fol. 6 en B, fol. 2).
    11-10-1504: Meester Jacob van der Hoeck, doctor in de godgeleerdheid, bij dode van zijn broer Lenaert Willemsz. (B, fol. 2).
    28-10-1510: Elizabeth Willemsdochter, weduwe van Joest van der Laen, hulde door haar zoon Phillips van der Laen, bij dode van haar broer meester Jacob van der Hoeck, doctor in de godgeleerdheid (B, fol. 2).

    vermelding:
    Leiden, register van eigendomsbewijzen St. Catharina Gasthuis te Leiden:
    Nr. 824 folio 521 d.d. 21-07-1500.
    Van tgasthuijs cappellaens huijs.
    Schepenen van Leiden beloven wegens Philips van der Laen te waren Willem Claisz, schipper en zijn vrouw Geerte Sassen een huis en erf gelegen aan de Bredestraat in 't Noorteijnde...

    vermelding:
    Burgstreng: Lysbet (en Phillip haar zoon) van der Laen met haar zoon Phillip van der Laen 24,00

    vermelding:
    Hof van Holland 22-1-1512: Philips van der Laen voor hem zelf en vervangend Lijsbeth van der Laen, zijn moeder is 21 R gld per jaar schuldig aan jonkvrouw Machteld Aelborchsdr, huisvrouw van Meesen Jacop Willems wegens een goed onder Leiderdorp.

    vermelding:
    LEIDEN
    Leen 27. Een huis en erf met de halve gevel in Leiden (1472: aan de Breestraat; 1664: bij de Pieterskoorsteeg), strekkend van de straat tot de Voldersgracht en voorts met een brug daarover, (1664: strekkend van de Langebrug tot de weduwe van burgemeester Leeuwveld en voorts met een poort en toegang tot de Breestraat), enerzijds (1602: zuidoost): het huis, dat de leenman ten eigen kreeg (1602: de leenman met het huis, genaamd Regenboog), anderzijds (1602: noordwest): mr. Rutger Rutgersz. (1569: Marieke de Vrij) met huis en erf (1602: Willem Simonsz., van der Wilde met het huis, genaamd Rode Leeuw; 1664: Jasper Willemsz.), (1664: oost: Johan Cuneus, west: Philips L. Croy, drukker, en Quirijn van Krimpen), (1472: jaarlijks 7 pond; 1569: 16 pond; waardig).
    20-10-1453: Hendrik van der Laan Jacobsz., die verkreeg van Willem Cuser van Boshuizen, bij opdracht in ruil voor een huis ernaast, belast met 6 st, en wordt daarom ook belast met 6 st., vermeld 1472, 6461 fol. 330, LRK 283 fol. 191v.
    8-6-1512: Filips van der Laan bij dode van Jacob van der Laan Hendriksz., zijn neef, 6463 fol. 71v-72.
    20-9-1514: Balthasar Hendriksz. bij overdracht door Filips van der Laan, 6463 fol. 86v-87.

    vermelding:
    Op 18-9-1516 verkoopt Jan Cornelis van Honthorst als man en voogd van Agniese Florijs Heermansdr aan Willem Jan Kerstantsz een rentebrief op het huis en erf aan de Breestraat in het Noordeinde waar Philips van der Laen dan woont.

    vermelding:
    PERNIS
    58A. 9 gemet 2 lijn land in de Eijfel.
    7 gemet 1 lijn 4 roede land in de Hoeck van de Eijfel.
    9 gemet land daar ten westen van gelegen.
    3½ gemet land in Roeden.
    3 lb 3 schelling hollands per jaar verzekerd op het huis dat van Voppe Boudijnsz. was te Gheervliet.
    20-11-1520: Willem van der Laen bij dode van zijn vader Phillips van der Laen (L.H. 124, cap. Noord-Holland, fol. 25v).

    Leen 58 B
    15-4-1519: Jan IJsbrandsz. bij overdracht door Filips van der Laan, LRK 124 c. Arkel fol. 13v-14.
    12-11-1521: Jan IJsbrandsz. vermeld, LRK 286 fol. 254v.

    vermelding:
    20-11-1520: Willem van der Laen Philipsz is na het overlijden van zijn vader Philip beleend met
    - de helft van een thiend gelegend te Koudekerk in den Laegen Waerde die Philips verkreeg door koop van Gilles van Valckestein
    - de wederhelft van vrschr. thiend genaamd de Grieppick
    - een huijsinge geheeten dat Clockhuijs te Leijden aan de Blauwen steen
    - onder Arnt's huijs van Roeden land bij 's-Gravenambacht en bij Geervliet

    Philips van der Laen had het erfleen van het Clockuijs te Leiden op 12-1-1502 verkregen na overdracht door Machtelt van Rijswicke en Gillis van Valckenstein

    Het Clockhuys (Klokhuis) was een stenen huis in de Nederlandse stad Leiden. Het dankte zijn naam aan de klok die daar ten behoeve van de stad was opgehangen om zowel de tijd aan te geven als om geluid te worden ten tijde van brand of ander gevaar.
    In het centrum van Leiden, op de hoek van de Breestraat en de Maarsmansteeg vlak bij de Blauwe Steen, stond rond 1300 een stenen huis of toren eigendom van Willem III graaf van Holland en Zeeland. De Maarsmansteeg heette toen nog de Bruggenstraat, want die leidde naar wat toen de belangrijkste brug was. De stad had in die tijd nog geen stadhuis en kreeg van de graaf toestemming om aan de buitenzijde van het stenen huis een klok op te hangen. In 1381 was sprake van een "campana horarum", dat wil zeggen van een uurklok, die blijkbaar vooraan het huis bevestigd was. Het was geen slagwerk en wijzerplaat maar een metalen klok die door hamerslagen van de stadswachten geluid werd. Dat deden ze ook bij brand of ander gevaar om de burgerij te alarmeren.
    De functie van stadsklok werd overgenomen door het nieuwe stadhuis, maar het Clockhuys zou nog tot het midden van de 15e eeuw bestaan hebben. De plek van het Clockhuys is daarna altijd bebouwd geweest

    De Blauwe Steen is een historisch markeerpunt in het wegdek op de kruising van de Breestraat, Pieterskerkchoorsteeg en Maarsmansteeg in de binnenstad van de Nederlandse stad Leiden. De steen is een gladde zeshoekige arduinsteen (uit België) die vanwege de blauwe kleur bekendstaat als de Blauwe Steen. Naast deze steen kent Leiden ook een Rode en een Witte Steen.
    De Blauwe Steen ligt op het symbolisch middelpunt van de vier kwartieren (of vierendelen), waarin de middeleeuwse stad Leiden tot de eerste uitbreiding van 1294 verdeeld was. De namen van de kwartieren waren ontleend aan de daarin gelegen belangrijkste gebouwen: het Gasthuis, Vleeshuis, Wanthuis en Wolhuis. In 1321 wordt voor het eerst melding gemaakt van de Blauwe Steen. Niet primair als grenssteen, maar als rechtplaats.[1] De steen is waarschijnlijk in de loop der tijd meerdere malen vervangen. Zo is de steen in ieder geval bij de aanleg van de paardentram rond 1880 weggehaald. Door toedoen van de vereniging Oud Leiden is in 1910 opnieuw een steen geplaatst. De huidige steen is dus niet origineel, maar bevindt zich nog altijd op de oorspronkelijke locatie.
    De Blauwe Steen zou de gerechtsplaats zijn geweest van de gemeenten en poortersschappen.
    Van de Blauwe Steen in Leiden is bekend dat daar (dood)straffen werden uitgevoerd.

    vermelding:
    Weeskamer Leiden 9-7-1528: jonkvouw Katrijne Pieter Bouwensdr, weduwe van Philips van der Laenen en nu gehuwd met Jan Claes Jansz bewijst haar 2 weeskinderen "oude" en "jonge" Jacob van der Laen, aan een leen van "Poelgeest".

    vermelding:
    Hof van Holland 4-12-1536: Jonckvrouwe Katherijne, weduwe van Philips van der Laen ende van Jan Claesz met Frans Hubrechts, haar gecoren voocht in deze zake en vervangend haer kinderen nu uijtlandich te weten oude en jonge Jacob van der Laen en oock haar soon geprocreert bij Jan Claesz voorschr.
    Haar goederen waren bij decreet verkocht (wegens schulden) en zij erkent de ontvangst van het restant verkooppenningen..

    vermelding:
    ONA Leiden 3-3-1618: Juffrouw Agneta van Sonnevelt, ongehuwd, wonend te Leiden getuigt op verzoek van de kinderen en erfgenamen van zal. Willem van Craecken van der Laen, dat haar vader zal. Joost van Sonnevelt, die in zijn leven getrouwd was geweest met juffr. Baerta van der Laen. Baerta was een zus van Willem van der Laen, die bij zijn vrouw juffr. Geertruijt van Endegeest geprocreert heeft Philippina van der Laen, die getrouwd was met Henric van Craecken. Uit dit huwelijk Willem Craecken van der Laen, vader van de requiranten.
    Baerta en Willem van der Laen waren weer kinderen van zal. Philips van der Laen.
    Akte opgemaakt in het huis van Agneta in de Bredestraat te Leiden
    NB: Joost van Sonnevelt is waarschijnlijk een zoon van Baerte ipv echtgenoot

    Philips is getrouwd met Jonkvrouwe Catharina Pieter Bouwens van Bakenesse vóór 1500 (civil). Catharina is geboren vóór 1481; is gestorven na 4 dec 1536. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  2. 5.  Jonkvrouwe Catharina Pieter Bouwens van BakenesseJonkvrouwe Catharina Pieter Bouwens van Bakenesse is geboren vóór 1481; is gestorven na 4 dec 1536.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 1524 tot 1575; Grafelijk leen van 't Zijs (Kasteel 't Chijs / Berendrecht)
    • vermelding: van 9 jul 1528; Weeskamer Leiden
    • vermelding: van 4 dec 1536; Verkoop uit nalatenschap

    Aantekeningen:

    Vaak alleen vermeld met de patroniemen

    vermelding:
    Grafelijke lenen in Rijnland
    ZOETERWOUDE
    leen 478. Huis, hofstede, boomgaard en 20 morgen land, genaamd ’t Zijs (kasteel "'t Chijs"), gelegen buiten Leiden (1562: in Zoeterwoude, geheel groot 22 morgen), strekkend van de Vliet tot Meerburger wetering, oost: Jan van Berendrecht en Pieter Nikolaas Meynen (1562: Frans Adriaansz.; 1579: Adriaan Maartensz. de Zwart, die kocht van wijlen mr. Frans Adriaansz.; en Immetje, weduwe Nikolaas Meynen; 1646: Maria Fyck van Hoven, weduwe advokaat Douw, en Willem Franken), west: Jan Jansz. en Pieter van Noordwijk (1562: erven Adriaan Jansz. te Leiden en Daniel Willemsz. c.s.; 1646: Maria Fyck en mr. Simon van Baarsdorp, gecommitteerde raad van Holland; 1650: en oud-burgemeester van Leiden), (1562: zuid: de Meerburger wetering, noord: de Vliet), waarvan de boomgaard f 14.- rijns jaarlijks waardig is.
    26-4-1524: Jan van Boshuizen, ontvanger van de épargne, voor Jan Nikolaas Jansz., burger van Leiden, die ziek is, bij opdracht uit eigen in ruil voor 12 morgen in Schoten en tegen 40 pond, te komen op de afstammelingen van Bakenesse, LRK 124 c. Nd.-Holland fol. 62-63v.
    22-10-1527: Lijftocht van Katharina van Bakenesse, gehuwd met Jan Nikolaas Jan Nikolaaszz., op 7 pond groten Vlaams, LRK 125 c. Nd.-Holland fol. 8.
    28-2-1531: Joost van Wijngaarden voor Vincent van Bakenesse, zijn neef, bij dode van Jan Nikolaas Janszz., diens vader, LRK 125 c. Nd.-Holland fol. 41v.
    7-12-1574: Jan van Berendrecht de oude bij dode van Vincent van Bakenesse. zijn neef, LRK 135 fol. 114.
    NB: In 1417 wordt Het Huys ter Chijs al genoemd als een klein kasteeltje aan de Vlietweg nabij de huidige Lammenbrug.
    Volgens archief Leiden: kasteel Te Cijs ofte Berendregt buijten Leijden bij Lammen, tegenwoordig het Lammenschansplein. Een kasteel met drie torens; een slotgracht met brug naar de poort aan de linkerzijde.

    vermelding:
    Weeskamer Leiden 9-7-1528: jonkvouw Katrijne Pieter Bouwensdr, weduwe van Philips van der Laenen en nu gehuwd met Jan Claes Jansz bewijst haar 2 weeskinderen "oude" en "jonge" Jacob van der Laen, aan een leen van "Poelgeest".

    vermelding:
    Hof van Holland 4-12-1536: Jonckvrouwe Katherijne, weduwe van Philips van der Laen ende van Jan Claesz met Frans Hubrechts, haar gecoren voocht in deze zake en vervangend haer kinderen nu uijtlandich te weten oude en jonge Jacob van der Laen en oock haar soon geprocreert bij Jan Claesz voorschr.
    Haar goederen waren bij decreet verkocht (wegens schulden) en zij erkent de ontvangst van het restant verkooppenningen..

    Kinderen:
    1. Jonkvrouwe Baerta van der Laen is gestorven in 1527.
    2. Jacob Philips de oude van der Laen is gestorven na 4 dec 1536.
    3. Jacob Philips de jonge van der Laen is gestorven na 4 dec 1536.
    4. 2. Willem Philipsz van der Laen is geboren vóór 1496; is gestorven vóór 3 mrt 1533 in Italië.

  3. 6.  Engbert Jacobsz van EndegeestEngbert Jacobsz van Endegeest (zoon van Jacob Engelbrechtsz van Berckel); is gestorven vóór 15 dec 1535.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 1485 tot 1535; Grafelijke lenen Graaf van Holland
    • vermelding: van 1510 tot 1535; Bezitter van kasteel Endegeest te Oegstgeest
    • vermelding: van 1510; Leen van de Domproosdij te Utrecht
    • vermelding: tot 1535; Leen van de hofstede Teilingen
    • vermelding: tot vóór 1569; Leen van Polanen
    • vermelding: tot 1583; Leen van de hofstad Egmond

    Aantekeningen:

    Ook vermeld als Engelbrecht Jacobsz van Berckel

    vermelding:
    VLAARDINGEN
    leen 68. 5 morgen land in Janscomp (1535: in de woning en bruikwaar van Clays Heyn), strekkende tot de weg met de erbij behorende dijk (1346: en met twee hofsteden: te Clattenborch op de westzijde, belend ten westen: de proost van Conincvelt, ten oosten: de weg die door de schepenen wordt geschouwd, 1535: de Hogerhucxseweg, 1578: de Baetweyde, ten zuiden: Han Evegheer, 1418: Dirc van der Hoirn, 1535: Pieter Simonsz., 1578: de Biescamp, ten noorden: Arnd Sisere, 1418: Screvel Vranckenz., 1535: Jacob Gerritsz. stierman, 1578: de Holysche weg), pachter: (1593: Adriaen Lenertsz., 1626: Claes Bastiaensz., 1628: Jan Klinckenberg).
    18-8-1485: Dirck Engebrechtsz. bij dode van heer Bouwen Jansz. priester (L.H. 120, cap. N.H., fol. 22v).
    23-9-1510: Clemeyns Jacobsdochter, gehuwd met Pieter Dircxz. Cooman, bij dode van haar oom Dirck Engebrechtsz. (L.H. 123, cap. N.H., fol. 26v).
    7-10-1510: Engebrecht Jacobsz. bij dode van zijn oom Dirck Engebrechtsz. (L.H. 123, cap. N.H., fol. 27v).
    15-12-1535: Meester Jacob Engebrechtsz. van Eyndegheest bij dode van zijn vader Engebrecht Jacobsz. (L.H. 125, cap. N.H., fol. 95v).

    vermelding:
    Engelbrecht werd de bezitter van Endegeest na het overlijden van zijn oom Dirck Engelbrechtsz van Berckel, die hem dit huis, bij gebrek aan kinderen, als leen had nagelaten.

    vermelding:
    LEIDERDORP
    leen 11. 1 hoeve land in de Acht Hoven (1450: groot 16 morgen, belast met 1½ oude schild ten behoeve van de domproosdij), (1611: belend ten oosten: Pieter Claesz. Ket, ten westen: Willem Aelwijnsz. van der Woert).
    3-9-1510: Engebrecht Jacobsz. bij dode van zijn oom Dirck Engbertsz., behoudens de lijftocht van diens weduwe Katrijn Willemsdochter. (2b, fol. 72v).
    ..-.-1...: Jan Engebrechtsz. te Leyden (met zijn broers, vermeld 24-12-1543, Rijnland 5463).
    ..-.-1...: Meester Jacob van Endegheest te Leyden (vermeld op 15-10-1558 en 3-5-1562,
    Staten 1012 en 1331).
    16-11-1579: Willem van Craken van der Laen, onmondig, zoon van Henrick van Kraken en wijlen Philippa van der Laen, hulde door Ysbrant Jacobsz. van der Bouchorst, gemachtigd d.d. 24-4-1570 voor weesmeesters van Leyden door diens voogden Cornelis van Noorden Jacobsz., meester Gerard Hoogstraten en Marten van Endegeest, bij dode van zijn moeders moeder jonkvrouwe Geertruyt van Endegheest, weduwe van Willem van der Laen. (2373).

    vermelding:
    OEGSTGEEST
    38. De halve koren- en smaltiende (1329: van Leidermersch; 1463: buiten Leiden in Oegstgeest; 1399: gemeen met de abdis van Rijnsburg) tussen Marnedijk en Holdesclage, (1629: samen met nr. 39 f 4200,- waard).
    ...
    6-5-1484: Allard Evertsz. voor Elisabeth Andriesdr. bij dode van Dirk Andriesz. alias Poes, haar broer, binnensjaars na de dood van Pieter Andriesz., hun broer, LRK 120 c. Nd.-Holland fol. 9.
    7-5-1484: Jan Dirk Engbertszz. bij overdracht door Allard Evertsz. voor Elisabeth Andriesdr., zijn tante, LRK 120 c. Nd.-Holland fol. 9v-10.
    6-11-1487: Dirk van Boneem voor Dirk Engbertsz. bij overdracht door Jan, diens zoon, LRK 120 c. Nd.-Holland fol. 36v-37.
    7-10-1510: Engbert Jacobsz. bij dode van Dirk Engbertsz., zijn oom, LRK 123 c. Nd.-Holland fol. 27v.
    15-12-1535: Jan Engbertsz. voor mr. Jacob Engbertsz. van Endegeest, priester, zijn broer, bij dode van Engbert, diens vader, LRK 125 c. Nd.-Holland fol. 95v.
    24-7-1578: Geertruy van Endegeest Engebrechtsdochter, weduwe van Willem van der Laen, hulde door Jan van Leuwen Huygensz. volgens procuratie d.d. 10-7-1578 voor notaris Idsbrant Jacobsz. van Bouchorst, bij dode van haar broer meester Jacob Engebrechtsz. van Endegeest (1.h. 134, f 123~1.
    22-3-1580: Willem van Craeken van der Laen, onmondig, hulde door IJsbrant Jacobsz. van Bouckhorst, bij dode van Geertruyt van Endegeest Engelbrechtsdochter [I.h. 135, f ‘63). 5-5-1593: Willem van Craecken van der Laen doet zelf hulde (1.h. 135. f 631.
    15-7-1596: Maarten van Schouwen van Endegeest bij overdracht door Willem van Kraken van der Laan, LRK 139 fol. 23v-24.

    vermelding:
    HAZERSWOUDE
    Leen 16. 13 morgen land (1482: met woning; 1602: huis, berg, schuur en beplanting in 15 morgen) in Hazerswoude en Zoeterwoude, strekkend van de Rijn tot de Burgmade, oost: Jan Nikolaas Tedenz. c.s. (1569: Gerard Boudijnsz.), west: Pieter Hugenz. (1569: Jan Adriaansz.), (1569: jaarlijks 29 pond waardig, waarvan de pacht 20 jaar vaststaat), (1602: waarvan 4 morgen in Zoeterwoude, noord: Gerard de Man Jansz., waard in de Boom, west: de wetering, zuid: Dirk Nikolaasz., oost: Jacob Thomasz.).
    26-5-1435: Dirk Boudijnsz. van Zwieten bij opdracht uit eigen in ruil voor het leen Haarlem, nr. 36 (Ons Voorgeslacht, 1997, blz. 681) vermeld 1472, 6461 fol. 326v, LRK 283 fol. 117.
    15-6-1482: Pieter Andriesz. bij dode van Dirk van Zwieten, zijn oom, 6462 fol. 76.
    4-7-1482: Lijftocht van Katharina, dochter van Jacob Bernardsz., gehuwd met Pieter Andriesz., op de mindere helft, 6462 fol. 76v.
    29-7-1510: Pieter van den Zijl voor heer IJsbrand Jacobsz., priester, bij dode van Dirk Engbertsz., 6463 fol. 61.
    2-10-1510: Engbert Jacobsz. bij dode van Dirk Engbertsz., zijn oom, 6463 fol. 62v-63.
    8-3-1569: Willem, zoon van Hendrik van Kraken en Filipote van der Laan, burgeres van Leiden, bij dode van Geertruida, dochter van Engbert van Endegeest, weduwe Willem van der Laan, zijn grootmoeder, te Leiden, die aankwam van Jacob van Endegeest, haar broer, zoals Geertruida vermaakte aan Hendrik, zijn vader, LRK 289 c. Polanen fol. 2-3v, 6464 fol. 7v-11, LRK 340 fol. 26v-27.
    6-7-1597: Verpand door Willem van Kraken van der Laan voor de verkoop van 9 morgen in Hazerswoude aan Wouter Jansz., Arnout Pietersz., Nikolaas en Gerard Nikolaasz. en Nelle Dirksdr., weduwe Jan Willemsz., allen te Hazerswoude, die al huurden, 6465 fol. 198. 9
    9-9-1602: Willem van Kraken van der Laan te Leiden, 6465 fol. 193v-198v.

    OEGSTGEEST
    Leen 45. De woning, waar de leenman in woont, (1482: huizing en hofstede, genaamd de Mersch), in Oegstgeest met 7½ hont land, noord: Willem Hendriksz. (1602: de leenman), west (1602: de leenman), en 1 morgen aldaar (1482: in een kamp van 2 morgen, waarvan 1 roert aan Wassenaar), west: de Rijn, noord: kinderen Willem Simonsz. (1602: Cors Hendriksz.), oost: de leenman met eigen (1602: de schouwsloot), (1602: zuid: het convent van Rijnsburg), (1472: jaarlijks 5 pond 10 s. hollands, zijnde 4 pond 18 s., waardig).
    9-12-1385: Willem van Alkemade, 6461 fol. 342v.
    ..-.-14..: Dirk Boudijnsz. van Zwieten, vermeld 1472, bij overdracht door Willem van Alkemade IJsbrandsz., 6461 fol. 342v, LRK 283 fol. 117.
    5-6-1482: Pieter Andriesz. bij dode van Dirk Boudijnsz. van Zwieten, zijn oom, 6462 fol. 75v.
    20-5-1483: Boudewijn Paats bij dode van Dirk van Zwieten, zijn oudoom, 6462 fol. 83.
    4-1-1484: Jan Dirk Engbertsz. bij dode van Pieter Andriesz., zijn oom, 6462 fol. 87v-88. De volgende beleningen zijn gelijk aan nr. 16 tot:
    ..-.-1569: Hendrik van Kraken voor heer Jacob van Endegeest, kanunnik te Leiden, die aankwam van Engbert Jacobsz., diens vader, met het eerste perceel vermeld, LRK 340 fol. 29v.

    vermelding:
    Leen 154. 11 hont land in Oegstgeest, waarvan 7 hont: oost: de heer van Wassenaar (1603: de wees van Willem Kortzwager Cornelisz. bij Marietje Dirksdr.), noord: Nikolaas Rijn (1603: weduwe van jonkheer Proost), west: Nikolaas Hoisken (1603: erven Dirk Cornelisz., die woonde bij de brug te Oegstgeest; 1623: de leenman, de abdij Rijnsburg en het kapittel van Hogelande te Leiden), en 4 hont: noord: de graaf van Holland (1608: Maarten van Schouwen van Endegeest; 1638: Pieter Maartensz.), west: de heerweg, zuid: de voorsteeg, oost: (1638: Nikolaas Krijnen), (1569: jaarlijks 9 pond waardig).
    7-10-1510: Engbert Jacobsz. zoals Dirk Engbertsz., fol. 465.
    15-12-1535: Jan Engbertsz. voor mr. Jacob Engbertsz., priester, zijn broer, bij dode van Engbert Jacobsz., diens vader, fol. 465.
    ..-.-1569: Hendrik van Kraken voor heer Jacob van Endegeest, kanunnik te Leiden, LRK 340 fol. 119.
    18-9-1578: Jan van Leeuwen Hugenz. voor Geertruida van Endegeest bij dode van mr. Jacob Engbertsz., haar broer, fol. 465v-466v.

    Leen 154A. 7 hont in Oegstgeest.
    13-8-1583: Willem van Kraken van der Laan bij dode van Geertruida van Endegeest, zijn grootmoeder, fol. 468v.
    27-3-1594: Maarten van Schouwen van Endegeest bij overdracht door mr. Pieter Odolfsz., organist van Alkmaar, voor Willem van Kraken van der Laan te Leiden na naasting van diens verkoop aan Willem Frankenz., fol. 468v-469v.
    154B. 4 hont in Oegstgeest.
    9-10-1582: Maarten Nikolaasz. van Endegeest bij dode van Geertruida van Endegeest, zijn nicht, fol. 466v-467.

    Engbert is getrouwd met Maria Paets van Sonneveld op 21 sep 1494 (civil). Maria (dochter van Jan Heijnric Paedsensz van Sonneveld en Geertruijt Sijbrantsdr Ruijgrok van der Werve) is geboren circa 1473; is gestorven op 25 mei 1544. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  4. 7.  Maria Paets van Sonneveld is geboren circa 1473 (dochter van Jan Heijnric Paedsensz van Sonneveld en Geertruijt Sijbrantsdr Ruijgrok van der Werve); is gestorven op 25 mei 1544.

    Aantekeningen:

    Getrouwd:
    "Toen had het protest der neven reeds een einde genomen daar Dirck, geene kinderen meer hebbende, als zijn leenvolger had aangewezen den zoon van zijnen broeder Jacob, genaamd Engebrecht, die door zijn huwlijk met eene zuster der protesteerenden: Marie Paets op St. Mathysdag (21 September) 1494 de twistenden tot elkaar had gebracht"
    Het protest betrof de vermaking van Jan, de zoon van Dirck Engbertsz van Berckel aan zijn vader, in plaats van de bloedverwanten van de moeder van Jan Dircks van Berckel.

    Kinderen:
    1. Jan Engbertsz van Endegeest is gestorven circa 1557.
    2. Mr. Jacob Engberts van Endegeest is geboren circa 1496; is gestorven circa 11 nov 1577.
    3. 3. Geertruijt Engebrechtsdr van Endegeest is geboren op 28 jun 1504; is gestorven op 10 feb 1579 in Leiden.


Generatie: 4

  1. 8.  Joost Jacobsz van der Laen (zoon van Jacob IJsbrantsz van der Laen en Clementia Jacobs Dirksz); is gestorven vóór 1510.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 1459 tot 1510; Leen van de hofstad Poelgeest
    • functie: van 1471 tot 1472; Schepen van Leiden
    • vermelding: van 21 jan 1512; Schuldbekentenis

    Aantekeningen:

    vermelding:
    KOUDEKERK
    46. Een woning tussen de Rijn en de achtersloot van de heemwerf (1459: een woning met de oude boomgaerd en beplanting te Coudekerke, tussen de gracht van het steenhuis en het land van Gherit Hoghestraet), binnen de buitenkant van de gracht (1459: van de woning).
    30-12-1459: Heer Gherit Pietersz., priester, na overdracht door Mathijs Willem Wouterszoonsz. (A, fol. 6).
    16-3-1484: Lenaert Willemsz., gehuwd met Machtelt Aelbrechtsdochter, bij dode van zijn oom heer Gherit Pietersz. (A, fol. 6 en B, fol. 2).
    11-10-1504: Meester Jacob van der Hoeck, doctor in de godgeleerdheid, bij dode van zijn broer Lenaert Willemsz. (B, fol. 2).
    28-10-1510: Elizabeth Willemsdochter, weduwe van Joest van der Laen, hulde door haar zoon Phillips van der Laen, bij dode van haar broer meester Jacob van der Hoeck, doctor in de godgeleerdheid (B, fol. 2).

    vermelding:
    Hof van Holland 22-1-1512: Philips van der Laen voor hem zelf en vervangend Lijsbeth van der Laen, zijn moeder is 21 R gld per jaar schuldig aan jonkvrouw Machteld Aelborchsdr, huisvrouw van Meesen Jacop Willems wegens een goed onder Leiderdorp.

    Joost + Elisabeth Willem Philips Hoecksdr. Elisabeth (dochter van Willem Philipsz Hoeksz) is gestorven vóór 11 mrt 1524. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  2. 9.  Elisabeth Willem Philips Hoecksdr (dochter van Willem Philipsz Hoeksz); is gestorven vóór 11 mrt 1524.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 1454 tot 1530; Leen van de hofstede Heemskerk
    • vermelding: van 1459 tot 1510; Leen van de hofstad Poelgeest
    • vermelding: van 1474 tot 1523; Lenen van de Proost van de Domkerk
    • vermelding: van 1502; Vermogensbelasting te Leiden
    • vermelding: van 21 jan 1512; Schuldbekentenis

    Aantekeningen:

    Haar broer gebruikt de achternaam Van der Hoeck

    vermelding:
    ALPHEN
    8. 2 morgen land in Alphen, strekkend van de Loet tot Spoelwijk, oost: de leenman (1381: Nikolaas van Noorden; 1524: oude Beukel van der Goude), noord: Jacob die Brede (1381: Jacob van der Loet en kinderen Willem van der Loet; 1524: oude Beukel van der Goude), (1524: zuid: Fihps Nachtegaal, west: erven Jacob van Borsele).
    24-1-1447: Willem Filipsz. voor Filips, zijn zoon, bij overdracht door Willem van Noorden, LRK 115 c. Nd.-Holland fol. 22.
    4-5-1454: Leendert Willem Filipszz. bij overdracht door Filips Willem Filipszz., zijn broer, LRK 116 c. Nd.-Holland fol. 41.
    4-11-1504: Bartholomeus Hendriksz. voor mr. Jacob Hoek, doctor in de theologie, bij dode van Leendert Willemsz., diens broer, LRK 122 c. Nd.-Holland fol. 52v.
    17-10-1510: Filips van der Laan voor Elisabeth Willemsdr., zijn moeder, bij dode van mr. Jacob Hoek, haar broer, LRK 123 c. Nd.-Holland fol. 27v-28.
    11-3-1524: Adriaan van Zonneveld voor Willem van der Laan Filipsz., zijn zwager, die buitenslands is, bij dode van Elisabeth Willemsdr., diens grootmoeder, LRK 124 c. Nd.-Holland fol. 61.
    29-12-1530: Reiner Pietersz. te Alphen bij overdracht door Willem van der Laan, LRK 125 c. Nd.-Holland fol. 31v.

    vermelding:
    KOUDEKERK
    46. Een woning tussen de Rijn en de achtersloot van de heemwerf (1459: een woning met de oude boomgaerd en beplanting te Coudekerke, tussen de gracht van het steenhuis en het land van Gherit Hoghestraet), binnen de buitenkant van de gracht (1459: van de woning).
    30-12-1459: Heer Gherit Pietersz., priester, na overdracht door Mathijs Willem Wouterszoonsz. (A, fol. 6).
    16-3-1484: Lenaert Willemsz., gehuwd met Machtelt Aelbrechtsdochter, bij dode van zijn oom heer Gherit Pietersz. (A, fol. 6 en B, fol. 2).
    11-10-1504: Meester Jacob van der Hoeck, doctor in de godgeleerdheid, bij dode van zijn broer Lenaert Willemsz. (B, fol. 2).
    28-10-1510: Elizabeth Willemsdochter, weduwe van Joest van der Laen, hulde door haar zoon Phillips van der Laen, bij dode van haar broer meester Jacob van der Hoeck, doctor in de godgeleerdheid (B, fol. 2).

    vermelding:
    LEIDERDORP
    leen 10A. De helft van 8 morgen land, gemeen met Jacob van Sonnevelt
    23-1-1452: Willem Philipsz. na overdracht door Dirck Wouter Daniel Pieterszoonsz. (1b, fol. 42v).
    Het leen 10A gesplitst in 10C en 10D.
    leen 10D: De helft van 5 morgen land
    1-6-1474: Lijsbeth Willem Philips Hoecksdochter, gehuwd met Joas van der Laen (1b, fol. 76v).
    15-1-1523: Jonkvrouwe Berte van der Laen, gehuwd met Adriaen van Zonneveld Noutenz., na overdracht door haar broer Willem van der Laen Philipsz. (3, fol. 198).

    leen 13B. De helft van 12 morgen land.
    23-1-1452: Willem Philipsz. na overdracht door Dirck Wouter Danel Pieterszoonsz. (1b, fol. 42v).
    Het leen 13B gesplitst in 13C en 13D.
    leen 13 D: De helft van 5 morgen land
    1-6-1474: Lijsbeth Willem Philips Hoecksdochter, gehuwd met Joes van der Laen. (1b, fol. 76v).
    15-1-1523: Jonkvrouwe Berte van der Laen, gehuwd met Adriaen van Zonnevelt Noutenz., na overdracht door haar broer Willem van der Laen Phillipsz. (3, fol. 198).

    leen 15A. 1 viertel land en leen 15B 1 viertel land
    29-11-1442: Willem Philips Hoecksz. na overdracht door Willem (15a) en Jacob Gerijtsz. (15b) (1b, fol. 27).
    De lenen 15A en 15B verenigd tot het leen 15.
    leen 15. 18 morgen land met huis en boomgaard tussen de Rijn en Achterdijk
    29-11-1442: Willem Philips Hoecksz. bepaalt dat zijn oudste zoon het huis met 3 morgen land, zijn beide volgendae zoons elk 7 morgen land zullen erven. (1b, fol. 27).
    15-6-1474: Leenert Wilhelmsz. met het huis, de boomtgaard en 3 morgen land; meester Jacob Hueck Wilhelmsz. en meester Jan Wilhelmsz. elk met 7 morgen land bij dode van hun vader Wilhelm Philips Hoecxz. (1b, fol. 76v).
    9-2-1505: Meester Jacob van den Houc, doctor in de godgeleerdheid, deken te Naeltwijck, gemachtigde Henrick die Jonghe, bij dode van zijn broers Leenert Willamsz. en meester Jan Willamsz. met hun aandeel. (2b, fol. 27).
    24-7-1510: Jonkvrouwe Elisabeth Willamsdochter, weduwe van Joest van der Lane, bij dode van meester Jacob van der Hoec, doctor in de godgeleerdheid, deken te Naeltwijck. (2b, fol. 72).
    14-5-1521: Jacop Adriaensz. van der Wijele alias Stalpert, hulde door meester Willem Willemsz., na overdracht door meester Jacop van Medenblick namens jonkvrouwe Elisabeth Willemsdochter, weduwe van Joost van der Laen. (3, fol. 169).

    vermelding:
    Burgstreng: Lysbet (en Phillip haar zoon) van der Laen met haar zoon Phillip van der Laen 24,00

    vermelding:
    Hof van Holland 22-1-1512: Philips van der Laen voor hem zelf en vervangend Lijsbeth van der Laen, zijn moeder is 21 R gld per jaar schuldig aan jonkvrouw Machteld Aelborchsdr, huisvrouw van Meesen Jacop Willems wegens een goed onder Leiderdorp.

    Kinderen:
    1. 4. Philips Joostensz van der Laen is geboren vóór 1437; is gestorven vóór 20 nov 1520.

  3. 12.  Jacob Engelbrechtsz van Berckel is geboren vóór 1470 (zoon van Engbert NN); is gestorven vóór 1510.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 1485 tot 1535; Grafelijke lenen Graaf van Holland
    • vermelding: van 1488 tot 1510; Leen van de Domproosdij te Utrecht
    • vermelding: tot 1535; Leen van de hofstede Teilingen

    Aantekeningen:

    De van Berckels noemden zich bij voorkeur slechts "van Endegeest” en voerden ook het wapen

    vermelding:
    VLAARDINGEN
    leen 68. 5 morgen land in Janscomp (1535: in de woning en bruikwaar van Clays Heyn), strekkende tot de weg met de erbij behorende dijk (1346: en met twee hofsteden: te Clattenborch op de westzijde, belend ten westen: de proost van Conincvelt, ten oosten: de weg die door de schepenen wordt geschouwd, 1535: de Hogerhucxseweg, 1578: de Baetweyde, ten zuiden: Han Evegheer, 1418: Dirc van der Hoirn, 1535: Pieter Simonsz., 1578: de Biescamp, ten noorden: Arnd Sisere, 1418: Screvel Vranckenz., 1535: Jacob Gerritsz. stierman, 1578: de Holysche weg), pachter: (1593: Adriaen Lenertsz., 1626: Claes Bastiaensz., 1628: Jan Klinckenberg).
    18-8-1485: Dirck Engebrechtsz. bij dode van heer Bouwen Jansz. priester (L.H. 120, cap. N.H., fol. 22v).
    23-9-1510: Clemeyns Jacobsdochter, gehuwd met Pieter Dircxz. Cooman, bij dode van haar oom Dirck Engebrechtsz. (L.H. 123, cap. N.H., fol. 26v).
    7-10-1510: Engebrecht Jacobsz. bij dode van zijn oom Dirck Engebrechtsz. (L.H. 123, cap. N.H., fol. 27v).
    15-12-1535: Meester Jacob Engebrechtsz. van Eyndegheest bij dode van zijn vader Engebrecht Jacobsz. (L.H. 125, cap. N.H., fol. 95v).

    vermelding:
    LEIDERDORP
    leen 11. 1 hoeve land in de Acht Hoven (1450: groot 16 morgen, belast met 1½ oude schild ten behoeve van de domproosdij), (1611: belend ten oosten: Pieter Claesz. Ket, ten westen: Willem Aelwijnsz. van der Woert).
    2-3-1450: Dirc Boudijnsz. van Zwieten mag, daar hij geen kinderen heeft, bij testament over het leen beschikken. (1b, fol. 36v).
    3-6-1488: Jan Diericksz. te versterven op de nakomelingen van zijn vader Dierck Engelbrechtsz. (2a, fol. 112).
    29-9-1489: Dierck Engelbrechtsz. bij dode van zijn zoon Jan Diericksz. (2a, fol. 115).
    3-10-1495: Dierck Engelbrechtsz. tocht zijn vrouw Katherijn Willemsdochter, gemachtigde: meester Pieter Velleman, kanunnik van sint Pancraes te Leyden. (2a, fol. 125).
    3-9-1510: Engebrecht Jacobsz. bij dode van zijn oom Dirck Engbertsz., behoudens de lijftocht van diens weduwe Katrijn Willemsdochter. (2b, fol. 72v).

    vermelding:
    OEGSTGEEST
    38. De halve koren- en smaltiende (1329: van Leidermersch; 1463: buiten Leiden in Oegstgeest; 1399: gemeen met de abdis van Rijnsburg) tussen Marnedijk en Holdesclage, (1629: samen met nr. 39 f 4200,- waard).
    ...
    6-5-1484: Allard Evertsz. voor Elisabeth Andriesdr. bij dode van Dirk Andriesz. alias Poes, haar broer, binnensjaars na de dood van Pieter Andriesz., hun broer, LRK 120 c. Nd.-Holland fol. 9.
    7-5-1484: Jan Dirk Engbertszz. bij overdracht door Allard Evertsz. voor Elisabeth Andriesdr., zijn tante, LRK 120 c. Nd.-Holland fol. 9v-10.
    6-11-1487: Dirk van Boneem voor Dirk Engbertsz. bij overdracht door Jan, diens zoon, LRK 120 c. Nd.-Holland fol. 36v-37.
    7-10-1510: Engbert Jacobsz. bij dode van Dirk Engbertsz., zijn oom, LRK 123 c. Nd.-Holland fol. 27v.
    15-12-1535: Jan Engbertsz. voor mr. Jacob Engbertsz. van Endegeest, priester, zijn broer, bij dode van Engbert, diens vader, LRK 125 c. Nd.-Holland fol. 95v.
    24-7-1578: Geertruy van Endegeest Engebrechtsdochter, weduwe van Willem van der Laen, hulde door Jan van Leuwen Huygensz. volgens procuratie d.d. 10-7-1578 voor notaris Idsbrant Jacobsz. van Bouchorst, bij dode van haar broer meester Jacob Engebrechtsz. van Endegeest (1.h. 134, f 123~1.
    22-3-1580: Willem van Craeken van der Laen, onmondig, hulde door IJsbrant Jacobsz. van Bouckhorst, bij dode van Geertruyt van Endegeest Engelbrechtsdochter [I.h. 135, f ‘63). 5-5-1593: Willem van Craecken van der Laen doet zelf hulde (1.h. 135. f 631.
    15-7-1596: Maarten van Schouwen van Endegeest bij overdracht door Willem van Kraken van der Laan, LRK 139 fol. 23v-24.

    Kinderen:
    1. 6. Engbert Jacobsz van Endegeest is gestorven vóór 15 dec 1535.

  4. 14.  Jan Heijnric Paedsensz van Sonneveld (zoon van Heijnric van Paedsen).

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • functie: van 1445; Schepen van Leiden
    • functie: van 2 mei 1465; Burgemeester in Leijden

    Aantekeningen:

    functie:
    Vermeldingen van 26-08-1445 tot en met 3-2-1451

    functie:
    Vermeld van 2-5-1465

    Jan + Geertruijt Sijbrantsdr Ruijgrok van der Werve. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  5. 15.  Geertruijt Sijbrantsdr Ruijgrok van der Werve
    Kinderen:
    1. 7. Maria Paets van Sonneveld is geboren circa 1473; is gestorven op 25 mei 1544.




Over deze website

Heb je aanvullingen, verbeteringen, vragen en/of foto's? Neem contact op. Wij horen graag van je!
Je kunt gegevens overnemen van de site als je de bron vermeldt.
Vanwege het auteursrecht op diverse documenten kun je afbeeldingen niet overnemen.