Vranck Janse Duijvestein

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 24 sep 1658; Verkoop uit nalatenschap
• vermelding: van 5 okt 1666; Vermeld bij boedelverdeling tante Annetge Henricxdr Duijvestein
• vermelding: van 25 aug 1668; Testament Vranck Jansz Duijvesteijn
• vermelding: van 15 mrt 1671; Huwelijkse voorwaarden
• vermelding: van 11 aug 1671; Testament Jannetje Francken van Rijt
• vermelding: van 21 mei 1672; Transactie in nalatenschap
• vermelding: van 28 mei 1672; Regeling schuld
• vermelding: van 25 jan 1674; Verkoop aan zwager
• vermelding: van 27 jan 1674; Verkoop uit nalatenschap
• vermelding: van 18 mei 1674; Verkoop land te Kethel
• vermelding: van 1 feb 1675; Verkoop voor (stief)kinderen
• vermelding: van 7 aug 1685; Verkoop uit nalatenschap

Aantekeningen:

vermelding:
ORA Wateringen f. 75 d.d. 24-9-1658: Pieter Jansz. Duijvesteijn wonende in De Lier en Leendert Jansz. Duijvesteijn wonende te Wateringen voor hen zelf en als omen en bloedvoogden van Jannetge Meesen nagelaten kind van Jannetje Jansdr. haar comparanten zuster in echt geprocreerd bij Mees Gerritsz. van der Meer, en zich sterk makende voor Gerrit, Arent, Vranck en Engel Jansz. haar comparanten absente broeders, te samen kinderen en erfgenamen van zaliger Jan Gerritsz. (sic! Hendricks) Duijvesteijn in zijn leven woonachtig op Honselersdijk bekenden verkocht te hebben aan Gerrit Hendricksz. van Breuckhoven wonende op Honselersdijk in de ban van Wateringen een huis en erf in de ban van Wateringen daar de koper althans in woonachtig is.

vermelding:
ONA Delft, Notaris Christiaan van Vliet, 5-10-1666: Verdeling door de erfgenamen van het echtpaar Cornelis Sijmons van Schagen en Annetge Henricxdr Duijvesteijn. Haar deel wordt verdeeld onder:
1. 1/3 deel naar haar broer Jan Hendricxsz van Duijvesteijn;
2. 1/3 deel naar de (klein)kinderen van Jan Hendricxse Duijvestein de jonge: Pieter Janse Duijvesteijn, Gerrit Janse Duijvesteijn, Arent Janse Duijvesteijn, Vranck Janse Duijvesteijn, samen ook voor het weeskind van Jannetge Jansdr Duijvesteijn
3. 1/3 deel naar de kinderen van haar zus Lijsbet Hendricx Duijvesteijn: Maritge Pouwels en Arij Pouwels.
Met de talrijke erfgenamen van Cornelis Sijmons van Schagen kwam men bijeen in herberg 'De Vergulde Son' te Delft. Arien Pouwels (Verheul) had uit de nalatenschap ‘een wapering’ overgenomen. Er viel onder de erfgenamen voor bijna 5000 gld. te verdelen. Er is ook sprake van overgenomen hooi, haver en boter (uit het boerenbedrijf van het echtpaar). Er is interest berekend vanaf de maand maart (vermoedelijk overlijden langstlevende van het echtpaar)

vermelding:
Vranck Jansz. Duijvesteijn Jongman, ligt ziek te bed ten huize van Vranck Joosten van Rijt, compareerde 25 augustus 1668 tot het maken van zijn testament, waarin hij ten eerste enige legaten vermaakt aan zijn broeder Leendert Jansz. Duijvesteijn, aan een dochter van deze broeder, Engeltje Leenders Duijvesteijn, en aan Maritgen Heijndricxdr., de huisvrouw van zijn broeder Leendert Jansz. Duijvesteijn, benoemt vervolgens tot zijn universele erfgenamen zijn naaste erfgenamen ab intestato.

vermelding:
Schiedam 15-3-1671: Vranck Jansz. Duijvesteijn
Wonende te Schiedam, toekomende bruidegom, en Jannetge Vrancken van Rijt, weduwe, wonende onder de Hof van Delft, toek. bruid, verklaren een huwelijk aan te gaan waarbij de man de jaarlijkse inkomsten uit zijn goederen in zal brengen en zijn goederen buiten buiten de huwelijksgemeenschsap houdt, en waarbij de bruid haar goederen in het huwelijk brengt, waarvoor indien haar man voor haar overlijdt, zij van hem 2500 gulden zal ontvangen in dato 15 maart 1671.

vermelding:
Schiedam 11-8-1671: Jannetje Vrancken van Rijt, gehuwd geweest met Cornelis Ariensz. Sijdeman en nu met Vranck Jansz. Duijvesteijn, wonende te Schiedam. Maakt haar testament, waarbij zij legateert aan Vranck Jansz. Duijvesteijn voorn.de helft van haar linnegoed, aan Maria Cornelis Sijdeman, haar dochter, haar zilverwerk, bepaald, dat de goederen, die zij van haar kinderen erft, zullen toekomen aan de kinderen uit haar eerste huwelijk en benoemt tot voogden over haar minderjarige erfgenamen Vranck Jansz. Duijvesteijn voorn. en Adriaen Cruijck, oud-kapitein van de burgerij te Schiedam

vermelding:
ORA Kethel en Spaland Nr. 4 folio 4 d.d. 21-05-1672. Vranck Jansen Duijvesteijn en Jannetje Vrancken, enige dochter en erfgenaam van Vranck Joosten van Rijt, echtgenoten wonende Schiedam bekennen schuldig te zijn aan Arijen Hillebrantsz. Ouwervest gehuwd met Maertjen Arijens wonende Berkel in Rodenrijs, voor de ene helft, mitsgaders aan Willem Vrancken van Rijt wonende Kethel-ambacht en Dirck Arentsz. Mostert wonende Zouteveen, als voogden over Grietgen Arentsdr. nagelaten dochter van Arijen Joosten en Maertje Claes, beiden overleden, tbv dezelfde onmondige dochter, voor de andere helft en tezamen voor het geheel, de somme van f 2.750. Hiervan zijn f 2.650 spruitende uit zake van cassatie van een obligatie, inhoudende gelijke somme, door comparanten op 20-05-1672 voor notaris Heijndrick de Man te Schiedam verleden, welke obligatie voortgekomen was door cassatie van een obligatie onder de hand verleden, inhoudende als restant van meerder kapitaal, een gelijke somme van f 2.650 en 2 jaar interest van f 150, door Vranck Joosten van Rijt zaliger, des voorn. Jannetgen Vrancken vader, ter zake van geleend geld tbv. Arijen Joosten van Rijt zijn broeder, in het jaar 1658 ondertekend. De voorn. Arien Hillebrantsz. en Grietgen Arents als mede erfgenamen van Arien Joosten en Maertgen Claes, hun ouders zaliger, bij scheiding en deling met de verdere erfgenamen te beur gevallen. De resterende f 100 ter zake van geleende penningen. De comparanten bekennen nog schuldig te zijn aan Geertje, Gerrit, Maertje, Fijtje, Vranck, Grietje, Jan en Joost Ariensz. van Rijt, de somme van f 800, spruitende ter zake van de cassatie van een accoord door de voorn. Franck Joosten van Rijt zaliger ten hunner behoefte ondertekend, ter zake hij uit de goederen van Fijtje Maertens der voorsz. kinderen grootmoeder zaliger, met de welke hij gehuwd is geweest, schuldig was. Ten behoeve van de schuld verbinden de comparanten 7½ morgen wei- en hooiland aaneen gelegen in de ‘sGravenlandse polder, belend ten W: de erfgenamen van Crijntgen Ingen, ten O: de weduwe, kinderen en erfgenamen van Cornelis Nieupoort. Strekkende voor van de ‘s-Gravenlandse toepad tot in de Schiedamse Schie.

vermelding:
Schiedam 28 mei 1672: Maria Buijs gehuwd met Pieter Jan Michielsz. Bos, lakenkoper en winkelier te Delft. Compareerde tesamen met Vranck Jansz. Duijvesteijn, als gemachtigde van zijn echtgenote Jannetge Vrancken, eerst gehuwd geweest met Cornelis Ariens. Zijdeman, verklaarden dat de schuld van 46 gulden 17 st. die Duijvesteijn aan haar schuldig was, en waarvoor Jacob van Santen en Gerbrandt Wijckerhelt zijn tussenbeide gekomen. op de eerste mei 1673 zal moeten betalen, daar Duijvesteijn dit nu onmogelijk is.

vermelding:
ORA Schiedam 25-01-1674. Jannetgen Vranckendr. gehuwd met Vranck Jansz. Duijvesteijn als houdende haar eigen goederen verkoopt Arent Jansz. Duijvesteijn zeker huis, bouwhuis, barg en geboomte met erf, belend O ‘s-heren bansloot genaamd de Krepelstraat en W de banen van de erfgenamen van Lijsbeth Jansdr., strekkende voor van de straat tot achter aan zekere andere ‘s-heren bansloot, voor 640 gld in gereed geld ontvangen.

vermelding:
ORA Kethel en Spaland Nr. 23 folio 19 d.d. 27-01-1674. Franck Jansz. Duijvesteijn en Jannetje van Rijt zijn huisvrouw, enige dochter en erfgename van Vranck Joosten van Rijt, gewoond hebbende en overleden in Schiedam, hebben verkocht aan Adriaen Kruijck schepen van Schiedam, 3 morgen 3 hond land, gemeen met de kinderen van Cornelis Arijensz. Sijdeman in een stuk van 7 morgen, gelegen in de Nieuwlandse polder. Belend ten O: Pieter Lourisz. van Noort en ten W: de weduwe van de heer Hugo van Bleijswijck te Schiedam. Strekkende van het 's-Gravenlandse toepad, met zijn uiterdijk over de Oudendijk. Vrij en niet belast. Prijs f 750 voor iedere morgen, bedragende f 2.625, contant geld.

Nr. 24 folio 20 d.d. eodem die. Franck Jansz. Duijvesteijn en Jannetje Vrancken van Rijt zijn huisvrouw enige dochter en erfgename van Vranck Joosten van Rijt, gewoond hebbende en overleden te Schiedam, hebben verkocht aan de heer Adriaen Cruijswijck tbv. zijn zuster Maritgen Willems Maen weduwe Cornelis Galeijnsz. Keijser, 6 morgen 3 hond land in de Nieuwlandse polder. Belend ten N: de erfgenamen van Krijntjen IJnge weduwe van Arijen Jorisz. Krooswijck en ten ZW: de weduwe van Ds. Johannis Soete, in leven dienaar des Goddelijken Woord te Schiedam. Strekkende van het 's-Gravenlandse toepad met zijn uiterdijk over de Oudendijk. Vrij en niet belast. Prijs f 750 voor iedere morgen, bedragende f 4.875, contant geld

vermelding:
Schiedam 18-5-1674: Maertjen Willems Maen gehuwd met Cornelis Galeijnsz. Keijser, wonende te Schiedam, weduwe, machtigt Adriaen Kruijck, haar broeder, om van Adriaen Poth, griffier van het Hof van Holland, te ontvangen 2500 gld. benevens de verlopen rente, volgens een rentebrief door Vranck Jansz. Duijvesteijn en Jannitje Vrancken, uitgeschreven met als onderpand 7,5 morgen land in de 's Gravenlandsche polder in het ambacht van Kethel, welke som hun toekomt volgens een verbaal van Willem Willemsz. Goes. 18 mei 1674.

18-5-1674: Johan Pedij koopman, wonende te Rotterdam, als gemachtigde van Willem Nieupoordt, kassier van de kamer van Rotterdam van de Oost-Indische Compagnie, en Adriaen Kruijck, oud-Schepen van Schiedam, mede als gemachtigde van Maertjen Willems Maen, weduwe van Cornelis Galeijnsz. Keijser, zijn zuster verklaren overeengekomen te zijn dat Adriaen Kruijck aan Adriaen Poth, griffier van het Hof van Holland, zal voldoen 4450 gulden, waarvoor Cornelis Vinck, procureur voor het voorn. Hof, 7.5 morgen land heeft gekocht voor hem in de 's-Gravenlandse polder in de heerlijkheid Kethel welke grond toebehoorde aan Vranck Jansz. Duijvesteijn, waarvoor Kruijck als koper van het voorn. land zal worden beschouwd. in dato 18 mei 1674.

vermelding:
Schiedam 1-2-1675: Vranck Jansz. Duijvesteijn Gehuwd met Jannitje Vrancken van Rhijdt, wonende in de Hof van Delft. Mede als gemachtigde van Vranck Pietersz. van der Valck, en Jan Cornelisz. Sijdeman, voogden over de kinderen van Cornelis Arentsz. Sijdeman za. en Jannitje Vrancken voorn. verklaart verkocht te hebben aan Alewijn Ghijsen, koopman te Schiedam, een stukje land van 7 hond in Oud-Mathenesse, belend ten noorden de koper, ten westen en ten zuiden de 's heerenwech en ten oosten de jonkvrouw van Mathenesse voor 525 gulden, voor welk land Jan - Jacobsz., bouwman, nog 2 jaar pacht moet betalen voor 200 gulden per jaar. 1 febr. 1675.

vermelding:
ORA Wateringen f. 71 d.d. 7-8-1685: Pieter Jansz. Duijvesteijn, Maria Hendericksdr. van Noorden weduwe en boedelhoudster van Leendert Jansz. Duijvesteijn, Gerrit Jansz. Duijvesteijn, Arent Jansz. Duijvesteijn voor hem zelf en als transport hebbende van Vranck Jansz. Duijvesteijn in De Lier gepasseerd d.d. 21-8-1681 en Jan Benijer secretaris in De Lier als procuratie hebbende van Willem Jacobsz. Leelijezee als in huwelijk hebbende Jannetie Meesdr. dochter van Jannetie Jansdr. Duijvesteijn, zijnde deze procuratie gepasseerd voor schepenen van Maassluis op 31-7- 1685, alle kinderen en kindskind van Engeltie Vranckendr. van der Burgh die zuster was van zaliger Trintie Vranckendr. van der Burgh, nog Cornelis Ariensz. van der Burgh enige zoon van Arent Vrancken van der Burgh die broeder was van de voorn. Trintie Vranckendr. van der Burgh en laatstelijk Leendert Jacobsz. Hoffsteede, Nicolaes Hoffsteede, Gijs Claesz. van der Voort als in huwelijk hebbende Trintie Jacobsdr. Hoffsteede en Dirck Cornelisz. van Dijck als in huwelijk hebbende Engeltie Jacobsdr. Hoffsteede, alle kinderen van Maertie Vranckendr. van der Burgh mede zuster van de voorn. Trintie Vranckendr. van der Burgh en zulks gezamenlijk voor drie vierde parten collaterale erfgenamen van zaliger de voorn. Trintie Vranckendr. van der Burgh haar comparanten gewezen moeie verklaarden verkocht te hebben aan de heer IJsbrant d’Overschije wonende in ’s Gravenhage een perceel land genaamd de Noortweij groot 4 morgen 5 hond 68 roeden vrij patrimoniaal goed uitgezonderd 3,5 hond wezende erfpacht te betalen aan de prins van Oranje, alles volgens de oude brief d.d. 28-6-1614, wezende het voorsz. perceel land gelegen in Wateringen in de Wippolder.

Vranck is getrouwd met Jannetje Vrancken van Rijt op 31 mrt 1671 (civil) in Hof van Delft. Jannetje (dochter van Vranck Joosten van Rijt en Fijtge Maertensdr Verdel) is geboren circa 1627; is gestorven na 1 feb 1675. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Aantekeningen:

Getrouwd:
JM woonende tot Schiedam; weduwe woonende onder 't Hoff van Delft bij Pijnacker
BG geassisteert met Arijen Vrancken van der Burgh als oom

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 18 mei 1613; Koop huis en erf te Wateringen met zonen als borg
• vermelding: van 4 aug 1624; Verkoop land uit nalatenschap
• vermelding: van 9 mei 1626; Koop onroerend goed te Naaldwijkerbroek
• vermelding: van 22 mei 1641; Verkoop onroerend goed te Naaldwijkerbroek
• vermelding: van 3 mei 1652; Verkoop uit nalatenschap
• vermelding: van 24 sep 1658; Verkoop uit nalatenschap
• vermelding: van 5 okt 1666; Verdeling nalatenschap

Aantekeningen:

Geboorte:
Jan was in 1613 borg voor zijn vader. Hij moet dan al volwassen zijn geweest

vermelding:
ORA Wateringen f. 102v d.d. 18-5-1613: Cornelis Maertensz. wonende in het dorp van Wateringen bekende verkocht te hebben aan Henrick Jansz. Duijvesteijn onze mede buurman een huising, erf en boomgaard in het dorp van Wateringen.
f. 103: Bijbehorende schuldbrief. Borgen Ouwe Jan Henricxsz. Duijvesteijn en Jonge Jan Henricxsz. Duijvesteijn zonen van de voorsz. Henrick Jansz.

vermelding:
ORA Wateringen f. 3 d.d. 4-8-1624: Jan Heijndricxsz. Duijvesteijn, Anthonis van Vliet en Abraham van Vliet als administrateurs van de boedel en goederen van Heijndrick Jansz. Duijvesteijn hebben verkocht bij willig decreet van het Hof van Holland aan Harman Pietersz. van Ruijven koopman binnen de stad Delft omtrent 3 morgen weiland gelegen in de Wippolder binnen het ambacht van Wateringen.

vermelding:
ORA Wateringen f. 23v d.d. 9-5-1626: Jonge Jan Heindricxsz. Duijvesteijn wonende in Naaldwijkerbroek in het ambacht van Wateringen als principaal schuldenaar en Vranck Adriaensz. van der Burch mede wonende in hetzelfde ambacht als borg bekenden bij overwijzing van de erfgenamen van zaliger Arent Jansz. en Jannetgen Engelen in haar leven gewoond hebbende in Naaldwijkerbroek voorsz. schuldig te wezen aan Johan Sallengre als rentmeester van vrouwe Maria van Utrecht weduwe van heer Johan van Oldenbarnevelt in zijn leven heer van Berkel, Bakkum etc. advocaat van Holland en West-Friesland de som van 2000 car. gld. als rest van kooppenningen van een woning als huis, schuur, bargen en geboomte staande op bruiklanden in Naaldwijkerbroek met de actie van dezelfde landen door de voorn. erfgenamen aan voorsz. Jan Heindricxsz. Duijvesteijn heden getransporteerd.

f. 24 d.d. 9-5-1626: Jan Engelsz. als oom en voogd van het nagelaten weeskind van zaliger Jannetgen Engelsdr. geweest zijnde huisvrouw van zaliger Arent Jansz. voor de ene helft, Adriaen Pietersz. van der Wol als getrouwd hebbende Aechgen Jansdr., Jan Maertsz. nagelaten zoon van Maritgen Jansdr., Cors Jorisz. als getrouwd gehad hebbende Hilletgen Jansdr. weduwe van Pieter Jansz., Doe van der Houff secretaris van Wateringen als transport hebbende Dit document is afkomstig van www.hogenda.nl Klik hier voor het totale register van Hogenda bronnen. van Claes Arensz. van der Hidde als getrouwd hebbende Annetgen Jansdr., alle in de voorsz. kwaliteit mede-erfgenamen van de voorsz. Arent Jansz., mitsgaders Adriaen Pietersz. van der Wol, Jan Maertsz. en Cors Jorisz. hen sterk makende voor de verdere erfgenamen van de voorsz. Arent Jansz. voor de andere helft, bekenden verkocht te hebben aan Jonge Jan Heinricxsz. Duijvesteijn zekere woning als huis, schuur, bargen en geboomte staande op zekere bruiklanden en dat met de toegift van dezelve bruiklanden, leggende in Naaldwijkerbroek in het ambacht van Wateringen strekkende van de Brouckweg zuidwaarts tot de Sweth toe.

vermelding:
ORA Wateringen f. 190 d.d. 22-5-1641: Vranck Adriaensz. van der Burch onze inwoner als grootvader en voogd van de nagelaten weeskinderen van zaliger Engeltgen Vrancken geprocreerd bij Jan Heijnricxsz. Duijvesteijn wonende omtrent Kwintsheul in het ambacht van Moster en de voorn. Vranck Adriaensz. van der Burch bekenden in voorsz. kwaliteit voor de ene helft en de voorsz. Duijvesteijn voor de wederhelft verkocht te hebben aan Phillips Claesz. van Rijn onze inwoner, eerst een woning als huis, schuur, bargen en geboomte staande op bruiklanden, nog de toegift van 29 morgen 3 hond bruiklanden toebehorende verschillende eigenaren gelegen in Naaldwijkerbroek in het ambacht van Wateringen strekkende van de Broekweg zuidwaarts op tot de Zwet toe, nog het gewas van 3,5 morgen tarwe op devoorsz. landen gestaan hebbende in het jaar 1640.

f. 191 d.d. 22-5-1641: Phillips Claesz. van Rijn bekende schuldig te wezen Jan Heijnricxsz. Duijvesteijn voor de ene helft en de nagelaten weeskinderen van Engeltgen Vrancken geprocreerd bij de voorn. Jan Heijndricxsz. Duijvesteijn voor de wederhelft de som van 3100 car. gld. spruitende uit koop van een woning en bruiklanden

vermelding:
ORA Wateringen f. 105v d.d. 3-5-1652: Arij en Pieter Vrancken van der Burch als omen en bloedvoogden van de onmondige kinderen van Engeltgen Vrancken van der Burch in haar leven huisvrouw van Jan Heijndricksz. Duijvesteijn, bekenden verkocht te hebben aan Arendt Vrancken van der Burch zekere 4 morgen 1 hond patrimoniaal weiland gelegen in de Wippolder in het ambacht van Wateringen.

f. 111v (z.d.): Arij en Pieter Vrancken van der Burch als omen en bloedvoogden van de onmondige kinderen van Engeltgen Vrancken van der Burch in haar leven huisvrouw van Jan Heijndricksz. Duvesteijn, bekenden verkocht te hebben aan Joost Jansz. Outshooren 3 morgen patrimoniaal teelland.

vermelding:
ORA Wateringen f. 75 d.d. 24-9-1658: Pieter Jansz. Duijvesteijn wonende in De Lier en Leendert Jansz. Duijvesteijn wonende te Wateringen voor hen zelf en als omen en bloedvoogden van Jannetge Meesen nagelaten kind van Jannetje Jansdr. haar comparanten zuster in echt geprocreerd bij Mees Gerritsz. van der Meer, en zich sterk makende voor Gerrit, Arent, Vranck en Engel Jansz. haar comparanten absente broeders, te samen kinderen en erfgenamen van zaliger Jan Gerritsz. (sic! Hendricks) Duijvesteijn in zijn leven woonachtig op Honselersdijk bekenden verkocht te hebben aan Gerrit Hendricksz. van Breuckhoven wonende op Honselersdijk in de ban van Wateringen een huis en erf in de ban van Wateringen daar de koper althans in woonachtig is.

vermelding:
ONA Delft, Notaris Christiaan van Vliet, 5-10-1666: Verdeling door de erfgenamen van het echtpaar Cornelis Sijmons van Schagen en Annetge Henricxdr Duijvesteijn. Haar deel wordt verdeeld onder:
1. 1/3 deel naar haar broer Jan Hendricxsz van Duijvesteijn;
2. 1/3 deel naar de (klein)kinderen van Jan Hendricxse Duijvestein de jonge: Pieter Janse Duijvesteijn, Gerrit Janse Duijvesteijn, Arent Janse Duijvesteijn, Vranck Janse Duijvesteijn, samen ook voor het weeskind van Jannetge Jansdr Duijvesteijn
3. 1/3 deel naar de kinderen van haar zus Lijsbet Hendricx Duijvesteijn: Maritge Pouwels en Arij Pouwels.
Met de talrijke erfgenamen van Cornelis Sijmons van Schagen kwam men bijeen in herberg 'De Vergulde Son' te Delft. Arien Pouwels (Verheul) had uit de nalatenschap ‘een wapering’ overgenomen. Er viel onder de erfgenamen voor bijna 5000 gld. te verdelen. Er is ook sprake van overgenomen hooi, haver en boter (uit het boerenbedrijf van het echtpaar). Er is interest berekend vanaf de maand maart (vermoedelijk overlijden langstlevende van het echtpaar)

Jan is getrouwd met Engeltge Vrancken van der Burch vóór 9 mei 1626 (civil). Engeltge (dochter van Vranck Adriaensz van der Burch en Dingenom Pieters van der Valck) is gestorven vóór 22 mei 1641. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 9 mei 1626; Koop onroerend goed te Naaldwijkerbroek
• vermelding: van 22 mei 1641; Verkoop onroerend goed te Naaldwijkerbroek
• vermelding: van 3 mei 1652; Verkoop uit nalatenschap
• vermelding: van 7 aug 1685; Verkoop uit nalatenschap

Aantekeningen:

vermelding:
ORA Wateringen f. 23v d.d. 9-5-1626: Jonge Jan Heindricxsz. Duijvesteijn wonende in Naaldwijkerbroek in het ambacht van Wateringen als principaal schuldenaar en Vranck Adriaensz. van der Burch mede wonende in hetzelfde ambacht als borg bekenden bij overwijzing van de erfgenamen van zaliger Arent Jansz. en Jannetgen Engelen in haar leven gewoond hebbende in Naaldwijkerbroek voorsz. schuldig te wezen aan Johan Sallengre als rentmeester van vrouwe Maria van Utrecht weduwe van heer Johan van Oldenbarnevelt in zijn leven heer van Berkel, Bakkum etc. advocaat van Holland en West-Friesland de som van 2000 car. gld. als rest van kooppenningen van een woning als huis, schuur, bargen en geboomte staande op bruiklanden in Naaldwijkerbroek met de actie van dezelfde landen door de voorn. erfgenamen aan voorsz. Jan Heindricxsz. Duijvesteijn heden getransporteerd.

f. 24 d.d. 9-5-1626: Jan Engelsz. als oom en voogd van het nagelaten weeskind van zaliger Jannetgen Engelsdr. geweest zijnde huisvrouw van zaliger Arent Jansz. voor de ene helft, Adriaen Pietersz. van der Wol als getrouwd hebbende Aechgen Jansdr., Jan Maertsz. nagelaten zoon van Maritgen Jansdr., Cors Jorisz. als getrouwd gehad hebbende Hilletgen Jansdr. weduwe van Pieter Jansz., Doe van der Houff secretaris van Wateringen als transport hebbende Dit document is afkomstig van www.hogenda.nl Klik hier voor het totale register van Hogenda bronnen. van Claes Arensz. van der Hidde als getrouwd hebbende Annetgen Jansdr., alle in de voorsz. kwaliteit mede-erfgenamen van de voorsz. Arent Jansz., mitsgaders Adriaen Pietersz. van der Wol, Jan Maertsz. en Cors Jorisz. hen sterk makende voor de verdere erfgenamen van de voorsz. Arent Jansz. voor de andere helft, bekenden verkocht te hebben aan Jonge Jan Heinricxsz. Duijvesteijn zekere woning als huis, schuur, bargen en geboomte staande op zekere bruiklanden en dat met de toegift van dezelve bruiklanden, leggende in Naaldwijkerbroek in het ambacht van Wateringen strekkende van de Brouckweg zuidwaarts tot de Sweth toe.

vermelding:
ORA Wateringen f. 190 d.d. 22-5-1641: Vranck Adriaensz. van der Burch onze inwoner als grootvader en voogd van de nagelaten weeskinderen van zaliger Engeltgen Vrancken geprocreerd bij Jan Heijnricxsz. Duijvesteijn wonende omtrent Kwintsheul in het ambacht van Moster en de voorn. Vranck Adriaensz. van der Burch bekenden in voorsz. kwaliteit voor de ene helft en de voorsz. Duijvesteijn voor de wederhelft verkocht te hebben aan Phillips Claesz. van Rijn onze inwoner, eerst een woning als huis, schuur, bargen en geboomte staande op bruiklanden, nog de toegift van 29 morgen 3 hond bruiklanden toebehorende verschillende eigenaren gelegen in Naaldwijkerbroek in het ambacht van Wateringen strekkende van de Broekweg zuidwaarts op tot de Zwet toe, nog het gewas van 3,5 morgen tarwe op devoorsz. landen gestaan hebbende in het jaar 1640.

f. 191 d.d. 22-5-1641: Phillips Claesz. van Rijn bekende schuldig te wezen Jan Heijnricxsz. Duijvesteijn voor de ene helft en de nagelaten weeskinderen van Engeltgen Vrancken geprocreerd bij de voorn. Jan Heijndricxsz. Duijvesteijn voor de wederhelft de som van 3100 car. gld. spruitende uit koop van een woning en bruiklanden

vermelding:
ORA Wateringen f. 105v d.d. 3-5-1652: Arij en Pieter Vrancken van der Burch als omen en bloedvoogden van de onmondige kinderen van Engeltgen Vrancken van der Burch in haar leven huisvrouw van Jan Heijndricksz. Duijvesteijn, bekenden verkocht te hebben aan Arendt Vrancken van der Burch zekere 4 morgen 1 hond patrimoniaal weiland gelegen in de Wippolder in het ambacht van Wateringen.

f. 111v (z.d.): Arij en Pieter Vrancken van der Burch als omen en bloedvoogden van de onmondige kinderen van Engeltgen Vrancken van der Burch in haar leven huisvrouw van Jan Heijndricksz. Duvesteijn, bekenden verkocht te hebben aan Joost Jansz. Outshooren 3 morgen patrimoniaal teelland.

vermelding:
ORA Wateringen f. 71 d.d. 7-8-1685: Pieter Jansz. Duijvesteijn, Maria Hendericksdr. van Noorden weduwe en boedelhoudster van Leendert Jansz. Duijvesteijn, Gerrit Jansz. Duijvesteijn, Arent Jansz. Duijvesteijn voor hem zelf en als transport hebbende van Vranck Jansz. Duijvesteijn in De Lier gepasseerd d.d. 21-8-1681 en Jan Benijer secretaris in De Lier als procuratie hebbende van Willem Jacobsz. Leelijezee als in huwelijk hebbende Jannetie Meesdr. dochter van Jannetie Jansdr. Duijvesteijn, zijnde deze procuratie gepasseerd voor schepenen van Maassluis op 31-7- 1685, alle kinderen en kindskind van Engeltie Vranckendr. van der Burgh die zuster was van zaliger Trintie Vranckendr. van der Burgh, nog Cornelis Ariensz. van der Burgh enige zoon van Arent Vrancken van der Burgh die broeder was van de voorn. Trintie Vranckendr. van der Burgh en laatstelijk Leendert Jacobsz. Hoffsteede, Nicolaes Hoffsteede, Gijs Claesz. van der Voort als in huwelijk hebbende Trintie Jacobsdr. Hoffsteede en Dirck Cornelisz. van Dijck als in huwelijk hebbende Engeltie Jacobsdr. Hoffsteede, alle kinderen van Maertie Vranckendr. van der Burgh mede zuster van de voorn. Trintie Vranckendr. van der Burgh en zulks gezamenlijk voor drie vierde parten collaterale erfgenamen van zaliger de voorn. Trintie Vranckendr. van der Burgh haar comparanten gewezen moeie verklaarden verkocht te hebben aan de heer IJsbrant d’Overschije wonende in ’s Gravenhage een perceel land genaamd de Noortweij groot 4 morgen 5 hond 68 roeden vrij patrimoniaal goed uitgezonderd 3,5 hond wezende erfpacht te betalen aan de prins van Oranje, alles volgens de oude brief d.d. 28-6-1614, wezende het voorsz. perceel land gelegen in Wateringen in de Wippolder.

Aantekeningen:

Getrouwd:
Vranck Adriansz van der Burch is op 9-5-1626 borg voor (zijn schoonzoon) Jonge Jan Heindricxsz Duijvesteijn

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van vóór 1569; Leen van Polanen
• vermelding: van 1584 tot 1602; Leen van Hof te Wateringen
• vermelding: van 2 jul 1607; Koop land te Wateringen
• vermelding: van 11 aug 1607 tot 1608; Verkoop land te Wateringen
• functie: van 1608; Schepen te Wateringen
• vermelding: van 11 mei 1610 tot 20 okt 1618; Verkoop losrente
• vermelding: van 18 mei 1613 tot 1 aug 1620; Koop en verkoop huis en erf te Wateringen
• vermelding: van 4 dec 1614; Overdracht land te Wateringen
• vermelding: van 16 jun 1620; Schuldbekentenis
• vermelding: van 1622; Gezinshoofd te Wateringen
• vermelding: van 4 aug 1624; Verkoop land uit nalatenschap
• vermelding: van 8 jun 1630; Verkopen uit nalatenschap

Aantekeningen:

vermelding:
WATERINGEN
De helft van 2 morgen land, genaamd Sluysterswoninksken (1471: Fluters Woninksken), gemeen met Florijs Claesz., belend ten zuiden: de kapelrie, ten westen: Coppairt Airntsz., ten noorden: de banweg, ten oosten: Florijs Claesz. en het kapelrieland van Airnt van den Damme (1602: de watering, genaamd de Quaeck).
20-3-1526: Adriaen Mathijsz. na overdracht door Willem Huych Adriaensz. (6463, fol. 168v).
..-.-15..: Jan Heyndricxz. na overdracht door Anneken Adriaensdochter (L.H. 340, fol. 38).
..-.-1569: Jan Heyndricxz. te Wateringen met ledige hand (L.H. 340, fol. 38).
..-.-15..: Cornelis Adriaensz. van Royen na overdracht door Heyndrick Jansz. (6465, fol. 184v).

vermelding:
8 hond land in een kamp van 2 morgen, belend ten zuiden: de korte noortwech, ten westen: het convent van der Lee, ten noorden: Jan Henricxz. en de kerk van Monster, ten oosten: de Loesduynerlaan.
16-4-1583: Jan Henricxz. te Waterinck na overdracht door Maritken Willemsdochter, gehuwd met Pieter Joestensz.
28-6-1584: Hendrick Jansz. te Wateringhe bij dode van zijn vader Jan Hendricxz.
16-6-1620: Jonkheer Dideric van Schagen, vrijheer tot Goudriaen, na overdracht door Henrick Jansz.

vermelding:
ORA Wateringen f. 17v d.d. 2-7-1607: Maritgen Pietersdr. weduwe Jan Pouwelsz. Vos geassisteerd met Joost Jansz. Vos haar zoon en gekoren voogd in deze bekende verkocht te hebben aan Heijndrick Jansz. Duijvesteijn onze mede broeder in offitio 5 morgen land eertijds gekomen van St. Aagten tot Delft gelegen in het ambacht van Wateringen.
f. 18: Bijbehorende schuldbrief.

vermelding:
ORA Wateringen f. 24 d.d. 11-8-1607: Heijndrick Jansz. Duijvesteijn voor hem zelf voor de gerechte helft vervangende voor de gemeen erfgenamen van wijlen Cornelis Adriaensz. van Roijen voor het andere resterende helft bekende verkocht te hebben aan Dirck Pietersz. Droger 190 roeden land gelegen buiten het dorp van Wateringen.
f. 24v: Bijbehorende schuldbrief.

f. 29 d.d. 9-2-1608: Heijndrick Jansz. Duijvesteijn onze mede broeder in offico bekende verkocht te hebben aan Arent Jansz. van de Hoorn mede onze broeder in schependom 5 morgen land eertijds gekomen van Sint Aagten te Delft gelegen in Wateringen.

f. 30v d.d. 11-3-1608: Heijndrick Jansz. Duijvesteijn onze mede broeder in officio bekende verkocht te hebben aan Dirck Dircxsz. 3 morgen land eertijds gekomen van het Koningsveld buiten Delft gelegen in het ambacht van Wateringen in de Oudewateringsveldsepolder.
f. 31: Bijbehorende schuldbrief.

vermelding:
ORA Wateringen f. 59v d.d. 11-5-1610: Heijndrick Jansz. Duijvesteijn ozne buurman bekende verkocht te hebben aan Jan Jansz. Bom notaris en burger te Delft een losrente van 50 gld. ’s jaars.
f. 64 d.d. 10-7-1610: Heijndrick Jansz. Duijvesteijn onze mede buurman bekende verkocht te hebben aan de kerk te Wateringne een losrente van 25 car. gld. ’s jaars.
f. 145v 20-11-1616: Henrick Jansz. Duijvesteijn onze mede buurman bekende verkocht te hebben aan Sijbrant Adriaensz. Balckenende burger van Delft een jaarlijkse losrente van 18 gld. 15 st. ’s jaars.
f. 164 d.d. 20-10-1618: Henrick Jansz. Duijvesteijn onze mede broeder in officio bekende verkocht te hebben aan Jan Jansz. Bom notaris te Delft eenn losrente van 37 gld. 10 st. ’s jaars.

vermelding:
ORA Wateringen f. 102v d.d. 18-5-1613: Cornelis Maertensz. wonende in het dorp van Wateringen bekende verkocht te hebben aan Henrick Jansz. Duijvesteijn onze mede buurman een huising, erf en boomgaard in het dorp van Wateringen.
f. 103: Bijbehorende schuldbrief. Borgen Ouwe Jan Henricxsz. Duijvesteijn en Jonge Jan Henricxsz. Duijvesteijn zonen van de voorsz. Henrick Jansz.

f. 130v d.d. 11-10-1615: De erfgenamen van Jannetgen Jansdr (en Adriaen Aertsz) bekenden verkocht te hebben aan Henrick Jansz. Duijvesteijn een huising met een tuin in het dorp van Wateringen.

f. 135 d.d. 20-2-1616: Henrick Jansz. duijvesteijn onze mede buurman bekende verkocht te hebben aan Doe van der Houff onze secretaris een tuin met een huising en aankleven vandien in het dorp van Wateringen.

f. 198 d.d. 1-8-1620: Henrick Jansz. Duijvesteijn onze buurman bekende omtrent mei lestleden verkocht te hebben en alsnog opdraagt aan Lenart Claesz. Rijshouck waard in de Roskam binnen het dorp van Wateringen een huising, erf en boomgaard hetgeen hij Lenart Claesz. tegenwoordig binnen het dorp van Wateringen bewoont met enige roerende goedren daarin zijnde.
f. 198: Bijbehorende schuldbrief.

vermelding:
ORA Wateringen f. 118v d.d. 4-12-1614: IJsbrant Govertsz. d’Overschije vader en Michiel Lambrechtsz. Krieckenbeeck oom en te samen voogden van de kinderen van Sophia Lambrechtsdr. zaliger bij de voorsz. IJsbrant Govertsz. d’Overschie gewonnen verklaarden […] aan Hendrick Jansz. Duijvesteijn opgedragen te hebben 4 hond 64 roeden land.
f. 119 d.d. 4-12-1614: Henrick Jansz. Duijvesteijn onze mede buurman heeft getransporteerd aan de vier kinderen van zaliger Sophia Lambrechtsdr. gewonnen bij Isbrant Govertsz. d’Overschije 8 hond land gelegen op zichzelf in het ambacht van Wateringen in de Wippolder.

vermelding:
ORA Wateringen f. 193v d.d. 16-6-1620: Henrick Jansz. Duijvesteijn onze mede buurman bekende schuldig te wezen Doe van der Houff onze secretaris de som van 1400 car. gld. uit zaak van geleende penningen.

vermelding:
Hoofdgeld van Wateringen 1622: Heindrick Duijvesteijn 3 (personen) R(estant te betalen) 3

vermelding:
ORA Wateringen f. 3 d.d. 4-8-1624: Jan Heijndricxsz. Duijvesteijn, Anthonis van Vliet en Abraham van Vliet als administrateurs van de boedel en goederen van Heijndrick Jansz. Duijvesteijn hebben verkocht bij willig decreet van het Hof van Holland aan Harman Pietersz. van Ruijven koopman binnen de stad Delft omtrent 3 morgen weiland gelegen in de Wippolder binnen het ambacht van Wateringen.

vermelding:
ORA Wateringen f. 26v d.d. 8-6-1630: Pieter Huijbrechtsz. wonende te Monster en Jan Huijbrechtsz. wonende te Wateringen als erfgenamen van Huijbrecht Maertsz. haar zaliger vader was bekenden van de waarborgtocht d.d. 28-6-1586 vanwege de verkocht woning en landen van Heijndrick Jansz. Duijvesteijn ten volle voldaan en betaald te zijn, ontslaande de voorsz. woning en landen in de decreetbrief genoemd d.d. 27-1-1623 bij deze.
f. 27 d.d. 8-6-1630: Oude Jan Heijndricxsz. Duijvesteijn en Anthonis Corsz. van Vliet voor hem zelf en vervangende voor Abraham Corsz. van Vliet zijn broeder als administrateurs van de boedel en goederen van Heijndrick Jansz. Duijvesteijn bekenden ten volle betaald te zijn van de kooppenningen van de verkochte woning en landen van Heijndrick Jansz. Duijvesteijn door Jan Jansz. Pruijs gekocht, en van al de verlopen interesten volgens het accoord d.d. 31-5-1630 berustende onder notaris Cornelis van Vliet te Delft.

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• Beroep: Bouwman
• vermelding: van 18 nov 1606; Verkoop uit nalatenschap
• vermelding: van 6 jun 1607; Verkoop huis, erf en barg te Wateringen
• vermelding: van 4 feb 1612 tot 1637; Koop jaarlijkse losrente te Wateringen
• vermelding: van 23 sep 1612 tot 22 mei 1621; Eigenaar land te Wateringen
• vermelding: van 28 jun 1614; Koop land 'De Noortweij' te Wateringen
• vermelding: van 11 okt 1615; Borg te Wateringen
• vermelding: van 6 dec 1623; Verkoop van Het Lentwijtgen te Wateringen
• vermelding: van 9 mei 1626; Borg bij koop onroerend goed te Naaldwijkerbroek
• vermelding: van 16 mrt 1627; Schuldeiser wegens verkoop onroerend goed te Honselersdijk
• vermelding: van 17 mei 1628; Voogd van de kinderen van zwager Henrick Lenartsz van der Valck
• vermelding: van 3 jun 1628; Transport van land, huisje en vogelkooi te Wateringen
• vermelding: van 14 jul 1631; Verkoop land te Wateringen
• vermelding: van 10 jul 1632; Verkoop custingbrief
• vermelding: van 30 nov 1635; Verkoop de Lentweij te Wateringen
• vermelding: van 26 sep 1640; Testament
• vermelding: van 22 mei 1641; Verkoop onroerend goed te Naaldwijkerbroek
• vermelding: van 10 aug 1641; Vermeld als belender te Wateringen

Aantekeningen:

vermelding:
ORA Wateringen f. 9 d.d. 18-11-1606: Arent Cornelisz. Swartgen als erfgenaam van Maritgen Vrijesendr., Vranck Adriaensz. als erfgenaam van Annetgen Vrijesendr. en Louweris Willemsz. als erfgenaam van Nijesgen Vrijesendr. voor haar zelf en vervangende en hen sterk makende in deze voor al de erfgenamen van de voornoemde Maritgen, Annetgen en Nijesgen Vriesendrs., bekenden verkocht te hebben aan Arent Jansz. van de Hoorn onze mede broeder in officio een huising en erf in de Vleerstraat in het dorp van Wateringen.

vermelding:
ORA Wateringen f. 18v d.d. 6-6-1607: (zwagers) Lenart Pietersz. en Vranck Adriaensz. onze mede buurlieden bekenden verkocht te hebben aan Gijelis Jorisz. mede wonende in het ambacht van Wateringen een huising en erf met een barg staande en gelegen te Wateringen.

vermelding:
ORA Wateringen f. 82 d.d. 4-2-1612: Jan Cornelisz. wielmaker onze buurman bekende verkocht te hebben aan Vranck Adriaensz. van der Burch mede wonende in het ambacht van Wateringen een jaarlijkse losrente van 6 gld. 5 st. ’s jaars. Cornelis Jorisz. van der Lelij onze buurman stelt zich borg.

ORA Wateringen f. 97 d.d. 28-2-1637: Sijmon Adriaensz. korenkoper te Delft bekende getransporteerd te hebben aan Vranck Adriaensz. van der Burch onze inwoner een vierde part van een bezegelde losrentebrief door Pieter Pietersz. kleermaker te Wateringen voor schepenen aldaar verleden op 27-2-1637 inhoudende in het geheel nog zuivers tot last van de voorn. Pieter Pietersz. de som van 400 gld. kapitaal en de renten vandien.
[doorgehaald en bijgeschreven: ‘niet verleden vermits het overlijden van Sijmon Adriaensz.’]

vermelding:
ORA Wateringen f. 89v d.d. 23-9-1612: Doe Vrancken van der Houff onze secretaris bekende verkocht te hebben voor de ene helft aan Vranck Adriaensz. van der Burch en voor de andere helft aan Cornelis Willemsz. en Cornelis Cornelisz. een perceel wei- of hooiland groot omtrent 6 morgen eertijds gekomen van St. Angnieten, gelegen in de Nieuw-Waterinveldsepolder in het ambacht van Wateringen.
f. 90 d.d.23-9-1612: Vranck Adriaensz. van der Burch en Cornelis Willemsz. en Cornelis Cornelisz. onze mede buurlieden bekenden schuldig te wezen. Bijbehorende schuldbrief.

f. 201v d.d. 22-5-1621: Vranck Adriaensz. van der Burch bekende verkocht te hebben aan Cornelis Cornelisz. van der Bie onze buurman de helft van omtrent 3 morgen land eertijds gekomen van St. Angenieten te Delft gelegen in het ambacht van Wateringen in de Nieuw Wateringveldsepolder.
f. 202 d.d. 22-5-1621: Vranck Adriaensz. van der Burch bekende verkocht te hebben aan Pieter Joosten onze buurman de helft van omtrent 3 morgen land eertijds gekomen van St. Angenieten te Delft gelegen in het ambacht van Wateringen in de Nieuw-Wateringveldsepolder.
f. 202 d.d. 22-5-1621: Cornelis Cornelisz. van der Bie en Pieter Joosten van Leeuwen onze buurlied bekenden schuldig te wezen aan Vranck Adriaensz. van der Burch onze buurman de som van 1383 gld. uit zaak van koop van omtrent 3 morgen land eertijds gekomen van St. Angenieten te Delft gelegen in het ambacht van Wateringen in de Nieuw-Wateringveldsepolder.

vermelding:
ORA Wateringen f. 117 d.d. 28-6-1614: Pieter Pietersz. Huijb bekende verkocht te hebben aan Vranck Adriaensz. van der Burch zijn zwager een perceel land genaamd de Noortweij groot omtrent 4 morgen 1 hond land vrij patrimoniaal goed uitgezonderd 3,5 hond wezende erfpacht, gelegen in Wateringen in de Wippolder. Voor 2700 gld. daarin gerekend 900 gld. kapitaal toekomende Pieter en Daniel Pieterszonen zijn comparants zonen en 400 gld. kapitaal toebehorendejuffrouw Corneia van der Nadt te Leiden voorwelke twee hoofdsommen het land speciaal verbonden staat.

vermelding:
ORA Wateringen: Vranck Adriaensz. van der Burch wonend te Wateringen is borg voor Joris Cornelisz. de Vrijes, bode, bij de koop van een huis en erf.

Op 17-12-1614 zijn Vranck Adriaensz van der Burch en Joris de Vries borg voor Pieter Pietersz Huijb wonend aan Kwintsheul te Monster.

f. 150 d.d. 7-5-1617: Adriaen Adriaensz. voerschipper en inwoner van Wateringen bekende ontvangen te hebben van de voogden van de twee nageaten weeskinderen van zaliger Maerten Huijbrechtsz. in zijn leven gewoond hebbende te Wateringen de som van 212 gld. daarvoor jaarlijkse te betalen interest vandien. Vranck Adriaensz. van der Burch, Doe van der Houff, Jan Cornelisz. van der Maerl en Adriaen Pietersz. van der Valck alle onze mede buurlieden stellen zich borg.

Op 5-12-1620 is Vranck Adriaensz met Doe van der Houff, secretaris te Wateringen, borg voor Joris Crijnen linnenwever te Wateringen.

vermelding:
ORA Wateringen f. 230 d.d. 6-12-1623: Vranck Adriaensz. van der Burch onze buurman bekende verkocht te hebben aan de heer Joost Brasser omtrent 18 of 20 roeden land uit zijn comparants weitje gelegen in de Wippolder binnen het ambacht van Wateringen genaamd het Lentweijtgen, makende dezelfde 18 of 20 roeden land een volkomen ‘winckel ende viercante’ van de voornoemde heer Brasser zijn hofstede op de noordwesten hoek.

vermelding:
ORA Wateringen f. 23v d.d. 9-5-1626: Jonge Jan Heindricxsz. Duijvesteijn wonende in Naaldwijkerbroek in het ambacht van Wateringen als principaal schuldenaar en Vranck Adriaensz. van der Burch mede wonende in hetzelfde ambacht als borg bekenden bij overwijzing van de erfgenamen van zaliger Arent Jansz. en Jannetgen Engelen in haar leven gewoond hebbende in Naaldwijkerbroek voorsz. schuldig te wezen aan Johan Sallengre als rentmeester van vrouwe Maria van Utrecht weduwe van heer Johan van Oldenbarnevelt in zijn leven heer van Berkel, Bakkum etc. advocaat van Holland en West-Friesland de som van 2000 car. gld. als rest van kooppenningen van een woning als huis, schuur, bargen en geboomte staande op bruiklanden in Naaldwijkerbroek met de actie van dezelfde landen door de voorn. erfgenamen aan voorsz. Jan Heindricxsz. Duijvesteijn heden getransporteerd.

f. 24 d.d. 9-5-1626: Jan Engelsz. als oom en voogd van het nagelaten weeskind van zaliger Jannetgen Engelsdr. geweest zijnde huisvrouw van zaliger Arent Jansz. voor de ene helft, Adriaen Pietersz. van der Wol als getrouwd hebbende Aechgen Jansdr., Jan Maertsz. nagelaten zoon van Maritgen Jansdr., Cors Jorisz. als getrouwd gehad hebbende Hilletgen Jansdr. weduwe van Pieter Jansz., Doe van der Houff secretaris van Wateringen als transport hebbende Dit document is afkomstig van www.hogenda.nl Klik hier voor het totale register van Hogenda bronnen. van Claes Arensz. van der Hidde als getrouwd hebbende Annetgen Jansdr., alle in de voorsz. kwaliteit mede-erfgenamen van de voorsz. Arent Jansz., mitsgaders Adriaen Pietersz. van der Wol, Jan Maertsz. en Cors Jorisz. hen sterk makende voor de verdere erfgenamen van de voorsz. Arent Jansz. voor de andere helft, bekenden verkocht te hebben aan Jonge Jan Heinricxsz. Duijvesteijn zekere woning als huis, schuur, bargen en geboomte staande op zekere bruiklanden en dat met de toegift van dezelve bruiklanden, leggende in Naaldwijkerbroek in het ambacht van Wateringen strekkende van de Brouckweg zuidwaarts tot de Sweth toe.

vermelding:
ORA Wateringen f. 46 d.d. 16-3-1627: Jacob Cornelisz. Hoochwerff wonende in het dorp van Wateringen bekende door overwijzing van Willempgen Gijsendr. weduwe van Pieter Adriaensz. van der Valck schuldig te wezen aan Vranck Adriaensz. van der Burch wonende in het ambacht van Wateringen de som van 500 gld. uit zaak van de laatste kooppenningen van een woning als huis, schuur, bargen en geboomte met omrent 4 hond land.

vermelding:
ORA Wateringen f. 66 d.d. 3-6-1628: Vranck Adriaensz. van der Burch onze inwoner te kennen gevende dat op 10-4-1628 aan Arnouldt de Reeck doctor in de medicijnen wonende in Den Haag verkocht heeft gehad 4 morgen vrij eigen land daarin begrepen een vogelkooi en een huisje mede op hetzelfde land staande, al hetwelk Jacob Pietersz. Tou wonende in de Poeldijk zijn comparants schoonzoon op 13-5-1628 voor schepenen van Wateringen genaast heeft, zodat hij comparant daarom transporteert aan voornoemde Jacob Pietersz. Tou de voorn. 4 morgen land, vogelkooi en het huisje daarop staande.

vermelding:
ORA Wateringen f. 40v d.d. 14-7-1631: Vranck Adriaensz. van der Burch onze inwoner bekende verkocht te hebben aan Pieter Doensz. van Ockenburch wonende in Naaldwijk een stuk weiland gelegen in de Oudewateringveldsepolder in het ambacht van Wateringen gekomen van het convent van Loosduinen, hem comparant aangekomen bij kaveling volgens de kavelcedulle d.d. 26-2-1605

vermelding:
ORA Wateringen f. 61v d.d. 10-7-1632: Vranck Adriaensz. van der Burch onze inwoner bekende getransporteerd te hebben aan Jan Engelsz. wonende binnen het dorp van Wateringen een bezegelde custingbrief gepasseerd voor schepenen van Wateringen d.d. 16-3-1627 inhoudende nog tot last van Jacob Cornelisz. Hoogenwerff de som van 200 gld. en de renten vandien.

vermelding:
ORA Wateringen 30-11-1635: Vranck Adriaensz. van der Burch onze inwoner bekende verkocht te hebben aan sr. Brasser een stuk weiland genaamd de Lentweij gelegen in het ambacht van Wateringen in de Wippolder aan de noordzijde van het hof van de voorsz. heer Joost Brasser groot omtrent 9 hond land.

vermelding:
ONA Monster notaris 26-9-1640: langstlevende testament van het echtpaar Vranck Arijensz van der Burch en Dingenom Pietersdr van der Valck, wonend in het ambacht van Wateringen. Als bezit wordt genoemd land, huis, levende have, gemunt en ongemunt goud en zilver etc. Er wordt een regeling getroffen voor de twee ongetrouwde kinderen: Trijntgen en Arend Vrancken.

vermelding:
ORA Wateringen f. 190 d.d. 22-5-1641: Vranck Adriaensz. van der Burch onze inwoner als grootvader en voogd van de nagelaten weeskinderen van zaliger Engeltgen Vrancken geprocreerd bij Jan Heijnricxsz. Duijvesteijn wonende omtrent Kwintsheul in het ambacht van Moster en de voorn. Vranck Adriaensz. van der Burch bekenden in voorsz. kwaliteit voor de ene helft en de voorsz. Duijvesteijn voor de wederhelft verkocht te hebben aan Phillips Claesz. van Rijn onze inwoner, eerst een woning als huis, schuur, bargen en geboomte staande op bruiklanden, nog de toegift van 29 morgen 3 hond bruiklanden toebehorende verschillende eigenaren gelegen in Naaldwijkerbroek in het ambacht van Wateringen strekkende van de Broekweg zuidwaarts op tot de Zwet toe, nog het gewas van 3,5 morgen tarwe op devoorsz. landen gestaan hebbende in het jaar 1640.

f. 191 d.d. 22-5-1641: Phillips Claesz. van Rijn bekende schuldig te wezen Jan Heijnricxsz. Duijvesteijn voor de ene helft en de nagelaten weeskinderen van Engeltgen Vrancken geprocreerd bij de voorn. Jan Heijndricxsz. Duijvesteijn voor de wederhelft de som van 3100 car. gld. spruitende uit koop van een woning en bruiklanden

vermelding:
ORA Wateringen 10-8-1641, belender van Pieter Doensz van Ockenburch: belend o.a. de weduwe en kinderen van Vranck Adriaensz. van der Burch

Vranck is getrouwd met Dingenom Pieters van der Valck circa 1600 (civil). Dingenom (dochter van Pieter Claasz van der Valk en Geertgen Sijmonsdr) is gestorven na 1 jun 1647. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van okt 1577; Verkoop uit nalatenschap
• vermelding: van 26 sep 1640; Testament
• vermelding: van 10 aug 1641; Vermeld als belender te Wateringen
• vermelding: van 1 jun 1647; Schuldeiser

Aantekeningen:

vermelding:
ORA Rijswijk oktober 1577: Arijen Pietersz woonende tot Rijswijck, Arent Wilemsz als man ende voogd van Geertgen Pietersdr, Jacob Claes woonende tot Monster als voogd van vaderszijde van Stijntgen Pieters ende Grietgen Pieters, Claes Pietersz ende Diggenum Pieters ende Cornelis Simons als voogd van haers moederszijde van Stijntgen Pieters en Grietgen Pietersdr, verkopen aan Sebastiaen Sijmons woonende tot Delft een woning gelegen in den ambachte van Rijswijckerhoeck, te weten huis, schuur, bijschuren, geboomte waar Pieter Claesz gewoond heeft met nog 21 morgen en 4 hond eigen land en 1,5 morgen leenland. Aan de noordzijde de Vlietweg. Ook nog 3 morgen land in het ambacht van Wateringen. e.a.

vermelding:
ONA Monster notaris 26-9-1640: langstlevende testament van het echtpaar Vranck Arijensz van der Burch en Dingenom Pietersdr van der Valck, wonend in het ambacht van Wateringen. Als bezit wordt genoemd land, huis, levende have, gemunt en ongemunt goud en zilver etc. Er wordt een regeling getroffen voor de twee ongetrouwde kinderen: Trijntgen en Arend Vrancken.

vermelding:
ORA Wateringen 10-8-1641, belender van Pieter Doensz van Ockenburch: belend o.a. de weduwe en kinderen van Vranck Adriaensz. van der Burch

vermelding:
ORA Wateringen f. 9v d.d. 1-6-1647: Arijen Pietersz. Valck onze buurman bekende schuldig te wezen aan Dignum Pietersdr. weduwe van Vranck Adrijaensz. van der Burch de som van 400 car gld.

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1548 tot 1556; Leen te Loosduinen van Hof te Wateringen
• vermelding: van vóór 1569; Leen van Polanen
• vermelding: van 1572; 10e penning Wateringen
• vermelding: van 1583 tot 1584; Leen van de Hofstad Wateringen

Aantekeningen:

In het register van de leenkamer Wassenaar staat te Wateringen de volgende woning vermeld: De woning in de Dijc (1353: genaamd Duvesteyn), groot 15 à 16 morgen (1353: 7½ morgen land in Wateringherambacht en 7½ morgen land in het ambacht van den Haghe). Vermoedelijk ligt hier de oorsprong van de familienaam Duijvestein

vermelding:
LOOSDUINEN
11 hond land in ver Beerte Pieterswoning ten westen van het godshuisland van Lausduynen, belend ten zuiden: een banweg, ten noorden: ver Berte Pieters.
16-7-1548: Aernt Pietersz. na overdracht door Huych Huygez.
10-9-1549: Pieter Arentsz. bij dode van zijn vader Arent Pietersz.
17-7-1550: Anna Pietersdochter na overdracht door haar zoon Pieter Arentsz.
18-2-1555: Allert Adriaenlsz. na overdracht door Anna Pietersdochter, gehuwd met Jan Heynricxz. te Waeteringe en draagt het leen over aan Pieter Joostenz. aldaar.

vermelding:
WATERINGEN
De helft van 2 morgen land, genaamd Sluysterswoninksken (1471: Fluters Woninksken), gemeen met Florijs Claesz., belend ten zuiden: de kapelrie, ten westen: Coppairt Airntsz., ten noorden: de banweg, ten oosten: Florijs Claesz. en het kapelrieland van Airnt van den Damme (1602: de watering, genaamd de Quaeck).
20-3-1526: Adriaen Mathijsz. na overdracht door Willem Huych Adriaensz. (6463, fol. 168v).
..-.-15..: Jan Heyndricxz. na overdracht door Anneken Adriaensdochter (L.H. 340, fol. 38).
..-.-1569: Jan Heyndricxz. te Wateringen met ledige hand (L.H. 340, fol. 38).
..-.-15..: Cornelis Adriaensz. van Royen na overdracht door Heyndrick Jansz. (6465, fol. 184v).

vermelding:
1572: Jan Henricxsz. bruijct van mijn here de Prince van Oraingien 26 mergen om 130 gld. [comt] 130 gld.
Van ‘t convent van Loesduijnen 8 mergen ende 4 hont om 48 gld.
Van Jan van Scoten 6 mergen vicarijlant om 34 gld.
Van ‘t convent van de Lee 4 mergen 4 hont om 21 gld.
Van Sint Agnieten tot Delff 4 mergen om 11 gld.
Van de zoen van Boeckel Boeckelsz. 7,5 hont cappelrijlant om 3 gld. 10 st.
Van de Heijligen Geest tot Wateringh 1 mergen om 4 gld.
Idem bruijct 5 mergen 4 hont eijgen de mergen getaxeert op 3,5 gld. comt 10 gld. 16 st. 12 d.
Somma 271 gld. 6 st. 12 d.
Compt den 12e penninck offgetogen de twee derdendelen van mijn here de Prinche ende Heijlige Geest
tot Wateringe 15 gld. 3 st. 5 d.
Somma 57 mergen 1,5 hont

vermelding:
4 hond, een deel van 2 morgen land, belend ten oosten: de Lausduuenrelaan, ten westen: het godshuis van der Lee.
17-4-1583: Jan Hendricxz. te Waterinck.
13-4-1587: Cornelis Aertse te Losdunen na het overlijden van Jan Hendricxz.

8 hond, het andere deel van het hierboven vermeld land
16-4-1583: Jan Henricxz. te Waterinck na overdracht door Maritken Willemsdochter, gehuwd met Pieter Joestensz.
28-6-1584: Hendrick Jansz. te Wateringhe bij dode van zijn vader Jan Hendricxz.

Jan is getrouwd met Anna Pietersdr vóór 18 feb 1555 (civil). Anna is geboren circa 1507. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1548 tot 1556; Leen te Loosduinen van Hof te Wateringen

Aantekeningen:

vermelding:
LOOSDUINEN
11 hond land in ver Beerte Pieterswoning ten westen van het godshuisland van Lausduynen, belend ten zuiden: een banweg, ten noorden: ver Berte Pieters.
16-7-1548: Aernt Pietersz. na overdracht door Huych Huygez.
10-9-1549: Pieter Arentsz. bij dode van zijn vader Arent Pietersz.
17-7-1550: Anna Pietersdochter na overdracht door haar zoon Pieter Arentsz.
18-2-1555: Allert Adriaenlsz. na overdracht door Anna Pietersdochter, gehuwd met Jan Heynricxz. te Waeteringe en draagt het leen over aan Pieter Joostenz. aldaar.

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 18 nov 1606; Verkoop uit nalatenschap

Aantekeningen:

vermelding:
ORA Wateringen f. 9 d.d. 18-11-1606: Arent Cornelisz. Swartgen als erfgenaam van Maritgen Vrijesendr., Vranck Adriaensz. als erfgenaam van Annetgen Vrijesendr. en Louweris Willemsz. als erfgenaam van Nijesgen Vrijesendr. voor haar zelf en vervangende en hen sterk makende in deze voor al de erfgenamen van de voornoemde Maritgen, Annetgen en Nijesgen Vriesendrs., bekenden verkocht te hebben aan Arent Jansz. van de Hoorn onze mede broeder in officio een huising en erf in de Vleerstraat in het dorp van Wateringen.

Adriaen + Annetgen Vriesendr. Annetgen (dochter van Vries) is geboren circa 1545; is gestorven vóór 18 nov 1606. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 18 nov 1606; Verkoop uit nalatenschap

Aantekeningen:

vermelding:
ORA Wateringen f. 9 d.d. 18-11-1606: Arent Cornelisz. Swartgen als erfgenaam van Maritgen Vrijesendr., Vranck Adriaensz. als erfgenaam van Annetgen Vrijesendr. en Louweris Willemsz. als erfgenaam van Nijesgen Vrijesendr. voor haar zelf en vervangende en hen sterk makende in deze voor al de erfgenamen van de voornoemde Maritgen, Annetgen en Nijesgen Vriesendrs., bekenden verkocht te hebben aan Arent Jansz. van de Hoorn onze mede broeder in officio een huising en erf in de Vleerstraat in het dorp van Wateringen.

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: Diverse vermeldingen
• vermelding: Verkoop land te Monster
• vermelding: van 1544 tot 1561; 10e penning Rijswijk
• vermelding: van 1544; Wonend in de Hoekpolder te Rijswijk
• vermelding: van 19 mei 1552; Verkoop uit boedel
• functie: van 1556; Kerkmeester te Rijswijk
• vermelding: van 1573; 12e penning Rijswijk
• vermelding: van okt 1577; Verkoop uit nalatenschap

Aantekeningen:

Zoon van Claas Jacobsz van der Valck en Stijntje Pietersdr
Pieter Claasz. van der Valk tr. 1e Dignum Cornelisdr, overl. voor 20-9-1553, tr. 3e voor 23-10-1566 Maritgen Maartensdr, weduwe van Pieter Huijbrechtsz., overl. Wateringen 15-5-1565

vermelding:
In oktober 1577 verkopen de erfgenamen van Pieter Claasz. zijn woning in Rijswijkerhoek met ruim 26 morgen land aan Sebastiaan Sijmonsz. Daarbij treedt Arent Willemsz. Dom op als voogd en man van Geertgen Pietersdr. en is mr. Cornelis Sijmonsz. aanwezig als voogd van de kinderen Stijntgen Pietersdr. en Grietgen Pietersdr.
Op 7 januari 1582 verkoopt Marijtgen Maartensdr., geassisteerd door haar zwager Jan Pouwels Vos, ca. 1 morgen aan Jan Heijnriksz. te Wateringen. Als waarborgen treden op Adriaan Pietersz. te Rijswijk, Arent Willems Dom te ’s-Gravenzande, Claas Pietersz. in De Lier en Huijch Jansz. aan de Naaldwijkerweg.
Op 30 mei 1592 wordt te Naaldwijk een getuigenverklaring afgelegd op verzoek van Huijch Jansz. als man en voogd van Grietgen Pietersdr. en als vervanger van de mede-erfgenamen van Geertgen Sijmon Jan Philipsdr., die in Monster woonde.

vermelding:
ORA Monster 7-1-1582: Maertgen Maertensdr weduwe van Pieter Claeszn in Rijswijckerhoeck met Jan Pouwels de Vos, haar zwager. Zij bekende dat Pieter Claes zaliger in zijn leven verkocht heeft en zij verkoopt aan Jan Heijnrickszn tot Wateringen ca. 1 morgen land gelegen in het ambacht van Monster. Adriaen Pietersz te Rijswijk, Arent Willems Dom te 's-Gravenzande, Claes Pieters in de Lier en Huijch Jansz aan de Naaldwijksche wech staan borg voor Maeitgen Maertensdr.

vermelding:
Rijswijk 1544: Pieter Claesz.
1 morgen huur
3½ morgen huur
10 morgen huur
7 morgen huur
5 morgen huur
4 morgen huur
4 morgen huur
4 morgen huur
3 morgen huur
7 hond huur

Rijswijk 1561: Pieter Claesz. 18 mergen lants met een woenhuys ende es altsam en eijgen getax. op 96 p 9 p. 12 s.
noch van predicanen inden Hage 6½ mergen lants gemeen met zijn 18 mergen voorsz. om 2 p 1 p. 1 s. 4 d.
noch van Jan Jansz. backer 1½ mergen lants om 9 p 18 s.
noch van mr. Aernolt Sasboudt raet ordinaris voor den hove van Hollant 1½ mergen lants om 7 p. 10 s. 15 s.

vermelding:
In 1552 (ORA Monster) vermeld als inwoner van Rijswijcker Houck

vermelding:
ORA Monster 19-5-1552: Pieter Claesz in Rijswijcker Houck, Jacob Claeszn, Dirck Vranckensz te Watering, Niesge Claes met Jacob Corneliszn Houve Vricht? Dirck Coster? ende Maerten Pietersz als kinderen en erfgenamen van Claes Jacobsz en Stijntge Pieters verkopen een huis, erf met inboedel en huisraad, aan de zuidzijde de Heerwech

functie:
Handelt als zodanig in oorkonde 29 van 1 maart 1556.

vermelding:
Pieter Claesz., Stijntgen Pietersdr., Geertgen Pietersdr., Grietgen Pietersdr. sijne weeskinderen, Pieter Pietersz. ende Maritgen Pietersdr. weeskinderen van Pieter Huijbrechtsz. ende Maritgen Maertensdr. sijn wijff tsamen getaxeert op £ 1.500. Comt volgende dordonnantie ter weecke 16 st.

vermelding:
ORA Rijswijk oktober 1577: Arijen Pietersz woonende tot Rijswijck, Arent Wilemsz als man ende voogd van Geertgen Pietersdr, Jacob Claes woonende tot Monster als voogd van vaderszijde van Stijntgen Pieters ende Grietgen Pieters, Claes Pietersz ende Diggenum Pieters ende Cornelis Simons als voogd van haers moederszijde van Stijntgen Pieters en Grietgen Pietersdr, verkopen aan Sebastiaen Sijmons woonende tot Delft een woning gelegen in den ambachte van Rijswijckerhoeck, te weten huis, schuur, bijschuren, geboomte waar Pieter Claesz gewoond heeft met nog 21 morgen en 4 hond eigen land en 1,5 morgen leenland. Aan de noordzijde de Vlietweg. Ook nog 3 morgen land in het ambacht van Wateringen. e.a.

Pieter is getrouwd met Geertgen Sijmonsdr vóór 3 jun 1559 (civil). Geertgen (dochter van Sijmon Jan Philipsz en Lijsbeth Cornelisdr) is gestorven vóór 1566. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: Diverse vermeldingen
• vermelding: van okt 1577; Verkoop uit nalatenschap
• vermelding: van 20 mei 1592; Getuigenis te Naaldwijk

Aantekeningen:

vermelding:
In oktober 1577 verkopen de erfgenamen van Pieter Claasz. zijn woning in Rijswijkerhoek met ruim 26 morgen land aan Sebastiaan Sijmonsz. Daarbij treedt Arent Willemsz. Dom op als voogd en man van Geertgen Pietersdr. en is mr. Cornelis Sijmonsz. aanwezig als voogd van de kinderen Stijntgen Pietersdr. en Grietgen Pietersdr.
Op 7 januari 1582 verkoopt Marijtgen Maartensdr., geassisteerd door haar zwager Jan Pouwels Vos, ca. 1 morgen aan Jan Heijnriksz. te Wateringen. Als waarborgen treden op Adriaan Pietersz. te Rijswijk, Arent Willems Dom te ’s-Gravenzande, Claas Pietersz. in De Lier en Huijch Jansz. aan de Naaldwijkerweg.
Op 30 mei 1592 wordt te Naaldwijk een getuigenverklaring afgelegd op verzoek van Huijch Jansz. als man en voogd van Grietgen Pietersdr. en als vervanger van de mede-erfgenamen van Geertgen Sijmon Jan Philipsdr., die in Monster woonde.

vermelding:
ORA Rijswijk oktober 1577: Arijen Pietersz woonende tot Rijswijck, Arent Wilemsz als man ende voogd van Geertgen Pietersdr, Jacob Claes woonende tot Monster als voogd van vaderszijde van Stijntgen Pieters ende Grietgen Pieters, Claes Pietersz ende Diggenum Pieters ende Cornelis Simons als voogd van haers moederszijde van Stijntgen Pieters en Grietgen Pietersdr, verkopen aan Sebastiaen Sijmons woonende tot Delft een woning gelegen in den ambachte van Rijswijckerhoeck, te weten huis, schuur, bijschuren, geboomte waar Pieter Claesz gewoond heeft met nog 21 morgen en 4 hond eigen land en 1,5 morgen leenland. Aan de noordzijde de Vlietweg. Ook nog 3 morgen land in het ambacht van Wateringen. e.a.

vermelding:
ORA Naaldwijk [fol. 188v.] 20-5-1592: Maergen Pietersdr. oud ontrent LIII jaren rechtelicken geropen zijnde omme der waerheijd getuijchenisse te geven ter instantie en(de) versoucke van Huijch Jansz. als man en(de) voochd van Grietgen Pietersdr. als erffgen(aem) van Geertgen Sijmon Jan Ph(ilip)szdr. in haer leven wonende tot Monster voor hem selven en(de) vervangende zijne meede erffgen(amen) en(de) heeft bij eede haer affgenomen als recht was verclaert hoe waer is dat geleeden ontrent drie en(de) dertich jaren zij deposante met haer man Pouwels Jansz. lang deser werelt overleeden zijnde, gecomen is metterwoon in de huijsinge van Adriaen Claesz. op Honsholredijck welcke Adriaen Claesz. dijer tijt overleeden was en(de) dat zij deposante jegens den geenen die henluijden den boel van(den) selven onder wonden? (sonder zeecker als nu te weeten wije de selve waren) deelde ofte uijtscheijde den inboel die in de coop van t’selve huijs meede bedongen en(de) begreepen was en(de) dat ten selven dage als die deelinge geschede openbaer boulhuijs gehouden werde van(den) inboel die an den boel van den voors. Adriaen Claesz. bleeff. Verclaert wel te weeten dat t’voors. huijs nijet vercoft is bij decreete.

Aantekeningen:

Getrouwd:
Pieter Claesz wordt in een proces d.d. 3-6-1559 voor het Hof van Holland vermeld als man en voogd van Geertrui Sijmonsdr