top deco

Catharina Visser

Vrouwelijk 1791 - 1864  (~ 73 jaar)


Generaties:      Standaard    |    Verticaal    |    Compact    |    Box    |    Alleen tekst    |    (Uitgebreide)kwartierstaat    |    Voorouderwaaier    |    Media    |    PDF

Generatie: 1

  1. 1.  Catharina Visser is gedoopt op 2 jan 1791 in Monnickendam, RK kerk; is gestorven op 30 jan 1864 in Willemsoord.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • Registratie overlijden: 1 feb 1864

    Aantekeningen:

    Dochter van Gerbrand Klaas Visser, metselaarsbaas en Geertje Jans Visser

    Gedoopt:
    Getuige doop: Trijntje Poulus Bogaard

    Catharina is getrouwd met Arie van Galen op 3 dec 1813 (civil) in Monnickendam. Arie (zoon van Henricus van Gaalen en Maria Jansdr Kaal) is geboren op 3 jul 1785 in Nootdorp; is gestorven op 5 mrt 1871 in Willemsoord. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Aantekeningen:

    Getrouwd:
    Arie was weduwnaar van Jannetje Ahuis.

    Als gezin zijn zij uiteindelijk in Willemsoord terecht gekomen onder de hoede van de Maatschappij van Weldadigheid. Het gezin zal erg arm geweest zijn.

    Dit gezin is één van de eerste gezinnen geweest die zich als kolonisten in Willemsoord vestigden. Willemsoord is namelijk in 1820 gesticht en het gezin arriveert op 1 juni 1820 met drie eigen kinderen plus twee ingedeelde wezen uit hun oude woonplaats. Zie: De eerste bewoners van Willemsoord.

    Pas op 1 mei 1869 (op 83-jarige leeftijd) is Arie buiten de kolonie geplaatst. Zijn vrouw Trijntje was 5 jaar daarvoor overleden. Van Arie is bekend dat hij tevreden was over zijn verblijf in Willemsoord.
    Bij de Maatschappij staan 9 kinderen geregistreerd: Vier kinderen (Hendrik, Jan, Adrianus Antonie en Maria Gerardina H.) kregen drie maanden verlof en zijn op de vertrekdatum (1837, 1836, 1848, 1850) formeel ontslagen. Drie kinderen (Gerbrand, Klaas Antonie en Petrus Nicolaas) zijn overleden te Willemsoord (1836, 1827, 1830). Dochter Geertje is op 21-jarige leeftijd in 1843 gedeserteerd. Zij was toen zwanger van Paulus Jansen. Paulus wordt vermeld in een rapport van de Raad van Politie van 27 april 1839. Hij wordt door vrijgesproken van baldadigheid door fabrieksbaas (Arie) van Galen.
    Zoon Johannes Lamb., de jongste is op 21-jarige leeftijd in 1854 gehuwd ontslagen en is later zelf kolonist en opvolger geworden. Een opvolger (meestal de jongste) blijft in de kolonistenwoning na het vertrek van de (schoon)ouders. Johannes is in 1880 met zijn gezin uit Willemsoord vertrokken.

    Als in juni 1822 de secretaris van de Subcommissie van Monnickendam een kijkje in de Kolonie komt nemen, heeft van Galen, in tegenstelling tot anderen, 'hoegenaamd geen klagten en is hij wel tevreden'.

    In een overzicht van de kolonistengezinnen d.d. oktober 1844 schrijft de directeur:
    'Het gezin van Galen bestaat op dat moment uit vader en moeder van Galen/Visser en de kinderen Adriaan van 20, Maria van 13 en Johannes van 11.
    Arie is opziener in de fabriek. Zijn vrouw is ziekelijk maar verricht wel wat huishoudelijke bezigheden. De oudste zoon is timmerman. Maria verdient niets maar helpt haar ziekelijke moeder met het huishoudelijke werk en de jongste gaat nog naar school. Arie en zijn oudste zoon verdienen voldoende. Zij behoren tot de zogeheten 'valide huisgezinnen'. Met uitzondering van Trijntje zijn allen gezond'. Kortom, er zijn niet de minste aanmerkingen.

    Op 9 juni 1854 krijgt Arie van Galen antwoord op een door hem geschreven brief d.d. 10 april met daarin de vraag of zijn zoon Anton (Adrianus Anton) met vrouw en kind bij hem mag komen inwonen en de hoeve op die zoon overgeschreven mag worden. De Subcommissie vindt dat goed, maar de Permanente commissie gaat niet accoord omdat Arie's zoon gehuwd is en zich buiten de Kolonie bevindt.
    Maar Arie laat het er niet bij zitten en schrijft dat dat laatste wel vaker voorkwam. Zijn er soms andere redenen? Aan de verdiensten kan het ook niet liggen. Hij is al 35 jaar betrokken bij het fabriekswezen. Alle kinderen zijn inmiddels het huis uit, behalve de jongste, Johannes Lambertus. Deze heeft van de Subcommissie van Den Haag een hoeve toebedeeld gekregen, omdat zijn schoonvader uit die stad kwam. De zoon (Anton) waar hij, Arie, voor vraagt, heeft door vlijt en spaarzaamheid een eigen woning verworven buiten de Kolonie, ter waarde van f 100,- die hij bereid is af te staan.
    De afloop van Arie's pleidooi is me niet bekend.
    Arie krijgt in 1857 f 0,50 per week in zilver.


Generatie: 2




    Over deze website

    Heb je aanvullingen, verbeteringen, vragen en/of foto's? Neem contact op. Wij horen graag van je!
    Je kunt gegevens overnemen van de site als je de bron vermeldt.
    Vanwege het auteursrecht op diverse documenten kun je afbeeldingen niet overnemen.