top deco

Anna Jans van Ravesteijn

Vrouwelijk - na 1704


Generaties:      Standaard    |    Verticaal    |    Compact    |    Box    |    Alleen tekst    |    (Uitgebreide)kwartierstaat    |    Voorouderwaaier    |    Media    |    PDF

Generatie: 1

  1. 1.  Anna Jans van Ravesteijn (dochter van Jan Dircx Ravesteijn en Emmerensken Jans Ketelaer); is gestorven na 23 sep 1704.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 29 dec 1670; Testament
    • vermelding: van 23 sep 1704; Testament

    Aantekeningen:

    Na het overlijden van Baerthout is Anna op 22-8-1694 getrouwd met Pieter Basius

    vermelding:
    Yeman de Visscher, Neurenburgse winkelhouder, en Anna van Ravesteijn, echtgenoten, maken een testament op de langstlevende op. Er zijn de gebruikelijke regelingen voor hun kinderen. Ze krijgen bovendien 400 gulden uitgekeerd als ze 20 zijn of trouwen. De acte is opgemaakt in hun huis aan de noordzijde van de Hoogstraat.

    vermelding:
    Elisabeth Willems Lansingh, weduwe van scheepstimmerman Jan Aernoudsz Moorenhout, wonend aan de zuidzijde van de Raemstraet in deze stad, wil het voorgaande testament van Philips Basteels en getuigen op de 13e mei 1698 bekrachtigen, en noemt de volgende erfgenamen:
    Henrik Pauw wonend alhier;
    Jannetie Cornelis Garnaet wonend alhier;
    Clasina Cornelis Kroes, enig kind van haar overleden dochter Huybertie Hubrechts Brouwer en haar vader Cornelis Kroes haar huis en erf gelegen aan de oostzijde van de Schiedamsen Dijk op de zuidwesthoek van Soetensteegh tegenover het nieuwe gemeend land van Schielandshuijs in deze stad;
    Belijtie Jans en Jacob Jans, kinderen van Louis Willems Lansingh;
    Barent Jacobs Everaer, borstelmaker;
    Daniel Bazius, meester advocaat voor het hof van Holland, wonend te 's Gravenhage;
    de dochter van juffrouw Anna van Ravesteijn, weduwe van Pieter Bazius, hier wonend;
    Barbara Leenderts, huisvrouw van Arij Willems van Rhijn, bouwman, wonend in Krooswijk, het Paradijs;
    Mesie Jans, dochter van Niesie Jacobs en Jan Thijsz, brouwer, hier wonend;
    Beurik Pauw en Jacobus Slacque;
    Verder worden nog vermeld:
    Willemma Bout, dochter van Maria Lansingh, wonend te 's Gravenhage;
    Marijtie Ariens en Willem Ariens, kinderen van Barbara Leenderts.

    Anna is getrouwd met Iemand Jansz de Visscher op 7 apr 1670 (civil) in Rotterdam. Iemand is geboren in Rotterdam; is begraven op 28 aug 1679 in Rotterdam, Schotse kerk. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Aantekeningen:

    Getrouwd:
    JM en JD van Rotterdam, wonend Rotterdam

    Anna is getrouwd met Baerthout Weerts op 8 dec 1680 (civil) in Rotterdam. Baerthout (zoon van Franchoijs Jaspersdr Weerts en Burgie Baerthouts Burghoorn) is gedoopt op 3 okt 1655 in Rotterdam; is begraven op 10 aug 1691 in Rotterdam. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Aantekeningen:

    Getrouwd:
    JM van Rotterdam, wonend Rotterdam; wed. IJeman de Visscher van Rotterdam wonend Rotterdam

    Kinderen:
    1. Emmerencije Weerts is gedoopt op 22 aug 1683 in Rotterdam; is begraven op 26 mrt 1761 in Rotterdam, Grote kerk.

    Anna is getrouwd met Pieter Basius op 22 aug 1694 (civil) in Rotterdam. Pieter is geboren in Rotterdam; is begraven op 17 mei 1697 in Rotterdam. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Aantekeningen:

    Getrouwd:
    JM van Rotterdam, wonend Rotterdam; wed. Barhout Waerts van Rotterdam, wonend Rotterdam


Generatie: 2

  1. 2.  Jan Dircx Ravesteijn is gestorven na 3 nov 1677.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 28 sep 1646; Testament Notaris Jacob Duyfhuysen jr
    • Beroep: van 28 sep 1646; Kousenverwer
    • vermelding: van 11 feb 1649; Verkoopakte
    • vermelding: van 7 jan 1650; Verkoopakte
    • vermelding: van 14 okt 1652; Attestatie bij notaris Jacobus Delphius
    • vermelding: van 22 nov 1652; Verkoopakte
    • vermelding: van 1 feb 1658; Akte van verhuur
    • vermelding: van 20 nov 1664; Testament Notaris Jacobus Delphius
    • vermelding: van 1 nov 1668; Testament Notaris Philips Basteels

    Aantekeningen:

    vermelding:
    Jan Dircx van Ravesteyn, kousseverwer, en zijn vrouw Emmerensken Jans maken hun testament.
    Zij legateren aan zijn voorkinderen 5000 gld.
    Hij benoemt tot zijn erfgenamen zijn vrouw, zijn voor- en nakinderen.
    Zij benoemt haar man tot haar erfgenaam.
    Zij legateert aan haar ouders, Jan Jacobs Ketelaer en Marijken Andriesdr, 2500 gld.

    vermelding:
    Elisabeth Dircx, weduwe van Jan Jans van Cleeff, verkoopt aan Jan Dircx van Ravesteyn voor 8150 gld een huis aan de westzijde van de Lombaertstraat, waar 'St. Pieter's Scheepgen' uithangt, met de halve steeg aan de zuidzijde daarvan.

    N.B. zie ook akte 177.

    Belendingen:
    - Jan Davids Volbloet, Adriaen Fransz Pieck en de Rotte.

    vermelding:
    Jan Dircxsz van Ravesteyn, verwer, Jan Cornelisz Dorrestam, compasmaker en Jan Waertsen, met last van Ariaentge Crijnendr, weduwe van Jan Cornelisz Barregast verkopen aan Anneken Stevensdr, weduwe van Pieter Maertensz, een huis en erf aan de oostzijde van de Schrijnwerckersstege, belendende noord: Gerrebrant Maertensz en strekkende tot aan het Sijl. Koopsom: 575 gulden.

    vermelding:
    Andries Schepper, keurmeester, Pieter Uijttenbrouck, Jan Jacobs, ketelaer, Augustijn van den Heuvel, overmannen of Sevenmannen van het Gout en siversmithsgilde, leggen een verklaring af op verzoek van Abraham Verschuijren, oud-deecken en overman van het voorn. gilde. Het betreft de kwestie tussen Macchelijn Mackelijns, goutsmith, en Jan Dircx Ravesteijn, over het leren van het vak door de zoon van Ravesteijn bij Mackelijn. Voor de vreedemakers werd Mackelijn geassisteerd door Cornelis Slaets en Lucas Stelder (of Stender) en Ravesteijn door Daniel Waesbergen en Hendrick Ravesteijn, alle vier gildebroeders.

    1-9-1653 bij Notaris Leonard van Zijl:
    Lucas Stender, 32 jaar en Cornelis Slaets, 31 jaar, beiden goud of zilversmeden, leggen een verklaring af op verzoek van Michiel Maqueleijn, goudsmid. Ze zijn op zijn verzoek op de Oostpoort geweest, bij de 7 mannen van het goud- en zilversmidsgilde wegens een geschil dat hij had met Jan Dircxsz van Ravesteijn. Eén van die 7 mannen was Abram Verschuijren, zilversmid. Deze greep, buiten de vergader zaal, Maquelijn bij de keel en schudde hem heen en weer, zeggende "mannetje, wat wil je nu eigenlijk". Maquelijn werd kwaad en noemde hem dief. Het verschil van mening is ontstaan, toen op 19/10/1652 voor notaris Jacob Delphius een verklaring werd afgelegd door Andries Schepper, keurmeester,
    Pieter Uijttenbrouck, Jan Jacobsz Ketelaer en Augustijn van den Heuvel, als overmannen of de 7 mannen van het goud- en zilversmidsgilde, op verzoek van Abram Verschuijren, als oud deken en overman. Ze zouden een uitspraak doen over de kwestie tussen Michiel Macquelijn, goudsmid, en Jan Dircksz Ravesteijn. De laatste had zijn zoon bij Macquelijn in de leer gedaan en daar was onenigheid over ontstaan, die was voorgelegd aan de vredemeesters. Deze hadden Macquelijn in het ongelijk gesteld en hem veroordeeld tot de kosten en een gift voor de armen.

    vermelding:
    Steven Puckel, Engels coopman wonend in Engelant, verkoopt aan Jan Dircx van Ravestein, kousseverwer, een tuin met een tuinhuisje buiten de Goutse Poort aan de westzijde van de Rijwech voor 1.100 gulden.
    De koper moet een deel van de koopsom betalen aan Leendert Spaen.
    Belendingen: ten westen Job Jacobs, backer en Arien Willems, backer,
    ten oosten Lijsbet Crijnen strekkend tot de scheytsloot van het Gasthuis.

    vermelding:
    Jan Dircxsz van Ravesteyn, verhuurt aan zijn zoon Dirck Jansz van Ravesteyn, zijn huis en erf aan de westzijde van de Lombardstraat; het grenst tN aan Jan Adryaensz Besaen- met een gezamenlijke muur- en tZ aan Sybrant Suyrvelt en Claes Jorisz Antoni en strekt tot achter aan de Rotte. De huurperiode zal lopen zaolang de vader leeft, tegen een huur van 240 gulden p.j. Bij diens overlijden kan zoon Dirck het pand overnemen voor 6.000 gulden (eventueel met lening op rente), en dit in mindering op zijn erfdeel.
    Als teken van instemming tekenen de andere erfgenamen (kinderen van Jan): Leendert Poth, echtgenoot van Heindrickgen van Ravesteyn, en Cristiaen - en Adryaen van Ravesteyn.

    vermelding:
    Jan Dirxsz van Ravesteyn herroept het testament dat hij op 23 februari 1662 met zijn vrouw Emmerentia Ketelaers heeft gemaakt, met uitzondering van de bepalingen van zijn vrouw, in het bijzonder die ten aanzien van hun kinderen, dewelke moeten worden nagekomen. Tot erfgenamen benoemt hij zijn kinderen, genaamd Dirck, Cristiaen, Aryen, Claesge, Johannes, en Anna, ieder voor een zevende part. Zijn dochter Heindrickie, gehuwd met Leendert Jansz Poth, krijgt een legitieme portie, met bepalingen ten aanzien van haar kinderen. Tot executeurs van het testament en voogden over de minderjarige erfgenamen benoemt hij Jan Jacobsz Ketelaer en zijn zonen Dirck, Cristiaen en Adriaen Jansz Ravesteyn.

    13-10-1667:
    Jan Dircxsz Ravesteijn die ziek ligt, onderschrijft het testament dat hij op 20/11/1664 voor deze notaris heeft verleden, en wil het volgende toevoegen. Hij prelegateert aan zijn dochter Claesken Jans Ravesteijn 2 zilveren lepels met haar naam en nog 100 gulden, en aan zijn zoon Johannes Jansz Ravesteijn zijn kleding, een zilveren zoutvat met zijn naam en nadat hij begraven is de zarck en graffstede in de Princekerck, Nr.158, mits dat hij het graf tot 14 jaar na de begrafenis gesloten houdt. Verder prelegateert hij aan zijn jongste dochter Anna Jans Ravesteijn alle kleding die van haar moeder Emerentia Ketelaers geweest is en ook een zilveren kommetje met haar naam.
    N.B. Hij kon niet zelf tekenen omdat hij aan zijn rechter hand "geraeckt"is.

    15-10-1667:
    Jan Dircxsz van Ravesteijn die ziek ligt, herroept het testament dat hij op 20/11/1664 verleden heeft voor deze notaris, maar handhaaft de testamentaire dispositie gemaakt met zijn laatste vrouw Emmerentia Ketelaers op 23/02/1662, en de codicille van 13/10/1667. Hij prelegateert nog aan zijn oudste zoon Johannes van Ravesteijn de twee contrefeijtsels van hem en zijn vrouw, en bij diens vooroverlijden aan zijn dochter Anna van Ravesteijn, en na Anna's dood aan de oudste van zijn voorkinderen.N.B. Hij kan niet zelf ondertekenen omdat hij niet kan schrijven, daar zijn rechterzijde "geraeckt"is.

    vermelding:
    Jan Dircks Ravesteijn, wonende aan de oostzijde van de Lombartstraat, breidt het testament uit dat hij op 23-02-1662 met zijn overleden tweede vrouw Emmerentia Ketelaers heeft gemaakt bij notaris Jacob Delphius, en herroept het codicille van 22-10-1668. De door hem gemaakte aanvulling houdt in dat zijn zoon Dirck Jansz Ravesteijn, uit hetgeen deze komt te erven, een legaat dient uit te keren aan diens voordochter Beatrix Dircks Ravesteijn, verwekt bij diens overleden eerste vrouw Ariana Sibrants van der Heij. Tot executeurs van zijn testament en tot voogden van zijn minderjarige nakomelingen benoemt hij zijn zonen Dirck Jansz Ravesteijn, Christiaen Jansz Ravesteijn en Adriaen Jansz Ravesteijn.

    22-10-1668:
    Jan Dircksen Ravesteijn, wonende aan de oostzijde van de Lombertstraet, vult het testament aan die hij met zijn 2e vrouw Emmerentia Ketelaers op 23-02-1662 heeft gemaakt ten overstaan van notaris Jacob Delphius. Hij bepaalt bij deze dat:
    - zijn zoon Dirck Jansz Ravesteijn uit de goederen die hij van hem zal erven, een legaat moet uitkeren aan diens voordochtertje Beatrix Dirx Ravesteijn, door hem verwekt bij diens overleden eerste vrouw Adriana Sibrants van der Heij.
    - zijn dochter Hendrickje Jans Ravesteijn, gehuwd met Leendert Jansz Pot, een legaat moet uitkeren aan haar kinderen.

    Tot executeurs van zijn testament en voogden van zijn minderjarige nakomelingen benoemt hij zijn zoons Dirck Jansz Ravesteijn, Christiaen Jansz Ravesteijn en Adriaen Jansz Ravesteijn.
    De akte is op 01-11-1668 herroepen.

    29-3-1669:
    Jan Dircksz Ravesteijn, wonende aan de oostzijde van de Lombardstraat, brengt een wijziging aan in het codicille dat hij op 01-11-1668 heeft laten passeren. De verandering houdt in dat hij zijn zoon Christiaen Jansz Ravesteijn ontslaat van het executeurschap van zijn testament, alsmede van het voogdijschap over zijn minderjarige nakomelingen. In zijn zoons plaats benoemt hij Willem Visch, rentmeester van het manshuis.

    16-7-1669:
    Jan Dircksz Ravesteijn, wonende aan de oostzijde van de Lombardstraat, brengt een wijziging aan in het codicil dat hij op 01-11-1668 heeft laten passeren. Hij verandert hierin dat zijn zoon Dirck Jansz Ravesteijn niet langer gehouden is om een legaat uit te keren aan zijn voordochter Beatrix Dirx Ravesteijn, maar dat hij het aan hem overlaat of hij het legaat al dan niet uitkeert.

    Jan is getrouwd met Emmerensken Jans Ketelaer op 17 jun 1646 (civil) in Rotterdam. Emmerensken (dochter van Jan Jacobs Ketelaer en Maeijken Andriesz van der Burch) is begraven op 5 okt 1664 in Rotterdam. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  2. 3.  Emmerensken Jans Ketelaer (dochter van Jan Jacobs Ketelaer en Maeijken Andriesz van der Burch); is begraven op 5 okt 1664 in Rotterdam.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 28 sep 1646; Testament Notaris Jacob Duyfhuysen jr

    Aantekeningen:

    vermelding:
    Jan Dircx van Ravesteyn, kousseverwer, en zijn vrouw Emmerensken Jans maken hun testament.
    Zij legateren aan zijn voorkinderen 5000 gld.
    Hij benoemt tot zijn erfgenamen zijn vrouw, zijn voor- en nakinderen.
    Zij benoemt haar man tot haar erfgenaam.
    Zij legateert aan haar ouders, Jan Jacobs Ketelaer en Marijken Andriesdr, 2500 gld.

    23-2-1662 bij Jacobus Delphius:
    Jan Dircxs Ravesteijn en zijn vrouw Emmerentia Ketelaers, wonende in de Lombertstraet, benoemen elkaar tot erfgenaam. Zij legateren aan hun zoon Johannes en dochter Anna Ravesteijn. Er wordt ook een bepaling opgenomen ten aanzien van de voorkinderen van Jan Dircxz Ravesteijn.

    Aantekeningen:

    Getrouwd:
    Weduwnaar van Annetge Ariens; JD

    Kinderen:
    1. Johannes (de Oude) (van) Ravenstein is gestorven na 8 jun 1707.
    2. 1. Anna Jans van Ravesteijn is gestorven na 23 sep 1704.


Generatie: 3

  1. 6.  Jan Jacobs Ketelaer (zoon van Jacob Ketelaer); is begraven op 15 jul 1668 in Rotterdam, Prinsenkerk.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • Beroep: Koopman
    • vermelding: van 21 jul 1642; Overeenkomst bij notaris Balthasar Bazius
    • vermelding: van 28 sep 1646; Testament Notaris Jacob Duyfhuysen jr
    • vermelding: van 18 jun 1650; Testament bij Notaris Arent van der Graeff
    • vermelding: van 19 aug 1655; Vermeld als gemachtigde

    Aantekeningen:

    vermelding:
    Hendrick Verdonck en Jan Jacobs Ketelaer, cooplieden, ter ene zijde, en Thomas Waerdenier, jonggesel, te Dordrecht, geassisteerd door Tijs Tijssen, schoenmaker, zijn couzijn, ter andere zijde, sluiten een overeenkomst. Waerdenier zal van Texel varen naar Brasilien of Parnambuco en daar in dienst treden bij Andries Ketelaer en David Verdonck, zoons van de comparanten, voor de tijd van 2 jaar en voor 100 gulden per jaar. Hij zal dienst doen als silversmid.

    vermelding:
    Jan Dircx van Ravesteyn, kousseverwer, en zijn vrouw Emmerensken Jans maken hun testament.
    Zij legateren aan zijn voorkinderen 5000 gld.
    Hij benoemt tot zijn erfgenamen zijn vrouw, zijn voor- en nakinderen.
    Zij benoemt haar man tot haar erfgenaam.
    Zij legateert aan haar ouders, Jan Jacobs Ketelaer en Marijken Andriesdr, 2500 gld.

    vermelding:
    Jan Jacobsz Ketelaer en zijn vrouw Mayken Andriesdr benoemen elkaar tot erfgenaam. Al hun kinderen zijn het huis al uit, behalve hun zoon Abraham Ketelaer; elk ontving of ontvangt daarbij 3000 gulden. De langstlevende schenkt aan elk 200 gulden voor een rouwkleed. Hertrouwt de langstlevende dan krijgt elk nog 600 gulden. Na overlijden van de langstlevende erven de kinderen, en die moeten aan elk kleinkind 5000 gulden uitkeren. De kinderen van wijlen hun dochter Annetje Jans en van hun zoon Andries Ketelaer mogen er pas na hun mondigheid over beschikken. Als Andries, die vaak langdurig op reis is, afwezig is als de langstlevende sterft krijgt zijn vrouw Ida van Dyck in mindering van zijn erfdeel desgewenst 1000 gulden om een winkeltje te beginnen. Hun zoon Abraham Ketelaer moet in mindering van zijn erfdeel 3000 gulden brengen, de hypotheek op het huis de Verkeerde Werelt op de Hooghstraet. Als voogden over de minderjarige erfgenamen benoemen zij hun zoon Andries Ketelaer, en hun zwagers Jan Dircxsz Ravesteyn en Jan van Beveren.

    1-3-1652:
    Jan Jacobsz Ketelaer en zijn vrouw Mayken Andriesdr houden het testament d.d. 8-6-1650 bij deze notaris gemaakt in stand.
    Zij veranderen de uitkering van de langstlevende aan de kleinkinderen.

    8-7-1655 bij notaris Jacobus Delphius:
    Jan Jacobsz Ketelaer en zijn vrouw Maijcken Andries overhandigen aan deze notaris een gesloten papier waarin hun testament staat beschreven.

    24-02-1660 bij notaris Jacobus Delphius:
    Jan Jacobsz Ketelaer en zijn vrouw Maycken Andriesdr benoemen elkaar tot erfgenaam.
    Hun kinderen ontvangen elk 3000 gulden. Hun zoon Abraham, die blind is, mag zijn leven lang het vruchtgebruik genieten van de 3000 gulden die op het huis De Verkeerde Werelt, staande aan de Hoochstraet bij de Goote maerckt, is verzekerd.
    Het huis behoorde toe aan Gerrit Jansz Verschuer, die gehuwd was met hun dochter Anna Ketelaer. Zijn broer Johannes Verschuer was betrokken bij de verkoop van het huis aan Jan Jacobsz Ketelaer.
    Tot voogd over de kinderen van Anna is naast hun grootvader Jan Jacobsz Ketelaer door de Weesmeesters benoemd, Jan van Beveren de Jonge.
    Het huis De Verkeerde Werelt grenst aan Maria Stock, weduwe van Anthony Stock en aan Hendrick van Ravesteyn.

    13-7-1668 bij Notaris Philips Basteels:
    Jan Jacobsen Ketelaer wijzigt het testament dat hij met wijlen zijn vrouw Maeijken Andries op 24-02-1660 heeft laten passeren voor notaris Jacob Delphius. De executeurs van zijn testament zullen voor zijn zoon Abraham Ketelaer, die blind is, de kost moeten kopen in een of ander Godshuis. Dit moet worden betaald uit een bedrag van 3000 gulden, waarvan hij zijn zoon in het genoemde testament het vruchtgebruik had vermaakt. Het huis genaamd De Verkeerde Wereldt, staande aan de zuidzijde van de Hoochstraet, is daartoe verbonden als onderpand.

    Daarnaast maakt hij nog enige andere bepalingen, onder andere dat hij begraven wil worden in de Princekerk. Verder en vermaakt hij geld en/of goederen aan:
    - zijn dochter Appolonia Ketelaer, gehuwd met Jan van Beveren de jonge, wonende aan de westzijde van de Nieupoort.
    - zijn kleindochter Machteltje Waerts, kind van zijn dochter Dina Ketelaer
    - Appolonia Ketelaer en Catarina Ketelaer, de jongste kinderen van zijn overleden zoon Andries Ketelaer.

    In de plaats van Jan Dircksz Ravesteijn, en naast zijn schoonzoon Jan van Beveren de jonge, stelt hij zijn neef Huijbrecht Uijt ten Broeck aan tot executeur van zijn testament.

    vermelding:
    Catelijntge Francken, weduwe van Maerten Cabau, wonende in de Swanensteech, machtigt Jan Jacobsz Ketelaer, Abraham Verschuyre, Pieter Waerdeniers, en Gerard Muysers, om voor haar het huis en aflaat, staande in de Swanensteech, te verkopen onder voorwaarde dat zij haar levenlang erin mag blijven wonen, alsmede het koopbedrag en schuldbrief (als deze gemaakt mocht worden) te ontvangen. Daarnaast machtigt zij hen de schuldbrief en haar schuldbrief van 300 gulden ten laste van Jacob Bouwens, huystimmerman, waarvoor diens huis op de oosthoek van de Swaenensteech en de Kipstraet als onderpand dient, voor haar te verkopen, of de jaarlijkse rente ontvangen.

    Begraven:
    Woonde in De Blauwe Haan.
    Grafschrift (Noorderpand/Middelpand): Hier leggen begraven J.J. en M.A.
    Wapens: Rechts: een ketel tusschen de letters J.J.; Links: een burg tusschen de letters M.A.

    Jan is getrouwd met Maeijken Andriesz van der Burch circa 1606 (civil). Maeijken (dochter van Andries Stevensz en Emerentia Anthonisdr) is begraven op 1 mei 1661 in Rotterdam. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  2. 7.  Maeijken Andriesz van der Burch (dochter van Andries Stevensz en Emerentia Anthonisdr); is begraven op 1 mei 1661 in Rotterdam.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 1 jul 1618; Huwelijksvoorwaarden
    • vermelding: van 22 nov 1621; Testament
    • vermelding: van 15 aug 1626; Testament
    • vermelding: van 28 sep 1646; Testament Notaris Jacob Duyfhuysen jr

    Aantekeningen:

    vermelding:
    Pieter Adriaensz Smout, den Haag, geassisteerd door zijn ouders Adriaen Henricxz Smout, en Emmetgen Pietersdr, Den Haag, sluit een contract van huw. voorwaarden met Anneken Andriesdr, jd. geassisteerd door Laurens Andriesz, haar broer alias Laurens Stevens goutsmit, Jan Jacobsz, haar zwager, goutsmit Hoochstraet, Pauwels de Schepper, haar swager Delft, Jacob Cornelisz van Hooghwegen, haar voogd backer

    vermelding:
    Jan Jacobsz, en zijn vrouw Mayken Andriesdr goutsmit, Mutueel testament

    vermelding:
    Catalina Andriesdr jongedochter, legateert gelden aan de armen, aan het pesthuis, aan Andries Scheppers, Margrite en Emerentia Scheppers en de nagelaten kinderen van Barber Andriesdr haar zuster, verwekt bij Paulus Scheppers en aan Emerentia Pietersdr en Maria Pietersdr, nagelaten kinderen van Annetgen Andriesdr haar zuster, verwekt door Pieter Adriaensz Smout. Jan Jacobsz, goutsmit, haar zwager, wordt tot voogd benoemd.

    vermelding:
    Jan Dircx van Ravesteyn, kousseverwer, en zijn vrouw Emmerensken Jans maken hun testament.
    Zij legateren aan zijn voorkinderen 5000 gld.
    Hij benoemt tot zijn erfgenamen zijn vrouw, zijn voor- en nakinderen.
    Zij benoemt haar man tot haar erfgenaam.
    Zij legateert aan haar ouders, Jan Jacobs Ketelaer en Marijken Andriesdr, 2500 gld.

    Overleden:
    woonde in De Vergulde Ketel
    Grafschrift (Noorderpand/Middelpand): Hier leggen begraven J.J. en M.A.
    Wapens: Rechts: een ketel tusschen de letters J.J.; Links: een burg tusschen de letters M.A.

    Kinderen:
    1. Annetie Jansdr Ketelaer is geboren in Rotterdam; is begraven op 7 nov 1649 in Rotterdam.
    2. Andries Jansz Ketelaer is geboren in Rotterdam; is begraven op 25 apr 1666 in Rotterdam.
    3. Appolonia Ketelaers is geboren in Rotterdam; is begraven op 20 dec 1683 in Rotterdam, Prinsenkerk.
    4. 3. Emmerensken Jans Ketelaer is begraven op 5 okt 1664 in Rotterdam.
    5. Abraham Ketelaer
    6. Dijna Jans Ketelaers is geboren circa 1622 in Rotterdam; is begraven op 17 nov 1692 in Rotterdam.


Generatie: 4

  1. 12.  Jacob Ketelaer
    Kinderen:
    1. 6. Jan Jacobs Ketelaer is begraven op 15 jul 1668 in Rotterdam, Prinsenkerk.

  2. 14.  Andries Stevensz is geboren circa 1552 (zoon van Steven N.N.); is begraven vóór 10 mrt 1618 in Rotterdam.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • Beroep: Goudsmid
    • vermelding: van 14 apr 1590; Borgstelling
    • vermelding: van 18 mrt 1595; Attestatie
    • vermelding: van 17 jun 1597; Attestatie
    • vermelding: van 6 nov 1604; Huwelijksvoorwaarden
    • vermelding: van 1 dec 1609; Attestatie
    • vermelding: van 28 aug 1610; Verkoopakte
    • vermelding: van 23 sep 1613; Testament
    • vermelding: van 15 feb 1619; Schuldbekentenis
    • vermelding: van 13 mrt 1620; Machtiging
    • vermelding: van 24 mrt 1621; Machtiging
    • vermelding: van 13 mrt 1630; Verkoopakte
    • vermelding: van 3 okt 1635; Machtiging
    • vermelding: van 3 okt 1635; Machtiging

    Aantekeningen:

    vermelding:
    IJsbrandt Adriaensz stelt zich borg voor de boete die Huijbrecht Leenaerts, schuijtvoerder, moet betalen aan Andries Stevensz, goutsmit.

    vermelding:
    Andries Stevensz, goutsmit, 42 jr, op verzoek van Arent Jansz, wonend te Utrecht. Betreft het feit dat hij nooit door een brief aan Henrick Craeijevanger, muntmeester bij Arent Jansz is aanbevolen.

    vermelding:
    Verklaring op verzoek van Claes Willemsz, goudsmid.
    Andries Stevensz, 47 jaar; Jacob Jansz, 30 jaar; en Pieter Jansz, 27 jaar, allen goudsmeden. Inzake een gebroken tandestoker. Genoemd wordt ook Gillis Marchandt, goudsmit, wonend naast de brouwerij de Oliphant.

    vermelding:
    Oluff Roelandtss, zeemvercooper, en Tanneken Anthonisdr Picquolet, weduwe van Jan Evertss, wonende in Sgravenhage, geassisteerd door haar zwager Andries Stevenss, goutsmit.
    Andries Stevenss woont in de Hoochstraet.

    N.B. Tanneken tekent met Tanneken Pycolet.

    vermelding:
    Andries Steevensz, goutsmit, verklaart op zijn verzoek en dat van Trijntgen Jansdr Meester, moeder van Pouwels Boudaen, goutsmit, dat
    Gijsbrecht Pijl laatstgenoemde uitstel van betaling heeft gegeven voor betaling van een bedrag van 600 gulden, waartoe Boudaen door het gerecht alhier is veroordeeld, mits hij hierover rente betaald.
    Hij stelt zich hiervoor borg en Pijl verstrekt als onderpand verschillende sieraden aan Andries Stevensz.

    vermelding:
    Andries Stevensz, goutsmit, draagt een obligatie van 50 gulden ten laste van Jan van Coulster, notaris, over aan zijn zoon Lourens Andriesz.

    vermelding:
    Andries Stevensz, goutsmit, en zijn vrouw Emerentia Anthonisdr benoemen elkaar tot erfgenaam.
    Zij nemen verschillende bepalingen op betreffende de gelden die hun kinderen Lijntgen Andries, Barbara Andries, Anneken Andries(ongehuwd), en Ploentgen Andries, Laurens Andries, en Marie Andries(gehuwd) van hen zullen krijgen en bij hun huwelijk al gekregen hebben.

    vermelding:
    Op verzoek van Laurens Andriesz, en Jan Jacobsz, man en voogd van Maritgen Andriesdr, beiden erfgenamen van Andries Stevensz goutsmit hun vader, resp. schoonvader wordt akte gemaakt van een obligatie groot 200 ponden vlaams ten gunste van genoemde Andries Stevensz en ondertekend door Gillis van Luffel de Jonghe

    vermelding:
    Laurens Andriesz zilversmit, Jan Jacobsz goutsmit, man van Maycken Andriesdr, en Henrick Huygen de Haen machtigen Pieter Adriaensz Smout, wonende te Gravenhage,'s, man van hun mede-erfgename Anneken Andriesdr om henzelf en hun mede-erfgenamen: Lijntgen Andriesdr en de kinderen van Ploentgen Andriesdr, vrouw van Jan Jansz van Berevelt te vertegenwoordigen voor het Hof van Holland in alle zaken betreffende de nalatenschap van Andries Stevensz goutsmit hun vader, resp. grootvader en schoonvader

    vermelding:
    Laurens Andriesz goutsmit machtigt Lowijs Jansz te Amsterdam om van de kamer van de Oost-Indische Compagnie te Amsterdam uit de gage, enz. verdiend door de in Oost-Indie overleden Abraham de Rosier, en bij testament toegevallen aan Laurens de Rosier het aan Abraham de Rosier geleende bedrag terug te vorderen. Comparant treedt op mede namens zijn zwager Jan Jacobsz goutsmit, gehuwd met Maritgen Andriesdr, ook namens zijn zuster Lijntgen Andriesdr en als voogd over de weeskinderen van zijn zuster Ploontgen Andriesdr, daarin tevens namens zijn mede-voogd Henrick Huygensz de Haen. Alle genoemde personen zijn erfgenamen van Andries Stevensz goutsmit hun vader, resp. grootvader, die bedoelde lening heeft verstrekt. Oost-Indische Compagnie Amsterdam

    vermelding:
    Jan Jacobsz, man van Maritgen Andriesdr goutsmit verklaart te hebben verkocht aan mede-comparant Johan Franchoys Tortarolis of Johan Franchoys Tartarolis, cassier in de Bancke van Leeninge te Leyden een obligatie d.d. 12.02.1605 verleden door Jan Franchoys de Susio en Jan Kelffken, ten behoeve van Jan Vleynshooving of Jan Vleynshoorum, pro resto groot 960 gulden voor de som van 528 gulden. Jan Jacobsz handelt als erfgenaam van wijlen zijn schoonvader, Andries Stevensz, goutsmit en tevens namens zijn mede-erfgenamen.

    vermelding:
    Andries Willemsz Cantier en Evert Maertensz van den Bosch, schoonzoons en Baertgen Jansdr Pijck, weduwe van Abraham Joosten de Heer, allen kinderen van Jan Gijsbertsz Pijck, machtigen Adriaen Lievensz van Haemstede, coopman en Joris Lievensz van Haemstede, coopman te Amsterdam, om van de Oost-Indische Compagnie, als participant in de Magellanische Compagnie waar generael van is Olivier van Oort, 366 gld en 13 stuivers te eisen.
    Dit geld is geinvesteerd in de voorn. Magellanische Compagnie, evenals geld van Lieven Jopgen, van Heyndrick de Coningh van Hellemont en van Andries Stevensz za. Dit blijkt uit brieven van Huyge Gerritsz za., bewinthebber van voorn. compagnie. Zwager van voorn. Gerritsz is Pieter Eewoutsz van der Horst.

    vermelding:
    Jan Jacobsz, goudtsmit, man van Mayken Andriesdr, Pieter Uuttenbroeck, man van Geertgen Jansdr, dochter van Pleuntgen Andriesdr en Pieter Cornelisz, gaerntwijnder, man van Neeltgen Jansdr, ook een dochter van Pleuntgen Andriesdr, mede optredend voor Pieter Jorisz Balck, man van Jannetgen Jansdr, ook een dochter van Pleuntgen Andriesdr, die in het buitenland is, de voorn. Jacobsz is oom en voogd over Grietgen Laurensdr, kind van Laurens Andriesz za. en van de nagelaten kinderen van Barbara Andriesdr en van de kinderen van Annetgen Andriesdr za. allen erfgenamen van Andries Stevensz, goutsmit, machtigen Adriaen Lievensz van Haemstede, coopman en Joris Lievensz van Haemstede, coopman te Amsterdam, broers, om hun deel te krijgen van het kapitaal dat is ingelegd in de Magellanische Compagnie, waar generael van is Olivier van Oirt.
    Geld is verder ingelegd door voorn. Stevens, Jan Ghijsbrechtsz Pijck en Lieven Jobsz, vader van Adriaen en Joris Lievensz voorn. en door Hendrick de Coninck wonend te Helmont.
    Dit blijkt uit de brieven van Huich Gerritsz za., bewinthebber van voorn. compagnie.

    Begraven:
    Begraven in het graf dat in 1642 stond op naam van Gerrit Jansz Verschuyer; Datum is fictief, de werkelijke datum ligt in de week daaraan voorafgaand.

    Andries + Emerentia Anthonisdr. Emerentia (dochter van Anthonie Pycolet) is begraven vóór 25 jul 1614 in Rotterdam. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  3. 15.  Emerentia Anthonisdr (dochter van Anthonie Pycolet); is begraven vóór 25 jul 1614 in Rotterdam.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 10 mei 1612; Borgstelling
    • vermelding: van 23 sep 1613; Testament

    Aantekeningen:

    vermelding:
    Rogier Lauwers, zoon van Joost Lauwers, verklaart dat de vrouw van Andries Stevensz, goutsmit, en Lodewijck de Pottere, cruydenier, die machtiging heeft van Jacob de Coning, hem en zijn goederen in hechtenis/beslag hebben genomen, om zo een bedrag van 398 gulden terug te krijgen die hij nodig had om naar Brabant te reizen.
    Hij geeft zijn arrestanten als onderpand een hoeveelheid goederen in handen, met de belofte zich voor aanstaande maandag voldoende borg te stellen, waarna hij de goederen weer terug zal krijgen.

    vermelding:
    Andries Stevensz, goutsmit, en zijn vrouw Emerentia Anthonisdr benoemen elkaar tot erfgenaam.
    Zij nemen verschillende bepalingen op betreffende de gelden die hun kinderen Lijntgen Andries, Barbara Andries, Anneken Andries(ongehuwd), en Ploentgen Andries, Laurens Andries, en Marie Andries(gehuwd) van hen zullen krijgen en bij hun huwelijk al gekregen hebben.

    Begraven:
    Huisvrouw van Andries Stevensz; Datum is fictief, de werkelijke datum ligt in de week daaraan voorafgaand

    Kinderen:
    1. 7. Maeijken Andriesz van der Burch is begraven op 1 mei 1661 in Rotterdam.
    2. Lourens Andriesz van der Burch is gestorven vóór 3 okt 1635.
    3. Annitgen Andriesdr is gestorven vóór 15 aug 1626.
    4. Barbara Andriesdr van der Burch is begraven op 18 jun 1625 in Delft, Oude kerk.
    5. Apolonia Andriesdr is begraven op 10 okt 1609 in Rotterdam.
    6. Catalina Andriesdr is gestorven na 15 aug 1626.




Over deze website

Heb je aanvullingen, verbeteringen, vragen en/of foto's? Neem contact op. Wij horen graag van je!
Je kunt gegevens overnemen van de site als je de bron vermeldt.
Vanwege het auteursrecht op diverse documenten kun je afbeeldingen niet overnemen.