| 14. |  Jacob Willemsz Gordijn is geboren circa 1535 (zoon van Willem Willemsz Gordijnsz); is begraven op 4 okt 1606 in Voorburg, Oude kerk. Andere gebeurtenis soorten en attributen:
- vermelding: van 1562 tot 1571; Verricht werkzaamheden voor het ambacht Voorburg
- vermelding: van 1562 tot 1604; Werkzaamheden voor het ambacht Voorburg en Tedingerbroek
- vermelding: van 1568 tot 1572; Vermeld in de koningsbede Voorburg
- vermelding: van 1569; Woont Voorburg
- vermelding: van 1573; Weekgeld 1573 Voorburg
- vermelding: van 1579; Gebruiker van land te Voorburg
- vermelding: van 1584 tot 1623; Betaalt erfrente op woning in Voorburg
- vermelding: van 1584; Vermeld als huurder
- vermelding: van 17 apr 1595; Koop land te Tedingerbroek en Stompwijk
- vermelding: van 1599; Vermeld als gebruiker van de morgentalen in Stompwijk
- vermelding: van 31 okt 1600 tot 1 jun 1613; Rekening voor de weeskinderen te Voorburg
- vermelding: van 1602; Onroerend goed vermeld in verpondingsregister Voorburg
- vermelding: van 15 mei 1602; Voogd te Voorburg
- vermelding: van 16 jul 1603; Voogd voor zijn schoonzuis Fijtgen Adriaensdr
- vermelding: van 1606; Vermeldingen in kerkenboek
- vermelding: van 7 okt 1615; Verkoop uit nalatenschap
- vermelding: van 26 jun 1618; Afhandeling nalatenschap
Aantekeningen:
Jacob Willemsz Gardijn was vanaf 1585 eigenaar van een boerderij te Voorburg. De boerderij die vanaf 1531 van zijn vader was en door zijn vader werd gepacht. De familie was tot en met 1657 eigenaar van de boerderij aan de Vliet. Door latere eigenaren is de boerderij verbouwd tot buitenplaats Middenburg (nu nog een buitenpaats aan het Westeinde 28)
vermelding:
Jacob Willemsz (Gardijn) wordt vermeld in de rekening van de ambachtsbewaarders van Voorburg en Tedingerbroek in 1562, 1567 en 1571 met een opgave van uitgevoerde betaalde werkzaamheden voor het ambacht.
vermelding:
Jacob Willemsz (Gardijn) wordt vermeld in de rekening van de ambachtsbewaarders van Voorburg en Tedingerbroek in 1562 met een opgave van uitgevoerde betaalde werkzaamheden aan het Langerak, 't Look en de Ghaech.
Ook vermeld in 1571.
210
Op 02-06-1604 wordt een ontvangstbewijs afgegeven door Jacob Willemsz Gerdijn aan Willem Jacobsz Gerdijn, ambachtsbewaarder van Voorburg, voor de betaling van 38 gulden 9 stuivers en twee penningen voor in 1603 uitgevoerd krooswerk, palen op de hoefslagen en het buiten schade houden.
vermelding:
1568: Jacop Willemsz Gerdijns
19-?-1572: Jacob Willem Gordynsz
24-4-1572: Jacob Willem Gerdyns
vermelding:
100e penning Voorburg: Jacob Willems Gardijn bruijckt drije mergen lants van de weduwe van Jan Clemens bontwerker in Den Haag met een huijs.
Noch bruijct den selven Jacob met Aeff Engebrechts sijn suster van Frans Michielsz brouwer tot Delff thien mergen lants tsiaers LXXXII (82) gulden facit den penninck XXII beloept XVIIIcIIII (1804) carolus gulden compt hier XVIII gulden
archief van de Ontvangers Geestelijke Kantoren 1573: Op Jacob Willem Gordijnsz wooninge toebehoorende de weduwe van Jan Clemens in den haech --- I pond
vermelding:
Jacob Willem Gordijns geestimeert op vijftich gulen - 1/2 schelling
vermelding:
Geestelijke goederen kantoor Delft
Voorburch - Pastorije incommen - Eerst van de landtpachten
ca. 1579: Nr. 226. Willem Gardijnsz. heeft naer luijden het oude registerken wel eer gebruijckt anderhalff mergen met die kerck van Voorburch de helft tsiaers om drie ponden munte deser reeckeninge twelck nu gebruijct werdt bij Jacob Willemsz. Gardijn die zeijt dit landt nijet grooter te wesen bij weeten dan 1½ hondt. Daervoorn hij bekende schuldich te zijn tsiaers dertich schellingen. Maer alzoe desen rendant doude groote bewesen hebbende is den zelven Jacob Willemsz. Gardijns met eenen Cornelis Pietersz. benodicht geweest, daervan nijeuwe huijere maeckende voorden tijt van vijff jaeren alsboven, tsiaers tot drie gelijcke ponden, zonder ijet te corten naer vermelden de contrerolle hier verthoont. Dus hier over t1e jaer huijers gelijcke £ 3.
Ook vermeld in 1577 en 1578
vermelding:
Erfrenten vanaf 1531 ten laste van het Oude Mannengasthuis in Delft: "Willem Gardijnz van erfrente op sijn woninge daer Claes Gerytz op plach te wonen verschijnt lamberti (17 september) alsoe VII pond"
In 1552 wordt vermeld: "“Willem Gardijn nu Jan Cleijmensz gheeft wt een jaerlicxe erffrente van VII pond hollants versekert op IIII margen lants verschijnt lamberti comt in ponden dese rekeninghe V pond V stuijvers” Jan Clementsz heeft het eigendom van de woning met 4 morgen land overgenomen met Willem Gardijn als pachter.
In de daarop volgende jaren vergelijkbare vermeldingen.
In 1564 word Jan Clementsz weduwe in den Haghe als eigenaar vermeld en in 1574 haar erfgenamen.
Dat blijft zo tot 1584 dan is Jacob Willemsz Gardijn eigenaar geworden: “Derffgenaemen vande weduwe van Jan Cleijmentsz inden haeghe nu Jacop Willemsz Gardijn gheeft een jaerlicxe erffrente van zeven ponden hollants verschinende Lamberti Aldus hier over dit jaer verschenen tijde deser reeckeningh --- V pond V stuivers”
In de periodieke betalingen komt in 1623 weer een verandering. Aem Jacobs Gardijn betaalt de erfhuur, daarna zijn weduwe Leuntge Adriaensdr. In 1655 wordt de betaling overgenomen door mr. Johan van der Dussen in Delft als nieuwe eigenaar. In 1663 wordt Leuntgen nog wel vermeld als pachter.
vermelding:
Geestelijke goederen kwartier Delfland
Incommen vande pastorie tot Voorburch
ca. 1584: Noch de helft van anderhalff mergen landts daervan die kercke tot Voorburch de wederhelft competeert, lest innegehuijert bij Jacob Willemsz. Gardijn die seijt dit landt niet groter te zijn dan 1½ hondt. Naderhandt is hierom belooft volgende tregister vande verhuijringe voor vijff jaeren innegegaen Petrij anno ’84 tsiaers £ 5.
vermelding:
ORA Stompwijk
Fol 55: jaarlijkse losrente van 10 pond t.l.v. Cornelis Lourisz te Voorburg, verzekerd op 1 mergen land in Tedingerbroek. Belender N Jacob Willems Gardijns
Fol 56: een jaarlijkse losrente van 6 pond t.l.v. Jacob Willemsz en Cornelis Pietersz te Voorburg verzekerd op de helft van 1,5 mergen land in Tedingerbroek, gekomen van de pastorije van Voorburg, waarvan de andere helft van de kerk is. Land gemeen met 7 mergen waarvan 5 morgen van Jacob Willemsz en Cornelis Pietersz, 1 mergen jonkheer Henrick Heermale en de rest van de kerk en pastorije. N de weg achter Voorburg, genaamd Den Dijck.
Nr. 167 folio 91 d.d. 17-04-1595. (scan 3-36)
Pieter Puijt Willemsz. van Schotenbusch raad Staten van Holland met consent van de Staten heeft opgedragen aan Jacop Willem Gordijnsz. en Cornelis Pietersz. de helft van 1½ morgen land in Tedingerbroek. Belend, belast en met de waringen als in de originele koopbrief. Hij bekent hiervan voldaan te zijn
vermelding:
Jan Dirck Koenen van Gerijt Willemsz. gekomen van dezelfde landen 3 morgen
[overgezet op Lenert Sijmonsz. van der Vos scheepmaker bij koop, 19-2-1609]
[bruiker Willem Claesz. van Rijn, nu Arij Hammerlaen 1638 als getrouwd met Maritgen Leendertsdr. dochter van Leendert Sijmonsz. van der Vos 1638, bruiker Jacob Willemsz. Gordijn]
vermelding:
Weeskamer Voorburg, 31-10-1606: Rekening voor de weeskinderen van Appolonia Jacobsdr geprocreert bij IJsaack Pieters.
De voogden Willem Jacobs Gerdijn en Adriaen Jacobsz Gerdijn, omen van de kinderen van moederszijde, na het overlijden van Jacob Willems Gerdijn, haar vader (nog in leven in 1601).
De kinderen: Willem, 5 jaar op Lichtmis (2 februari) 1600; Abraham, 4 jaar oud op Lichtmis 1600; Gerrit, een jaar oud op mei 1600 (Gerrit is overleden op 14-5-1605); Maritgen 6 jaar oud, op Jacobij (Sint Jacobus, 25 juli) 1600; Aeltgen, 3 jaar oud op de Voorburgse kermis 1600 (september?).
Vader IJsaack Pietersz doet op 11-6-1601 beloften over opvoeding en onderhoud van de kinderen en over hun aandeel in de boedel. Als de kinderen 18 jaar zijn, hebben zij recht op de som van 50 car. gulden. Ook wordt een verdeling vastgelegd in geval van overlijden van (één van) de kinderen. Onder verzekering van zijn huis en erf in het dorp van Voorburch op de Cleijne Laen en al zijn andere goederen.
De verantwoording van ontvangsten en uitgaven bestaat uit 6 pagina's. Vermeld o.a. diverse obligaties, stukken d.d. 28-4-1607 uit de erfenis van bestevader Jacob Willemsz Gerdijn. De kinderen erven een veertiende gedeelte (440 car. gld) uit de erfenis van hun grootvader. Het bedrag is in termijnen uitbetaald.
De laatste verantwoording is op 1-6-1613
vermelding:
Jacop Willem Gerdijn --- III mergen
Vanden heilgengeest --- III saet
Van Camerling --- X mergen
compt an gelde --- XLIX pond XII stuijvers IIII denariën
vermelding:
ORA Voorburg 15-5-1602: Jacob Willemszn Gerdijn en Cornelis Philips? als voogden van de weeskinderen van Willem Mathijs en Adriaen Willems als man en voogd van Anna Willemsdr hebben verkocht aan Cors Jansz van der Beeck delen van 2 morgen land te Voorburg, aangekomen door het overlijden Lijsbeth Willemsdr. Een aander deel was al in bezit van Cors Jansz door het overlijden van Maritgen Willemdsdr.
15-5-1602: Overeenkomst tussen Jopgen Adriaensdr geassisteert met Jacob Willems Gerdijn en Sijmon Sijmons Rinckel, haar voogden en Jacob Corneliszn Vernuft als bestevader en voogd van het weeskind van Sijmon Jacobszn bij Jopgen geprocreert. Jopgen is 200 car. gulden schuldig aan het 16 jaar oude kind uit de erfenis van de vader. Dit bedrag zal bij het huwelijk worden uitbetaald. Zij maken ook afspraken over opvoeding en onderhoud. Zij verbindt hieraan haar huis, erf, 5,5 hond land, strekkend van den Heerenwech tot de Middelwech toe.
vermelding:
Bij verkoop uit nalatenschap te Voorburg
vermelding:
Rekening van de kerkmeesters van de Hervormde Gemeente te Voorburg 1606:
Noch ontfangen vuijte handen van Jacob Willemsz Gerdijn / Die somme van elff pont thien schellingen / over een haer huijrs van vijtalff (4 1/2) hont lants / ende is e huijer Ve jaer daeromme hier d’voorscreven XI pont X schellingen.
Noch ontfangen van Jacob Willemsz Gerdijn ende besprack Jonge Willem hoveling opte oostlant Die somme van I pont gecort I stuijver III schellingen coompt hier XVIII stuijvers IX schellingen.
Noch ontfangen van Adriaen Jacobsz Gerdijn staende op zijn wooninge gecomen van Jan Aertsz de Best XV stuijvers gecort XI schellingen coompt hier – XIIII stuijvers I schelling
Noch ontfangen ter saecke vant beluijen van een kint van Willem Jacobsz Gerdijn t’welck opten VIIe meij (1606) begraven werde.
vermelding:
ORA Stompwijk Nr. 198 folio 159v. d.d. 07-10-1615. Adriaen Adriaensz. wonende te Veur getrouwd met Neeltgen Jacobsdr. voor een derde part, Grietgen Huijbrechtsdr. weduwe van Willem Jacobsz. Gordijn wonende te Voorburg geassisteerd met Pieter Cornelis Phillipsz. haar zwager en gekoren voogd, mitsgaders Adriaen Jacobsz. Gordijn mede woonachtig te Voorburg als oom en voogd van de nagelaten weeskinderen van de voorsz. Willem Jacobsz. Gordijn bij Grietgen Huijbrechtsdr, voorsz. geprocreëerd tezamen mede voor een derde part, hebben verkocht aan Adam Jacobsz. Gordijn mede te Voorburg wonende twee derde parten van omtrent 2 morgen 3 hond land daarvan dezelfde Adam Jacobsz. het resterende derde part toekomt, gelegen in Tedingerbroek in Stompwijk, hen aanbedeeld zijnde in de boedel van Jacob Willemsz. Gordijn, leggende de voorsz. 2 morgen 3 hond gemeen met zekere landen toebehorende Jan Jansz. Bruijneel, de kerk te Voorburg en de gemeen erfgenamen van zaliger jonkvrouwe Cornelia Heermale
vermelding:
Voorburg 26-6-1618:
Erflater: Jacob Willemsz Gerdijn
Erfgenamen: Leuntge Adriaensdr weduwe van Jacob Willemsz Gerdijn ter eenre;
Adriaen Jacobsz Gerdijn, Aem Jacobsz Gerdijn, Jop Jacobsz Gerdijn, Sijmon Jacobsz, man en voogd van Trijntge Jacobsdr en Adriaen Ariaens Flooren, man en voogd van Neeltge Jacobsdr; Grietge Huijbregtsdr, weduwe van Willem Jacobsz Gerdijn geassisteert met Jacob Jeroensz man en voogd van Betge Willemsdr mede namens de onmondige kinderen van Willem Jacobsz Gerdijn; IJsaack Pietersz als vader en voogd van de nagelaten kinderen geprocreert bij Appolonia Jacobsdr zal; nagelaten kinderen en erfgenamen van wijlen Jacob Willemsz Gerdijn en Leuntge Adriaensdr ter andere zijde
Betreft: Een erfenisverdeling die al op 31-03-1611 heeft plaatsgevonden, maar nu wettig wordt getransporteerd
Locatie: Westeinde zuidzijde en noordzijde (Leuntge Adriaensdr houdt woning met 3 morgen land (en een perceel in Tedingerbroek). O: Weduwe van Aelbrecht Dircksz Koij tot de Heerstraat en vandaar de weduwe van Adriaen Vrericksz en de weduwe van Henrick Ariaensz Langevelt; Z: Vliet; W: Weduwe van Cornelis Dircksz tot de Heerstraat en vandaar tot de Lijtweg Jan Phillipsz; N: Lijtweg
De helft van een perceel weiland te Tedingerbroek, genaamd de Voorweij (andere helft van Jan Jansz Bruijneel) met een jaarlijkse losrente van 6 gld toekomend de pastorije tot Voorburg: Willem Jacobsz, Aem Jacobsz Gerdijn en Adriaen Ariaensz Flooren.
Een perceel land van 4,5 mergen in Tedingerbroek, genaamd het Smalweer of Oostlant, strekkend van Dijck of Vliet z. tot Goo, met een jaarrente van 9 gld en 9 st toekomend de H. Geestarmen te Delft: Adriaen Jacobsz, Jop Jacobsz ende Sijmon Jacobsz. Het land is verdeeld in 3 delen
Op 16-7-1619 (als ook Leuntge Ariaensdr is overleden) verkopen de broers en zusters de ouderlijke woning aan Aem Jacobs Gerdijn: zekere woning als huijs, schuijre, berghe, potinge ende plantinge met omtrent een merge lants daer aen leggende ende behoorende, staende ende gelegen inde voorschreven ambachte, streckende uijtte zuijden vande Vliet noortwaerts op tot opte Heerwech toe belent zijnde aende oostzijde de weduwe ende erffgenaemen van wijlen Aelbrecht Dircxs huijs ende aende westzijde de weduwe ende erffgenaemen van Cornelis Dircksz. Belast met een jaarrente van 15 st toekomend te kerk van Voorburg en een jaarrente van 5 gld toekomend de H. Geestarmen te Delft.
De helft van het land is aangekaveld aan Adriaen Jacobsz.
Job Jacobsz Gerdijn krijgt uit de moederlijke erfenis een perceel land van 8 hond in Tedingerbroek te Stompwijk, genaamd 't Kijffweer, aan 't Noordeinde de Goo, met een jaarrente van 8 penn. toekomend de kerk van Voorburg.
De koopsom van de woning is 3200 gld.
Begraven:
noch ontfangen ter saecke van ’t beluijden ’t openen van een graf in de kerck ende ’t gebruijck van ’t dootcleet voor Jacob Willems Gardijn diewelcke opten IIIIen oktober begraven werde
De erfgenamen en kinderen van Jacobs Willemsz Gordijn (Willem Jacobsz, Arij, Aem en Job Jacobsz) zijn eigenaar van het graf 25 op het 1e plein in de Oude kerk. (De kinderen ende erffgenamen van eertijts Jacob Willemsz Gerdijn, als Willem Jacobs, Arij, Aem, ende Job Jacobsz Gerdijn cum sociis Den 26. Januarij 1667 hierin begraven Gerritge Willems Gerdijn)
Jacob + Leuntge Adriaensdr. Leuntge (dochter van Adriaen) is geboren circa 1540; is begraven op 22 aug 1618 in Voorburg. [Gezinsblad] [Familiekaart]
|
- vóór 1695