top deco

Petrus van der Vaart

Mannelijk 1737 - 1812  (~ 74 jaar)


Generaties:      Standaard    |    Verticaal    |    Compact    |    Box    |    Alleen tekst    |    (Uitgebreide)kwartierstaat    |    Voorouderwaaier    |    Media    |    PDF

Generatie: 1

  1. 1.  Petrus van der Vaart is gedoopt op 9 dec 1737 in Kethel, RK kerk (zoon van Alewijn Janse van der Vaart en Emerentia Cornelisse Heijdra); is gestorven op 15 nov 1812 in Kethel en Spaland.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 5 sep 1766; Vermeld in testament vader
    • Registratie overlijden: 16 nov 1812

    Aantekeningen:

    Gedoopt:
    Doopgetuigen: Arjantie Stolck en Maria Cornelisz Heijdra

    vermelding:
    ,,,Nog verklaarde hij comparant te prelegateren en voor nyt te maken aan zijn zoon Pieter van der Vaart voor zijn arbeyt en dienst, die denselven van ’t begin van den jare 1765 in zijn comparants bouwerij tot heeden toe heeft gedaan en nog verder, zolange als zijn voornoemde zoon bij hem zal woonen, zal komen te doen, alle en yder jaar de somma van vijfentwintig gulden en dat mede te reekenen van ’t begin van den jare 1765 af tot zoolange denselven bij hem comparant zal woonen....

    Overleden:
    Ongehuwd, 67 jaar (!sic), overleden in het huis no. 76, gewoond hebbend en overleden te Kethel.


Generatie: 2

  1. 2.  Alewijn Janse van der Vaart is geboren vóór 20 mei 1695 (zoon van Jan Alewijnse van der Vaart en Maertje Pieters); is gestorven in sep 1773 in Kethel en Spaland.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 3 feb 1721; Testament
    • vermelding: van 21 mei 1725; Transport van onroerend goed te Kethel aan zwager
    • vermelding: van 1731; Verponding Kethel
    • vermelding: van 15 sep 1749; Verklaring over afhandeling nalatenschp
    • vermelding: van 5 sep 1766; Testament
    • vermelding: van 1769 tot 1770; Testamenten
    • vermelding: van 1774; Boedelbeschrijving en -verdeling

    Aantekeningen:

    Geboorte:
    Namen van dopelingen tussen 12-8-1689 en 20-5-1695 zijn vermist volgens een vermelding in het doopregister.

    vermelding:
    Schiedam: langstlevende testament van Alewijn van der Vaert en en Amerentia Heijdra. De langstlevende wordt gesteld tot voogd of voogdesse.

    vermelding:
    "Den 21e meij
    Alewijn Janse Van der Vaart Aaltje Jans Van der Vaart en Ariaantie Jans van der Vaart Transporteeren Aan Jacobus Ariense berkhout drie Vierde parten in zeekere huijsinge en Erve staande en geleegen in de hargpolder Onder den Ambagte kethel om en voor de somma Van drie hondert gulden Zijnde in't geheel Belast met een Rentje Van Seeve stuijvers agt penningen s Jaars waar Van die Vierde parten gereduceert Jeegens den penning Vijf en twintig bedragen Seeven gulden en Tien penningen sulx te samen Drie hondert Seven gulden en tien penningen waarvan den xl penning bedraagt f 7-13-8 Ende xe Verhoginge Van dien f 11-15-6

    Dito

    Jacobus ariense Berkhout passeert ten behoeve van Jacobus post Een schuldbrief van twee hondert en Vijftig gulden Cape onder speciaal verbant Van zijn huijsinge en Erve staande en gelegen in de hargpolder onder den ambagte Kethel Comt daar van den xl penningen tot f 6-5- Ende de xe Verhoginge van dien f 11-12-8"

    vermelding:
    Alewijn Janse van der Vaart een huijs zijnde een bouwhuijs, waarbij in huijr gebruijkt nege margen lant

    vermelding:
    ONA Schiedam: Heden den 15e september 1749 compareerden voor mij Jan van Lijken notaris publijcq bij den ed hove van Holland geadmitteert binnen de stad Schiedam residerende, en voor de naergenoemde getuijgen Alewijn Janse van der Vaart, bouwman, ende Amerentia Heijdra, egtelieden wonende aen de Kandelaar in den ambagte van de Ketel en zijnde tegenwoordig binnen deze stad, mij notaris bekent, te kennen gevende zij comparanten dat haar dogter Kaatie Alewijns van der Vaart, met Arij Dirkse de Velt in de maand april van dezen jare 1749 is komen te trouwen met gemeenschap van goederen, in de voornoemde haar dogter eenige weeken geleeden zonder descendenten na te laten, en ook zonder van hare goederen te hebben gedisponeert onverwijlt overleden is, oversulx zij lieden comparanten, als beijde nog in leven zijnde, volgens het Zuijd Hollands versterffregt, eenige erffgenamen ab intestato van haar voornoemde dogter geworden zijn, en diensvolgende geregtigt tot de helft van de gemeene boedel en goederen die de voornoemde hare dogter in haer leven, met haar voornoemde man in gemeenschap heeft bezeten, en daar haar met er doot ontruijmt, en nagelaten, derhalve zo bekenden en verklaarde zij lieden comparanten door een uijt handen van den voornoemde Arij Dirkse de Velt bij accoort volkomen int geheel bij desen voldaen te zijn (enz enz), quiteren zij lieden comparanten den gemelde Arij Dirkse de Velt en de zijn boedel en goederen met zijn voornoemde huijsvrouw in gemeenschap bezitten (enz enz) aldus gedaen en gepasseert in presentie van Pieter Hooningh ende Casper Wiehof als getuijgen.
    Dit merk + is gestelt bij Alewijn Janse van der Vaart
    Dit merk + is gestelt bij Amerentia Heijdra
    Pieter Hooningh
    Casper Wiellof
    Jan van Lijken notaris sub

    vermelding:
    Door H.J. van der Vaart (1925) op 08-03-1989 overgenomen uit notariële acten-boek no. 891 pag. 479 in het Gemeente Archief te Schiedam

    Den 5. September 1766
    Alewijn van der Vaart, bouwman, wonende aan de Kandelaar in den ambagte Ketel en zijnde tegenwoordig binnen deze stad mij notaris bekend, te kennen gevende genegen te wezen om te disponeren van zijne naelatende goederen, dog alvorens revocerende en te niet doende bij dezen, alle testamenten of codicillen, bij hem comparant ’t zij alleen, of met yemand te samen, voor dato deeses, in eenige manieren gemaakt of te zijn gepasseert, ende vervolgens bij deesen komende tot zijn voorgenomen dispositie zoo-verklaarde hij comparant, op zijn overlijden te prelegateren en voor nyt te maken aan zijn zoon Cornelis van der Vaart de somma van eenhondert gulden en nog bovendien voor den arbeyt en dienst, die denselven van ’t jaar 1757 af tot heden toe berijts bij hem comparant, in zijn bouwerij- en huyshouden heeft gedaen en nog verder, zolange als denselven bij hem comparant zal woonen, zal komen te doen, alle en yder jaar, te reekenen van ’t begin van ’t jaar 1757 af de somma van vijftig gulden en gedurende zolange als zijn voornoemde zoon bij hem comparant zal woonen.
    Nog verklaarde hij comparant te prelegateren en voor nyt te maken aan zijn zoon Pieter van der Vaart voor zijn arbeyt en dienst, die denselven van ’t begin van den jare 1765 in zijn comparants bouwerij tot heeden toe heeft gedaan en nog verder, zolange als zijn voornoemde zoon bij hem zal woonen, zal komen te doen, alle en yder jaar de somma van vijfentwintig gulden en dat mede te reekenen van ’t begin van den jare 1765 af tot zoolange denselven bij hem comparant zal woonen.
    Nog verklaarde hij comparant te prelegateren en voor nyt te maken aan zijn zoon Arij van der Vaart mede voor zijn arbeyt en dienst, die denselven van ’t begin van den jare 1765 af in zijn comparants bouwerij tot heden toe, heeft gedaan, en nog verder zolange als denselve zijn zoon bij hem zal woonen, zal komen te doen, alle en yder jaar de somma van vijfentwintig gulden en dat mede te reekenen van ’t begin van den jare 1765 af tot zoolange denselven bij hem comparant zal woonen.
    Nog verklaarde, hij comparant, te prelegateren en voor nyt te maken, aan yder van zijn kinderen die op zijn overlijden nog niet getrouwt zullen zijn, en het volgende van hem comparant als dan, nog niet mogte hebben genoten aan gereet geld de somma van tweehondert en vijftig gulden nog yder enz. enz.
    verklaarde hij comparant zijn uitdrukkelijke wille en begeerte te zijn, dat na zijn overlijden, ten heuse van zijn voornoemde zoon Cornelis van der Vaart zal zijn, en moeten worden gestelt, of denselven zijn comparants huys, koestal, varcke en wageschuur, barg, erf en geboomte staende en gelegen aan de Kandelaar, nevens den Delftse Schie in den ambagte Ketel, mitsgaders de seven morgen lant daaraan gehoorende, leggende in de Noort Ketelpolder in de ambagte Ketel, zal willen aannemen en hem bij de scheyding van zijn comparants natelaten boedel laten aanbedeelen tesamen en het geheel voor de somma van drieduysent en sevenhondert gulden (3700) mits zijn comparants gemelde zoon hem binnen den tijt van ses maanden nae zijn comparants overlijden, dieswegens zal moeten declareren ende verklaren enz. enz.
    en zo wanneer het mogte komen te gebeuren dat de voorschreve Noort Ketelpolder binnen den tijt van tien jaren wierde ingestooken om te verveenen en daartoe octroy of consent van het Hoogheemraadschap van Delfland verkent, zoo alsdan comparants voornoemde andere kinderen tesamen, of bij overlijden van een of meer van deselve, des zo vooroverledens naelatende enz. moeten worden uitgerijkt en voldaan een somma van seshondert gulden.
    gelijkmede nog zijn comparants uitdrukkelijke wille ende begeerte is, dat na overlijden zijn voornoemde zoon Arij van der Vaart in eygendom zal hebben en aanneemen en hem bij scheijding van zijn comparants na te laten boedel zal moeten worden aanbedeelt zijn comparants wooning van huys, koestal, varcke en wageschuur, barge, erf ende geboomte met vierentwintig morgen tweehondert roeden lant, staende en gelegen in de Noort Ketelpolder in den ambagte Ketel, mits dat daarvoor door zijn gemelde zoon Arij van der Vaart zijn comparants boedel zal moeten worden ingebragt en goet gedaen ofwel deselve wooning en landen aan denselven zijn zoon aanbedeelt voor zoodanige sommen van penninge als deselve wooning en landen hem comparant in koop hebben gekost, prelegaterende hij comparant, voor zooveel desnoods aan zijn gemelde zoon Arij van der Vaart hetgeen deselve wooniong en landen alsdan meerder mogte worden geoordeelt waardig te wesen dan deselve hem comparant in koop hebben gekost enz. enz.
    ondertekend:
    Dit merk is gestelt bij Alewijn van der Vaart
    Getuygen: Nicolaas de Jong; Pieter van Lijken
    Gezien: Jan van Lijken (Notaris)

    vermelding:
    ONA Delft notaris JA Prijn 55 1-7-1769: Testament van Alewijn Jansse van der Vaart, bouwman, wonende aan de kandelaar onder het ambacht van Ketel. Hij prelegateert aan zijn zoon Cornelis van der Vaart 100? gld. voor de arbeid en dienst in het voorjaar 1757 in zijn bouwerij en huishouden. En zolang hij daar nog woont vanaf het jaar 1757 de somma van 50 gld. per jaar. Ook gaan prelegaten naar zijn zonen Pieter en Arij van der Vaart, ook voor arbeid en dienst op de bouwerij vanaf het jaar 1765. Zolang zij daar wonen krijgen zij de somma van 40 gulden per jaar vanaf 1765.
    Ieder van zijn kinderen die op de dag van zijn overlijden niet getrouwd zijn, krijgen een prelegaat van 250 gld plus een uitzet, met bed, beddegoed, linnen, zoals zijn gehuwde dochter genoten heeft.
    Zijn zoon Cornelis moet (onder diverse voorwaarden) voor 3.700 gld kunnen kiezen voor de huijsinge, koestal, varkens, wagenschuur, borgen en geboomte, staande aan de Kandelaar naast de Delftsche Schie te Ketel met 7 mergen land liggend in de Noord-ketelpolder. Na zijn overlijden krijgt zijn zoon Arij de keuze voor zijn huis, koestal, varkens, wagenschuur, barge, erf en geboomte met 24 mergen en 200 roeden land in de Noordketelpolder.
    Erfgenamen zijn zijn 4 kinderen... Voogden Louweris Berkel en Thomas de Vette te Ketel

    Op 19-4-1770 maakt Alewijn Jansse een nieuw testament waarbij de voorgaande testamenten nietig werden verklaard.
    Erfgenamen zijn dochter Marijtje van der Vaart, huisvrouw van Cornelis van Veen en haar kinderen en zijn andere kinderen. Zijn zonen Cornelis, Pieter en Arij krijgen vergelijkbare prelegaten als in het eerdere testament.

    vermelding:
    Schiedam
    Op 7-1-1774 is een beschrijving van de boedel gemaakt. Daaruit blijkt dat Alewijn een groot boerenbedrijf had met 2 boerderijen, 59 runderen, 3 paarden en 100 varkens.

    13-5-1774: Boedelscheiding na het overlijden van Alewijn Janse van der Vaart in zijn leven gewoond hebbende en op den september 1773 (dag niet ingevuld) in den Ambagte Ketel overleden.
    In de boedel 2 boerderijen met levende have en toebehoren, sieraden, goud- en zilverwerk. De totale waarde is 16220:6:4. Na aftrek van de lasten (obligaties, prelegaten, arbeid door en uitzet voor de 3 zonen, landhuur, hypotheek e.a.) resteert een bedrag van 7.967:5:12. Voor ieder kind 1991:16:7.
    De boedel is verdeeld onder de kinderen:
    - Cornelis krijgt o.a. "een wooning van huijs, koestal, varkens- en wagenschuur, bargen, erf en geboomte staande en gelegen aan de Kandelaar nevens de Delftse Schie, onder het ambacht Ketel" met 7 margen land in de Noortketelpolder en koeien, paarden, wagens e.a.
    - Arij, erft ook een "woning van huijs, koestal, varkens- en wagenschuur, bargen, erf en geboomte gelegen in de Noortketelpolder te Ketel met 24 mergen en 2 hont land". Deze woning is belast met een hypotheek van 4500 gld. Tevens erft hij nog een paar en wagen e.a. Dit zou wel eens het ouderlijk huis van zijn overgrootvader Alewijn Jansz Visscher, linnewever, in het Windas kunnen zijn. En blijkbaar werkt hij ook 'pas' sinds 1765 op het bedrijf.
    - Pieter erft een som geld. En hij kan niet schrijven want 'stelt een merck'.
    - overleden dochter Marijtie van der Vaart. Voogden (volgens notariële akte d.d. 28-10-1773) over haar nagelaten kind (verwekt bij Cornelis van Veen) zijn Claas Pouwelse Droog en Pieter Vorstenbos. Het kind erft ook een som geld.
    Door de overwaarde van het geërfde onroerend goed moeten Cornelis en Arij een bedrag in geld compenseren voor de andere erfgenamen.

    Alewijn is getrouwd met Emerentia Cornelisse Heijdra op 28 apr 1720 (civil) in Kethel. Emerentia is gedoopt op 4 mei 1697 in Stompwijk; is begraven op 26 mei 1765 in Kethel. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  2. 3.  Emerentia Cornelisse Heijdra is gedoopt op 4 mei 1697 in Stompwijk; is begraven op 26 mei 1765 in Kethel.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 3 feb 1721; Testament
    • vermelding: van 15 sep 1749; Verklaring over afhandeling nalatenschp

    Aantekeningen:

    Dochter van Cornelis Leendertse en Aaghie Cornelis.
    Onzeker, omdat de achternaam Heijdra niet vermeld staat bij de doop.

    Gedoopt:
    RK doop: getuigen Jan Leendertse en Maartie Leenderts

    vermelding:
    Schiedam: langstlevende testament van Alewijn van der Vaert en en Amerentia Heijdra. De langstlevende wordt gesteld tot voogd of voogdesse.

    vermelding:
    ONA Schiedam: Heden den 15e september 1749 compareerden voor mij Jan van Lijken notaris publijcq bij den ed hove van Holland geadmitteert binnen de stad Schiedam residerende, en voor de naergenoemde getuijgen Alewijn Janse van der Vaart, bouwman, ende Amerentia Heijdra, egtelieden wonende aen de Kandelaar in den ambagte van de Ketel en zijnde tegenwoordig binnen deze stad, mij notaris bekent, te kennen gevende zij comparanten dat haar dogter Kaatie Alewijns van der Vaart, met Arij Dirkse de Velt in de maand april van dezen jare 1749 is komen te trouwen met gemeenschap van goederen, in de voornoemde haar dogter eenige weeken geleeden zonder descendenten na te laten, en ook zonder van hare goederen te hebben gedisponeert onverwijlt overleden is, oversulx zij lieden comparanten, als beijde nog in leven zijnde, volgens het Zuijd Hollands versterffregt, eenige erffgenamen ab intestato van haar voornoemde dogter geworden zijn, en diensvolgende geregtigt tot de helft van de gemeene boedel en goederen die de voornoemde hare dogter in haer leven, met haar voornoemde man in gemeenschap heeft bezeten, en daar haar met er doot ontruijmt, en nagelaten, derhalve zo bekenden en verklaarde zij lieden comparanten door een uijt handen van den voornoemde Arij Dirkse de Velt bij accoort volkomen int geheel bij desen voldaen te zijn (enz enz), quiteren zij lieden comparanten den gemelde Arij Dirkse de Velt en de zijn boedel en goederen met zijn voornoemde huijsvrouw in gemeenschap bezitten (enz enz) aldus gedaen en gepasseert in presentie van Pieter Hooningh ende Casper Wiehof als getuijgen.
    Dit merk + is gestelt bij Alewijn Janse van der Vaart
    Dit merk + is gestelt bij Amerentia Heijdra
    Pieter Hooningh
    Casper Wiellof
    Jan van Lijken notaris sub

    Aantekeningen:

    Getrouwd:
    Attestatie van de ban van Stompwijk dat de 3 huwelijks proclamaties van Alewijn Jans van der Vaart j.m. wonende Kethel X Emerentia Heijdra j.d. wonende alhier, hebben plaatsgevonden. Zij kunnen in de echtelijke staat worden bevestigd.

    Kinderen:
    1. Kaatje Alewijne van der Vaart is gestorven circa aug 1749.
    2. Cornelis van der Vaart is gedoopt op 1 feb 1721 in Kethel, RK kerk; is gestorven vóór 16 mei 1729.
    3. Joannes Alewijnsz van der Vaart is gedoopt op 6 mrt 1723 in Kethel, RK kerk; is begraven op 25 okt 1742 in Kethel.
    4. Petrus van der Vaart is gedoopt op 9 jul 1724 in Kethel, RK kerk; is gestorven vóór 15 dec 1734.
    5. Trijntie van der Vaart is gedoopt op 15 jan 1726 in Kethel, RK kerk; is gestorven vóór 1774.
    6. Maria Alewijn van der Vaart is gedoopt op 20 mrt 1727 in Kethel, RK kerk; is gestorven vóór 5 sep 1773.
    7. Cornelis van der Vaart is gedoopt op 16 mei 1729 in Kethel, RK kerk; is gestorven vóór 8 mei 1733.
    8. Cornelius Alewijn van der Vaart is gedoopt op 8 mei 1733 in Kethel, RK kerk.
    9. Petrus van der Vaart is gedoopt op 15 dec 1734 in Kethel, RK kerk; is gestorven vóór 9 mei 1736.
    10. Pieter van der Vaart is gedoopt op 9 mei 1736 in Kethel, RK kerk; is gestorven vóór 9 dec 1737.
    11. 1. Petrus van der Vaart is gedoopt op 9 dec 1737 in Kethel, RK kerk; is gestorven op 15 nov 1812 in Kethel en Spaland.
    12. Arie Alewijnsz van der Vaart is gedoopt op 21 apr 1739 in Kethel, RK kerk; is gestorven op 12 okt 1804 in Kethel en Spaland.


Generatie: 3

  1. 4.  Jan Alewijnse van der Vaart is gedoopt op 7 nov 1653 in Kethel (zoon van Alewijn Jansz Visscher en Ariaantje Arijensdr); is gestorven op 17 mrt 1725 in Kethel.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 31 mei 1684; Verkoop uit de nalatenschap van Alewijn Jansz Visscher
    • vermelding: van 1685; Dopen kinderen
    • Beroep: van 22 jul 1719; Bouwman

    Aantekeningen:

    Ook wel genoemd Visscher

    Het schept verwarring dat de vader van Jan Alewijnse van der Vaart, soms vermeld wordt met de achternaam Visscher. Die achternaam wordt echter niet vermeld bij de doop van Jan in 1653 (zie bijlage). Daar wordt alleen een patroniem vermeld en een alias 'de wever'. Het lijkt waarschijnlijk dat de familie toch de naam Van der Vaert is gaan hanteren. Misschien heeft dit ermee te maken dat zij aan de Poldervaart woonden.

    Daarnaast heeft Jan Alewijnse een dochter Ariaentje. Zij zou naar haar oma vernoemd kunnen zijn.

    Gedoopt:
    Oud katholieke doop
    1653 7 nov.
    Op het feest van S. Willibrord, dat thuis op een feestdag viel 23 na Pinksteren: Jan Alewijn werd gedoopt uit de ouders van Alewijn Janse (alias de wever) & Ariantje Ariens. De meter was de zus van van Alewijn.
    ze wonen in Ketellaen bij 't Wintaes

    vermelding:
    ORA Kethel en Spaland Nr. 179 folio 164 d.d. 31-05-1684. Ariaantje Arijensdr. weduwe van Alewijn Jansz. Visscher voor de ene helft, mitsgaders Cornelis Alewijnsz. en Dirck Alewijnsz. voor hunzelf en vervangende Cornelis Arijensz. Schoonmaecker gehuwd met Geertje Alewijnsdr., nog de voorn. Cornelis en Leendert Alewijnsz. als gestelde voogden over de nagelaten weeskinderen van Arijen Alewijnsz. en Aaltje Alewijnsdr., kinderen, kindskinderen en voor 6/7 parten erfgenamen van Alewijn Jansz. Visscher. Zij hebben verkocht aan Jan Alewijnsz. Visscher 13/14 parten in een huizing en erf in de Hargpolder. Belend in het geheel ten Z: Abraham Heckenhoeck, ten W: en N: de Kerklaan en ten O: de Poldervaart. De koper heeft als zoon en mede erfgenaam zelf het resterende 1/14 part in bezit. De jongste brief in dato 01-05-1652. Belast met een rente van f 0-07-09 per jaar, toekomende het ambacht van Kethel. Prijs f 510-15-00 boven 1 st. van iedere gulden tot rantsoen, beiden contant geld.

    vermelding:
    In het doopboek van de RK-kerk te Kethel staat de doop vermeld van een dochter (zonder voornaam) van Jan Alewijnse en Maertje Pieters. Doopdatum is bijzonder en waarschijnlijk een verschrijving: 31 februarij 1685

    In het RK doopboek tussen 1-1-1700 en 24-9-1700 staat: Hier zijn eenige naamen vermist onder welken 't kind van ... Alewijnse en Maertje Pieterse...

    Beroep:
    Bouman te Kethel, oud 63 (!) jaar, attestatie. 22 juli 1719

    Overleden:
    'obiit Jan Alewijnze van der vaart'

    Jan is getrouwd met Maertje Pieters vóór 1685 (civil). Maertje is begraven op 19 mrt 1704 in Overschie. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  2. 5.  Maertje Pieters is begraven op 19 mrt 1704 in Overschie.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 1685; Dopen kinderen

    Aantekeningen:

    vermelding:
    In het doopboek van de RK-kerk te Kethel staat de doop vermeld van een dochter (zonder voornaam) van Jan Alewijnse en Maertje Pieters. Doopdatum is bijzonder en waarschijnlijk een verschrijving: 31 februarij 1685

    In het RK doopboek tussen 1-1-1700 en 24-9-1700 staat: Hier zijn eenige naamen vermist onder welken 't kind van ... Alewijnse en Maertje Pieterse...

    Begraven:
    Maritie Pieters bij d'Overschie
    Het lijkt waarschijnlijk dat het om deze Maertje Pieters gaat.

    Aantekeningen:

    Getrouwd:
    Maritie

    Kinderen:
    1. Anna Jans van der Vaart
    2. Pieter Jans van der Vaart is gedoopt op 1 nov 1688 in Kethel, RK kerk; is begraven op 8 nov 1711 in Kethel.
    3. 2. Alewijn Janse van der Vaart is geboren vóór 20 mei 1695; is gestorven in sep 1773 in Kethel en Spaland.
    4. Aeltje Jans van der Vaart is gedoopt op 14 mei 1696 in Kethel, RK kerk.
    5. Jaepje Jans van der Vaart is geboren circa 1703.
    6. Ariaentje Jans van der Vaart is geboren circa 1704 in Kethel; is gestorven op 23 jun 1764 in Monster.


Generatie: 4

  1. 8.  Alewijn Jansz Visscher is geboren circa 1618; is gestorven vóór 31 mei 1684.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • Beroep: van 1655; Visser in de Poldervaart te Kethel
    • vermelding: van 1656; Geschil over obligatie ter voldoening van een visschuit
    • vermelding: van 1659; Verkoop losrente met onderpand van huis en erf te Kethel
    • vermelding: van 1662; Alewijn Jansz beschuldigd van messentrekkerij
    • vermelding: van 1663; Proces in de nalatenschap van Neeltgen Gerritsdr
    • vermelding: van 29 mei 1680; Vermeld als belender te Kethel en Spaland
    • vermelding: van 31 mei 1684; Verkoop uit de nalatenschap van Alewijn Jansz Visscher

    Aantekeningen:

    alias de wever

    Beroep:
    Nr. 25 folio 10v. d.d. 6-1-1655. De heer Jacob de B(rauw) ambachtsheer van Kethel en Spaland contra Alewijn Jansz. gedaagde, voor de betaling van f 120 over de pacht van de visserij in de Poldervaart.

    vermelding:
    Jan Pauwelsz te Zoetermeer is eiser in twee zaken en Alewijn Jansz is de gedaagde. Alewijn Jansz heeft een obligatie van f 40 met rente aan Jan Pauwelsz, eerder aan Maritgen Joppen, op een schip. Alewijn Jansz heeft de belofte gedaan op de visschuit de bun te verleggen en eiken, i.p.v. vuren, planken voor de koker te gebruiken.

    vermelding:
    Nr. 77 folio 60v. d.d. 7-5-1659. Alewijn Jansz. Visscher wonende aan de Poldervaart heeft verkocht aan de Heilige Geest van Kethel een losrente van f 8 per jaar met een hoofdsom van f 200. Hij verbindt hieraan zijn nieuw getimmerde huis en erf bij de Quakel in deze ambacht. Belend ten Z: de Poldervaart, ten W: Huijbrecht Gerritsz. Oolen, ten N: en NW: de Kerklaan.
    Nr. 88 folio 70 d.d. 25-07-1659. Alewijn Jansz. Visscher wonende aan de Poldervaart als principaal, Pieter Cornelisz. Post en Cornelis Cornelisz. Poldervaart als borgen, zijn schuldig aan de Heilige Geest van Kethel de somme van f 50.

    vermelding:
    Nr. 98 folio 39v. d.d. 22-03-1662. Jacob Jansz. de Jonge schout van Kethel eiser contra Alewijn Jansz. Visscher gedaagde voor een boete van f 10, daar de gedaagde op 14-03-1662 savonds na zonsondergang met getrokken mes langs de straat in het dorp heeft lopen schrappen en Cornelis Poldervaert heeft gekwetst.

    vermelding:
    Nr. 111 folio 44v. d.d. 25-04-1663. Claes Jorisz. eiser contra Alewijn Jansz. gehuwd met Ariaentgen Arentsdr. gedaagde. De eiser zegt dat Neeltgen Gerritsdr. des eisers huisvrouwen moeder van de huisvrouw van de gedaagde, is overleden en dat de eiser en gedaagde met de verdere erfgenamen van de voorn. Neeltgen Gerritsdr. zijn overeengekomen dat hij eiser zeker huis en erf, waarin hij woont en door de voorn. Neeltgen Gerritsdr. met de dood geruimd en nagelaten, zou zetten voor een zekere som van penningen, te geef of te neem, gelijk hij gedaan heeft, voor f 450 boven een opstal van f 50 kapitaal. De gedaagde en de erfgenamen hebben hem het huis in koop gegund.
    Nr. 129 folio 50 d.d. (05?)-10-1663. Claes Jorisz. Natschoe eiser contra Alewijn Jansz. Visscher gedaagde. Schepenen condemneren de gedaagde benevens de verdere mede erfgenamen van Neeltgen Gerritsdr., gifte te geven van de huizing, in de eis gesteld, mits dat de eiser boven de f 179 bij schuldbrief vanwegen de boedel van de voorsz. Neeltgen Gerritsdr. betaald, bij de opdracht tot zijn last zal nemen de somme van f 230-06-08 kapitaal die de stad Schiedam op het huis heeft sprekende, alsmede de opstal van f 50 kapitaal en nog aan de gedaagde zal betalen voor zijn ¼ part in het verkochte huis, de somme van f 40-08-06.

    vermelding:
    ORA Kethel en Spaland 29-5-1680; ... Z: de Poldervaart.
    Strekkende van het koollaantje tot aan het erf van Alewijn Jansz. Visscher.

    vermelding:
    ORA Kethel en Spaland Nr. 179 folio 164 d.d. 31-05-1684. Ariaantje Arijensdr. weduwe van Alewijn Jansz. Visscher voor de ene helft, mitsgaders Cornelis Alewijnsz. en Dirck Alewijnsz. voor hunzelf en vervangende Cornelis Arijensz. Schoonmaecker gehuwd met Geertje Alewijnsdr., nog de voorn. Cornelis en Leendert Alewijnsz. als gestelde voogden over de nagelaten weeskinderen van Arijen Alewijnsz. en Aaltje Alewijnsdr., kinderen, kindskinderen en voor 6/7 parten erfgenamen van Alewijn Jansz. Visscher. Zij hebben verkocht aan Jan Alewijnsz. Visscher 13/14 parten in een huizing en erf in de Hargpolder. Belend in het geheel ten Z: Abraham Heckenhoeck, ten W: en N: de Kerklaan en ten O: de Poldervaart. De koper heeft als zoon en mede erfgenaam zelf het resterende 1/14 part in bezit. De jongste brief in dato 01-05-1652. Belast met een rente van f 0-07-09 per jaar, toekomende het ambacht van Kethel. Prijs f 510-15-00 boven 1 st. van iedere gulden tot rantsoen, beiden contant geld.

    Alewijn is getrouwd met Ariaantje Arijensdr vóór 1641 (civil). Ariaantje is geboren circa 1620; is gestorven na 31 mei 1684. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  2. 9.  Ariaantje Arijensdr is geboren circa 1620; is gestorven na 31 mei 1684.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 31 mei 1684; Verkoop uit de nalatenschap van Alewijn Jansz Visscher

    Aantekeningen:

    vermelding:
    ORA Kethel en Spaland Nr. 179 folio 164 d.d. 31-05-1684. Ariaantje Arijensdr. weduwe van Alewijn Jansz. Visscher voor de ene helft, mitsgaders Cornelis Alewijnsz. en Dirck Alewijnsz. voor hunzelf en vervangende Cornelis Arijensz. Schoonmaecker gehuwd met Geertje Alewijnsdr., nog de voorn. Cornelis en Leendert Alewijnsz. als gestelde voogden over de nagelaten weeskinderen van Arijen Alewijnsz. en Aaltje Alewijnsdr., kinderen, kindskinderen en voor 6/7 parten erfgenamen van Alewijn Jansz. Visscher. Zij hebben verkocht aan Jan Alewijnsz. Visscher 13/14 parten in een huizing en erf in de Hargpolder. Belend in het geheel ten Z: Abraham Heckenhoeck, ten W: en N: de Kerklaan en ten O: de Poldervaart. De koper heeft als zoon en mede erfgenaam zelf het resterende 1/14 part in bezit. De jongste brief in dato 01-05-1652. Belast met een rente van f 0-07-09 per jaar, toekomende het ambacht van Kethel. Prijs f 510-15-00 boven 1 st. van iedere gulden tot rantsoen, beiden contant geld.

    Kinderen:
    1. Arijen Alewijnsz van der Vaart is gestorven vóór 31 mei 1684.
    2. Cornelis Alewijnsz van der Vaart
    3. Aaltje Alewijnsdr is gestorven vóór 31 mei 1684.
    4. Geertje Alewijnsdr van der Vaart is geboren circa 1641.
    5. Leendert Alewijnsz van der Vaart is geboren circa 1652; is gestorven op 1 aug 1692 in Schiedam.
    6. 4. Jan Alewijnse van der Vaart is gedoopt op 7 nov 1653 in Kethel; is gestorven op 17 mrt 1725 in Kethel.
    7. Dirck Alewijnsz van der Vaart is geboren circa 1655; is gestorven op 2 feb 1714 in Schiedam.




Over deze website

Heb je aanvullingen, verbeteringen, vragen en/of foto's? Neem contact op. Wij horen graag van je!
Je kunt gegevens overnemen van de site als je de bron vermeldt.
Vanwege het auteursrecht op diverse documenten kun je afbeeldingen niet overnemen.