- Leen van Hofstad Polanen
MAASLAND
1 morgen land gemeen met meester Gerrit van der Hoeve, Spronck Willemsz. en Thijman Wilemsz. (1536: met de erfgenamen van Floris Geritsz.). Belend ten westen: Vranck Jacobsz. (1536: de heilige geest), ten oosten: Floris van Woude en Pieter Voppesz. (1536 Alijt Gerit Boekelsz.), strekkende van de Gaeweg tot aan de Scede.
2-6-1437: Floris Woutersz. na opdracht uit eigen in ruil voor het leen 22B.
22-1-1536: Gerit Florijs Geritsz. nadat het eerst ten onrechte bij testament aan de kerk en het heilige geestgilde van Maeslant was vermaakt.
9-8-1552: Floris Gerritsz. te Maeslandt, onmondig, oom: Joris Jorisz., bij dode van zijn vader Gerrit Floris Gerritsz.
22-1-1578: Jan Florisz., stiefvader Peter Ysbrantsz. te Maeslant, bij dode van zijn vader Floris Gerritsz.
3-2-1583: Aechtken Gerritsdochter, gehuwd met Peter Aertsz. Aelman te Maeslant, bij dode van haar neef Jan Florisz.
10-4-1613: Gerrit Cornelisz. Bodesteijn te Maeslandt, oom en voogd: Arent Pietersz., na overdracht door deze namens diens moeder Aechtge Gerritsdochter.
|
- Leen van Hofstede Spangen te Maasland:
1 morgen in Maasland in de Dijkpolder gemeen in 17½ morgen, genaamd Sibrands woning, oost: de kerkweg, west: de Maasdijk, zuid: de Duitse heren te Utrecht, noord: het oude gasthuis te Delft en mr. Joost Joostenz. te Mechelen (1664: in 4 morgen 4 hont uit de 17½ morgen, oost: Jan Simonsz. Patijn met het land, genaamd Cap, west: de Seynwetering en hierover erven Dirk Pauw, heer van Carnisse, hoogheemraad van Delfland, noord: het oude gasthuis te Delft).
..-..-1536: Gerrit Floris Gerritsz., Verp. Du. Huis.
..-..-1552: Floris Gerritsz.,
..-..-1578: Joris Jorisz., oom, voor Jan Florisz., onm.,
..-..-15(83): Pieter Arentsz. Aelman voor Aegte Gerritsd., zijn vrouw, bij dode van Jan Florisz., haar neef, vgl. Polanen, 23.
9-10-1614: Arent Pietersz. Aelman te Maasland bij dode van Aechgen Gerritsd., weduwe Jan Cornelisz., secretaris van Maasland, zijn moeder, F fol. 29v.
8-8-1647: Jan Arentsz. den Aelman te Maassluis bij dode van Arent Pietersz. den Aelman, zijn vader, en Cornelis Arentsz. den Aelman, zijn oudere broer, F fol. 88.
21-5-1664: Pieter Cornelisz. den Aelman bij dode van Cornelis Cornelisz. den Aelman, zijn vader, en Cornelis Adriaansz. den Aelman, waarna overdracht aan Isak Graswinckel, secretaris van de weeskamer van Delft, voor de boedel van Klara van Spaarnwoude bij dode van Isak Graswinckel, Rep. fol. 28.
|
- ONA Delft, 2-4-1654: Testament van Trijntge Cornelisdr van Dorp, weduwe van Arent Pieters den Aelman wonend op Maassluis. De voorgaande testamenten worden uitgesloten behalve het codicil van 8-11-1645 dat zij met haar man had opgesteld.
Prelegaat voor haar jonste zoon Jan Arents den Aelman (opbrengst van 4 margen en 4 hond land in de Dijckpolder van Maasland). Hij krijgt ook een lijftocht van 500 gld. uit de erfenis
In de nalatenschap een leen van het Huijs van Spangen.
Erfgenamen: haar oudste dochter Maertgen Arents den Aelman, laatst weduwe van Henrick Louwers de Haes (bij overlijden van Maertgen haar dochter Ada Henricx de Haes); haar jongste dochter Lijsbeth Arents den Aelman, huisvrouw van Claes Willemsz van der Woert; de voorn. Jan Arents den Aelman; kind of kinderen van haar overleden zoon Cornelis Arents den Aelman.
Tot voogden over de minderjarige erfgenamen benoemt zij: Claes Willems van der Woert, haar schoonzoon; Evert Maertens van Dorp en Gerrit Willems Meuch, haar neven.
|