top deco

Aantekeningen


Treffers 101 t/m 150 van 44,228

      «Vorige 1 2 3 4 5 6 7 ... 885» Volgende»

 #   Aantekeningen   Verbonden met 
101 's-Gravenhage:
leen 84: De woning die op de werf staat met 7 morgen land (1367: de woning te Cranenburch, 1724: ook genaamd Sint Maertenses woning, in zijn geheel 45 morgen groot, ten dele in Zegbroeck gelegen, 1607: in het ambacht Eyckenduynen), belend ten westen: (1607: de erfgenamen van Arent Harcxz.), ten noorden, oosten en zuiden: (1664: Cornelia - en Agatha Kinschot), ten oosten: (1607: de Scholdamse weg), ten zuiden: (1607: de banwatering) en ten noorden: (1607: ‘s-Graven wildernis).
25-7-1499: Hubrecht van der Meer na overdracht door (schoonmoeder) jonkvrouwe Lijsbet Engelbrechtsdochter met haar voogd Jan Claesz. (D, fol. 3).
27-7-1514: Aernt Hubrechtsz. van der Meer bij dode van zijn vader Hubrecht van der Meer (D, fol. 47v).
28-10-1519: Beyer Hubrechtsz. van der Meer bij dode van zijn broer Arent Hubrechtsz. van der Meer (D, fol. 62v).
20-5-1539: Hubrecht Beyersz. van der Meer, onmondig, stiefvader: Gillis Pietersz., bij dode van zijn vader Beyer Hubrechtsz. (E, fol. 36v).
3-2-1540: Arendt van Duvenvoirde na overdracht door Jan Enghelsz., wonende op de Weschen, en Henrick van Veen te Wassenair, als voogden - en Gillis Pietersz. als stiefvader van Huybrecht Beyersz. van der Meer.
9-2-1540: Heynrich Gysbrechtsz. van Veen te Wassenair, oud ongeveer 60 jaar en Jan Enghelsz. te ter Heyde, oud 52 jaar, verklaren dat toen Arent Huybrechtsz. van der Meer ongeveer 20 jaar geleden stierf, diens broer Beyer Hubrechtsz. van der Meer o.a. de volgende leengoederen heeft gekocht en betaald: de woning van Cranenburgh met 7 morgen land, een paar zwanen in Wyndaelre meer en een tiende in Haechambacht (E, fol. 38).
3-6-1555: Arent Arentsz. van der Meer, advocaat voor het Hof van Hollandt, in zijn jeugd meestal buiten Holland ter schole geweest zijnde, bij dode van zijn vader Arent Huybrechtsz. van der Meer na verzuim en doet op 21-5-1556 afstand van zijn rechten op het leen (F, fol. 23v; Huybrecht Pietersz. van der Meer liet bij zijn dood twee zoons na, Arent en Beyer. De eerste overleed op 28-10-1518, waarna in maart 1519 diens zoon Arent is geboren. Beyer had het leen echter al voor hem zelf verzocht op 28-10-1519, wiens zoon hem opvolgde).
1-7-1558: Heer Adriaen van Duvenvoorde, priester, hulde door Aernt van Duvenvoorde Ghijsbrechtsz., bij dode van zijn broer heer Aernt van Duvenvoorde, ridder (F, fol. 53). 
van der Meer, Beijer Hubrechtsz (I29341)
 
102 's-Gravenhage:
leen 84: De woning die op de werf staat met 7 morgen land (1367: de woning te Cranenburch, 1724: ook genaamd Sint Maertenses woning, in zijn geheel 45 morgen groot, ten dele in Zegbroeck gelegen, 1607: in het ambacht Eyckenduynen), belend ten westen: (1607: de erfgenamen van Arent Harcxz.), ten noorden, oosten en zuiden: (1664: Cornelia - en Agatha Kinschot), ten oosten: (1607: de Scholdamse weg), ten zuiden: (1607: de banwatering) en ten noorden: (1607: ‘s-Graven wildernis).
25-7-1499: Hubrecht van der Meer na overdracht door (schoonmoeder) jonkvrouwe Lijsbet Engelbrechtsdochter met haar voogd Jan Claesz. (D, fol. 3).
27-7-1514: Aernt Hubrechtsz. van der Meer bij dode van zijn vader Hubrecht van der Meer (D, fol. 47v).
28-10-1519: Beyer Hubrechtsz. van der Meer bij dode van zijn broer Arent Hubrechtsz. van der Meer (D, fol. 62v).
20-5-1539: Hubrecht Beyersz. van der Meer, onmondig, stiefvader: Gillis Pietersz., bij dode van zijn vader Beyer Hubrechtsz. (E, fol. 36v).
3-2-1540: Arendt van Duvenvoirde na overdracht door Jan Enghelsz., wonende op de Weschen, en Henrick van Veen te Wassenair, als voogden - en Gillis Pietersz. als stiefvader van Huybrecht Beyersz. van der Meer.
9-2-1540: Heynrich Gysbrechtsz. van Veen te Wassenair, oud ongeveer 60 jaar en Jan Enghelsz. te ter Heyde, oud 52 jaar, verklaren dat toen Arent Huybrechtsz. van der Meer ongeveer 20 jaar geleden stierf, diens broer Beyer Hubrechtsz. van der Meer o.a. de volgende leengoederen heeft gekocht en betaald: de woning van Cranenburgh met 7 morgen land, een paar zwanen in Wyndaelre meer en een tiende in Haechambacht (E, fol. 38).
3-6-1555: Arent Arentsz. van der Meer, advocaat voor het Hof van Hollandt, in zijn jeugd meestal buiten Holland ter schole geweest zijnde, bij dode van zijn vader Arent Huybrechtsz. van der Meer na verzuim en doet op 21-5-1556 afstand van zijn rechten op het leen (F, fol. 23v; Huybrecht Pietersz. van der Meer liet bij zijn dood twee zoons na, Arent en Beyer. De eerste overleed op 28-10-1518, waarna in maart 1519 diens zoon Arent is geboren. Beyer had het leen echter al voor hem zelf verzocht op 28-10-1519, wiens zoon hem opvolgde).
1-7-1558: Heer Adriaen van Duvenvoorde, priester, hulde door Aernt van Duvenvoorde Ghijsbrechtsz., bij dode van zijn broer heer Aernt van Duvenvoorde, ridder (F, fol. 53). 
van der Meer, Hubrecht Pietersz (I29343)
 
103 's-Gravenhage:
leen 84: De woning die op de werf staat met 7 morgen land (1367: de woning te Cranenburch, 1724: ook genaamd Sint Maertenses woning, in zijn geheel 45 morgen groot, ten dele in Zegbroeck gelegen, 1607: in het ambacht Eyckenduynen), belend ten westen: (1607: de erfgenamen van Arent Harcxz.), ten noorden, oosten en zuiden: (1664: Cornelia - en Agatha Kinschot), ten oosten: (1607: de Scholdamse weg), ten zuiden: (1607: de banwatering) en ten noorden: (1607: ‘s-Graven wildernis).
25-7-1499: Hubrecht van der Meer na overdracht door (schoonmoeder) jonkvrouwe Lijsbet Engelbrechtsdochter met haar voogd Jan Claesz. (D, fol. 3).
27-7-1514: Aernt Hubrechtsz. van der Meer bij dode van zijn vader Hubrecht van der Meer (D, fol. 47v).
28-10-1519: Beyer Hubrechtsz. van der Meer bij dode van zijn broer Arent Hubrechtsz. van der Meer (D, fol. 62v).
20-5-1539: Hubrecht Beyersz. van der Meer, onmondig, stiefvader: Gillis Pietersz., bij dode van zijn vader Beyer Hubrechtsz. (E, fol. 36v).
3-2-1540: Arendt van Duvenvoirde na overdracht door Jan Enghelsz., wonende op de Weschen, en Henrick van Veen te Wassenair, als voogden - en Gillis Pietersz. als stiefvader van Huybrecht Beyersz. van der Meer.
9-2-1540: Heynrich Gysbrechtsz. van Veen te Wassenair, oud ongeveer 60 jaar en Jan Enghelsz. te ter Heyde, oud 52 jaar, verklaren dat toen Arent Huybrechtsz. van der Meer ongeveer 20 jaar geleden stierf, diens broer Beyer Hubrechtsz. van der Meer o.a. de volgende leengoederen heeft gekocht en betaald: de woning van Cranenburgh met 7 morgen land, een paar zwanen in Wyndaelre meer en een tiende in Haechambacht (E, fol. 38).
3-6-1555: Arent Arentsz. van der Meer, advocaat voor het Hof van Hollandt, in zijn jeugd meestal buiten Holland ter schole geweest zijnde, bij dode van zijn vader Arent Huybrechtsz. van der Meer na verzuim en doet op 21-5-1556 afstand van zijn rechten op het leen (F, fol. 23v; Huybrecht Pietersz. van der Meer liet bij zijn dood twee zoons na, Arent en Beyer. De eerste overleed op 28-10-1518, waarna in maart 1519 diens zoon Arent is geboren. Beyer had het leen echter al voor hem zelf verzocht op 28-10-1519, wiens zoon hem opvolgde).
1-7-1558: Heer Adriaen van Duvenvoorde, priester, hulde door Aernt van Duvenvoorde Ghijsbrechtsz., bij dode van zijn broer heer Aernt van Duvenvoorde, ridder (F, fol. 53). 
van der Meer, Adriaen Hubrechts (I29344)
 
104 's-Gravenhage:
leen 84: De woning die op de werf staat met 7 morgen land (1367: de woning te Cranenburch, 1724: ook genaamd Sint Maertenses woning, in zijn geheel 45 morgen groot, ten dele in Zegbroeck gelegen, 1607: in het ambacht Eyckenduynen), belend ten westen: (1607: de erfgenamen van Arent Harcxz.), ten noorden, oosten en zuiden: (1664: Cornelia - en Agatha Kinschot), ten oosten: (1607: de Scholdamse weg), ten zuiden: (1607: de banwatering) en ten noorden: (1607: ‘s-Graven wildernis).

20-5-1539: Hubrecht Beyersz. van der Meer, onmondig, stiefvader: Gillis Pietersz., bij dode van zijn vader Beyer Hubrechtsz. (E, fol. 36v).
3-2-1540: Arendt van Duvenvoirde na overdracht door Jan Enghelsz., wonende op de Weschen, en Henrick van Veen te Wassenair, als voogden - en Gillis Pietersz. als stiefvader van Huybrecht Beyersz. van der Meer.
9-2-1540: Heynrich Gysbrechtsz. van Veen te Wassenair, oud ongeveer 60 jaar en Jan Enghelsz. te ter Heyde, oud 52 jaar, verklaren dat toen Arent Huybrechtsz. van der Meer ongeveer 20 jaar geleden stierf, diens broer Beyer Hubrechtsz. van der Meer o.a. de volgende leengoederen heeft gekocht en betaald: de woning van Cranenburgh met 7 morgen land, een paar zwanen in Wyndaelre meer en een tiende in Haechambacht (E, fol. 38).
3-6-1555: Arent Arentsz. van der Meer, advocaat voor het Hof van Hollandt, in zijn jeugd meestal buiten Holland ter schole geweest zijnde, bij dode van zijn vader Arent Huybrechtsz. van der Meer na verzuim en doet op 21-5-1556 afstand van zijn rechten op het leen (F, fol. 23v; Huybrecht Pietersz. van der Meer liet bij zijn dood twee zoons na, Arent en Beyer. De eerste overleed op 28-10-1518, waarna in maart 1519 diens zoon Arent is geboren. Beyer had het leen echter al voor hem zelf verzocht op 28-10-1519, wiens zoon hem opvolgde).
1-7-1558: Heer Adriaen van Duvenvoorde, priester, hulde door Aernt van Duvenvoorde Ghijsbrechtsz., bij dode van zijn broer heer Aernt van Duvenvoorde, ridder (F, fol. 53). 
van der Meer, Hubrecht Beijersz (I29348)
 
105 's-Gravenhage:
leen 84: De woning die op de werf staat met 7 morgen land (1367: de woning te Cranenburch, 1724: ook genaamd Sint Maertenses woning, in zijn geheel 45 morgen groot, ten dele in Zegbroeck gelegen, 1607: in het ambacht Eyckenduynen), belend ten westen: (1607: de erfgenamen van Arent Harcxz.), ten noorden, oosten en zuiden: (1664: Cornelia - en Agatha Kinschot), ten oosten: (1607: de Scholdamse weg), ten zuiden: (1607: de banwatering) en ten noorden: (1607: ‘s-Graven wildernis).
25-7-1499: Hubrecht van der Meer na overdracht door (schoonmoeder) jonkvrouwe Lijsbet Engelbrechtsdochter met haar voogd Jan Claesz. (D, fol. 3).
27-7-1514: Aernt Hubrechtsz. van der Meer bij dode van zijn vader Hubrecht van der Meer (D, fol. 47v).
28-10-1519: Beyer Hubrechtsz. van der Meer bij dode van zijn broer Arent Hubrechtsz. van der Meer (D, fol. 62v).
20-5-1539: Hubrecht Beyersz. van der Meer, onmondig, stiefvader: Gillis Pietersz., bij dode van zijn vader Beyer Hubrechtsz. (E, fol. 36v).
3-2-1540: Arendt van Duvenvoirde na overdracht door Jan Enghelsz., wonende op de Weschen, en Henrick van Veen te Wassenair, als voogden - en Gillis Pietersz. als stiefvader van Huybrecht Beyersz. van der Meer.
9-2-1540: Heynrich Gysbrechtsz. van Veen te Wassenair, oud ongeveer 60 jaar en Jan Enghelsz. te ter Heyde, oud 52 jaar, verklaren dat toen Arent Huybrechtsz. van der Meer ongeveer 20 jaar geleden stierf, diens broer Beyer Hubrechtsz. van der Meer o.a. de volgende leengoederen heeft gekocht en betaald: de woning van Cranenburgh met 7 morgen land, een paar zwanen in Wyndaelre meer en een tiende in Haechambacht (E, fol. 38).
3-6-1555: Arent Arentsz. van der Meer, advocaat voor het Hof van Hollandt, in zijn jeugd meestal buiten Holland ter schole geweest zijnde, bij dode van zijn vader Arent Huybrechtsz. van der Meer na verzuim en doet op 21-5-1556 afstand van zijn rechten op het leen (F, fol. 23v; Huybrecht Pietersz. van der Meer liet bij zijn dood twee zoons na, Arent en Beyer. De eerste overleed op 28-10-1518, waarna in maart 1519 diens zoon Arent is geboren. Beyer had het leen echter al voor hem zelf verzocht op 28-10-1519, wiens zoon hem opvolgde).
1-7-1558: Heer Adriaen van Duvenvoorde, priester, hulde door Aernt van Duvenvoorde Ghijsbrechtsz., bij dode van zijn broer heer Aernt van Duvenvoorde, ridder (F, fol. 53). 
van der Houve, Margaretha Adriaensdr (I29350)
 
106 's-Gravenhage:
leen 84: De woning die op de werf staat met 7 morgen land (1367: de woning te Cranenburch, 1724: ook genaamd Sint Maertenses woning, in zijn geheel 45 morgen groot, ten dele in Zegbroeck gelegen, 1607: in het ambacht Eyckenduynen), belend ten westen: (1607: de erfgenamen van Arent Harcxz.), ten noorden, oosten en zuiden: (1664: Cornelia - en Agatha Kinschot), ten oosten: (1607: de Scholdamse weg), ten zuiden: (1607: de banwatering) en ten noorden: (1607: ‘s-Graven wildernis).
29-5-1447: Engebrecht van Cranenburch bij dode van zijn vader Jan van Cranenburch (B, fol. 68).
21-12-1469: Egbert van Cranenburch geeft uit het leen een lijfrente van 1 pond groot per jaar aan zijn dochter Claer, wonende in het Sint Lijsbettenzusterhuis (C, fol. 4).
17-3-1484: Gerijt van Cranenburch bij dode van zijn vader Engebrecht van Cranenburch (C, fol. 29)
6-12-1484: Jonkvrouwe Lijsbeth Engelbrechtsdochter van Cranenborch, gehuwd met Adriaen van der Hoeve, bij dode van haar broer Gerijt van Cranenburcht (C, fol. 30 en D, fol. 3v).
25-7-1499: Hubrecht van der Meer na overdracht door (schoonmoeder) jonkvrouwe Lijsbet Engelbrechtsdochter met haar voogd Jan Claesz. (D, fol. 3). 
van der Houve, Adriaan Gerritsz (I29352)
 
107 's-Gravenhage:
leen 84: De woning die op de werf staat met 7 morgen land (1367: de woning te Cranenburch, 1724: ook genaamd Sint Maertenses woning, in zijn geheel 45 morgen groot, ten dele in Zegbroeck gelegen, 1607: in het ambacht Eyckenduynen), belend ten westen: (1607: de erfgenamen van Arent Harcxz.), ten noorden, oosten en zuiden: (1664: Cornelia - en Agatha Kinschot), ten oosten: (1607: de Scholdamse weg), ten zuiden: (1607: de banwatering) en ten noorden: (1607: ‘s-Graven wildernis).
29-5-1447: Engebrecht van Cranenburch bij dode van zijn vader Jan van Cranenburch (B, fol. 68).
21-12-1469: Egbert van Cranenburch geeft uit het leen een lijfrente van 1 pond groot per jaar aan zijn dochter Claer, wonende in het Sint Lijsbettenzusterhuis (C, fol. 4).
17-3-1484: Gerijt van Cranenburch bij dode van zijn vader Engebrecht van Cranenburch (C, fol. 29)
6-12-1484: Jonkvrouwe Lijsbeth Engelbrechtsdochter van Cranenborch, gehuwd met Adriaen van der Hoeve, bij dode van haar broer Gerijt van Cranenburcht (C, fol. 30 en D, fol. 3v).
25-7-1499: Hubrecht van der Meer na overdracht door (schoonmoeder) jonkvrouwe Lijsbet Engelbrechtsdochter met haar voogd Jan Claesz. (D, fol. 3). 
van Cranenburch, Jonkvrouwe Lijsbeth Engelbrechtsdr (I29353)
 
108 's-Gravenhage:
leen 84: De woning die op de werf staat met 7 morgen land (1367: de woning te Cranenburch, 1724: ook genaamd Sint Maertenses woning, in zijn geheel 45 morgen groot, ten dele in Zegbroeck gelegen, 1607: in het ambacht Eyckenduynen), belend ten westen: (1607: de erfgenamen van Arent Harcxz.), ten noorden, oosten en zuiden: (1664: Cornelia - en Agatha Kinschot), ten oosten: (1607: de Scholdamse weg), ten zuiden: (1607: de banwatering) en ten noorden: (1607: ‘s-Graven wildernis).
29-5-1447: Engebrecht van Cranenburch bij dode van zijn vader Jan van Cranenburch (B, fol. 68).
21-12-1469: Egbert van Cranenburch geeft uit het leen een lijfrente van 1 pond groot per jaar aan zijn dochter Claer, wonende in het Sint Lijsbettenzusterhuis (C, fol. 4).
17-3-1484: Gerijt van Cranenburch bij dode van zijn vader Engebrecht van Cranenburch (C, fol. 29)
6-12-1484: Jonkvrouwe Lijsbeth Engelbrechtsdochter van Cranenborch, gehuwd met Adriaen van der Hoeve, bij dode van haar broer Gerijt van Cranenburcht (C, fol. 30 en D, fol. 3v).
25-7-1499: Hubrecht van der Meer na overdracht door (schoonmoeder) jonkvrouwe Lijsbet Engelbrechtsdochter met haar voogd Jan Claesz. (D, fol. 3). 
van Cranenburch, Engebrecht Jansz (I29354)
 
109 's-Gravenhage:
leen 84: De woning die op de werf staat met 7 morgen land (1367: de woning te Cranenburch, 1724: ook genaamd Sint Maertenses woning, in zijn geheel 45 morgen groot, ten dele in Zegbroeck gelegen, 1607: in het ambacht Eyckenduynen), belend ten westen: (1607: de erfgenamen van Arent Harcxz.), ten noorden, oosten en zuiden: (1664: Cornelia - en Agatha Kinschot), ten oosten: (1607: de Scholdamse weg), ten zuiden: (1607: de banwatering) en ten noorden: (1607: ‘s-Graven wildernis).
29-5-1447: Engebrecht van Cranenburch bij dode van zijn vader Jan van Cranenburch (B, fol. 68).
21-12-1469: Egbert van Cranenburch geeft uit het leen een lijfrente van 1 pond groot per jaar aan zijn dochter Claer, wonende in het Sint Lijsbettenzusterhuis (C, fol. 4).
17-3-1484: Gerijt van Cranenburch bij dode van zijn vader Engebrecht van Cranenburch (C, fol. 29)
6-12-1484: Jonkvrouwe Lijsbeth Engelbrechtsdochter van Cranenborch, gehuwd met Adriaen van der Hoeve, bij dode van haar broer Gerijt van Cranenburcht (C, fol. 30 en D, fol. 3v).
25-7-1499: Hubrecht van der Meer na overdracht door (schoonmoeder) jonkvrouwe Lijsbet Engelbrechtsdochter met haar voogd Jan Claesz. (D, fol. 3). 
van Cranenburch, Ridder Gerrit (I29355)
 
110 's-Gravenhage:
leen 84: De woning die op de werf staat met 7 morgen land (1367: de woning te Cranenburch, 1724: ook genaamd Sint Maertenses woning, in zijn geheel 45 morgen groot, ten dele in Zegbroeck gelegen, 1607: in het ambacht Eyckenduynen), belend ten westen: (1607: de erfgenamen van Arent Harcxz.), ten noorden, oosten en zuiden: (1664: Cornelia - en Agatha Kinschot), ten oosten: (1607: de Scholdamse weg), ten zuiden: (1607: de banwatering) en ten noorden: (1607: ‘s-Graven wildernis).
29-5-1447: Engebrecht van Cranenburch bij dode van zijn vader Jan van Cranenburch (B, fol. 68).
21-12-1469: Egbert van Cranenburch geeft uit het leen een lijfrente van 1 pond groot per jaar aan zijn dochter Claer, wonende in het Sint Lijsbettenzusterhuis (C, fol. 4).
17-3-1484: Gerijt van Cranenburch bij dode van zijn vader Engebrecht van Cranenburch (C, fol. 29)
6-12-1484: Jonkvrouwe Lijsbeth Engelbrechtsdochter van Cranenborch, gehuwd met Adriaen van der Hoeve, bij dode van haar broer Gerijt van Cranenburcht (C, fol. 30 en D, fol. 3v).
25-7-1499: Hubrecht van der Meer na overdracht door (schoonmoeder) jonkvrouwe Lijsbet Engelbrechtsdochter met haar voogd Jan Claesz. (D, fol. 3). 
van Cranenburch, Claer (I29356)
 
111 's-Gravenhage:
leen 84: De woning die op de werf staat met 7 morgen land (1367: de woning te Cranenburch, 1724: ook genaamd Sint Maertenses woning, in zijn geheel 45 morgen groot, ten dele in Zegbroeck gelegen, 1607: in het ambacht Eyckenduynen), belend ten westen: (1607: de erfgenamen van Arent Harcxz.), ten noorden, oosten en zuiden: (1664: Cornelia - en Agatha Kinschot), ten oosten: (1607: de Scholdamse weg), ten zuiden: (1607: de banwatering) en ten noorden: (1607: ‘s-Graven wildernis).
25-7-1499: Hubrecht van der Meer na overdracht door (schoonmoeder) jonkvrouwe Lijsbet Engelbrechtsdochter met haar voogd Jan Claesz. (D, fol. 3).
20-5-1539: Hubrecht Beyersz. van der Meer, onmondig, stiefvader: Gillis Pietersz., bij dode van zijn vader Beyer Hubrechtsz. (E, fol. 36v).
3-2-1540: Arendt van Duvenvoirde na overdracht door Jan Enghelsz., wonende op de Weschen, en Henrick van Veen te Wassenair, als voogden - en Gillis Pietersz. als stiefvader van Huybrecht Beyersz. van der Meer.
9-2-1540: Heynrich Gysbrechtsz. van Veen te Wassenair, oud ongeveer 60 jaar en Jan Enghelsz. te ter Heyde, oud 52 jaar, verklaren dat toen Arent Huybrechtsz. van der Meer ongeveer 20 jaar geleden stierf, diens broer Beyer Hubrechtsz. van der Meer o.a. de volgende leengoederen heeft gekocht en betaald: de woning van Cranenburgh met 7 morgen land, een paar zwanen in Wyndaelre meer en een tiende in Haechambacht (E, fol. 38).
3-6-1555: Arent Arentsz. van der Meer, advocaat voor het Hof van Hollandt, in zijn jeugd meestal buiten Holland ter schole geweest zijnde, bij dode van zijn vader Arent Huybrechtsz. van der Meer na verzuim en doet op 21-5-1556 afstand van zijn rechten op het leen (F, fol. 23v; Huybrecht Pietersz. van der Meer liet bij zijn dood twee zoons na, Arent en Beyer. De eerste overleed op 28-10-1518, waarna in maart 1519 diens zoon Arent is geboren. Beyer had het leen echter al voor hem zelf verzocht op 28-10-1519, wiens zoon hem opvolgde).
1-7-1558: Heer Adriaen van Duvenvoorde, priester, hulde door Aernt van Duvenvoorde Ghijsbrechtsz., bij dode van zijn broer heer Aernt van Duvenvoorde, ridder (F, fol. 53). 
van Veen, Henrick Gijsbrechtsz (I29611)
 
112 's-Gravenwaard Mulder, Carel Johannes Alexander (I19386)
 
113 's-Gravenzande 21-5-1669: Comp. [ook voor schepenen van Zandambacht] de e. Joris Pietersz. Ockenburch regerende burgemeester van de stad ’s Gravenzande als getrouwd hebbende Bette Bartelsdr. die te voren weduwe en boedelhoudster was van Joris Claesz. Verlaen en bekende te verkopen aan Pieter Willemsz. Buijs president-schepen van de voorsz. stad zeker stuk land groot omtrent 16 hond gelegen in Deunisvelder tiende, zowel onder de jurisdictie van de voorsz stad als heerlijkheid. Verlaen, Marijtje Joris (I16988)
 
114 's-Gravenzande 23-9-1603: Comp. de eerzame Jacob Doesen Lucq inwonende poorter van de stad ’s Gravenzande te kennen gevende hoe dat hij op 11-12-1602 zekere uitkoop gedaan heeft jegens de voogden van zijn weeskind hetwelk hij in de echt geprocreerd heeft bij zaliger Betgen Corssendr. als volgt:
Zo heeft Jacob Doesen Lucq ’s Gravenzande weduwnaar van zaliger Betgen Corssendr. geassisteerd met Doe Adriaensz. Lucq tot Naaldwijk, Jan Herpersz. tot Monster, Pieter Adriaensz. Lucq in ’s Gravenhage, vader, broeder en oom respectievelijk van de voorn. Jacob Doesen zekere uitkoop gedaan jegens Floris Adriaensz. Bruijsser wonende opte Hoorn buiten Delft als man voogd van Neeltgen Corssen, ook ten overstaan en in bijwezen van Maertgen Corssendr. weduwe Wigger Jacobsz. wonende tot Delft als oom en meuij en overzulks bestorven bloedvoogden van het nagelaten weeskind bij name Annetgen Jacobsdr. oud 1 jaar, nagelaten bij de voorsz. Betgen Corssendr., wezende de voorsz. voogden geassisteerd met Pouwels Adriaensz. van Adrichem tot Naaldwijk, Claes Heijnricksz. brouwer tot Delft, Joris Cornelisz. van Vliet tot Naaldwijk mede neven van het voorsz. weeskind en dat uit de nagelaten goederen daarin het voorsz. weeskind voor de helft door het overlijden van haar moeder bestorven is […]. Aldus gedaan en geaccordeerd ten huize van de voorn. Jacob Doesen door tussenspreken van Jacob Cornelisz. tot Schipluiden, Claes Adriaensz. opte Geest tot Naaldwijk, Arent Willemsz. Dom ’s Gravenzande en Claes Claesz. Zwieten secretaris aldaar als minnelijke arbiters en compositeurs hierover geroepen, en ondertekent op 11-12-1602.
Comparant verbindt tot waarborg voor deze uitkoop bij deze, eerst zijn woning als huis, erf, schuren, ‘boes’ en bargen staande en gelegen binnen de stad ’s Gravenzande aan de Ommeloop. Idem nog een erf, een boomgaard (belend o.a. Cors de Lapper als getrouwd hebbende de weduwe van Cornelis Lenaertsz. stoeldraeijer) en landen. 
Lucq, Jacob Doesen (I24679)
 
115 's-Gravenzande 23-9-1603: Comp. de eerzame Jacob Doesen Lucq inwonende poorter van de stad ’s Gravenzande te kennen gevende hoe dat hij op 11-12-1602 zekere uitkoop gedaan heeft jegens de voogden van zijn weeskind hetwelk hij in de echt geprocreerd heeft bij zaliger Betgen Corssendr. als volgt:
Zo heeft Jacob Doesen Lucq ’s Gravenzande weduwnaar van zaliger Betgen Corssendr. geassisteerd met Doe Adriaensz. Lucq tot Naaldwijk, Jan Herpersz. tot Monster, Pieter Adriaensz. Lucq in ’s Gravenhage, vader, broeder en oom respectievelijk van de voorn. Jacob Doesen zekere uitkoop gedaan jegens Floris Adriaensz. Bruijsser wonende opte Hoorn buiten Delft als man voogd van Neeltgen Corssen, ook ten overstaan en in bijwezen van Maertgen Corssendr. weduwe Wigger Jacobsz. wonende tot Delft als oom en meuij en overzulks bestorven bloedvoogden van het nagelaten weeskind bij name Annetgen Jacobsdr. oud 1 jaar, nagelaten bij de voorsz. Betgen Corssendr., wezende de voorsz. voogden geassisteerd met Pouwels Adriaensz. van Adrichem tot Naaldwijk, Claes Heijnricksz. brouwer tot Delft, Joris Cornelisz. van Vliet tot Naaldwijk mede neven van het voorsz. weeskind en dat uit de nagelaten goederen daarin het voorsz. weeskind voor de helft door het overlijden van haar moeder bestorven is […]. Aldus gedaan en geaccordeerd ten huize van de voorn. Jacob Doesen door tussenspreken van Jacob Cornelisz. tot Schipluiden, Claes Adriaensz. opte Geest tot Naaldwijk, Arent Willemsz. Dom ’s Gravenzande en Claes Claesz. Zwieten secretaris aldaar als minnelijke arbiters en compositeurs hierover geroepen, en ondertekent op 11-12-1602.
Comparant verbindt tot waarborg voor deze uitkoop bij deze, eerst zijn woning als huis, erf, schuren, ‘boes’ en bargen staande en gelegen binnen de stad ’s Gravenzande aan de Ommeloop. Idem nog een erf, een boomgaard (belend o.a. Cors de Lapper als getrouwd hebbende de weduwe van Cornelis Lenaertsz. stoeldraeijer) en landen. 
Corssendr, Betgen (I24732)
 
116 's-Gravenzande 9-10-1655: Comp. Cornelis Willemsz. Bogaert onze burgemeester en Gerrit Jansz. Thoen als getrouwd hebbende Machtelt Willemsdr. Bogaert zowel voor hen zelf als vervangende en de rato caverende voor de andere mede-erfgenamen van zaliger Crijntge Willemsdr. die weduwe was van Willem Andriesz. Bogaert in zijn leven mede burgemeester van de stad ’s Gravenzande en bekenden in voorsz. kwaliteit verkocht te hebben aan Dirck Dircksz. Coot onze poorter zekere twee kleine huiskens en erfkens staande en gelegen binnen de stad ’s Gravenzande op het noordeinde.

's-Gravenzande 5-2-1663: Comp. Cornelis Willemsz. Boogert oud-burgemeester van ‘s Gravenzande voor hem zelf en als procuratie hebbende van de mede-erfgenamen van zaliger Crijntje Willemsdr. weduwe en boedelhoudster van Willem Andriesz. Boogaert, welke procuratie hier is geinsereerd: Op heden 11-8-1662 compareerde voor mij Adriaen de Bije notaris te Maassluis Machtelt Willemsdr. Boogert weduwe en boedelhoudster van Gerrit Jansz. Thoen wonende in Maasland voor een zesde part, en Willem Cornelisz. van Leeuwen zoon van zaliger Cornelis Gerritsz. van Leeuwen en Meijnsje Willemsdr. Boogert voor hem zelf en nog hem sterk makende en caverende voor Gerrit Cornelisz., item voor Dame Daemsz. getrouwd hebbende Ariaentje Cornelisdr., nog voor Cornelis Leendertsz. getrouwd hebbende IJda Cornelisdr., mitsgaders voor Geertje en Crijntje Cornelisdr., alle kinderen van de voorsz. Meijnsje Willemsdr. mede voor een zesde part, en nog dezelve Willem Cornelisz. van Leeuwen hem sterk makende en caverende voor Pieter Pietersz. Rodenburgh en Jan Pietersz. wonende tot Utrecht, item voor Crijn Jansz. van Velden schipper in Maasland als getrouwd hebbende Ariaentje Pietersdr. en voor Cornelis Jorisz. van Adrichem wonende tot Noucoop [Nieuwcoop?!] getrouwd hebbende Maertje Pietersdr. te samen kinderen van zaliger Grietje Willemsdr. Boogert daar vader af is Pieter Pietersz. Rodenburgh overleden in De Lier, mede voor een zesde part, te samen mede erfgenamen van zaliger Crijntje Willemsdr. weduwe van Willem Andriesz. Boogert overleden tot ’s Gravenzande haar comparanten moeder en grootvader [bedoeld zal zijn: grootmoeder] respectievelijk, en verklaarden te constitueren en machtig te maken Cornelis Willemsz. Boogert […]. En verklaarde hij comparant in zijn respectievelijke kwaliteiten al op [dag niet vermeld]-5- 1643 verkocht te hebben aan de heer Johan van den Broeck in zijn leven commies van de financien van de ed. groot mogende heren Staten van Holland en West-Friesland en alsnu op te dragen aan de ed. heer Gerbrant Sas advocaat voor het Hof van Holland als getrouwd hebbende juffr. Wendelina van den Broeck, dochter van de voorsz. heer Johan van den Broeck zaliger, zekere 4 morgen 5 hond 74 roeden weiland gelegen in het bedijkte Nieuweland met de gerechtigheden van het buitenland eertijds gekomen van het convent van Leiderdorp. Compareerde voorts de voorn. heer Sas en verklaarde dat hij al op 4-5-1662 de voorsz. 4 morgen 5 hond 74 roeden had opgedragen aan sr. Roelant de Bruijn.

Op 19-5-1653 verkopen de erfgenamen (nu ook met Andries Pietersz Rodenburgh) land gelegen in het Nieuweland in Zandambacht

Op 11-3-1665 verkopen de erfgenamen aan Willem Jorisz. Oudendijck oud-schepen van ’s Gravenzande 5 morgen en omtrent 2 hond teelland genaamd het Veetland gelegen binnen de vrijheid van de voorsz. stad ’s Gravenzande. 
Boogaert, Machtelt Willemsz (I24021)
 
117 's-Gravenzande 9-10-1655: Comp. Cornelis Willemsz. Bogaert onze burgemeester en Gerrit Jansz. Thoen als getrouwd hebbende Machtelt Willemsdr. Bogaert zowel voor hen zelf als vervangende en de rato caverende voor de andere mede-erfgenamen van zaliger Crijntge Willemsdr. die weduwe was van Willem Andriesz. Bogaert in zijn leven mede burgemeester van de stad ’s Gravenzande en bekenden in voorsz. kwaliteit verkocht te hebben aan Dirck Dircksz. Coot onze poorter zekere twee kleine huiskens en erfkens staande en gelegen binnen de stad ’s Gravenzande op het noordeinde.

's-Gravenzande 5-2-1663: Comp. Cornelis Willemsz. Boogert oud-burgemeester van ‘s Gravenzande voor hem zelf en als procuratie hebbende van de mede-erfgenamen van zaliger Crijntje Willemsdr. weduwe en boedelhoudster van Willem Andriesz. Boogaert, welke procuratie hier is geinsereerd: Op heden 11-8-1662 compareerde voor mij Adriaen de Bije notaris te Maassluis Machtelt Willemsdr. Boogert weduwe en boedelhoudster van Gerrit Jansz. Thoen wonende in Maasland voor een zesde part, en Willem Cornelisz. van Leeuwen zoon van zaliger Cornelis Gerritsz. van Leeuwen en Meijnsje Willemsdr. Boogert voor hem zelf en nog hem sterk makende en caverende voor Gerrit Cornelisz., item voor Dame Daemsz. getrouwd hebbende Ariaentje Cornelisdr., nog voor Cornelis Leendertsz. getrouwd hebbende IJda Cornelisdr., mitsgaders voor Geertje en Crijntje Cornelisdr., alle kinderen van de voorsz. Meijnsje Willemsdr. mede voor een zesde part, en nog dezelve Willem Cornelisz. van Leeuwen hem sterk makende en caverende voor Pieter Pietersz. Rodenburgh en Jan Pietersz. wonende tot Utrecht, item voor Crijn Jansz. van Velden schipper in Maasland als getrouwd hebbende Ariaentje Pietersdr. en voor Cornelis Jorisz. van Adrichem wonende tot Noucoop [Nieuwcoop?!] getrouwd hebbende Maertje Pietersdr. te samen kinderen van zaliger Grietje Willemsdr. Boogert daar vader af is Pieter Pietersz. Rodenburgh overleden in De Lier, mede voor een zesde part, te samen mede erfgenamen van zaliger Crijntje Willemsdr. weduwe van Willem Andriesz. Boogert overleden tot ’s Gravenzande haar comparanten moeder en grootvader [bedoeld zal zijn: grootmoeder] respectievelijk, en verklaarden te constitueren en machtig te maken Cornelis Willemsz. Boogert […]. En verklaarde hij comparant in zijn respectievelijke kwaliteiten al op [dag niet vermeld]-5- 1643 verkocht te hebben aan de heer Johan van den Broeck in zijn leven commies van de financien van de ed. groot mogende heren Staten van Holland en West-Friesland en alsnu op te dragen aan de ed. heer Gerbrant Sas advocaat voor het Hof van Holland als getrouwd hebbende juffr. Wendelina van den Broeck, dochter van de voorsz. heer Johan van den Broeck zaliger, zekere 4 morgen 5 hond 74 roeden weiland gelegen in het bedijkte Nieuweland met de gerechtigheden van het buitenland eertijds gekomen van het convent van Leiderdorp. Compareerde voorts de voorn. heer Sas en verklaarde dat hij al op 4-5-1662 de voorsz. 4 morgen 5 hond 74 roeden had opgedragen aan sr. Roelant de Bruijn.

Op 19-5-1653 verkopen de erfgenamen (nu ook met Andries Pietersz Rodenburgh) land gelegen in het Nieuweland in Zandambacht

Op 11-3-1665 verkopen de erfgenamen aan Willem Jorisz. Oudendijck oud-schepen van ’s Gravenzande 5 morgen en omtrent 2 hond teelland genaamd het Veetland gelegen binnen de vrijheid van de voorsz. stad ’s Gravenzande. 
Bogaert, Willem Andries (I24031)
 
118 's-Gravenzande 9-10-1655: Comp. Cornelis Willemsz. Bogaert onze burgemeester en Gerrit Jansz. Thoen als getrouwd hebbende Machtelt Willemsdr. Bogaert zowel voor hen zelf als vervangende en de rato caverende voor de andere mede-erfgenamen van zaliger Crijntge Willemsdr. die weduwe was van Willem Andriesz. Bogaert in zijn leven mede burgemeester van de stad ’s Gravenzande en bekenden in voorsz. kwaliteit verkocht te hebben aan Dirck Dircksz. Coot onze poorter zekere twee kleine huiskens en erfkens staande en gelegen binnen de stad ’s Gravenzande op het noordeinde.

's-Gravenzande 5-2-1663: Comp. Cornelis Willemsz. Boogert oud-burgemeester van ‘s Gravenzande voor hem zelf en als procuratie hebbende van de mede-erfgenamen van zaliger Crijntje Willemsdr. weduwe en boedelhoudster van Willem Andriesz. Boogaert, welke procuratie hier is geinsereerd: Op heden 11-8-1662 compareerde voor mij Adriaen de Bije notaris te Maassluis Machtelt Willemsdr. Boogert weduwe en boedelhoudster van Gerrit Jansz. Thoen wonende in Maasland voor een zesde part, en Willem Cornelisz. van Leeuwen zoon van zaliger Cornelis Gerritsz. van Leeuwen en Meijnsje Willemsdr. Boogert voor hem zelf en nog hem sterk makende en caverende voor Gerrit Cornelisz., item voor Dame Daemsz. getrouwd hebbende Ariaentje Cornelisdr., nog voor Cornelis Leendertsz. getrouwd hebbende IJda Cornelisdr., mitsgaders voor Geertje en Crijntje Cornelisdr., alle kinderen van de voorsz. Meijnsje Willemsdr. mede voor een zesde part, en nog dezelve Willem Cornelisz. van Leeuwen hem sterk makende en caverende voor Pieter Pietersz. Rodenburgh en Jan Pietersz. wonende tot Utrecht, item voor Crijn Jansz. van Velden schipper in Maasland als getrouwd hebbende Ariaentje Pietersdr. en voor Cornelis Jorisz. van Adrichem wonende tot Noucoop [Nieuwcoop?!] getrouwd hebbende Maertje Pietersdr. te samen kinderen van zaliger Grietje Willemsdr. Boogert daar vader af is Pieter Pietersz. Rodenburgh overleden in De Lier, mede voor een zesde part, te samen mede erfgenamen van zaliger Crijntje Willemsdr. weduwe van Willem Andriesz. Boogert overleden tot ’s Gravenzande haar comparanten moeder en grootvader [bedoeld zal zijn: grootmoeder] respectievelijk, en verklaarden te constitueren en machtig te maken Cornelis Willemsz. Boogert […]. En verklaarde hij comparant in zijn respectievelijke kwaliteiten al op [dag niet vermeld]-5- 1643 verkocht te hebben aan de heer Johan van den Broeck in zijn leven commies van de financien van de ed. groot mogende heren Staten van Holland en West-Friesland en alsnu op te dragen aan de ed. heer Gerbrant Sas advocaat voor het Hof van Holland als getrouwd hebbende juffr. Wendelina van den Broeck, dochter van de voorsz. heer Johan van den Broeck zaliger, zekere 4 morgen 5 hond 74 roeden weiland gelegen in het bedijkte Nieuweland met de gerechtigheden van het buitenland eertijds gekomen van het convent van Leiderdorp. Compareerde voorts de voorn. heer Sas en verklaarde dat hij al op 4-5-1662 de voorsz. 4 morgen 5 hond 74 roeden had opgedragen aan sr. Roelant de Bruijn.

Op 19-5-1653 verkopen de erfgenamen (nu ook met Andries Pietersz Rodenburgh) land gelegen in het Nieuweland in Zandambacht

Op 11-3-1665 verkopen de erfgenamen aan Willem Jorisz. Oudendijck oud-schepen van ’s Gravenzande 5 morgen en omtrent 2 hond teelland genaamd het Veetland gelegen binnen de vrijheid van de voorsz. stad ’s Gravenzande. 
Bogaert, Cornelis Willems (I24032)
 
119 's-Gravenzande 9-10-1655: Comp. Cornelis Willemsz. Bogaert onze burgemeester en Gerrit Jansz. Thoen als getrouwd hebbende Machtelt Willemsdr. Bogaert zowel voor hen zelf als vervangende en de rato caverende voor de andere mede-erfgenamen van zaliger Crijntge Willemsdr. die weduwe was van Willem Andriesz. Bogaert in zijn leven mede burgemeester van de stad ’s Gravenzande en bekenden in voorsz. kwaliteit verkocht te hebben aan Dirck Dircksz. Coot onze poorter zekere twee kleine huiskens en erfkens staande en gelegen binnen de stad ’s Gravenzande op het noordeinde.

's-Gravenzande 5-2-1663: Comp. Cornelis Willemsz. Boogert oud-burgemeester van ‘s Gravenzande voor hem zelf en als procuratie hebbende van de mede-erfgenamen van zaliger Crijntje Willemsdr. weduwe en boedelhoudster van Willem Andriesz. Boogaert, welke procuratie hier is geinsereerd: Op heden 11-8-1662 compareerde voor mij Adriaen de Bije notaris te Maassluis Machtelt Willemsdr. Boogert weduwe en boedelhoudster van Gerrit Jansz. Thoen wonende in Maasland voor een zesde part, en Willem Cornelisz. van Leeuwen zoon van zaliger Cornelis Gerritsz. van Leeuwen en Meijnsje Willemsdr. Boogert voor hem zelf en nog hem sterk makende en caverende voor Gerrit Cornelisz., item voor Dame Daemsz. getrouwd hebbende Ariaentje Cornelisdr., nog voor Cornelis Leendertsz. getrouwd hebbende IJda Cornelisdr., mitsgaders voor Geertje en Crijntje Cornelisdr., alle kinderen van de voorsz. Meijnsje Willemsdr. mede voor een zesde part, en nog dezelve Willem Cornelisz. van Leeuwen hem sterk makende en caverende voor Pieter Pietersz. Rodenburgh en Jan Pietersz. wonende tot Utrecht, item voor Crijn Jansz. van Velden schipper in Maasland als getrouwd hebbende Ariaentje Pietersdr. en voor Cornelis Jorisz. van Adrichem wonende tot Noucoop [Nieuwcoop?!] getrouwd hebbende Maertje Pietersdr. te samen kinderen van zaliger Grietje Willemsdr. Boogert daar vader af is Pieter Pietersz. Rodenburgh overleden in De Lier, mede voor een zesde part, te samen mede erfgenamen van zaliger Crijntje Willemsdr. weduwe van Willem Andriesz. Boogert overleden tot ’s Gravenzande haar comparanten moeder en grootvader [bedoeld zal zijn: grootmoeder] respectievelijk, en verklaarden te constitueren en machtig te maken Cornelis Willemsz. Boogert […]. En verklaarde hij comparant in zijn respectievelijke kwaliteiten al op [dag niet vermeld]-5- 1643 verkocht te hebben aan de heer Johan van den Broeck in zijn leven commies van de financien van de ed. groot mogende heren Staten van Holland en West-Friesland en alsnu op te dragen aan de ed. heer Gerbrant Sas advocaat voor het Hof van Holland als getrouwd hebbende juffr. Wendelina van den Broeck, dochter van de voorsz. heer Johan van den Broeck zaliger, zekere 4 morgen 5 hond 74 roeden weiland gelegen in het bedijkte Nieuweland met de gerechtigheden van het buitenland eertijds gekomen van het convent van Leiderdorp. Compareerde voorts de voorn. heer Sas en verklaarde dat hij al op 4-5-1662 de voorsz. 4 morgen 5 hond 74 roeden had opgedragen aan sr. Roelant de Bruijn.

Op 19-5-1653 verkopen de erfgenamen (nu ook met Andries Pietersz Rodenburgh) land gelegen in het Nieuweland in Zandambacht

Op 11-3-1665 verkopen de erfgenamen aan Willem Jorisz. Oudendijck oud-schepen van ’s Gravenzande 5 morgen en omtrent 2 hond teelland genaamd het Veetland gelegen binnen de vrijheid van de voorsz. stad ’s Gravenzande. 
van der Burch, Crijntge Willemsdr (I24033)
 
120 's-Gravenzande 9-10-1655: Comp. Cornelis Willemsz. Bogaert onze burgemeester en Gerrit Jansz. Thoen als getrouwd hebbende Machtelt Willemsdr. Bogaert zowel voor hen zelf als vervangende en de rato caverende voor de andere mede-erfgenamen van zaliger Crijntge Willemsdr. die weduwe was van Willem Andriesz. Bogaert in zijn leven mede burgemeester van de stad ’s Gravenzande en bekenden in voorsz. kwaliteit verkocht te hebben aan Dirck Dircksz. Coot onze poorter zekere twee kleine huiskens en erfkens staande en gelegen binnen de stad ’s Gravenzande op het noordeinde.

's-Gravenzande 5-2-1663: Comp. Cornelis Willemsz. Boogert oud-burgemeester van ‘s Gravenzande voor hem zelf en als procuratie hebbende van de mede-erfgenamen van zaliger Crijntje Willemsdr. weduwe en boedelhoudster van Willem Andriesz. Boogaert, welke procuratie hier is geinsereerd: Op heden 11-8-1662 compareerde voor mij Adriaen de Bije notaris te Maassluis Machtelt Willemsdr. Boogert weduwe en boedelhoudster van Gerrit Jansz. Thoen wonende in Maasland voor een zesde part, en Willem Cornelisz. van Leeuwen zoon van zaliger Cornelis Gerritsz. van Leeuwen en Meijnsje Willemsdr. Boogert voor hem zelf en nog hem sterk makende en caverende voor Gerrit Cornelisz., item voor Dame Daemsz. getrouwd hebbende Ariaentje Cornelisdr., nog voor Cornelis Leendertsz. getrouwd hebbende IJda Cornelisdr., mitsgaders voor Geertje en Crijntje Cornelisdr., alle kinderen van de voorsz. Meijnsje Willemsdr. mede voor een zesde part, en nog dezelve Willem Cornelisz. van Leeuwen hem sterk makende en caverende voor Pieter Pietersz. Rodenburgh en Jan Pietersz. wonende tot Utrecht, item voor Crijn Jansz. van Velden schipper in Maasland als getrouwd hebbende Ariaentje Pietersdr. en voor Cornelis Jorisz. van Adrichem wonende tot Noucoop [Nieuwcoop?!] getrouwd hebbende Maertje Pietersdr. te samen kinderen van zaliger Grietje Willemsdr. Boogert daar vader af is Pieter Pietersz. Rodenburgh overleden in De Lier, mede voor een zesde part, te samen mede erfgenamen van zaliger Crijntje Willemsdr. weduwe van Willem Andriesz. Boogert overleden tot ’s Gravenzande haar comparanten moeder en grootvader [bedoeld zal zijn: grootmoeder] respectievelijk, en verklaarden te constitueren en machtig te maken Cornelis Willemsz. Boogert […]. En verklaarde hij comparant in zijn respectievelijke kwaliteiten al op [dag niet vermeld]-5- 1643 verkocht te hebben aan de heer Johan van den Broeck in zijn leven commies van de financien van de ed. groot mogende heren Staten van Holland en West-Friesland en alsnu op te dragen aan de ed. heer Gerbrant Sas advocaat voor het Hof van Holland als getrouwd hebbende juffr. Wendelina van den Broeck, dochter van de voorsz. heer Johan van den Broeck zaliger, zekere 4 morgen 5 hond 74 roeden weiland gelegen in het bedijkte Nieuweland met de gerechtigheden van het buitenland eertijds gekomen van het convent van Leiderdorp. Compareerde voorts de voorn. heer Sas en verklaarde dat hij al op 4-5-1662 de voorsz. 4 morgen 5 hond 74 roeden had opgedragen aan sr. Roelant de Bruijn.

Op 19-5-1653 verkopen de erfgenamen (nu ook met Andries Pietersz Rodenburgh) land gelegen in het Nieuweland in Zandambacht

Op 11-3-1665 verkopen de erfgenamen aan Willem Jorisz. Oudendijck oud-schepen van ’s Gravenzande 5 morgen en omtrent 2 hond teelland genaamd het Veetland gelegen binnen de vrijheid van de voorsz. stad ’s Gravenzande. 
Bogaert, Meijnsge Willemsdr (I24681)
 
121 's-Gravenzande 9-10-1655: Comp. Cornelis Willemsz. Bogaert onze burgemeester en Gerrit Jansz. Thoen als getrouwd hebbende Machtelt Willemsdr. Bogaert zowel voor hen zelf als vervangende en de rato caverende voor de andere mede-erfgenamen van zaliger Crijntge Willemsdr. die weduwe was van Willem Andriesz. Bogaert in zijn leven mede burgemeester van de stad ’s Gravenzande en bekenden in voorsz. kwaliteit verkocht te hebben aan Dirck Dircksz. Coot onze poorter zekere twee kleine huiskens en erfkens staande en gelegen binnen de stad ’s Gravenzande op het noordeinde.

's-Gravenzande 5-2-1663: Comp. Cornelis Willemsz. Boogert oud-burgemeester van ‘s Gravenzande voor hem zelf en als procuratie hebbende van de mede-erfgenamen van zaliger Crijntje Willemsdr. weduwe en boedelhoudster van Willem Andriesz. Boogaert, welke procuratie hier is geinsereerd: Op heden 11-8-1662 compareerde voor mij Adriaen de Bije notaris te Maassluis Machtelt Willemsdr. Boogert weduwe en boedelhoudster van Gerrit Jansz. Thoen wonende in Maasland voor een zesde part, en Willem Cornelisz. van Leeuwen zoon van zaliger Cornelis Gerritsz. van Leeuwen en Meijnsje Willemsdr. Boogert voor hem zelf en nog hem sterk makende en caverende voor Gerrit Cornelisz., item voor Dame Daemsz. getrouwd hebbende Ariaentje Cornelisdr., nog voor Cornelis Leendertsz. getrouwd hebbende IJda Cornelisdr., mitsgaders voor Geertje en Crijntje Cornelisdr., alle kinderen van de voorsz. Meijnsje Willemsdr. mede voor een zesde part, en nog dezelve Willem Cornelisz. van Leeuwen hem sterk makende en caverende voor Pieter Pietersz. Rodenburgh en Jan Pietersz. wonende tot Utrecht, item voor Crijn Jansz. van Velden schipper in Maasland als getrouwd hebbende Ariaentje Pietersdr. en voor Cornelis Jorisz. van Adrichem wonende tot Noucoop [Nieuwcoop?!] getrouwd hebbende Maertje Pietersdr. te samen kinderen van zaliger Grietje Willemsdr. Boogert daar vader af is Pieter Pietersz. Rodenburgh overleden in De Lier, mede voor een zesde part, te samen mede erfgenamen van zaliger Crijntje Willemsdr. weduwe van Willem Andriesz. Boogert overleden tot ’s Gravenzande haar comparanten moeder en grootvader [bedoeld zal zijn: grootmoeder] respectievelijk, en verklaarden te constitueren en machtig te maken Cornelis Willemsz. Boogert […]. En verklaarde hij comparant in zijn respectievelijke kwaliteiten al op [dag niet vermeld]-5- 1643 verkocht te hebben aan de heer Johan van den Broeck in zijn leven commies van de financien van de ed. groot mogende heren Staten van Holland en West-Friesland en alsnu op te dragen aan de ed. heer Gerbrant Sas advocaat voor het Hof van Holland als getrouwd hebbende juffr. Wendelina van den Broeck, dochter van de voorsz. heer Johan van den Broeck zaliger, zekere 4 morgen 5 hond 74 roeden weiland gelegen in het bedijkte Nieuweland met de gerechtigheden van het buitenland eertijds gekomen van het convent van Leiderdorp. Compareerde voorts de voorn. heer Sas en verklaarde dat hij al op 4-5-1662 de voorsz. 4 morgen 5 hond 74 roeden had opgedragen aan sr. Roelant de Bruijn.

Op 19-5-1653 verkopen de erfgenamen (nu ook met Andries Pietersz Rodenburgh) land gelegen in het Nieuweland in Zandambacht

Op 11-3-1665 verkopen de erfgenamen aan Willem Jorisz. Oudendijck oud-schepen van ’s Gravenzande 5 morgen en omtrent 2 hond teelland genaamd het Veetland gelegen binnen de vrijheid van de voorsz. stad ’s Gravenzande. 
Bogaert, Grietje Willemsdr (I24705)
 
122 's-Gravenzande 1-11-1594: Comp. Doe Adriaensz. Luck thans wonende binnen het dorp van Naaldwijk en bekende verkocht te hebben aan Jacob Doesz. Luck zijn zoon zijn woning als huis, erve, schuren, ‘buessen’, bargen, geboomte, wagen- en schaaphuis staande en gelegen binnen de stad ’s Gravenzande aan de Ommeloop daar hij comparant laatst gewoond heeft en zoals het voorsz. erf tegenwoordig beheind en bepaald is. Idem nog diverse percelen land.

1-11-1594: Comp. de eerzame Jacob Doesen Luck onze inwonende poorter en bekende schuldig te wezen Doe Adriaensz. Luck zijn vader wonende binnen het dorp van Naaldwijk de som van 11.100 gld. uit zaak van koop van zijn comparants woning als huis, schuren, ‘biessen’, bargen, erf, geboomte en wagen- en schaaphuis staande en gelegen binnen de stad ’s Gravenzande daar hij comparant tegenwoordig op woont staande aan de Ommeloop, en diverse percelen land. 
Lucq, Jacob Doesen (I24679)
 
123 's-Gravenzande 1-9-1641: Comp. [voor schepenen van Zandambacht en Naaldwijk] Leendert Quirijnsz. van der Burch en Neeltgen Jansdr. van Ruiven zijn huisvrouw die toen zij met hem trouwde weduwe was en boedelhoudster gebleven is van zal. Reijer Vranckensz. van Adrichem wonende in Zandambacht, en bekenden te transporteren aan zijne hoogheid de heer Prins van Oranje, onze genadige heer, een woning als huising, bijhuising, schuur, bargen en geboomte, staande en gelegen in Zandambacht in het Olij blok met nog 46 morgen 4 hond 69 roeden land en het recht tot 5 morgen 3 hond 6 roeden erfpacht land, te samen 52 morgen 1 hond 45 roeden volgens de meting gedaan door Johan van Beest openbaar landmeter op 15 en 16-3-1638 en de ‘caerte figurative’ daarvan gemaakt, in deze volgende percelen. Als eerst die gelegen zijn in Zandambacht in het Olij blok, 1 morgen 2 hond 31 roeden patrimoniaal land op de kaart getekend A en B daarop de voorsz. staande is begrepen in de opdrachtbrief van de woning ten behoeve van Arijen Joosten d.d. 13-1-1560 mitsgaders de opdrachtbrief ten behoeve van Reijer Vranckensz. van Adrichem d.d. 19-10- 1610 en 12-3-1611 […]. Verwijst o.a ook naar een opdrachtbrief ten behoeve van Doe Arentsz. d.d. 21-12-1549. Land in Naaldwijk: vermeld brief van opdracht sprekende van 6 morgen d.d. 10-5-1599 daarbij de ene helft is opgedragen aan Arijen Joosten die de wederhelft toebehoorde, en nog een opdrachtbrief van de gehele 6 morgen ten behoeve van Arijen Doesen d.d. 20-10-1516. Verwijst ook naar land dat zaliger Reijer Vranckensz. van Adrichem is aangekomen bij erfenis van Trijntge Cornelisdr. zijn eerste huisvrouwen moeder was. van Adrichem, Reijer Vrancken (I24592)
 
124 's-Gravenzande 1-9-1641: Comp. [voor schepenen van Zandambacht en Naaldwijk] Leendert Quirijnsz. van der Burch en Neeltgen Jansdr. van Ruiven zijn huisvrouw die toen zij met hem trouwde weduwe was en boedelhoudster gebleven is van zal. Reijer Vranckensz. van Adrichem wonende in Zandambacht, en bekenden te transporteren aan zijne hoogheid de heer Prins van Oranje, onze genadige heer, een woning als huising, bijhuising, schuur, bargen en geboomte, staande en gelegen in Zandambacht in het Olij blok met nog 46 morgen 4 hond 69 roeden land en het recht tot 5 morgen 3 hond 6 roeden erfpacht land, te samen 52 morgen 1 hond 45 roeden volgens de meting gedaan door Johan van Beest openbaar landmeter op 15 en 16-3-1638 en de ‘caerte figurative’ daarvan gemaakt, in deze volgende percelen. Als eerst die gelegen zijn in Zandambacht in het Olij blok, 1 morgen 2 hond 31 roeden patrimoniaal land op de kaart getekend A en B daarop de voorsz. staande is begrepen in de opdrachtbrief van de woning ten behoeve van Arijen Joosten d.d. 13-1-1560 mitsgaders de opdrachtbrief ten behoeve van Reijer Vranckensz. van Adrichem d.d. 19-10- 1610 en 12-3-1611 […]. Verwijst o.a ook naar een opdrachtbrief ten behoeve van Doe Arentsz. d.d. 21-12-1549. Land in Naaldwijk: vermeld brief van opdracht sprekende van 6 morgen d.d. 10-5-1599 daarbij de ene helft is opgedragen aan Arijen Joosten die de wederhelft toebehoorde, en nog een opdrachtbrief van de gehele 6 morgen ten behoeve van Arijen Doesen d.d. 20-10-1516. Verwijst ook naar land dat zaliger Reijer Vranckensz. van Adrichem is aangekomen bij erfenis van Trijntge Cornelisdr. zijn eerste huisvrouwen moeder was. van Ruijven, Neeltgen Jansdr (I24599)
 
125 's-Gravenzande 10-6-1630: Comp. Pieter Cornelisz. riedt- of stoe decker als getrouwd hebbende Aeltgen Jacobsdr. uit de Valck en bekende verkocht te hebben aan Jonge Maertge Jacobsdr., zijn comparants huisvrouwen zuster, de helft van het huis en erf genaamd de Valck, waarvan de wederhelft de voorsz. Jonge Maertge Jacobsdr. competerende is, en henluiden te samen aangekomen door het overlijden van Jacob Adriaensz. Goijenbier haar resepctievelijke vader was, en het voorsz. huis en erf is staande en gelegen binnen de stad ’s Gravenzande op de westhoek van de Ommeloop aan het marktveld. Goeijenbier, Aeltge Jacobsdr (I4708)
 
126 's-Gravenzande 10-6-1630: Comp. Pieter Cornelisz. riedt- of stoe decker als getrouwd hebbende Aeltgen Jacobsdr. uit de Valck en bekende verkocht te hebben aan Jonge Maertge Jacobsdr., zijn comparants huisvrouwen zuster, de helft van het huis en erf genaamd de Valck, waarvan de wederhelft de voorsz. Jonge Maertge Jacobsdr. competerende is, en henluiden te samen aangekomen door het overlijden van Jacob Adriaensz. Goijenbier haar resepctievelijke vader was, en het voorsz. huis en erf is staande en gelegen binnen de stad ’s Gravenzande op de westhoek van de Ommeloop aan het marktveld. Goeijenbier, Jacob Adriaensz (I4736)
 
127 's-Gravenzande 10-6-1630: Comp. Pieter Cornelisz. riedt- of stoe decker als getrouwd hebbende Aeltgen Jacobsdr. uit de Valck en bekende verkocht te hebben aan Jonge Maertge Jacobsdr., zijn comparants huisvrouwen zuster, de helft van het huis en erf genaamd de Valck, waarvan de wederhelft de voorsz. Jonge Maertge Jacobsdr. competerende is, en henluiden te samen aangekomen door het overlijden van Jacob Adriaensz. Goijenbier haar resepctievelijke vader was, en het voorsz. huis en erf is staande en gelegen binnen de stad ’s Gravenzande op de westhoek van de Ommeloop aan het marktveld. Goeijenbier, Maertgen Jacobsdr (de jonge) (I4745)
 
128 's-Gravenzande 10-6-1640: Comp. [voor schepenen van Zandambacht] Crijntgen Willemsdr. weduwe Willem Andriesz. Bogaert geassisteerd met Cornelis Willemsz. Bogaert haar zoon burgemeester van de stad ’s Gravenzande, Gerrit Jansz. ’t Hoen (schoonzoon) mitsgaders Joris Claesz. van der Laen haar zwagers, alle gekoren voogden van haar in deze zaak, en bekenden verkocht te hebben aan Gerrit Gerritsz. Druivesteijn wonende ’s Gravenhage zekere 2 morgen 3 hond patrimoniaal land. Idem nog 3 morgen 3 hond klooster eigen land eertijds gekomen van St. Angeniet tot Delft. Idem nog andere percelen land w.o. bruikwaar en erfpacht. van der Burch, Crijntge Willemsdr (I24033)
 
129 's-Gravenzande 11-1-1602: Comp. Pieter Claesz. wonende in het noorderland van Zandambacht en bekende verkocht te hebben aan Willem Andriesz. Boegaert zekere 13 hond geestland gelegen in Duenisveldertienden binnen de vrijheid van de stad ’s Gravenzande. Bogaert, Willem Andries (I24031)
 
130 's-Gravenzande 11-2-1603: Comp. Evert Heijnricxsz. timmerman thans wonende binnen de stad Leiden en bekende getransporteerd te hebben aan Andries Claesz. Boogaert wonende in het Honderdland alzulke portie en gedeelte als hem comparant competerende is in de huising en erve genaampd de Vlack (sic; moet zijn: Valck) staande binnen deze stad aan de Ommeloop en zulks hem dezelve portie aangekomen is door overlijden van zijn zaliger muije Alijdt Jansdr. Boogaert, Andries Claesz (I24673)
 
131 's-Gravenzande 13-5-1638: Comp. Cornelis Willemsz. Boogaerdt tegenwoordig burgemeester van de stad ’s Gravenzande en bekende verkocht te hebben aan Jan Gerritsz. van Rijn het vrije eigendom van een erf en tuin daar eertijds een huis en boomgaard op placht te staan, wezende ten dele eigen, patrimonie, geestelijk en erfhuur, leggende binnen de vrijheid van deze stad op het zuideinde ’t einde van de Cortestraat omtrent de lege molenwerf.

Het gaat hier waarschijnlijk om hetzelfde onroerend goed dat hij op 17-5-1628 heeft gekocht van de erfgenamen van Maertge Jacobsdr 
Bogaert, Cornelis Willems (I24032)
 
132 's-Gravenzande 14-4-1636: Alzo Joris Claesz. Verlaen van Jacob Doensz. Lucq gekocht heeft een woning met omtrent 26 of 27 morgen land gelegen tot ’s Gravenzande, waarvan de ene helft de voorn. Jacob Doensz. en de andere helft Trijntge Willemsdr. was toekomende, en ik op de helft van de voorsz. Jacob Doensz., mitsgaders nog andere partijen de voorn. Jacob Doensz. nog toekomende, sprekkende heb een rente van 2000 gld. hoofdsom en de voorsz. rente de voorn. Joris Claesz. Verlaen tot zijn last genomen heeft. Zo verklaar ik met deze van mijn recht van hypotheek te ontslaan de landen die de voorn. Jacob Doensz. tegenwoordig in eigendom is bezitende, behoudende mijn recht van hypotheek op de woning en landen bij Joris Claesz. Verlaen van Jacob Doensz. gekocht. [handtekening: J. Stoop] Lucq, Jacob Doesen (I24679)
 
133 's-Gravenzande 14-9-1631: Comp. [ook voor schepenen van Zandambacht] Jacob Doensen Lucq in kwaliteit als getrouwd hebbende Aeltge Willemsdr. en Crijntge Willemsdr. weduwe Willem Andriesz. Boegaert voor haar zelf zijnde geassisteerd met Cornelis Willemsz. Boegaert haar zoon en gekoren voogd in deze, en bekenden te samen op 4-4-1631 verkocht te hebben volgens zekere schriftelijke voorwaarden daarvan zijnde de dato als voren, en als nu getransporteerd te hebben aan de voogden van Maria Paets nagelaten weeskind en dochter van zaliger juffrouw Maria Heermans geprocreerd bij mr. Willem Paets schepen van de stad Leiden, al de navolgende partijen van landen, als eerst een partij land groot 2 morgen 2 hond 2 roeden land […]. van der Burch, Crijntge Willemsdr (I24033)
 
134 's-Gravenzande 14-9-1631: Comp. [ook voor schepenen van Zandambacht] Jacob Doensen Lucq in kwaliteit als getrouwd hebbende Aeltge Willemsdr. en Crijntge Willemsdr. weduwe Willem Andriesz. Boegaert voor haar zelf zijnde geassisteerd met Cornelis Willemsz. Boegaert haar zoon en gekoren voogd in deze, en bekenden te samen op 4-4-1631 verkocht te hebben volgens zekere schriftelijke voorwaarden daarvan zijnde de dato als voren, en als nu getransporteerd te hebben aan de voogden van Maria Paets nagelaten weeskind en dochter van zaliger juffrouw Maria Heermans geprocreerd bij mr. Willem Paets schepen van de stad Leiden, al de navolgende partijen van landen, als eerst een partij land groot 2 morgen 2 hond 2 roeden land […]. van der Burch, Aeltgen Willemsdr (I24678)
 
135 's-Gravenzande 15?-11-1636: Comp. Jacob Doesen Lucq onze inwonende poorter en bekende schuldig te wezen aan Claes Claesz. van Zwieten secretaris alhier de som van 450 gld. uit zaak van verlopen verschenen landpachten. Tot waarborg zijn huis en erf (belend o.a. de boomgaard gekomen eertijds van Aem Heijnricxsz. cramer en zijn huisvrouw Maertge Jacobsdr. beide overleden).

8-1-1637: Comp. [ook voor schepenen van Zandambacht] Jacob Doesen Lucq wonende tot ’s gravenzande en bekende ter zake van verschenen landpachten schuldig te wezen aan de voogden van de kinderen van Maria Paets […], te samen de som van 750 gld. 
Lucq, Jacob Doesen (I24679)
 
136 's-Gravenzande 16-1-1599: Comp. de eerzame Andries Claesz. Boegaert wonende opten Hoeck in het Honderdland en bekende verkocht te hebben Willem Andriesz. Bogaert zijn zoon inwonende poorter van de stad ’s Gravenzande zekere zijn woning als huis, schuur, bargen en geboomte daaraan volgende een uit- of gangpad van een slop, strekkende van de Achterweg tot aan de Voorstraat van de voorsz. stad. Idem nog omtrent 20 morgen 0,5 hond eigen land gelegen in diverse bloktienden, eensdeels binnen de vrijdom van de voorsz. stad en eensdeels in Zandambacht. Wezende dezelve woning en landen belend, belegen, belast en bezwaard naar uitwijzen van de oude brief zoals die gepasseerd is bij Jan Diricksz. Storm eertijds bezitter en possesseur van de voorsz. woning en eigen landen en Dirick Boenefaesz. in De Lier voor zijn gedeelte. Mitsgaders nog 13 hond land gelegen in het noorland dat men eertijds placht te huren van het Sacramentsgilde tot Delft en nu bij de comparant gekocht van de kerkmeesters van de Oude Kerk tot Delft. Nog diverse andere percelen

's-Gravenzande 16-1-1599: Comp. Willem Andriesz. Bogaert inwonende poorter van ’s Gravenzande en is schuldig aan Andries Claesz. Bogaert zijn vader wonende op de Houck in het Honderdland de som van 16600 car. gld. uit zaak van koop van de woning achter Stee als huis, schuren, bargen en geboomte mitsgaders nog omtrent 33 morgen 1 hond eigen land volgens de waarbiref daarvan zijnde op datum dezes daarvan gepasseerd. 
Bogaert, Willem Andries (I24031)
 
137 's-Gravenzande 16-1-1599: Comp. de eerzame Andries Claesz. Boegaert wonende opten Hoeck in het Honderdland en bekende verkocht te hebben Willem Andriesz. Bogaert zijn zoon inwonende poorter van de stad ’s Gravenzande zekere zijn woning als huis, schuur, bargen en geboomte daaraan volgende een uit- of gangpad van een slop, strekkende van de Achterweg tot aan de Voorstraat van de voorsz. stad. Idem nog omtrent 20 morgen 0,5 hond eigen land gelegen in diverse bloktienden, eensdeels binnen de vrijdom van de voorsz. stad en eensdeels in Zandambacht. Wezende dezelve woning en landen belend, belegen, belast en bezwaard naar uitwijzen van de oude brief zoals die gepasseerd is bij Jan Diricksz. Storm eertijds bezitter en possesseur van de voorsz. woning en eigen landen en Dirick Boenefaesz. in De Lier voor zijn gedeelte. Mitsgaders nog 13 hond land gelegen in het noorland dat men eertijds placht te huren van het Sacramentsgilde tot Delft en nu bij de comparant gekocht van de kerkmeesters van de Oude Kerk tot Delft. Nog diverse andere percelen

's-Gravenzande 16-1-1599: Comp. Willem Andriesz. Bogaert inwonende poorter van ’s Gravenzande en is schuldig aan Andries Claesz. Bogaert zijn vader wonende op de Houck in het Honderdland de som van 16600 car. gld. uit zaak van koop van de woning achter Stee als huis, schuren, bargen en geboomte mitsgaders nog omtrent 33 morgen 1 hond eigen land volgens de waarbiref daarvan zijnde op datum dezes daarvan gepasseerd. 
Boogaert, Andries Claesz (I24673)
 
138 's-Gravenzande 17-1-1638: Comp. Jacob Doessen Lucq onze mede broeder in schependom en bekende verkocht te hebben aan de heer Franchois Meerman burgemeester van de stad Delft zekere zijn erve en ‘misdel’ gelegen achter de huising van Maritge Wiggersdr. weduwe van Pieter Cornelisz. Idem nog zijn Jacob Doessen Lucq’s erve en schaaphok staande en gelegen achter desselfs Lucq’s erve. Compareerden mede Cornelis Willemsz. Bogart en Jan Pietersz. Timmers en verklaarden afstand te doen van zodanig recht van hypotheek als zij op dit verkochte misdel en schaaphok hebben. Lucq, Jacob Doesen (I24679)
 
139 's-Gravenzande 18-10-1661: Comp. de heer Adriaen Copmoijer procureur voor het Hof van Holland dewelke uit kracht van procuratie van de heer Jacob Claesz. Haijman, bewindhebber van de Oost-Indische Compagnie ter kamer van Zeeland, als hypothecaire crediteur op de nagenoemde percelen land […], verklaarde te transporteren aan de heer Staedts eerst een stuk teelland groot 1 morgen 2 hond 74 roeden, en ten laatste nog een stuk teelland gebruikt bij Willem Arensz. van der Salm groot 2 morgen 2 hond 62 roeden. van der Salm, Willem Arentsz (I9041)
 
140 's-Gravenzande 18-5-1589: Comp. Adriaen Adriaensz. wonende op ‘t Slop binnen de stad ‘s Gravenzande ende bekende schuldig te wezen Willem Claesz. en Willem Heijnricsz. als voogden van Heijman Meeusz. en Neeltgen Heijmansdr. (sic) weeskinderen van Meeus Heijnricxz. een jaarlijkse rente van 12,5 gld. ’s jaars. van der Burch, Willem Claesz (I24675)
 
141 's-Gravenzande 18-5-1666: Comp. Claes Corsz. Bruijser onze mede broeder in rechten weduwnaar van Magdaleentien Corsdr. van Couwenhoven voor de ene helft, Claes Harpersz. van der Valck als getrouwd hebbende Pieternella Worbrechtsdr. voor een achtste part, mitsgaders Cors Arentsz. Opstal beneffens de voorsz. Claas Harpersz. en Claes Sieren als voogden van de twee onmondige kinderen met name Pietertgen en Cors Wormbrechts voor de resterende twee achtste parten, te samen kinderen en erfgenamen van de voorn. Magdaleentie Corsen in echte geproceerd bij zaliger Wormbrecht Pietersz. Groenop in haar leven gewoond hebbende in Zandambacht, en bekenden verkocht te hebben aan Willem Jorisz. Ouwendijck oud-schepen van ’s Gravenzande een stuk vrij eigen groot 6 morgen 425 roeden gelegen in de Grote en Kleine Geesttiende in Zandambacht. van Cleijwecht, Claes Sieren (I3428)
 
142 's-Gravenzande 19-1-1628: Comp. [ook voor schepenen Zandambacht] Jacob Doesen Lucq onze mede burger en bekende verkocht en schuldig te wezen monsr. Johan Stoop rentmeester wonende in ’s Gravenhage de som van 250 ponden ’s jaars eeuwige en erfelijke losbare rente.

19-1-1628: Comp. [ook voor schepenen Zandambacht] Jacob Doesen Lucq onze mede burger en bekende verkocht en schuldig te wezen jonkheer Floris Bam wonende in ’s Gravenhage de som van 75 ponden ’s jaars eeuwige en erfelijke losbare rente.

27-11-1628: Comp. [ook voor schepenen Zandambacht] Jacob Doesen Lucq poorter van de stad ’s Gravenzande en bekende geconstitueerd en verkocht te hebben aan juffrouw Geertruijt van Duijvenvoerde en Wassenaer wonende in ’s Gravenhage een losrente van 50 gld.

1-2-1629: Comp. Jacob Doesen Lucq wonende binnen de stad ’s Gravenzande te kennen gevende dat hij comparant van de 10 gld. ’s jaars daar mede de 6,5 morgen land is belast aan de andere zijde dezes gesteld tot zijn last genomen heeft om te betalen de som van 4 gld. ’s jaars en hij comparant begerende Jacob Adriaensz. Lucq tegenwoordig possesseur van het voorsz. land van de voorsz. 4 gld. ’s jaras met de hoofdsom en al de verlopen renten vandien te bevrijden, indemneren, kosteloos en schadeloos te houden.

3-8-1636: Comp. Jacob Doesen Lucq onze inwonende poorter en mede broeder in rechte en bekende verkocht en geconstitueerd te hebben aan Cornelis Willemsz. Boegaert een losrente van 50 gld. ‘s jaars 
Lucq, Jacob Doesen (I24679)
 
143 's-Gravenzande 19-12-1627 (2x) met daarin een eerdere akte d.d. 3-5-1623 gemaakt in het sterfhuis:
Ver- en uitkoop na het overlijden van Arentgen Heijmansdr. weduwe van Willem Claesz. van der Burch in haar leven tot ’s Gravenzande, door de erfgenamen, kinderen en kleinkinderen:
1. Aeltgen Willemsdr met haar man en voogd Jacob Doesen Lucq
2. Crijntgen Willemsdr, weduwe van Willem Andriesz Bogaert wonend binnen de stad ’s-Gravenzande. Geassisteerd met Jan Jansz van der Beeck, Andries Claesz Bogaert in de Lier, haar schoonvader (in 1623), Beijer Andriesz (Bogaert) en met haar zoon en voogd
2.1. Cornelis Willemsz Bogaert
3.De weeskinderen van Claes Willemsz van der Burch en Maertgen Pieters Overslootsdr, nu huisvrouw van Jacob Maertensz, wonende in de Made in Monsterambacht (met haar schoonvader Crispijn van Mijerop):
3.1. Lijduwij Claesdr, weduwe van Pouwels Centen (overleden tussen 3-5-1623 en 19-12-1627) wonende in het Honderdland en nu getrouwd met Cornelis Pieters Dijckshoorn in de Lier
3.2. Drie onmondige weeskinderen met hun voogden Cornelis Adriaens van der Burch en Lambrecht Heijndricxsz bode te ‘Gravenzande
Betreft woning, huis, schuur, bargen en geboomte, geestelijke landen met ten zuiden: het huis, erf, boomgaard, genaamd het huis van Lijduwij Claes Piers 
van der Burch, Crijntge Willemsdr (I24033)
 
144 's-Gravenzande 19-12-1627 (2x) met daarin een eerdere akte d.d. 3-5-1623 gemaakt in het sterfhuis:
Ver- en uitkoop na het overlijden van Arentgen Heijmansdr. weduwe van Willem Claesz. van der Burch in haar leven tot ’s Gravenzande, door de erfgenamen, kinderen en kleinkinderen:
1. Aeltgen Willemsdr met haar man en voogd Jacob Doesen Lucq
2. Crijntgen Willemsdr, weduwe van Willem Andriesz Bogaert wonend binnen de stad ’s-Gravenzande. Geassisteerd met Jan Jansz van der Beeck, Andries Claesz Bogaert in de Lier, haar schoonvader (in 1623), Beijer Andriesz (Bogaert) en met haar zoon en voogd
2.1. Cornelis Willemsz Bogaert
3.De weeskinderen van Claes Willemsz van der Burch en Maertgen Pieters Overslootsdr, nu huisvrouw van Jacob Maertensz, wonende in de Made in Monsterambacht (met haar schoonvader Crispijn van Mijerop):
3.1. Lijduwij Claesdr, weduwe van Pouwels Centen (overleden tussen 3-5-1623 en 19-12-1627) wonende in het Honderdland en nu getrouwd met Cornelis Pieters Dijckshoorn in de Lier
3.2. Drie onmondige weeskinderen met hun voogden Cornelis Adriaens van der Burch en Lambrecht Heijndricxsz bode te ‘Gravenzande
Betreft woning, huis, schuur, bargen en geboomte, geestelijke landen met ten zuiden: het huis, erf, boomgaard, genaamd het huis van Lijduwij Claes Piers 
van der Burch, Willem Claesz (I24675)
 
145 's-Gravenzande 19-12-1627 (2x) met daarin een eerdere akte d.d. 3-5-1623 gemaakt in het sterfhuis:
Ver- en uitkoop na het overlijden van Arentgen Heijmansdr. weduwe van Willem Claesz. van der Burch in haar leven tot ’s Gravenzande, door de erfgenamen, kinderen en kleinkinderen:
1. Aeltgen Willemsdr met haar man en voogd Jacob Doesen Lucq
2. Crijntgen Willemsdr, weduwe van Willem Andriesz Bogaert wonend binnen de stad ’s-Gravenzande. Geassisteerd met Jan Jansz van der Beeck, Andries Claesz Bogaert in de Lier, haar schoonvader (in 1623), Beijer Andriesz (Bogaert) en met haar zoon en voogd
2.1. Cornelis Willemsz Bogaert
3.De weeskinderen van Claes Willemsz van der Burch en Maertgen Pieters Overslootsdr, nu huisvrouw van Jacob Maertensz, wonende in de Made in Monsterambacht (met haar schoonvader Crispijn van Mijerop):
3.1. Lijduwij Claesdr, weduwe van Pouwels Centen (overleden tussen 3-5-1623 en 19-12-1627) wonende in het Honderdland en nu getrouwd met Cornelis Pieters Dijckshoorn in de Lier
3.2. Drie onmondige weeskinderen met hun voogden Cornelis Adriaens van der Burch en Lambrecht Heijndricxsz bode te ‘Gravenzande
Betreft woning, huis, schuur, bargen en geboomte, geestelijke landen met ten zuiden: het huis, erf, boomgaard, genaamd het huis van Lijduwij Claes Piers 
van der Burch, Claes Willemsz (I24676)
 
146 's-Gravenzande 19-12-1627 (2x) met daarin een eerdere akte d.d. 3-5-1623 gemaakt in het sterfhuis:
Ver- en uitkoop na het overlijden van Arentgen Heijmansdr. weduwe van Willem Claesz. van der Burch in haar leven tot ’s Gravenzande, door de erfgenamen, kinderen en kleinkinderen:
1. Aeltgen Willemsdr met haar man en voogd Jacob Doesen Lucq
2. Crijntgen Willemsdr, weduwe van Willem Andriesz Bogaert wonend binnen de stad ’s-Gravenzande. Geassisteerd met Jan Jansz van der Beeck, Andries Claesz Bogaert in de Lier, haar schoonvader (in 1623), Beijer Andriesz (Bogaert) en met haar zoon en voogd
2.1. Cornelis Willemsz Bogaert
3.De weeskinderen van Claes Willemsz van der Burch en Maertgen Pieters Overslootsdr, nu huisvrouw van Jacob Maertensz, wonende in de Made in Monsterambacht (met haar schoonvader Crispijn van Mijerop):
3.1. Lijduwij Claesdr, weduwe van Pouwels Centen (overleden tussen 3-5-1623 en 19-12-1627) wonende in het Honderdland en nu getrouwd met Cornelis Pieters Dijckshoorn in de Lier
3.2. Drie onmondige weeskinderen met hun voogden Cornelis Adriaens van der Burch en Lambrecht Heijndricxsz bode te ‘Gravenzande
Betreft woning, huis, schuur, bargen en geboomte, geestelijke landen met ten zuiden: het huis, erf, boomgaard, genaamd het huis van Lijduwij Claes Piers 
van der Burch, Aeltgen Willemsdr (I24678)
 
147 's-Gravenzande 19-12-1627 (2x) met daarin een eerdere akte d.d. 3-5-1623 gemaakt in het sterfhuis:
Ver- en uitkoop na het overlijden van Arentgen Heijmansdr. weduwe van Willem Claesz. van der Burch in haar leven tot ’s Gravenzande, door de erfgenamen, kinderen en kleinkinderen:
1. Aeltgen Willemsdr met haar man en voogd Jacob Doesen Lucq
2. Crijntgen Willemsdr, weduwe van Willem Andriesz Bogaert wonend binnen de stad ’s-Gravenzande. Geassisteerd met Jan Jansz van der Beeck, Andries Claesz Bogaert in de Lier, haar schoonvader (in 1623), Beijer Andriesz (Bogaert) en met haar zoon en voogd
2.1. Cornelis Willemsz Bogaert
3.De weeskinderen van Claes Willemsz van der Burch en Maertgen Pieters Overslootsdr, nu huisvrouw van Jacob Maertensz, wonende in de Made in Monsterambacht (met haar schoonvader Crispijn van Mijerop):
3.1. Lijduwij Claesdr, weduwe van Pouwels Centen (overleden tussen 3-5-1623 en 19-12-1627) wonende in het Honderdland en nu getrouwd met Cornelis Pieters Dijckshoorn in de Lier
3.2. Drie onmondige weeskinderen met hun voogden Cornelis Adriaens van der Burch en Lambrecht Heijndricxsz bode te ‘Gravenzande
Betreft woning, huis, schuur, bargen en geboomte, geestelijke landen met ten zuiden: het huis, erf, boomgaard, genaamd het huis van Lijduwij Claes Piers 
Heijmansdr, Arentgen (I24680)
 
148 's-Gravenzande 19-12-1627 (2x) met daarin een eerdere akte d.d. 3-5-1623 gemaakt in het sterfhuis:
Ver- en uitkoop na het overlijden van Arentgen Heijmansdr. weduwe van Willem Claesz. van der Burch in haar leven tot ’s Gravenzande, door de erfgenamen, kinderen en kleinkinderen:
1. Aeltgen Willemsdr met haar man en voogd Jacob Doesen Lucq
2. Crijntgen Willemsdr, weduwe van Willem Andriesz Bogaert wonend binnen de stad ’s-Gravenzande. Geassisteerd met Jan Jansz van der Beeck, Andries Claesz Bogaert in de Lier, haar schoonvader (in 1623), Beijer Andriesz (Bogaert) en met haar zoon en voogd
2.1. Cornelis Willemsz Bogaert
3.De weeskinderen van Claes Willemsz van der Burch en Maertgen Pieters Overslootsdr, nu huisvrouw van Jacob Maertensz, wonende in de Made in Monsterambacht (met haar schoonvader Crispijn van Mijerop):
3.1. Lijduwij Claesdr, weduwe van Pouwels Centen (overleden tussen 3-5-1623 en 19-12-1627) wonende in het Honderdland en nu getrouwd met Cornelis Pieters Dijckshoorn in de Lier
3.2. Drie onmondige weeskinderen met hun voogden Cornelis Adriaens van der Burch en Lambrecht Heijndricxsz bode te ‘Gravenzande
Betreft woning, huis, schuur, bargen en geboomte, geestelijke landen met ten zuiden: het huis, erf, boomgaard, genaamd het huis van Lijduwij Claes Piers 
van der Burch, Liedewij Claesdr (I24718)
 
149 's-Gravenzande 19-12-1627 (2x) met daarin een eerdere akte d.d. 3-5-1623 gemaakt in het sterfhuis:
Ver- en uitkoop na het overlijden van Arentgen Heijmansdr. weduwe van Willem Claesz. van der Burch in haar leven tot ’s Gravenzande, door de erfgenamen, kinderen en kleinkinderen:
1. Aeltgen Willemsdr met haar man en voogd Jacob Doesen Lucq
2. Crijntgen Willemsdr, weduwe van Willem Andriesz Bogaert wonend binnen de stad ’s-Gravenzande. Geassisteerd met Jan Jansz van der Beeck, Andries Claesz Bogaert in de Lier, haar schoonvader (in 1623), Beijer Andriesz (Bogaert) en met haar zoon en voogd
2.1. Cornelis Willemsz Bogaert
3.De weeskinderen van Claes Willemsz van der Burch en Maertgen Pieters Overslootsdr, nu huisvrouw van Jacob Maertensz, wonende in de Made in Monsterambacht (met haar schoonvader Crispijn van Mijerop):
3.1. Lijduwij Claesdr, weduwe van Pouwels Centen (overleden tussen 3-5-1623 en 19-12-1627) wonende in het Honderdland en nu getrouwd met Cornelis Pieters Dijckshoorn in de Lier
3.2. Drie onmondige weeskinderen met hun voogden Cornelis Adriaens van der Burch en Lambrecht Heijndricxsz bode te ‘Gravenzande
Betreft woning, huis, schuur, bargen en geboomte, geestelijke landen met ten zuiden: het huis, erf, boomgaard, genaamd het huis van Lijduwij Claes Piers 
Centens, Pouwels (I24729)
 
150 's-Gravenzande 19-9-1656: Comp. [ook voor schepenen van Zandambacht] de heer Cornelis Willemsz. Boogaert burgemeester van ’s Gravenzande voor hem zelf en als oom en voogd van Maertje Blasen Vos dochter en erfgenaam van Blaes Joosten Vos en Jorisje Willemsdr. Boogaert in haar leven echtelieden, en als erfgenamen van Crijntje Willemsdr. die weduwe was van Willem Andriesz. Boogaert in zijn leven mede burgemeester van ’s Gravenzande, mitsgaders nog als procuratie hebbende van enige mondige erfgenamen en nog enige andere die met monde daartoe hebben geconsenteerd, alle mondige en onmondige erfgenamen van de voorn. Crijntje Willemsdr. en hebben getransporteerd aan Gerrit Jansz. Thoen wonende aan de Westgaag onder Maasland als getrouwd hebbende Machtelt Willemsdr. Boogaert die mede-erfgenaam was van de voorn. Crijntje WIllemsdr., present en de opdracht bij deze accepterende, van zekere woning, huis, schuur, barg en geboomte staande en gelegen binnen de stad ’s Gravenzande en Zandambacht die de voorsz. Crijntje Willemsdr. met de dood achtergelaten heeft met omtrent 8 morgen 2 hond 55 roeden patrimoniaal land daar de voorsz. woning op staat. Belast met diverse renten. Mitsgaders nog 1 morgen 18 roeden patrimoniaal land genaamd ‘de Gerrits margen’, vrij en onbelast. Nog 16 hond geestelijk land in het Noorland. Nog 12 hond en 92 roeden land mede gelegen in het Noorland.Nog 7,5 morgen 71 roeden land, te weten 2 morgen 4 hond 71 roeden patrimoniaal belast met een opstal, 1 morgen 5 hond geestelijk land waarin begrepen is 3 morgen bruikwaar land toekomende de kerk en de Heiligegeest tot ’s Gravenzande. Thoen, Gerrit Jansz (I24005)
 

      «Vorige 1 2 3 4 5 6 7 ... 885» Volgende»



Over deze website

Heb je aanvullingen, verbeteringen, vragen en/of foto's? Neem contact op. Wij horen graag van je!
Je kunt gegevens overnemen van de site als je de bron vermeldt.
Vanwege het auteursrecht op diverse documenten kun je afbeeldingen niet overnemen.